Uitvoeringsverordening 2016/545 - Procedures en criteria voor kaderovereenkomsten tot toewijzing van spoorinfrastructuurcapaciteit - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Uitvoeringsverordening (EU) 2016/545 van de Commissie van 7 april 2016 betreffende procedures en criteria voor kaderovereenkomsten tot toewijzing van spoorinfrastructuurcapaciteitofficiële Engelstalige titel
Commission Implementing Regulation (EU) 2016/545 of 7 April 2016 on procedures and criteria concerning framework agreements for the allocation of rail infrastructure capacityRechtsinstrument | Uitvoeringsverordening |
---|---|
Wetgevingsnummer | Uitvoeringsverordening 2016/545 |
Celex-nummer i | 32016R0545 |
Document | 07-04-2016; Datum goedkeuring |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 08-04-2016; PB L 94 p. 1-11 |
Inwerkingtreding | 28-04-2016; in werking datum publicatie +20 zie art 16 01-12-2016; Toepassing zie art 16 |
Einde geldigheid | 31-12-9999 |
8.4.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 94/1 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/545 VAN DE COMMISSIE
van 7 april 2016
betreffende procedures en criteria voor kaderovereenkomsten tot toewijzing van spoorinfrastructuurcapaciteit
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 tot instelling van één Europese spoorwegruimte (1) en met name artikel 42, lid 8,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij het sluiten van kaderovereenkomsten dienen infrastructuurbeheerders de beschikbare infrastructuurcapaciteit zo effectief mogelijk te benutten. Aanvragers die een kaderovereenkomst voor infrastructuurcapaciteit wensen te sluiten met het oog op investeringen in hun aanbod hebben soms echter behoefte aan meer rechtszekerheid over de beschikbare infrastructuurcapaciteit gedurende meer dan één dienstregelingsperiode. |
(2) |
In het kader van de jaarlijkse procedure voor de opstelling van de dienstregeling dienen infrastructuurbeheerders reservecapaciteit beschikbaar te houden voor vooraf vastgelegde treinpaden overeenkomstig artikel 14, leden 3 en 5, van Verordening (EU) nr. 913/2010 van het Europees Parlement en de Raad (2). Bovendien dienen zij reservecapaciteit beschikbaar te houden voor ad-hocaanvragen overeenkomstig artikel 48, lid 2, van Richtlijn 2012/34/EU. Kaderovereenkomsten mogen evenmin een belemmering vormen voor de jaarlijkse opstelling van de dienstregeling overeenkomstig artikel 42 van Richtlijn 2012/34/EU. Infrastructuurbeheerders dienen derhalve minstens in reservecapaciteit te voorzien en rekening te houden met die beperkingen alvorens een deel van de resterende capaciteit bij kaderovereenkomst toe te wijzen. |
(3) |
Potentiële aanvragers hebben behoefte aan transparantie over de bij kaderovereenkomst toegewezen capaciteit en de nog beschikbare indicatieve capaciteit van een lijn. Om administratieve lasten in verband met kaderovereenkomsten te vermijden, moeten potentiële aanvragers vooraf weten hoe groot de kans is dat hun aanvragen zullen worden goedgekeurd. Infrastructuurbeheerders moeten het overzicht van de bij kaderovereenkomst toegewezen capaciteit derhalve opnemen in hun netverklaring. In het overzicht van de bij kaderovereenkomst toegewezen capaciteit moet worden gespecificeerd of kaderovereenkomsten gelden voor goederentreinen, voor passagierstreinen of voor beide. |
(4) |
Infrastructuurbeheerders en aanvragers moeten enerzijds over een zekere flexibiliteit beschikken voor de indiening van aanvragen tot het sluiten van kaderovereenkomsten voor infrastructuurcapaciteit. Anderzijds sorteren criteria die een optimaal gebruik van de beschikbare infrastructuurcapaciteit waarborgen het meeste effect wanneer ze op zoveel mogelijk aanvragers tegelijk worden toegepast. Derhalve moeten infrastructuurbeheerders die geen vaste jaarlijkse of meerjarige termijn hanteren bij andere potentiële aanvragers peilen naar eventuele belangstelling voor het sluiten van kaderovereenkomsten alvorens een kaderovereenkomst te sluiten. |
(5) |
Aanvragers moeten zich ervan bewust zijn dat infrastructuurbeheerders verplicht zijn om de beschikbare infrastructuurcapaciteit zo effectief mogelijk te benutten, zowel op hun eigen net als in onderling overleg binnen de Europese spoorwegruimte. Die verplichting moet gedurende de volledige looptijd van een kaderovereenkomst gelden, alsook voor op grond van kaderovereenkomsten toegewezen treinpaden. Om een optimaal gebruik van de beschikbare infrastructuurcapaciteit te waarborgen, moeten partijen die besluiten een kaderovereenkomst te sluiten derhalve reeds op de hoogte zijn van de bij deze verordening vastgestelde criteria. |
(6) |
In kaderovereenkomsten moet geen specifiek... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.