Memorie van toelichting - Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2018 - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 34775 V - Vaststelling begroting Buitenlandse Zaken 2018 i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2018 ; Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 19-09-2017 |
Publicatiedatum | 19-09-2017 |
Nummer | KST34775V2 |
Kenmerk | 34775 V, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
34 775 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2018
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
A.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
2
B.
BEGROTINGSTOELICHTING
3
1.
Leeswijzer
3
2.
Beleidsagenda
6
Belangrijkste beleidsmatige mutaties
21
Overzicht niet-juridische verplichte uitgaven
22
Meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen
25
3.
Beleidsartikelen
27
-
1.Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten
27
-
2.Veiligheid en stabiliteit
31
-
3.Europese samenwerking
38
-
4.Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
44
4.
Niet-beleidsartikelen
52
-
5.Geheim
52
-
6.Nominaal en Onvoorzien
52
-
7.Apparaat
52
5.
Bijlagen
58
Bijlage 1: Verdiepingsbijlage
58
Bijlage 2: Moties en toezeggingen
62
Bijlage 3: Subsidieoverzicht
71
Bijlage 4: Evaluatie- en overig onderzoek
72
Lijst van afkortingen
74
-
A.ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETVOORSTEL
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2017 vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten vormen samen de Rijksbegroting voor het jaar 2018. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota 2018.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten voor het jaar 2018 vastgesteld. De in de begroting opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze Memorie van Toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders
-
B.BEGROTINGSTOELICHTING
-
1.LEESWIJZER
Deze leeswijzer gaat in op de opbouw van de beleidsagenda, de beleidsartikelen en de overige onderdelen van de begroting.
Algemeen
Buitenlandse betrekkingen zijn een zaak van het Koninkrijk der Nederlanden: Nederland in Europa en in het Caribisch gebied (de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba), alsmede de Caribische Koninkrijkslanden Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Waar deze begroting spreekt over «Nederland» of «Nederlands» wordt daarmee bedoeld: «(van) het Koninkrijk der Nederlanden», tenzij het gaat om zaken die specifiek het land Nederland betreffen, zoals het EU-lidmaatschap, ontwikkelingssamenwerking, NAVO-lidmaatschap en Nederlandse beleidsuitvoering.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken is een Koninkrijksministerie en de Minister is een Koninkrijksminister. Dat betekent dat niet alleen de belangen van Nederland behartigd dienen te worden, maar ook van de Caribische Koninkrijkslanden. Het is dan ook de inzet van Buitenlandse Zaken, inclusief het postennet, om de belangen van alle vier de autonome Koninkrijkslanden op het gebied van buitenlandse betrekkingen zo optimaal mogelijk te incorporeren in het bredere buitenlandbeleid van het Koninkrijk.
Groeiparagraaf
In het apparaatsartikel worden de onroerend goed mutaties die gemoeid zijn met het Huisvestingsfonds op hoofdlijnen toegelicht. De opname van deze verbetering ten opzichte van de begroting 2017 komt voort uit een toezegging van de Minister van Buitenlandse Zaken tijdens het wetgevingsoverleg van 11 juni 2017.
Beleidsagenda
De beleidsagenda bevat de politieke hoofdlijnen van het buitenlandbeleid van de regering. De beleidsagenda wordt afgesloten met een overzichtstabel van de beleidsdoorlichtingen en de belangrijkste beleidsmatige mutaties ten opzichte van de Memorie van Toelichting 2017, inclusief de mutaties uit de eerste suppletoire begroting 2017.
Beleidsartikelen
In de beleidsartikelen staan de volgende onderdelen per begrotingsartikel verder uitgewerkt:
A: Algemene doelstelling
Elk beleidsartikel begint met de algemene doelstelling (titel van het beleidsartikel) met een korte toelichting.
B: Rol en verantwoordelijkheid
De rol en de verantwoordelijkheid van de Minister wordt beschreven aan de hand van de volgende categorieën: stimuleren, financieren, regisseren en uitvoeren.
Volgens het uitgangspunt van verantwoord begroten zijn er alleen kwantitatieve indicatoren bij resultaatverantwoordelijkheid. Een indicator onderbouwt de resultaatverantwoordelijkheid van de Minister op het gebied van de consulaire dienstverlening (beleidsartikel 4). Op de overige beleidsterreinen van Buitenlandse Zaken heeft de Minister een stimulerende of financierende en in sommige gevallen een regisserende rol. De mogelijkheden voor kwantitatieve effectmeting voor de meeste beleidsterreinen van Buitenlandse Zaken zijn dan ook beperkt. Kenmerkend is de internationale context waarin veel spelers en factoren de doelbereiking beïnvloeden. Vaak is er een gezamenlijke inspanning waarbij het weinig zinvol is (een deel van) de resultaten toe te rekenen aan Nederland, dat een deel van de input heeft verzorgd. Kwaliteitsbewaking van de beleidsuitvoering vindt plaats door middel van periodieke beleidsdoorlichtingen.
C: Beleidswijzigingen
Dit is een overzicht van belangrijke wijzigingen als gevolg van nieuw regeringsbeleid, evaluatie of voortschrijdend inzicht. Daar waar sprake is van beleidswijzigingen die in beleidsnotities zijn verschenen, is verwezen naar de betreffende notitie met het kamerstuk.
D1: Budgettaire gevolgen van beleid
In het kader van «verantwoord begroten» presenteren departementen de financiële inzet op instrumentniveau. Het aantal activiteiten en het aantal financiële instrumenten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken inclusief het postennet is aanzienlijk. In sommige gevallen zijn de instrumenten nog niet bekend, omdat de programma’s na het verschijnen van de begroting starten en dan duidelijk wordt hoe financiering plaatsvindt. Voor het overzicht van de financiële instrumenten is met ingang van het begrotingsjaar 2015 aansluiting gezocht met de interne ramingssystematiek. Hierdoor is het gedurende het jaar beter mogelijk om de mutaties bij de tussentijdse begrotingsmomenten weer te geven.
D2: Budgetflexibiliteit
Per begrotingsartikel is aangegeven welk percentage van de begroting juridisch is vastgelegd. Als onderdeel van verantwoord begroten wordt alleen de juridische verplichting voor het begrotingsjaar opgenomen. Ook wordt toegelicht hoe de juridische verplichting op artikelonderdeel is ingevuld. Aanvullend hierop is, in lijn met de rijkbrede begrotingsvoorschriften, gekozen om toe te lichten hoe de niet-juridisch verplichte middelen naar verwachting zullen worden ingezet. Dit overzicht staat onder hoofdstuk 2.2 van de begrotingstoelichting.
E: Toelichting op de financiële instrumenten
Deze toelichting geeft per artikelonderdeel inzicht in de financiële instrumenten, zoals in de tabel onder D zijn opgenomen.
