VVD vindt F35 de beste opvolger van de F16

Met dank overgenomen van R. (Ronald) Vuijk i, gepubliceerd op dinsdag 16 december 2014, 14:57.

De VVD heeft de keuze voor de F-35 gesteund. Het toestel is als beste keus naar voren gekomen uit twee kandidatenvergelijkingen. De VVD vindt het aantal van 37 toestellen te krap bemeten maar het is te rechtvaardigen als direct gevolg van de zware financiële maatregelen die nodig waren om orde op zaken te stellen en om ons land door de ergste economische crisis sinds decennia te loodsen. Zodra vrijval uit de risicoreserveringen voor zowel investeringen als exploitatie het toestaan worden extra toestellen gekocht. Dat is nodig om ook in de toekomst adequaat aan bondgenootschappelijke verplichtingen te kunnen voldoen. De VVD constateert dat defensie volgens de lijnen uit de Uitgangspuntennotitie heeft gerapporteerd.

De VVD verwacht dat door een goede kostenbeheersing en vrijval van de risicoreservering er in 2023 ruimte zal zijn om enkele toestellen meer te verwerven. Voor de kostenbeheersing vindt de VVD het belangrijk dat de life cycle cost verder in beeld worden gebracht. Ervaringen in het testprogramma dragen daar aan bij. De Rekenkamer geeft aan dat de huidige rapportage het beste is wat het ministerie nu kan leveren. Een voortdurende inspanning op kostenbewustzijn is nodig om in 2023 daadwerkelijk de risicoreservering te kunnen inzetten voor meer toestellen. (De kosten zijn een belangrijk punt. De liberale onderhandelaars wilden de F-35 tijdens de kabinetsformatie 2012 in de Hofvijver gooien vanwege tekortschietend inzicht in de kosten van het luchtwapen). Onder leiding van de Amerikaanse generaal Bogdan wordt door het Pentagon een ‘war on costs’ gevoerd. Dit is goed voor defensie, maar Fokker wordt als toeleverancier uitgeknepen. D66 zal naar verwachting een punt maken van de ‘loon- en prijspeilbijstelling’ die is toegepast op het investeringsbudget en de instandhoudingskosten. D66 zal vragen hoe die bijstelling gefinancierd is, in hoeverre hier sprake is van ophoging van het budget en in hoeverre er sprake is van verdringing met andere uitgaven binnen defensie.

In de loop van de testfase hebben zich enkele incidenten voorgedaan, waaronder klachten over de helm, risico’s van blikseminslag en een motorstoring. Dit gaat niet alleen over het verslagjaar 2013 maar ik ga er van uit dat het wel op tafel komt. Inmiddels zijn de testtoestellen in gebruik genomen en worden vliegers opgeleid. De testtoestellen en vliegers verhuizen op korte termijn van Eglin in Florida naar Edwards in Californië. Ik zal de minister vragen of er nog technische ‘showstoppers’ zijn die het ondertekenen van de eerste bestelling - deelname in LRIP 11 - in 2015 in de weg zouden kunnen staan.

De F-35 maakt een dieper doordringend geluid dan de F-16. Het is de verwachting dat dit tot toename van geluidsklachten zal leiden. Voor de PvdA is het wegnemen van geluidshinder een belangrijke voorwaarde voor steun voor het F-35 prgramma. Binnen de VVD in Uden, vliegbasis Volkel, is geluidsoverlast een issue dat is benoemd in een bijlage van het verkiezingsprogramma. Vorig jaar spraken delegaties van de PvdA en de VVD uit Leeuwarden ook hun zorg uit. Aan de minister zal ik vragen in hoeverre de bestaande geluidsmaatregelen toereikend zijn om aan de ongerustheid van de omwonenden tegemoet te komen.

De Algemene Rekenkamer heeft twijfel over de mate waarin de operationele inzetbaarheid van de F-35 haalbaar is. De operationele inzetbaarheid wordt voornamelijk bepaald door het aantal beschikbare vliegers dat combat ready is. De Rekenkamer wijst op vragen over vlieguren gastvliegers, de samenwerking met België, het onderhoud en vredesverliezen. Ik zal met de minister van gedachten wisselen over de mogelijkheid dat de inzet van vier toestellen in een missie gevolgen heeft voor de getraindheid van gast- en combat ready vliegers. Verder zal ik vragen naar de voortgang om te komen tot gezamenlijke luchtruimbewaking met België. Over vredesverliezen is tijdens het nota-overleg veel gesproken. De VVD herkent zich in het standpunt van de minister: “Het is tegenwoordig bij alle wapensystemen gebruikelijk dat, als zich een vredesverlies voordoet, op dat moment wordt bekeken of en wanneer vervanging aan de orde is. Dat geldt dus ook voor de F-35. Wij investeren niet meer extra met het oog op mogelijke vredesverliezen. Dat is in het verleden wel gedaan, maar dat doen we al heel lang niet meer. Ik zie niet in waarom wij de F-35 nu ineens anders moeten behandelen van andere wapensystemen.”

