Sterker dan de haat - Hoofdinhoud
Vandaag debatteerden we in de Tweede Kamer over de aanslagen in Brussel. Ik heb het kabinet niet gevraagd om nieuwe maatregelen voorstellen. Wel vraag ik het kabinet de voortgang steviger te bewaken, nog niet alle voornemens zijn in daden omgezet.
De ongemakkelijke waarheid is dat 100% veiligheid niet bestaat. Onze vrije, tolerante en pluriforme samenleving is kwetsbaar. Er kunnen ondanks alle inzet een paar gekken aan onze aandacht ontsnappen. De terroristen die in Brussel toesloegen, hadden ook naar het Noorden kunnen rijden. Dat zijn angstaanjagende gedachten. Die angst kun je niet ontkennen. Je kunt er wel iets tegenover zetten. Ons zelfvertrouwen. Het besef dat onze zachte waarden van democratie, gelijkheid en vrijheid zijn in al haar kwetsbaarheid ook oersterk zijn. Sterker dan de haat van extremisten. Lees mijn volledige bijdrage (pdf) aan het debat.
Mijn volledige spreekttekst (gesproken woord geldt)
Na Londen, Madrid, Brussel, Parijs, Beiroet, Parijs, Ankara, Istanbul nu weer Brussel
Weer de schoten, de ontploffingen,
Weer de verschrikkelijke beelden, de paniek,
Weer die eerste gedachten, zijn ze veilig, de telefoontjes, ditmaal talrijker en indringender dan bij de andere aanslagen, want ditmaal dichterbij, ditmaal meer mensen van wie je weet dat ze die ochtend die metro nemen,
En weer de afschuw, de rouw, het medeleven.
Her en der was deze week de verzuchting te horen dat het gaat wennen
Maar dit gaat niet wennen, dit mag niet gaan wennen, dit hoort niet in onze samenleving, hier moeten we ons tegen verzetten. Met alles wat we in ons hebben.
Wat ook niet mag wennen, zijn de bekende tirades aan een aanslag. Tegen de islam, tegen de moslims. Haat beantwoorden met nog meer haat. Het lucht voor een enkeling misschien op, maar meer verdeeldheid vergroot ons probleem in plaats van het te verkleinen.
Evenmin wil ik toegeven aan de paniekmaatregelen. Een hek om het land, vastzetten zonder proces. Onze vrijheid bescherm je niet door haar in te perken. De rechtsstaat houd je niet hoog daar haar te ondermijnen.
Dat is dus de beproeving waar de samenleving voor staat, waar de politiek voor staat. Eendracht tegenover de verdeeldheid die extremisten zaaien. Beheersing tegenover de paniek die terroristen wensen.
Dat betekent dus ook dat we niet in de schijntegenstelling tussen de harde en zachte aanpak moeten trappen. Beide is nodig. De PvdA kon zich anderhalf jaar geleden dus al vinden in de evenwichtige benadering die in het actieplan tegen Jihadisme gekozen werd. Het bood weerstand aan zowel de naïviteit over de dreiging die van geharde terroristen uitgaat, als ook aan het populistisch hoongelach over theedrinkende buurtwerkers. En dus koos het voor uitbreiding van marechaussee en meer bevoegdheden voor justitie en de veiligheidsdiensten, maar ook meer aandacht voor die andere precisieinstrumenten tegen het terrorisme: de leraar, de wijkagent, de straatcoach. Zoals je een splinter uit je vinger verwijdert met een scherp oog en een pincet, niet met een blinddoek en een voorhamer.
Ik ga hier vandaag vanaf dit spreekgestoelte ook geen grote nieuwe maatregelen voorstellen. Wel vraag ik het kabinet de voortgang steviger te bewaken, nog niet alle voornemens zijn in daden omgezet. En we blijven zoeken naar aanscherpingen. De mogelijkheden om teruggekeerde jihadisten vast te houden, bijv in voorarrest kunnen worden verbeterd. Niet lukraak, maar met de zorgvuldigheid die de rechtsstaat van ons vraagt.
Extra aandacht gaat voor mijn fractie daarbij uit naar de Europese samenwerking. De stapel voornemens over uitwisseling van informatie en andere vormen van samenwerking, dreigt inmiddels een ruïne van onmacht te worden. Die vrijblijvendheid werkt niet. De samenwerking moet echt dwingender worden opgelegd, anders komt er niks van terecht.
Het meest pijnlijk blijkt dat uit de gang van zaken rondom de terriorist El Bakraoui. Een ex-crimineel, aangehouden aan de Syrische grens, maar ongezien via Nederland naar België teruggekeerd. Dat kan dus niet. Het is goed dat het Kabinet nu met de Turkse autoriteiten betere afspraken wil maken, maar het geheel laat een ongemakkelijk gevoel na. En vragen. Hoe zit het bijvoorbeeld met de informatie van de FBI over deze man, een week voor de aanslagen. Waarom werd Nederland geïnformeerd? Wat is met die informatie gedaan?
We kunnen dus meer doen om terrorisme te bestrijden en aanslagen te voorkomen. En we zullen ook meer doen. Overal waar dat nodig is.
Maar de ongemakkelijke waarheid is dat 100% veiligheid niet bestaat. Onze vrije, tolerante en pluriforme samenleving is kwetsbaar. Er kunnen ondanks alle inzet een paar gekken aan onze aandacht ontsnappen. De terroristen die in Brussel toesloegen, hadden ook naar het Noorden kunnen rijden. Dat zijn angstaanjagende gedachten.
Die angst kun je niet ontkennen. Je kunt er wel iets tegenover zetten. Ons zelfvertrouwen.
Het besef dat onze zachte waarden van democratie, gelijkheid en vrijheid zijn in al haar kwetsbaarheid ook oersterk zijn. Sterker dan de haat van extremisten.
Dat maakt ons vastberaden. Vastberaden om ons niet uit elkaar te laten spelen. Om ons leven te leiden zoals we dat willen. Om trots te zijn op wie wij zijn. Om geen centimeter te wijken voor terreur.