Overige onderdelen van de begroting
Na de vier beleidsartikelen volgen de drie niet-beleidsartikelenen het verdiepingshoofdstuk. De niet-beleidsartikelen zijn het verplichte artikel 5 «geheim», artikel 6 «nominaal en onvoorzien» waarin de reserveringen voor loon- en prijsindexatie binnen de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) staan opgenomen en artikel 7 «apparaat» waarin een splitsing is aangebracht tussen personele- en materiële uitgaven. Ten slotte volgen vijf bijlagen: het verdiepingshoofdstuk geeft informatie over de budgettaire begrotingsaansluiting tussen de ontwerpbegroting 2017 en die van 2018, de lijst met moties en toezeggingen aan de Kamer, het subsidieoverzicht, de evaluatie- en onderzoekstabel en de lijst met afkortingen.
De relatie met de HGIS-nota
Samen met de departementale begrotingen wordt ook de HGIS-nota aan de Staten-Generaal gepresenteerd. Deze omvat naast de HGIS uitgaven en ontvangsten van Buitenlandse Zaken ook buitenlanduitgaven en ontvangsten van de andere ministeries. Deze bundeling bevordert de samenhang en samenwerking die voor een geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid van belang zijn. De nota over de HGIS bevat een overzicht van de belangrijkste programma’s en uitgaven voor het buitenlandbeleid, waaronder een overzicht van de begrotingsontwikkelingen binnen de HGIS en bijlagen die alle buitenlanduitgaven overzichtelijk presenteren, zoals een totaaloverzicht van de buitenlanduitgaven die als officiële ontwikkelingshulp (ODA) kwalificeren. In de HGIS-nota wordt daarnaast op hoofdlijnen inzicht gegeven in de internationale klimaatfinanciering 2018, de internationale inspanningen op migratie in 2018 en de indicatoren en streefwaarden op de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
-
2.BELEIDSAGENDA 2018
Gezien de demissionaire status van het huidige kabinet treft u een begroting op hoofdlijnen aan. Wanneer een nieuw kabinet aantreedt, kan dit aanleiding geven tot aanpassingen in de begroting. De voorliggende begroting geeft weer hoe Nederland in 2018 vorm wil geven aan het buitenlandbeleid. Want ondanks de demissionaire status van dit kabinet moet Nederland dagelijks inspelen op internationale ontwikkelingen. Deze hebben hoe dan ook (grote) invloed op ons land. Voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken staat ook in 2018 centraal, dat de gezamenlijke inspanningen onder de begroting Buitenlandse Zaken en de begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking bijdragen aan een sterke positie van Nederland in een veilige en welvarende wereld.
«2018: Voor Nederland, wereldwijd - actieve diplomatie voor een veilige, welvarende en toekomstbestendige wereld»
Wereldwijd bepaalt een aantal grote trends de agenda in 2018. Dat vraagt om een duidelijke plaatsbepaling van het beleid voor buitenlandse zaken (BZ) en voor buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking (BHOS). Het betreft niet alleen de economische en geopolitieke verschuiving oostwaarts, maar ook onzekerheid over de opstelling van de VS op vele terreinen, het assertieve gedrag van landen als Rusland, Iran en Noord-Korea, evenals de dreiging van het internationale terrorisme, de vluchtelingen- en migratiecrisis en de gevolgen van klimaatverandering.
Ook op Europees vlak zijn er verschuivingen. Na een periode waarin solidariteit tussen lidstaten op de proef is gesteld door gebeurtenissen met grote consequenties (de economische crisis, de migratiecrisis en het Britse besluit tot een vertrek uit de Unie), zoekt de Europese Unie naar een vernieuwende, toekomstbestendige samenwerking. Europa moet zijn koers herijken. Die kans moeten we niet laten lopen, want juist de komende jaren hebben we de Europese Unie hard nodig voor veiligheid en welvaart, zowel binnen de Europese Unie als daarbuiten. We hebben nieuw draagvlak nodig om de sterke positie van de Europese Unie te behouden.
Nederland heeft veel te bieden. We zijn de 6e Europese economie, 7e donor op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, 2e exporteur van landbouwproducten en actief contribuant aan vredesmissies en de G20. We worden in het buitenland gezien en gehoord. Het Nederlandse lidmaatschap van de VN-Veiligheidsraad in 2018 is daarvan het resultaat. Dit biedt een kans de Nederlandse stem nog steviger te laten klinken. De Nederlandse inzet is gebaat bij de synergie tussen de instrumenten van Buitenlandse Zaken, Ontwikkelingssamenwerking en Handel.
Ontwikkelingssamenwerking gericht op de allerarmsten blijft nodig. Om hun positie te verbeteren, en om daarmee conflicten en irreguliere migratie bij de bron aan te pakken. Werken aan ontwikkeling gaat om het scheppen van rechten en kansen voor mensen. Zodat ze op eigen benen kunnen staan en zich kunnen ontplooien. Delen van de welvaart leidt tot een veiliger wereld. Daar draagt ook de Nederlandse private sector aan bij.
Behoud van de welvaart en welzijn vraagt om een actieve inzet van de overheid. Een zo open en eerlijk mogelijk wereldhandelssysteem is voorwaarde voor het succes van een sterk op exportgerichte economie als de Nederlandse. Multilaterale samenwerking is een voorwaarde voor het verwezenlijken van andere, grotendeels overlappende doelen: bevordering van inclusieve economische groei wereldwijd, bevordering van universele waarden, de rechtsstaat en naleving van de mensenrechten. In 2018 zet Nederland de uitvoering voort van het in 2017 vastgestelde nationale plan van aanpak voor de Sustainable Development Goals (SDGs).
Op al deze vlakken werken we in het begrotingsjaar 2018 aan een veiligere, welvarende, rechtvaardige en toekomstbestendige wereld, voor Nederland wereldwijd.
Een wereld in verandering
Nederland en Europa bevinden zich in een wereld die sterk in verandering is. Ons land is er de laatste decennia in veel opzichten op vooruit gegaan en welvarender geworden. Nederland behoort tot de wereldtop op veel terreinen: persvrijheid, innovatie, concurrentiekracht, het sociale vangnet, de internet-dichtheid, het maatschappelijk engagement. Verworvenheden die Nederlanders tot de gelukkigste mensen van de wereld maken. We hebben dus ook veel te verliezen. Veranderingen in het geopolitieke krachtenspel zorgen naast kansen ook voor dreigingen en onzekerheden die Nederland en Nederlanders steeds directer raken.
Het veranderende geopolitieke krachtenveld wordt mede veroorzaakt door het schuivende economische krachtenveld, met name richting het Verre Oosten. Waar de landen van de EU vijf jaar geleden nog 20% van de wereldeconomie vertegenwoordigden, is dat naar verwachting over vijf jaar nog slechts 15%. En ook met de Brexit neemt het strategisch gewicht van Europa af. De VS richt zich mede hierdoor in toenemende mate ook op andere spelers dan de EU. Verder zien we hoe sommige Europese buren zich steeds assertiever en soms agressiever opstellen, zoals met de Russische annexatie van het Krim-schiereiland, de toenemende concentratie van macht in één hand in Turkije en de Iraanse inmenging in Syrië, Libanon en Irak. Het conflict in Jemen en de dreiging van piraterij in de Hoorn van Afrika zetten bovendien een voor Nederland essentiële vaarroute voor handel tussen Europa, de Golfstaten en Azië onder druk.
