VVD-lijsttrekker Hans van Baalen wil in Europa meer macht nationale parlementen

Met dank overgenomen van J.C. (Hans) van Baalen i, gepubliceerd op zaterdag 3 mei 2014, 10:36.
alttekst ontbreekt in origineel bericht
Bron: Blog Hans van Baalen

TIEN JAAR vergaarde hij als Kamerlid bekendheid aan het Binnenhof, maar inmiddels is Hans van Baalen (53) een veteraan in Brussel. De leider van het VVD-smaldeel in het Europees Parlement moet bij de aanstaande verkiezingen van 22 mei opboksen tegen cynisme over de EU én met een ander verhaal komen dan aartsrivalen PVV en D66.

 
alttekst ontbreekt in origineel bericht
Bron: Blog Hans van Baalen

De dag van het interview begint met een akkefietje in de Europese campagne van de VVD. Het verhaal gaat dat partijleider Rutte in zijn hoedanigheid als premier twee jaar geleden EU-president Van Rompuy woedend heeft gedreigd met een vertrek uit de euro. „Hij heeft het niet gezegd”, stelt een resolute Van Baalen, als hij de kamer binnenloopt. „U had het over woede-uitbarsting? Ik zeg: de premier heeft ballen.”

Zo kennen we Hans van Baalen weer; nooit verlegen om een pakkende quote. Die heeft de liberaal wel nodig ook, want Nederland loopt doorgaans bepaald niet warm voor Europa, laat staan voor de Europese stembusgang.

U bent waarschijnlijk de bekendste Nederlandse lijsttrekker bij deze verkiezingen. Komt dat door u of door de onbekendheid van de concurrentie?

„Mensen kennen mij van mijn Kamerwerk. Maar ik werk ook aan mijn relatie met de media. Als ik een interview aan De Telegraaf of een tv-programma kan geven, zeg ik niet dat ik te druk ben met de kwaliteit van het Europese zwemwater, om maar wat te noemen. En ik sta met het beroemde ene been in Brussel en Straatsburg en met het andere been in Nederland. Dus ik ben ook relatief veel hier.”

U oogstte de afgelopen maanden veel kritiek vanwege uw regelmatige afwezigheid bij Europese stemmingen. Gaat u iets met dat signaal doen?

„Nee. Ik ben van plan mijn volgende termijn zo in te richten dat ik nog steeds ga voor de prioriteiten die voor Nederland belangrijk zijn. Dus de markt, de munt, de handelsverdragen en de afstemming met wat het kabinet in Brussel wil bereiken. Dat is als delegatieleider mijn hoofdprioriteit: invloed ten behoeve van de Nederlandse belangen.”

Daarvoor moet u toch ook stemmen? Dat is immers de taak van een volksvertegenwoordiger.

„Er zijn drie Straatsburgse stemmingsdagen. Twee daarvan ben ik altijd aanwezig. En voor de derde dag hangt het ervan af of een onderwerp ’krap’ ligt. Dan moet je misschien stemmen.”

Dat kunnen uw concurrenten in de campagne makkelijk tegen u gebruiken.

„Ongetwijfeld. En dan zal mijn reactie zijn richting de collega’s: Wat heeft u concreet kunnen bereiken op belangrijke dossiers voor Nederland?”

Wat heeft u bereikt?

„Ten eerste handelsverdragen, zoals met Japan. Dat gaat Nederland mogelijk 3 miljard extra per jaar opleveren. Ik houd me via mijn Amerikaanse contacten ook bezig met het handelsverdrag met de Verenigde Staten. Daarnaast werkte ik samen met Guy Verhofstadt en premier Rutte aan een lagere meerjarenbegroting in Europa. Die is er dankzij teamwork gekomen. En de harde afspraken rond de euro worden nu gecontroleerd door de Europese Commissie, zoals Rutte en ik wilden, en niet door de verschillende regeringsleiders. Dus als het ’alle ballen op Van Baalen wordt’, denk ik: dan heb ik het goed gedaan. Kom maar op.”