Met de block 2B software kan de F-35 vanaf 2017 alle vereiste missietypen vliegen. In 2023 zal de block 3 software beschikbaar zijn waarmee de integratie van alle sensoren en wapensystemen optimaal op orde zal zijn. De software ontwikkeling is welliswaar vertraagd maar de verwachting is dat die vertraging geen gevolgen heeft voor de levering van onze eerste toestellen in 2019. Ook het Autonomic Logistics Information System (ALIS) loopt vertraging op, maar ook dit heeft naar verwachting geen gevolgen voor de Nederlandse toestellen.

Met de industrie zijn afspraken gemaakt over afdrachtspercentages over gerealiseerde omzet uit industriële participatie. Die afdracht is gebaseerd op de noodzaak het resterende gat in de business case van € 106 miljoen (prijspeil 2001) te dekken uit de te verwachten F-35 omzet uit productie- en instandhoudingsactiviteiten. Afgesproken is in 2020 een ‘boekhoudkundig meetmoment’ te laten plaatsvinden om de omzetten, percentages en afdrachten te herijken. De VVD vindt het begrijpelijk dat de industrie vraagt eerder een boekhoudkundig meetmoment te laten plaatsvinden omdat de oorspronkelijke afspraken gebaseerd zijn op 85 jachtvliegtuigen en er nu slechts 37 worden aangekocht. Dat leidt tot mogelijk tot neerwaartse druk op de verdeling van werkpakketten. Aan de minister van economische zaken zal ik vragen of hij bereid is de afspraken nog eens tegen het licht te houden en te beoordelen op effectiviteit en rechtvaardigheid. De VVD heeft vertrouwen in oud-minister Verhagen als bijzondere vertegenwoordiger. De industrie spreekt in waarderende woorden over de wijze waarop hij zijn rol heeft opgepakt. Ik zal de minister van economische zaken complimenteren en vragen of deze aanpak ook beschikbaar is voor andere trajecten waar industriële participatie belangrijk is. Sinds begin van dit jaar hebben Fokker, Fokker ELMO en Aeronamic belangrijke lange termijnovereenkomsten gesloten met Amerikaanse hoofdaannemers en systeemleveranciers. In 2013 heeft de industrie € 1,4 miljoen afgedragen, op een totaalstand van € 3,4 miljoen.

In de transitiefase, het binnenkomen van de F-35 en het uitfaseren van de F-16 is er het risico van dubbele kosten waardoor de exploitatiekosten te hoog oplopen. Ook is de vraag hoe en met welk toestel de inzet in missies dan zal plaatsvinden. Ik zal de minister vragen hoe zij dit ziet.

Om met de F-16 te kunnen doorvliegen tot 2023 is extra onderhoud nodig. In het de Nota In het belang van Nederland is op dit onderhoud bezuinigd. Ook is het aantal airframes teruggebracht. In de tussentijd is de wereld veranderd en vliegt de F-16 meer missies dan was voorzien boven de Baltische Staten en boven Irak. Wat betekent die extra inzet voor de technische staat, de instandhoudingskosten en de bruikbaarheid van de airfraimes? Wat betekent dat voor de geoefendheid van de vliegers en waar ligt de ondergrens van wat aanvaardbaar is?

Het GAO rapport wijst op het belang van lagere exploitatiekosten. De constatering van het GAO dat de verwachte exploitatiekosten niet inpasbaar zijn in de budgetten van de Amerikaanse krijgsmachtdelen heeft betrekking op de situatie in de Verenigde Staten. Deze constatering zou er toe kunnen leiden dat het Amerikaanse bestelaantal lager uitvalt dan nu verwacht. Dit kan resulteren in een hogere toestelprijs voor Nederland en een hogere bijdrage aan de gezamenlijke programmakosten. Ik zal de minister vragen hoe groot zij dit risico momenteel acht.

Partnerlanden kopen minder toestellen of stellen de aankoop uit. Die bijstellingen worden goedgemaakt door aankopen van niet-partnerlanden als Israel, Japan en Zuid-Korea. Volgens opgave van het Pentagon staat de teller op 31-12-2013 op 3.103 toestellen.

De VVD hecht er aan de DMP-D brief nog in december te ontvangen. Deze D-brief bevat zogenoemde ‘vooruitlopende begrotingsinformatie’. De VVD is van mening dat de Kamer hiermee stilzwijgend akkoord kan gaan; expliciete toestemming is niet nodig en er is inmiddels genoeg over de F-35 gesproken. Er is geen nieuwe informatie die op rationele gronden een heropening van het debat - dat vorig jaar tot in detail gevoerd is - noodzakelijk maakt. De financiële vertaling kan plaatsvinden in de eerste suppletoire begroting van Defensie die met de Voorjaarsnota naar de Kamer wordt gestuurd. Het staat echter nu al vast dat de PvdA niet voor de route van het ‘stilzwijgend akkoord gaan’ kiest. De planning is de D-brief in januari/februari te behandelen zodat in maart de 8 LRIP11 toestellen daadwerkelijk besteld kunnen worden. Het is van groot belang dat die termijn gehaald wordt omdat anders niet meer met LRIP11 kan worden meegedaan. Het gevolg zal zijn dat de invoeringsdatum in 2019 niet gehaald wordt en dat er opnieuw langer doorgevlogen moet worden met de F-16. De gevolgen in termen van kosten, werkgelegenheid en vertrouwensverlies zullen groot zijn en zijn niet in één alinea hier te beschrijven.