Op veiligheidsgebied is de wereld onzekerder geworden, en beduidend minder overzichtelijk. Waar de dreiging nog geen 30 jaar geleden enorm was, was deze tijdens de Koude Oorlog eenduidig gedefinieerd. Tegenwoordig hebben we te maken met zogenaamde hybride dreigingen, waar het verschil tussen conflict en vrede schimmiger is geworden. Een complexe veelvormige en steeds veranderende dreiging, zoals cyberaanvallen en terrorisme. Daarbij moet op vele schaakborden tegelijk worden gespeeld met zowel statelijke als niet-statelijke actoren, zoals ISIS.
Naast het schuivende geopolitieke krachtenveld, speelt de instabiliteit aan de Europese zuidflank een belangrijke rol bij de toegenomen uitdagingen waarvoor Nederland zich geplaatst ziet. Deze landen hebben een grotendeels jonge bevolking met weinig kansen op de arbeidsmarkt, van wie een deel vatbaar is voor radicalisering. De sociaaleconomische spanningen en de grote ideologische, religieuze en etnische tegenstellingen in de regio hebben bijgedragen aan conflicten en de opkomst van terroristische organisaties. Een direct gevolg van deze instabiliteit, maar ook van demografische druk vanuit sub-Sahara Afrika, Afghanistan, Pakistan en Bangladesh, is de fors toegenomen irreguliere migratie richting Europa. Deze migratiedruk zal op korte termijn niet minder worden en vereist onze voortdurende aandacht.
Instabiliteit is er ook aan de grenzen van de Koninkrijksdelen op het Westelijk Halfrond. De sociaaleconomische en politieke spanningen in Venezuela kunnen grote gevolgen hebben voor Curaçao, Aruba en Bonaire. Nederland blijft daarom nauw optrekken met relevante spelers zoals de Organisatie van Amerikaanse Staten.
De beschreven trends vormen mogelijke risico’s voor Nederland en Nederlanders, waarvoor we oplossingen moeten vinden, binnen onze grenzen en bilateraal in samenwerking met andere landen. Dit vereist een tevens effectief buitenlands beleid gericht op verdediging, innovatie en modernisering van de belangrijke internationale instituties die we na de Tweede Wereldoorlog hebben opgebouwd. De risico's van protectionisme boven eerlijke handel, van conflict in plaats van diplomatieke oplossingen, en van opruiende internationale retoriek boven samenwerking vormen bedreigingen die Nederland met een actief buitenlands beleid het hoofd moet bieden. Tegelijkertijd biedt de vermindering van armoede en de opkomst van een steeds grotere middenklasse wereldwijd, mede dankzij het succes van de Millennium Ontwikkelingsdoelen, kansen voor welvaartsgroei. Juist voor een open en op exportgerichte economie zoals de Nederlandse.
Alleen door een actieve rol te spelen in het internationale speelveld, als Nederland maar ook als EU, kunnen we de belangen van ons land en zijn inwoners veiligstellen en waar mogelijk uitbouwen. Voorop daarbij staat ons streven naar onze veiligheid en welvaart in een rechtvaardige en toekomstbestendige wereld.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken speelt hierin een cruciale rol. Juist in de huidige context is actieve diplomatieke inzet van een modern postennet van belang. Nederland kan zich daarmee versterkt positioneren in de relatie met onder andere opkomende economieën en belangrijke partners, en ter ondersteuning van actief lidmaatschap van de EU, NAVO en VN. Het postennet komt op voor Nederlanders wereldwijd, waarbij BZ als moderne dienst actief in dialoog blijft met de Nederlandse samenleving om zorgen en belangen te kennen en noodzakelijke compromissen uit te leggen. Het doel: veiligheid, welvaart en rechtvaardigheid. Het uitgangspunt blijft, nu en in de toekomst: «Voor Nederland, wereldwijd».
Buitenland is binnenland
De nauwe verwevenheid tussen binnenlandse en buitenlandse ontwikkelingen is voor iedereen zichtbaar. Dat is vaak verrijkend: nooit gingen zoveel Nederlanders in het verre buitenland met vakantie, bekeken internationale tv, belden goedkoop met familie elders, waren wereldwijd in contact via sociale media, maakten gebruik van Erasmus-beurzen, grepen handels- en investeringskansen met het gemak van internationaal bankieren, en genoten van de diversiteit aan producten en diensten die in Nederland beschikbaar kwam. Nooit ook waren er zoveel internationale bedrijven in ons land actief en studeerden zoveel buitenlandse studenten aan onze universiteiten. Globalisering is meer dan ooit een gegeven en velen plukken er de vruchten van.
Velen, maar niet iedereen. De winst wordt breed gedeeld, maar de kosten kunnen geconcentreerd terecht komen. Zo worden sommige werknemers direct geraakt door verplaatsen van hun baan naar een ander land, binnen of buiten de EU. Ook moeten sommigen concurreren met buitenlandse vakgenoten, waarbij niet altijd voor iedereen dezelfde spelregels gelden. Dat levert soms een ongelijke strijd op en kan zorgen voor onzekerheid over de eigen toekomst Ook de komst van vluchtelingen naar de eigen woonplaats kan voor sommige Nederlanders bijdragen aan onzekerheid over zaken als veiligheid of bijvoorbeeld de beschikbaarheid van betaalbare woonruimte voor iedereen.
Klimaatverandering is een ander typisch voorbeeld van de verwevenheid van binnen- en buitenland. Een succesvolle energietransitie in Nederland, hoe noodzakelijk ook, betekent niet dat de opwarming van de aarde binnen de grenzen van het Parijse klimaatakkoord blijft; dit vergt een internationale aanpak, waarop Nederland geïntegreerd buitenlands beleid voert.
Ongewenste buitenlandse inmenging in sociaal-maatschappelijke sfeer in Nederland neemt de laatste jaren toe. Tevens zien we de import naar Nederland van de onrust en sociaal-politieke tegenstellingen in andere landen, zoals Turkije of Eritrea. In bepaalde gevallen van steun vanuit het buitenland aan sociale en religieuze instellingen in Nederland staat het gedachtengoed haaks op de basiswaarden van onze vrije democratische rechtsstaat. Ook de recente terroristische aanslagen zo dicht bij huis hebben hun impact gehad. Deze ontwikkelingen hebben een effect op onze veiligheid en op ons veiligheidsgevoel. Als grenzen worden overtreden, treedt Nederland doortastend op.
