Uitvoeringsverordening 2015/10 - Criteria voor aanvragers van spoorweginfrastructuurcapaciteit - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/10 van de Commissie van 6 januari 2015 inzake criteria voor aanvragers van spoorweginfrastructuurcapaciteit en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 870/2014 Voor de EER relevante tekstofficiële Engelstalige titel
Commission Implementing Regulation (EU) 2015/10 of 6 January 2015 on criteria for applicants for rail infrastructure capacity and repealing Implementing Regulation (EU) No 870/2014 Text with EEA relevanceRechtsinstrument | Uitvoeringsverordening |
---|---|
Wetgevingsnummer | Uitvoeringsverordening 2015/10 |
Celex-nummer i | 32015R0010 |
Document | 06-01-2015 |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 07-01-2015; PB L 3 p. 34-36 |
Inwerkingtreding | 27-01-2015; in werking datum publicatie +20 zie art 8 27-01-2015; Toepassing Gedeeltelijke toepassing zie art 8 16-06-2015; Toepassing zie art 8 |
Einde geldigheid | 31-12-9999 |
7.1.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 3/34 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/10 VAN DE COMMISSIE
van 6 januari 2015
inzake criteria voor aanvragers van spoorweginfrastructuurcapaciteit en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 870/2014
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 tot instelling van één Europese spoorwegruimte (1), en met name artikel 41, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op grond van artikel 41, lid 2, van Richtlijn 2012/34/EU kunnen infrastructuurbeheerders met betrekking tot aanvragers regels vaststellen om ervoor te zorgen dat aan hun gewettigde verwachtingen ten aanzien van toekomstige inkomsten en het toekomstige gebruik van de infrastructuur wordt voldaan. |
(2) |
Dergelijke regels moeten passend, transparant en niet-discriminerend zijn. De regels mogen slechts betrekking hebben op een financiële garantie, die een passend niveau, dat in verhouding staat tot het beoogde bedrijfsactiviteitenniveau van de aanvrager, niet mag overschrijden, en op de mogelijkheid om reglementaire offertes voor infrastructuurcapaciteit in te dienen. |
(3) |
Financiële garanties kunnen de vorm aannemen van voorschotten of door financiële instellingen verstrekte garanties. |
(4) |
Bij de bepaling van passende regels als bedoeld in artikel 41, lid 2, van Richtlijn 2012/34/EU moet rekening worden gehouden met het feit dat de infrastructuur van concurrerende vervoerswijzen, zoals het wegvervoer, de luchtvaart en de zee- en binnenvaart, vaak vrij is van gebruiksrechten en derhalve ook vrij van financiële garanties daarop. Om een eerlijke mededinging tussen de vervoerswijzen te waarborgen, moeten het niveau en de looptijd van financiële garanties tot het strikte minimum worden beperkt. |
(5) |
Financiële garanties zijn enkel passend indien zij noodzakelijk zijn om de infrastructuurbeheerder zekerheid te bieden over de toekomstige inkomsten en het toekomstige gebruik van de infrastructuur. Overwegende dat infrastructuurbeheerders kunnen vertrouwen op de controle en de bewaking van de financiële draagkracht van spoorwegondernemingen in het kader van de vergunningsprocedure overeenkomstig hoofdstuk III van Richtlijn 2012/34/EU, en met name artikel 20 van die richtlijn, wordt de nood aan financiële garanties verder verminderd. |
(6) |
Het beginsel van non-discriminatie is van toepassing op die garanties, er mag derhalve geen onderscheid worden gemaakt tussen de garantieregels voor particuliere en openbare aanvragers. |
(7) |
De garanties moeten in verhouding staan tot het risiconiveau dat de aanvrager in de verschillende stadia van de capaciteitstoewijzing voor de infrastructuurbeheerder vertegenwoordigt. Het risico wordt doorgaans laag geacht zolang de capaciteit nog aan andere spoorwegondernemingen kan worden toegewezen. |
(8) |
Een garantie die wordt aangevraagd met het oog op het indienen van reglementaire offertes kan alleen als passend, transparant en niet-discriminerend worden beschouwd indien de infrastructuurbeheerder in de netverklaring duidelijke en transparante regels vaststelt voor het opstellen van een capaciteitsverzoek, en de nodige instrumenten ter ondersteuning van aanvragers aanbiedt. Aangezien het vóór de aanvraagprocedure niet mogelijk is om objectief vast te stellen of een kandidaat over de mogelijkheden beschikt om reglementaire offertes in te dienen, kan pas na afloop van die procedure worden vastgesteld dat de aanvrager tekortschiet als blijkt dat hij herhaaldelijk nalaat om offertes in te dienen of de nodige informatie te verstrekken aan de infrastructuurbeheerder. De aanvrager dient verantwoordelijk te zijn voor die... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.