Het eigenaardige is dat de VVD in het Europees Parlement in een fractie zit met D66 en dat de leider van uw liberale fractie ALDE, Guy Verhofstadt, van de daken schreeuwt dat meer Brussel goed is. Hoe rijmt u dat met elkaar?

 
alttekst ontbreekt in origineel bericht
Bron: Blog Hans van Baalen

„Wil je in het EP enige rol van betekenis spelen, dan moet je niet als drie VVD’ers solo opereren. Dan krijg je helemaal niks voor elkaar in dat parlement van 751 zetels. Dus je moet bij een grote fractie zitten.”

Maar is ALDE nog de juiste club? De Britse Conservatieven, bijvoorbeeld, zitten in een andere fractie.

„Die zitten in een fractie met mensen die homofoob zijn. En met mensen die tegen gelijke rechten voor vrouwen zijn. Als Verhofstadt tegen de versterking van de markt zou zijn, dan houdt het snel op. Hij heeft in Maastricht gezegd dat zijn drie prioriteiten ’jobs, jobs, jobs’ zijn. Dan mag hij van mij best nadenken of Europa over 50 jaar een federatie zal zijn. Het gaat niet gebeuren. Hij mag dromen en hij mag hopen. Maar hij mag niet doen.”

Denkt u nooit dat hij beter zijn mond kan houden met dat gedroom over een federaal Europa?

„Hij is wie hij is.”

Dat klinkt niet erg enthousiast.

„Nee, maar ik mag zeggen wat ik vind. We hebben ook D66-Parlementsleden in onze Europese fractie. Die dromen ook vrolijk mee over een federatie. Over meer macht naar Brussel. Maar wanneer het op handelsverdragen en de markt aankomt, zeggen ze ook zinvolle dingen.”

U heeft vorig jaar tegen studenten gezegd: D66 en VVD zijn het over negen van de tien dingen eens. Maar dat zeggen we niet als er campagne moet worden gevoerd. Speelt u een spelletje?

„Nee. Hoe meer D66-Europarlementariërs, hoe meer de liberale fractie de D66-kant op gaat. Hoe meer D66, hoe meer Europa. Als je op de VVD stemt, krijg je een Europa van banen en niet van bemoeizucht.”

Waarom zou de kiezer eigenlijk op de VVD stemmen als D66 glashelder pro-Europa is en de PVV anti-Europa. Bent u dan niet vlees noch vis?

„De gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam gingen ook niet over meer of minder Amsterdam. Die gingen over zaken als erfpacht en ozb. In Europa gaat het er niet om of je uit Europa wil en uit de muntunie, want dan schiet je in je eigen voet. Dat moet je dus niet doen. Wat de PVV doet, is kiezersbedrog. Er is bij lange na geen meerderheid voor in Nederland. Ik hou mijn verhaal en kijk wat straks de uitslag is. De PVV weet het niet, die kijkt altijd naar peilingen en past zich daaraan aan.”

Geert Wilders is niettemin onverminderd populair, ondanks de vele schandalen die de PVV-fractie troffen.

„De PVV wilde vijf jaar geleden niet in de búúrt van de partij van Le Pen gezien worden. Ze wilden in het Europees Parlement niet naast het Front National zitten, omdat Jean Marie Le Pen antisemiet is. Nu kiest de PVV voor samenwerking met Le Pen, Dewinter (Vlaams Belang) en Strache (Oostenrijkse nationalisten).”

Is campagne voeren voor Europese verkiezingen niet als trekken aan een dood paard? Brussel is mateloos impopulair, zes van de tien kiezers neemt niet eens de moeite om naar de stembus te gaan.

„Als je voor de politiek kiest, of het nou in Brussel of Den Haag is, weet je dat kritiek je ten deel zal vallen. Maar ook zetels.”

Het is toch zo dat successen amper de media halen. Maar als blijkt dat u niet bij alle stemmingen bent, dan kan u als zakkenvuller worden neergezet. Stoort u dat?

„Nee, soms is wat je doet belangrijker dan het beeld. Dat heb ik van Bolkestein geleerd. Hij stond er dramatisch slecht voor na zijn eerste jaar als fractievoorzitter. Bolkestein is gewoon doorgegaan en kijk eens wat hij heeft bereikt. Rutte had het ook zeer zwaar, maar hij is gewoon doorgegaan. Nu is hij premier. Dus dat gedoe is het allemaal waard.”