De neiging om ons terug te trekken met gelijkgezinden, zowel binnen onze eigen samenleving als in internationaal verband, is een logische reactie. Toch zijn niet eilandjes, maar bruggen de oplossing. We moeten gezamenlijke uitdagingen actief tegemoet treden en samen tot een effectieve aanpak te komen - binnenlands en buitenlands. Alleen op die manier kunnen we onze veiligheid, welvaart en rechtvaardigheid optimaal behouden en vergroten.
De EU moet gezamenlijk koers bepalen
Voor een effectieve aanpak van gezamenlijke uitdagingen heeft Europese samenwerking veel te bieden. Dat is des te noodzakelijker nu de positie van de VS verandert en onvoorspelbaarder is geworden en de ring van instabiliteit om de EU de keuze tussen exporteren van stabiliteit of importeren van instabiliteit urgenter dan ooit maakt. De EU zal de komende jaren echter wel tegenstellingen moeten overbruggen en haar koers moeten herijken. Recente en komende verkiezingen in lidstaten als Frankrijk, Duitsland en Italië zijn bepalend voor de politieke verhoudingen. Vooral een goed functionerende Frans-Duitse as is daarbij een aanjager voor Europees succes op tal van terreinen. De onderhandelingen over Brexit zijn dit voorjaar gestart en een aantal sleuteldossiers blijft onverminderd op de agenda, zoals een goede gezamenlijke omgang met de aanhoudende migratiestromen. Ook de formele onderhandelingen over de EU-begroting, het Meerjarig Financieel Kader 2021-2027, zullen naar verwachting in de tweede helft van 2018 starten. Met deze ontwikkelingen hangen fundamentele keuzes samen over de toekomst van onze Unie. Deze zullen worden besproken binnen discussies over de toekomst van Europa in onder meer de Raad en de Europese Raad.
Nederland kan, zal en moet op al deze dossiers een actieve rol spelen om zowel directe materiële belangen als duurzame Europese samenwerking zeker te stellen. Nederland blijft daarbij over de gehele linie inzetten op een Unie die werkt voor de veiligheid en welvaart van burgers. Geen federalisme, niet terug naar enkel de nationale staat, maar effectieve Europese samenwerking gericht op hoofdzaken, toegevoegde waarde, en met breed publiek draagvlak. De EU moet daarbij wel voldoende slagkracht kunnen tonen, desnoods door met kleinere kopgroepen van lidstaten het voortouw te nemen. Het gaat om een Europa dat beter presteert en beschermt.
Concreet zet Nederland zich bijvoorbeeld blijvend in op het versterken van de interne markt, een belangrijke motor van economische groei in de Unie en ons land. Het kabinet is daarbij ook groot voorstander van een eerlijkere interne markt, die sociale standaarden zoals gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde plaats respecteert. Lidstaten kunnen ook van elkaar leren als het gaat om effectief sociaal- en arbeidsmarktbeleid. Tegelijk zijn het doorvoeren van structurele economische hervormingen en gezond begrotingsbeleid cruciaal voor gezonde, competitieve en schokbestendige Europese economieën. Buitenlandse Zaken zet zich bovendien in voor een toekomstgericht Meerjarig Financieel Kader. Een moderne EU-meerjarenbegroting is immers essentieel voor een Europa dat resultaten moet leveren op strategische prioriteiten. Het moet wat dat betreft efficiënter, doelgerichter, eerlijker, transparanter en meer gericht op het leveren van toegevoegde waarde. Het Meerjarig Financieel Kader moet bovendien financieel houdbaar zijn.
Met het vertrek van het VK verliest Nederland binnen de Unie een belangrijke handelspartner, een gelijkgezinde lidstaat en een bondgenoot in het Europees extern beleid. Daarom is het wenselijk om ook in de toekomst een nauwe relatie met het VK te onderhouden, niet alleen op het gebied van handel, maar ook wat betreft veiligheid, zowel binnen als buiten de Unie. Nederland en de overige lidstaten hechten eraan dat de Brexit-onderhandeling in opeenvolgende fases plaatsvindt. In de eerste fase wordt over de uittreding onderhandeld. Nederland zet hierbij in op snelle duidelijkheid voor burgers over hun rechten, waarbij het belangrijk is dat Nederlanders in het VK hun recht op wonen en werken behouden. Ook wil Nederland onzekerheid voor bedrijven zo veel mogelijk wegnemen. Uiteraard moet het VK de aangegane financiële verplichtingen nakomen en dient de verdere financiële afwikkeling goed geregeld te worden. De uittreding door het VK dient ordelijk te verlopen waarbij onzekerheid en het risico op disrupties zoveel mogelijk beperkt moet worden. Deze Nederlandse inzet is in het onderhandelingsmandaat van de Commissie opgenomen. Pas als in deze eerste fase voldoende voortgang is geboekt, volgen voorbereidende besprekingen over de toekomstige relatie. Er dienen ook afspraken te worden gemaakt over de hervestiging van de Europese agentschappen. Nederland heeft zich kandidaat gesteld als vestigingsplaats voor het Europees medicijnagentschap (EMA).
Ook buiten haar grenzen moet de EU een vuist kunnen maken en een open hand kunnen bieden en zo haar strategische positie versterken. Hiervoor is een Europa nodig, dat flink investeert in veiligheid en defensie, een effectief gezamenlijk buitenlands beleid en een gezamenlijk asielbeleid. Met de in juni 2016 gepresenteerde EU Global Strategy on Foreign and Security Policy (EUGS) heeft de Hoge Vertegenwoordiger een gedeelde visie uiteengezet die de basis vormt voor gemeenschappelijke actie voor een sterker Europa dat burgers beschermt. Eén van de prioriteiten van de EUGS is het versterken van de Europese veiligheid en defensie. Waar de NAVO de hoeksteen blijft voor onze collectieve verdediging, moet de EU tegelijkertijd beter toegerust, opgeleid en georganiseerd zijn om externe dreigingen adequaat het hoofd te bieden. Dat betekent ook dat de EU in voorkomende gevallen in staat moet zijn om autonoom op te treden. Ook omdat onze trans-Atlantische partners dat van Europa verlangen. Dat vraagt om sterkere samenwerking tussen de EU en de NAVO. Een sterk Europees defensiebeleid is in het belang van de NAVO.
Grenzen en migratie
De EU moet rekening blijven houden met aanhoudende migratiedruk en de (soms) humanitair schrijnende gevolgen daarvan. Dit vraagt ook om Europese oplossingen, waarbij Nederland en de EU zich dichtbij en ver weg inzetten om verdrinkingen te voorkomen en irreguliere migratie tegen te gaan. We kiezen daarbij voor een ketenbenadering met een geïntegreerde inzet langs de gehele migratieroute binnen de kaders van het internationale recht en het Vreemdelingenverdrag. De UNHCR heeft daar een belangrijke rol bij te spelen. Daarbij gaat het onder andere om het aanpakken van de grondoorzaken van migratie, mogelijk maken van menswaardige opvang in de regio, verstoren van mensensmokkelnetwerken, werken aan de verbetering van de omstandigheden in de regio, een effectief terugkeerbeleid, robuust beheerde buitengrenzen en een Europees asielsysteem dat crisisbestendig en humaan is.
