Radiocolumn november 2015: Waar trekken we de grens? - Hoofdinhoud
Door de aanslagen in Parijs staan de open grenzen in Europa ter discussie. Ook voor mij staat veiligheid voorop. Maar tegelijkertijd pleit ik voor behoud van de open binnengrenzen. Als exportland profiteren we daar iedere dag van. Via Europese samenwerking moeten we ons juist richten op strenge controles aan de buitengrenzen.
In 1985 werd het Verdrag van Schengen ondertekend, waardoor de grenscontroles binnen Europa zijn opgeheven. De economische vooruitgang in Europa is het resultaat van de open interne grenzen. De politiek opnieuw de grenzen gaat trekken, maar waar? Waar dat nodig is. Dat betekent wél controleren aan de buitengrenzen, maar niet aan de binnengrenzen. De grote vluchtelingenstroom heeft die controles de laatste tijd op de proef gesteld. Tegelijkertijd blijven de lidstaten verantwoordelijk voor de veiligheid van hun eigen inwoners.
De grenscontroles waren tot nu toe de verantwoordelijkheid van de lidstaten aan de buitengrenzen. Hoewel binnen Europa wordt erkend, dat er behoefte is aan solidariteit en stabiliteit, bleef het bij fraaie woorden en weinig daden. Mede met steun van het Europees Parlement worden de grenzen weer belangrijk. Ik ben er niet voor om terug te vallen in oude tijden. Daar is geen aanleiding toe. Goede afspraken over de opname van vluchtelingen en gezamenlijke actie aan de buitengrenzen moeten de koers bepalen. Maar ook de succesvolle samenwerking bij de opvang van vluchtelingen met landen als Marokko, Tunesië en Turkije past in deze aanpak. Ook hier geldt: een goede buur is beter dan een verre vriend.