Laten we het nog even hebben over de Brusselse mores. U zit daar in dat enorme parlement met 28 nationaliteiten. Hoe kunt u daar politieke zaken doen?

„De onderhandelingscultuur is anders. Als ik vroeger een afspraak maakte met bijvoorbeeld de PvdA, dan wist ik dat die afspraak stond, in goede en slechte tijden. In Brussel is dat anders. Van een Duitser kun je op aan. Alle clichés zijn wat dat betreft waar. Een Italiaan zal nooit ’nee’ zeggen. Die zegt: ’Daar wil ik over nadenken.’ Dan moet je dus iets zoeken wat je kan aanbieden.”

Vrouwen?

„Haha. Nee, een politiek onderwerp.”

Met wie is het het lastigst om zaken te doen?

„Uhhmmm… als je weet wat je kan verwachten, kan je met iedereen goed zakendoen.”

Kom op, meneer Van Baalen. Eerlijk antwoord geven.

„Oké. De Fransen. Zelfs als Franse Europarlementariërs overtuigd zijn van meer marktwerking, zitten ze met Parijs. Of het nou het Franse kabinet is of de president is, of ambtenaren. Parijs heeft constant contact met de Franse Europarlementariërs, ongeacht van welke partij ze zijn. En Parijs gaat boven Brussel. Dat is lastig. Het is niet onbetrouwbaar, maar onvoorspelbaar.”

Waarom is het project Europa, dat ooit begon als stabiliserende kracht tegen oorlog en voor economische integratie, zo impopulair geworden?

„Omdat het enorm bureaucratisch gemaakt is. Zelfs als je er werkt, duurt het jaren voordat je weet hóé het werkt. Er zit ook een zeer competent, maar pro-Europees ambtenarenapparaat. Daarnaast speelt mee dat niemand zich er druk over maakt als de welvaart groot is. Maar nu we in een economische malaise zitten, zie je de kritiek op Europa toenemen.”

Zou het niet helpen als Brussel eens ophoudt met die steeds toenemende bemoeizucht?

„Ja. Ik vind dan ook dat nationale parlementen meer kunnen betekenen. Als een parlement zegt dat het iets niet wil, kan het een zogeheten ’gele kaart’ trekken. Dan moet de Europese Commissie haar voorstel heroverwegen. Maar wat zegt de verantwoordelijk eurocommissaris vervolgens? ’Ik ga toch gewoon door.’ Daarom moet er een ’rode kaart’ komen. Als de meerderheid van de 28 nationale parlementen zegt dat ze een voorstel niet wil hebben, dan zou de Commissie zo’n voorstel moeten intrekken. Daarvoor is geen verdragswijziging nodig. Ik daag alle Nederlandse lijsttrekkers uit om dit plan te ondersteunen bij de hoorzitting met de nieuwe voorzitter van de Europese Commissie. Want dat kan wel eens het keerpunt zijn voor steeds meer Brussel.”

Wilt u een volgende termijn in Europa helemaal afmaken?

„Ja.”

Maar als er over een paar jaar weer algemene verkiezingen zijn en de telefoon gaat bij de kabinetsformatie. „Hans, met Halbe”, zegt de nieuwe VVD-leider dan… „Haha.”

En Halbe zegt: ’Ik heb je nodig als minister.’ Wat zegt Hans dan?

„Waar vraag je me eigenlijk voor…”

Defensie!

„Dan zeg ik: wat is het budget?”

Ach, kom. Dan heeft u allang ’ja’ gezegd.

„Ik ben de laatste vier jaar niet gevraagd. Dus het is best mogelijk dat ik ook de komende keer niet gevraagd word. Ik ben gecommitteerd voor de komende vijf jaar. Dus daar ga ik van uit.”

Maar u sluit niets uit.

„Wie in het leven iets uitsluit, is dom.”

Lees het originele artikel in De Telegraaf van 3 mei 2014, pagina 5 (abonnees)