Er zal veel aandacht zijn voor het bevorderen van terugkeer van mensen die geen recht hebben op verblijf in de EU. Bij voorkeur via positieve maatregelen en partnerschappen waar beide partijen baat bij hebben, ook al zijn negatieve maatregelen niet uitgesloten. De herziening van het Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel zal veel inspanning vergen. Het vraagt om overeenstemming op het hoogste niveau over lastige vraagstukken, zoals de verplichte herverdeling van asielzoekers en invulling van de begrippen «effectiviteit en solidariteit» op een manier die concrete en bindende resultaten verzekert. Ook de uitvoering van de afspraken met Turkije blijft in 2018 aandacht vragen, net als de ondersteuning van lidstaten aan de buitengrenzen die het meest met instroom te kampen hebben zoals Griekenland en Italië.
De meeste irreguliere migratie verloopt momenteel via de Centraal-Mediterrane route. Om deze effectief aan te kunnen pakken is onder meer stabiliteit en een goed functionerende centrale overheid in Libië van groot belang. Dit is een zaak van de lange adem, waarbij Nederland de VN-inspanningen actief blijft ondersteunen om te komen tot een politieke oplossing. Tegelijkertijd is training en opbouw van de Libische kustwacht belangrijk. Hiermee kan zij in toenemende mate mensensmokkel bestrijden en migranten in nood redden. Ook is het van belang dat de situatie van migranten in bijvoorbeeld opvangcentra in Libië sterk wordt verbeterd volgens de daartoe bestaande internationale standaarden. Om irreguliere migratie en de aanpak van mensensmokkel via de Centraal-Mediterrane route terug te dringen werken zowel de EU als individuele lidstaten samen met Noord-Afrika en de Sahel. Nederland blijft regionale samenwerking tussen landen in de Sahel steunen, onder andere op het gebied van informatiedeling op veiligheidsgebied, civiele controle op de strijdkrachten, migrantensmokkel, faciliteren van justitiële samenwerking en begeleiden van politiescholen bij het integreren van modules over migrantensmokkel in curricula. Bovendien heeft Nederland recent besloten om op korte termijn in Niger, het belangrijkste transitland, een diplomatieke «antenne» te vestigen. Een Nederlandse diplomaat die permanent ter plaatse zal zijn. Het lidmaatschap van de VN-Veiligheidsraad biedt Nederland de mogelijkheid ook mondiaal aandacht te vragen voor deze uitdagingen.
Instabiliteit en veiligheid: brede invulling veiligheidsinzet
Interne en externe veiligheid zijn sterk met elkaar verweven. Om de veiligheid van Nederlanders in ons land en wereldwijd zoveel mogelijk te garanderen, moeten we sterk op onze externe veiligheid inzetten. Instabiliteit in de ring rond Europa, terrorisme, cyberaanvallen, maar ook bijvoorbeeld klimaatrampen, blijven een bron van veiligheidsrisico’s. De verwachting is dat deze dreigingen niet op korte termijn zullen afnemen. Langdurige inzet om deze dreigingen te adresseren is daarom onvermijdelijk, zowel militair als via diplomatie en ontwikkelingssamenwerking. Hiertoe coördineert het Ministerie van Buitenlandse Zaken het tot stand komen van een nieuwe internationale veiligheidsstrategie. Nederland moet het bondgenootschappelijk grondgebied met militaire middelen kunnen verdedigen. De NAVO blijft de hoeksteen van onze collectieve verdediging.
Tegelijkertijd werkt Nederland in Europees verband, en op basis van de EU Global Strategy, aan de versterking van het Europese Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB). De Europese Raad en de Raad Buitenlandse Zaken stelden in 2017 de ambitie vast dat Europa, in het licht van de verslechterde veiligheidssituatie in de regio’s rond de EU, meer eigen verantwoordelijkheid moet nemen op dit gebied. Dit geldt zowel voor de snelheid en effectiviteit van militaire en civiele EU missies als voor betere samenwerking bij de ontwikkeling en aanschaf van defensiecapaciteiten.
Naar verwachting zal eind 2017 of begin 2018 een Permanent Gestructureerde Samenwerking (PESCO) op gebied van veiligheid en defensie worden opgestart, waarbij een groep EU lidstaten die daartoe bereid en in staat is intensiever gaat samenwerken op defensiegebied. Nederland is daar voorstander van en is voornemens om hieraan deel te nemen. In 2018 zal naar verwachting ook het Europese Defensiefonds worden opgericht, waarbij EU middelen ingezet zullen worden voor de gezamenlijke ontwikkeling van defensiecapaciteiten. Nederland zet zich in voor een goede toegang voor het MKB tot dit fonds. De EU en de NAVO zijn complementair aan elkaar en een sterker GVDB draagt bij aan een sterker Europees aandeel binnen de NAVO.
Tegelijkertijd is het Nederlandse veiligheidsbelang nadrukkelijk gediend met een actieve geïntegreerde Nederlandse bijdrage aan internationale missies en coalities ter bevordering van de internationale rechtsorde, zoals bijvoorbeeld aan de VN-missie in Mali, MINUSMA, de internationale coalitie in de strijd tegen ISIS en de missie in Afghanistan. Nederland zet zich internationaal in voor verbetering van en participatie in VN-vredesoperaties in Afrika en andere regio’s.
Een strikt wapenexportbeleid is cruciaal om te zorgen dat wapens niet misbruikt worden bij schendingen van humanitair oorlogsrecht of mensenrechten. Ook blijft Nederland stevig inzetten op non-proliferatie en wapenbeheersing, gericht op het voorkomen van de verspreiding van kernwapens en chemische en biologische wapens en het verminderen van het huidige aantal van deze wapens. Gegeven de huidige instabiliteit is het risico van de inzet van massavernietigingswapens - door staten of door terroristen - nog altijd aanwezig.
In OVSE kader blijft Nederland pleiten voor modernisering van het Weens Document, een essentieel set instrumenten op het gebied van wapenbeheersing en vertrouwenwekkende maatregelen.
