Kamervragen over het inzetten van lokagenten ter bestrijding van discriminatie

Met dank overgenomen van A. (Ahmed) Marcouch i, gepubliceerd op donderdag 1 november 2012, 15:19.

De kamerleden Marcouch en Recourt (beiden PvdA) hebben op 22 juni 2010 aan de minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties schriftelijke vragen gesteld over het inzetten van lokagenten ter bestrijding van discriminatie.

  • 1. 
    Kent u het artikel “Ban kwaad van discriminatie uit, zet lokagent met joodse keppel in”?( 21 juni 2010)
  • 2. 
    Deelt u de mening dat bestaande opsporingsmiddelen niet afdoende zijn om geweld tegen en discriminatie van bepaalde groepen waaronder joden, homo’s of moslims tegen te gaan? Zo ja, waar blijkt dit uit? Zo nee, waarom niet?
  • 3. 
    Deelt u de mening dat zolang vrijheden van bovengenoemde groepen niet voor iedereen vanzelfsprekend zijn en zolang andere opsporingsmethoden tekortschieten andere, innovatieve methoden nodig zijn? Zo ja, welke methoden overweegt u in te voeren? Zo nee, waaruit leidt u af dat bestaande methoden afdoende zijn?
  • 4. 
    Deelt u de mening dat het dragen een keppel door een lokagent in juridische zin geen uitlokking van geweld of discriminatie tegen joden betekent en evenmin in de praktijk zo mag worden opgevat? Zo ja, gaat u met het middel van lokagenten deze vorm of andere vormen van discriminatie bestrijden? Zo nee, waarom niet?
  • 5. 
    Welke ervaringen zijn er in andere landen, bijvoorbeeld binnen de Europese Unie, met het inzetten van lokagenten?
  • 6. 
    Zijn er lidstaten van de Europese Unie waar de juridische mogelijkheden tot het inzetten van lokagenten of lokmiddelen ruimer zijn dan in Nederland? Zo ja, waaruit bestaan die mogelijkheden?