Voor onze veiligheid is meer nodig dan alleen militaire middelen. Veiligheid is alleen duurzaam als we het breed invullen door een geïntegreerde benadering. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken speelt ook hierin een centrale rol. Door aandacht te hebben voor zaken als conflictpreventie en -bemiddeling, deradicalisering, en early warning en early action, kunnen we opkomende conflicten tijdig signaleren en voorkomen. In landen als Ethiopië en Democratische Republiek Congo heeft Nederland actief bijgedragen aan het voorkomen van geweld en conflict. Hiernaast heeft veiligheid ook te maken met uitdagingen op het gebied van het milieu en klimaatverandering (bijvoorbeeld migratie als gevolg van droogte of kusterosie; conflict over toegang tot schaarse waterbronnen) waarbij Nederland met het Planetary Security Initiative ook in 2018 een leidende rol zal spelen. Ook neemt Nederland verantwoordelijkheid in het bereiken van de duurzame ontwikkelingsdoelen wereldwijd en in eigen land. Sommigen daarvan hebben een duidelijke invloed op onze veiligheid: het bevorderen van goede gezondheid door het tegengaan van internationale gezondheidsdreigingen zoals ebola, het ondersteunen van toegang tot water zoals door grensoverschrijdend waterbeheer, het bevorderen van voedselzekerheid, en het streven naar open vreedzame samenlevingen en gerechtigheid voor iedereen. Deze brede inzet op het gebied van veiligheid vraagt om grondige inzet en een lange adem. Nederland trekt daarin zoveel mogelijk op met gelijkgezinden, de VN en de EU.
Het Russische optreden aan de oostflank van Europa, met de illegale annexatie van het Krim-schiereiland en de destabilisatie van het oosten van Oekraïne, vormt onverminderd een aantasting van de veiligheidsordening en het respect voor internationaal recht op ons eigen continent. Daarmee is het voor Nederland een uitdaging van de eerste orde. Om deze uitdaging het hoofd te bieden zet Nederland in op een beleid waarbij enerzijds dialoog met Russische beleidsmakers en maatschappelijke actoren en de uitgestoken hand (bijv. afspraken om militaire ongelukken te voorkomen, samenwerking via de OVSE) centraal staan, maar anderzijds ook Europese sancties en de afschrikwekkende werking van defensieve NAVO-maatregelen belangrijke instrumenten zijn. Nederland geeft zich tegelijkertijd rekenschap van het gegeven dat samenwerking met Rusland van groot belang is op gebieden als terrorismebestrijding, energievraagstukken, Syrië en non-proliferatie (zoals in de crisis met Noord-Korea blijkt). Ook de samenwerking van Nederland met de landen van het EU Oostelijk Partnerschap is gericht op het bevorderen van de lange-termijn stabiliteit van de regio, waarvoor economische en maatschappelijke hervormingen cruciaal zijn.
Rechtsorde onder druk
Respect voor de rechtsstaat, internationaal recht en multilaterale samenwerking zijn van belang voor onze veiligheid en welvaart en voor de bevordering van een rechtvaardige en toekomstbestendige wereld. Deze zaken staan onder druk, wereldwijd, maar ook binnen Europa.
Nederland richt zich - ook binnen de EU - op waarborgen en bevorderen van sterke nationale rechtsstaten. De rechtsstaat is van essentieel belang voor de bescherming van democratie en fundamentele rechten. Naast een intrinsieke waarde heeft deze ook een functionele waarde: de Europese rechtsorde valt of staat met handhaving van afgesproken regels en wederzijds vertrouwen in het functioneren van nationale rechtsstaten, bijvoorbeeld op het terrein van de interne markt en justitiële en politiesamenwerking. De Europese waardengemeenschap heeft voortdurend aandacht nodig. Dit vereist Nederlandse inzet, zowel op Europees niveau als bilateraal. Nederland blijft zich bovendien inzetten voor specifieke aandacht voor versterking van de rechtsstaat in het uitbreidings- en nabuurschapsbeleid van de Europese Unie. In dit verband is Nederland in toenemende mate bezorgd over de rechtsstaat en de achteruitgang van de mensenrechtensituatie in Turkije.
Ook in de rest van de wereld zet Nederland zich hard in voor universele waarden en mensenrechten. De verspreiding van desinformatie ondermijnt een eerlijke dialoog over schendingen van mensenrechten en humanitair oorlogsrecht. Dit zien we bijvoorbeeld bij de verschrikkelijke misdaden begaan in het conflict in Syrië. We moeten in binnen- en buitenland blijven staan voor universele waarden. Ook omdat onze belangen (voorspelbaarheid, eerlijk speelveld, verantwoording) hiermee worden gediend. Dat dwingt respect af, ook als de tegenpartij er anders over denkt. Nederland blijft in deze context een voorvechter van mensenrechten, een hoeksteen van het Nederlandse buitenlands beleid. Ons land bevindt zich daarmee structureel in de mondiale voorhoede, in het bijzonder als het gaat om de rechten van lesbiennes, homo’s, biseksuelen, transgenders en interseksen (LHBTI), vrouwenrechten, mensenrechtenverdedigers, en mensenrechten en bedrijfsleven. Nederland maakt zich hard voor politieke en sociale mensenrechten door steun aan het maatschappelijk middenveld wereldwijd en dialoog met andere landen. Dat gebeurt onder meer in multilaterale fora zoals de VN-Mensenrechtenraad, inclusief het «Universal Periodic Review» , waar landen elkaar aanspreken op de mensenrechtensituatie en de democratische ruimte, en aanbevelingen doen om deze te verbeteren.
Nederland blijft bovendien samen met gelijkgestemden het humanitair oorlogsrecht verdedigen, ook als dat steeds minder wordt gerespecteerd in landen als Syrië, Jemen en Zuid-Soedan. Nederland zal landen ter verantwoording roepen die het internationaal oorlogsrecht schenden. Landen die aanvallen richten op burgers of gebruik maken van gifgas. Nederland, maar ook de EU, moet zich hiervoor blijven inspannen en zal dat ook doen. Dat maakt ook deel uit van de Nederlandse inzet in de VN-Veiligheidsraad. Net zoals we de grondwaarde van het ICC hoog willen houden: «geen vrede zonder gerechtigheid».
Syrië/Irak
Speciale aandacht verdient het slepende conflict in Syrië en de regionale instabiliteit die hiermee samenhangt. Dit conflict is de grootste humanitaire catastrofe van de laatste 20 jaar en een belangrijke oorzaak van grensoverschrijdend terrorisme en aanhoudende vluchtelingen- en migratiestromen naar buurlanden en richting Europa. Wat in 2011 begon als een serie demonstraties en lokale opstanden tegen het Ba’ath-regime van Bashir al-Assad is sindsdien uitgegroeid tot een complex strijdtoneel, waarbij de burgeroorlog en de strijd tegen ISIS steeds meer verweven raken. Hoewel het regime, daarin gesteund door Rusland, Iran en diverse sji’itische milities zoals Hezbollah, sinds eind 2016 militair terrein heeft gewonnen, is vooralsnog geen zicht op een einde aan de strijd, laat staan op stabilisatie en een houdbare politieke uitkomst. Ook de goede vorderingen in het terugdrijven van ISIS in Syrië kunnen niet duurzaam verankerd worden als er geen uitzicht is op een politieke oplossing voor de Syrische burgeroorlog. Het vinden van een weg naar een politieke uitkomst wordt echter nog steeds ernstig belemmerd doordat alle betrokken partijen, zowel binnen Syrië als daarbuiten, sterk tegengestelde belangen en agenda’s nastreven. Eind 2016 is, parallel aan het Genève-proces, het Astana-proces van start gegaan. Dit primair op veiligheid gerichte overleg tussen Rusland, Turkije en Iran heeft gezorgd voor verminderd geweld in sommige delen van Syrië, alhoewel afspraken over staakt-het-vuren veelvuldig gebroken worden en humanitaire toegang buitengewoon slecht blijft. De vredesonderhandelingen in Genève dienen centraal te blijven staan en actief te worden ondersteund.
Ook in Syrië hanteert Nederland een geïntegreerde benadering in zijn inzet, gericht op het mitigeren van vluchtelingenstromen door steun voor opvang in de regio, belangrijke bijdragen aan humanitaire hulp om de grootste humanitaire noden te ledigen, steun aan gematigde krachten zoals de Vrije Syrische Politie en burgerhulpverleners zoals de Witte Helmen, en inspanningen gericht op stabilisatie om nieuwe machtsvacua en invloed van extremisten tegen te gaan. Daarnaast is Nederland in internationale fora, zoals International Syria Support Group, en via de EU en VN (en straks in de VN-Veiligheidsraad), actief om staakt-het-vuren dichterbij te brengen en om de conflictpartijen aan de onderhandelingstafel te krijgen. Er is geen alternatief voor een politieke oplossing, waarbij VN-Veiligheidsraadresolutie 2254 voor Nederland het uitgangspunt blijft. In deze onderhandelingen stimuleert Nederland de deelname van Syrische vrouwen die verschillende conflictpartijen vertegenwoordigen, en het verenigen van lokale vrouwenorganisaties. Ook tegengaan van straffeloosheid is een prioriteit voor Nederland. Nederland steunt in dit kader organisaties die bewijsmateriaal van oorlogsmisdaden en ernstige mensenrechtenschendingen verzamelen. Nederland heeft als eerste VN-lidstaat geld en expertise bijgedragen aan de in oprichting zijnde bewijzenbank van de VN.
Van vergelijkbare invloed, maar van een andere orde, is de situatie in Irak. Die telt eveneens meerdere uitdagingen, maar bevindt zich in een fase waarin wel sprake is van voorzichtige vooruitgang met stabilisatie. Voornaamste opdracht in Irak, naast het definitief verslaan van ISIS, is behoud en bestendiging van deze precaire vooruitgang. Nederland zet in op vier terreinen in Irak: veiligheid, verzoening, stabilisatie en transparantie. Deze vier beleidsprioriteiten dienen ter bevordering van het herstel van vertrouwen in de Iraakse overheid, in medeburgers en in een veilige en voorspoedige toekomst in Irak. Speciale aandacht gaat uit naar vrouwen door het implementeren van het Nationale Actieplan 1325 van de Iraakse overheid en het bieden van psychosociale hulp aan vrouwen die slachtoffer zijn geworden van (seksueel) geweld.
Militair levert Nederland een aanzienlijke bijdrage aan de strijd tegen ISIS en Irak, met o.a. trainingen van Iraakse troepen en Koerdische Pershmerga. Nederland draagt tevens bij aan humanitaire ontmijningsactiviteiten via de VN (UNMAS) en NGO partners. Van groot belang is dat de militaire strijd tegen ISIS gepaard gaat met politieke planning voor de fase daarna. Nederland dringt er in Irak en internationale fora op aan dat dit een Iraaks geleid proces dient te zijn. Voor Nederland staat de eenheid van Irak voorop. In dit verband geldt dat alle stappen die de Koerdische autoriteiten (willen) zetten richting meer autonomie of zelfs onafhankelijkheid alleen aanvaardbaar zijn als deze uitkomst zijn van constructieve overeenstemming met de centrale regering in Bagdad.
Zetel VN-Veiligheidsraad: strategische kansen voor Nederland
Het lidmaatschap van het Koninkrijk in de VN-Veiligheidsraad in 2018 biedt een uitgelezen kans om internationale besluitvorming over kwesties van vrede en veiligheid te beïnvloeden, handhaving van internationaal recht te bevorderen, en daarbij de Koninkrijksbelangen te behartigen. Het Koninkrijk zal als verkozen lid zijn profiel als betrouwbare en actieve bruggenbouwer in het internationale speelveld bevestigen, op het hoogste mondiale niveau. Onze inzet vloeit voort uit breed gedragen beginselen en prioriteiten van het Nederlands buitenlands beleid. De politieke actualiteit is leidend en zal in belangrijke mate de verhoudingen en de positionering in de VNVR bepalen. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken is in dialoog met relevante spelers en zal in het najaar de Kamer informeren over de speerpunten van de inzet. Daarbij gaat het Koninkrijk voor een «Europese invulling» van onze zetel, en op termijn wil Nederland zich inzetten voor een Europese zetel. Tegelijkertijd heeft de samenwerking tussen Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland in de campagne voor een VNVR-zetel zijn vruchten afgeworpen, onder het motto dat we zowel Europees als Caribisch zijn. We zullen in 2018 dan ook met z’n vieren «in de stoel» zitten.
Cyber- en internetbeleid: Nederland in voorhoede
Als er iets geen grenzen kent, is het de nieuwste dreiging in cyberspace. Onze westerse maatschappijen zijn kwetsbaar voor cyberaanvallen - dat geldt zeker voor Nederland. Een toenemende dreiging gaat dan ook uit van cyberaanvallen, zoals we zagen bij de «hacks» van de digitale systemen van politieke partijen ten behoeve van politieke beïnvloeding van de Amerikaanse presidentsverkiezingen, maar ook bij wereldwijde verspreiding van virussen als WannaCry. Steeds meer staten ontwikkelen (militaire) cybercapaciteiten, terwijl duidelijke gedragsregels ontbreken. Dat draagt bij aan onduidelijkheid, onvoorspelbaarheid en onoverzichtelijkheid en komt de stabiliteit niet ten goede. Gezien het grensoverschrijdende karakter van het cyberdomein vergt deze problematiek per definitie een internationale aanpak. Nederland bevindt zich in de internationale voorhoede bij het vormgeven van een normatief kader voor een veilig, vrij en open cyber domein. Hierbij maakt Nederland zich onder meer sterk om de toepasbaarheid van het internationaal recht binnen het digitale domein te verduidelijken. Naast versterking van onze invloed in de VN, EU en NAVO op dit terrein, blijft het Ministerie van Buitenlandse Zaken investeren in nieuwe coalities met staten, private partijen en het maatschappelijk middenveld. Hierbij zal Nederland kansen die digitalisering aan onze economie en samenleving biedt volop blijven benutten, en tegelijk dreigingen het hoofd bieden en fundamentele rechten en waarden beschermen. Nederland zet zich internationaal in voor een open, vrij en veilig internet, met een adequate bescherming van de internetvrijheid en mensenrechten online. In deze sterk digitaliserende wereld moeten mensen kunnen vertrouwen op bescherming tegen inbreuken op hun digitale rechten.
Multilateralisme en coalities
Naast het vormen van coalities, blijft het stelsel van multilaterale instellingen van levensbelang om veiligheid, welvaart en rechtvaardigheid wereldwijd te bevorderen. De VN en andere multilaterale instellingen dragen bij aan vrede en veiligheid, zijn voorvechters van internationale normen en waarden bieden capaciteitsopbouw en ontwikkelingssamenwerking wereldwijd. Met de nieuwe SGVN, António Guterres, moeten we blijven inzetten op hervormingen om de legitimiteit en effectiviteit van de VN te bevorderen.
Het verschuivende geopolitieke krachtenveld vraagt om een proactieve en strategische Nederlandse houding in het internationale speelveld, waarbij noodzakelijke coalities en multilateralisme centraal moeten staan. Dankzij coalities en multilateralisme hebben wij reeds successen kunnen boeken de laatste jaren. Het akkoord over het Iraanse nucleaire programma, de totstandkoming van de duurzame ontwikkelingsdoelen, het klimaatakkoord van Parijs, de sterkere sancties tegen Noord-Korea, de succesvolle bestrijding van ISIS, zijn allemaal voorbeelden van het nut en de noodzaak van gezamenlijk internationaal optreden, waar ook de hand moet worden uitgestoken naar minder gelijkgezinde landen.
Het vervolgen en berechten van degenen die verantwoordelijk waren voor het neerhalen van vlucht MH17 blijft een topprioriteit van het kabinet, conform VNVR-resolutie 2166. Nederland blijft zich hiervoor inspannen, in nauw verband met de landen die deel uitmaken van het «Joint Investigation Team».
Binnen de EU, in het licht van Brexit en andere reeds geschetste uitdagingen, zullen ook vaak nieuwe coalities moeten worden gesmeed. Daarbij zijn goede relaties met Duitsland en Frankrijk essentieel en blijft Nederland optrekken met gelijkgezinde lidstaten, waaronder in Benelux-verband. We moeten er echter ook voor waken om tegenstellingen niet te vergroten door onze partners enkel binnen Noordwest-Europa te zoeken. We moeten bruggen slaan tussen Noord en Zuid en tussen Oost en West, om ook voor de toekomst Europese samenwerking - inclusief mondiale daadkracht - zeker te stellen.
Mondiale strategische partners
Hoewel de VS de afgelopen jaren aan relatieve (economische) macht heeft ingeboet blijft de VS een belangrijke partner voor Nederland, ook in multilateraal verband. Een intensieve relatie met dit land is en blijft voor ons van groot belang. Dat geldt uiteraard op het terrein van de defensie- en veiligheidspolitiek en de NAVO. Maar ook op bilateraal economisch terrein zijn de belangen aanzienlijk: de VS is een van de grootste handels- en investeringspartners van het Koninkrijk meer dan 640.000 banen in Nederland hangen hiermee samen.
De onderlinge betrokkenheid is geen automatisme zoals in de afgelopen maanden bleek. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor multilaterale kwesties als het klimaat. De regering betreurt dat de VS zich heeft teruggetrokken uit het klimaatakkoord van Parijs; het blijft echter belangrijk de VS te betrekken bij de inspanningen om klimaatverandering tegen te gaan. Het Amerikaanse bedrijfsleven en sub-nationale overheden (zoals Californië) spelen hierbij een belangrijke constructieve rol.
Op de belangrijkste buitenlandpolitieke vraagstukken van deze tijd, waaronder het Midden-Oosten Vredesproces, non-proliferatie van kernwapens en terrorismebestrijding, blijft samenwerking en actieve dialoog tussen Europa en de VS essentieel. De VS verwacht in toenemende mate dat Europa meer verantwoordelijkheid draagt voor de eigen veiligheid. Dit versterkt de noodzaak om Europa strategisch te versterken. Een sterk Europa is in het belang van een sterke trans-Atlantische samenwerking.
Het stijgende geostrategische gewicht van Azië vraagt om een verhoogde inzet van Nederland en de EU op politiek en economisch vlak om in deze regio actief partners te betrekken op dossiers waar gemeenschappelijke belangen zijn. China is als regionale grootmacht en tweede economie in de wereld in toenemende mate medebepalend voor de stabiliteit in belangrijke regio’s, zoals het Koreaans Schiereiland, de Zuid-Chinese Zee, en de Indische Oceaan. Met zijn Belt and Road Initiative reikt China’s geopolitieke én economische invloed van Centraal-Azië tot in het Caribisch gebied. Voor Nederland betekent dit de noodzaak voor brede betrekkingen met China, langs bilaterale band, maar ook via de EU en VN gericht op samenwerking in het multilaterale stelsel. Tegelijkertijd geldt dat wordt vastgehouden aan het belang van de rechtstaat en respecteren van mensenrechten, en zet Nederland erop in om via een hechte en stevige EU-positie het economisch verkeer open en eerlijk te houden. Op het gebied van klimaatverandering laten China, maar ook de andere regionale grootmacht India, een sterker geluid horen. Dit biedt mogelijkheden voor Nederland en EU om samen op te trekken.
India kijkt nu meer dan ooit naar landen in Europa en zeker ook naar Nederland om internationaal mee samen te werken. Zo liggen er kansen vanuit gedeelde waarden zoals democratie en rechtstaat voor samenwerking op het gebied van het bevorderen van een vrij en veilig internet. Ook met Indonesië en andere landen in de ASEAN, het verband van tien Zuid-Oost Aziatische landen, die gezamenlijk de grootste groeimarkt voor Nederlandse bedrijven vormen, zal meer worden ingezet op het gezamenlijk optrekken bij de bestrijding van terrorisme, bevordering van eerlijke handel en vreedzame internationale geschillenbeslechting. Met gelijkgezinde landen als Japan, Zuid-Korea, Australië en Nieuw-Zeeland, zal Nederland bilateraal als ook in EU-verband zich blijven inzetten voor een mondiale ordening gebaseerd op effectief multilateralisme, een open wereldeconomie en respect voor mensenrechten en internationaal recht.
Consulair blijft Buitenlandse Zaken moderniseren
Nederlanders gingen in 2016 17,9 miljoen keer op vakantie in het buitenland en 4,7 miljoen keer zakelijk op reis. De reisadviezen van Buitenlandse Zaken werden daarbij 210.000 keer per maand geraadpleegd. De posten gaven 611.248 visa af aan buitenlanders om naar Nederland af te reizen en er werden 124.128 Nederlandse reisdocumenten aangevraagd. Circa 2000 Nederlanders zijn gedetineerd in het buitenland. Nederlanders en buitenlanders kunnen 24 uur per dag, 7 dagen per week wereldwijd terecht bij het 24/7 BZ Contactcenter. Circa 700.000 Nederlanders en buitenlanders hebben in 2016 via het 24/7 Contactcenter van Buitenlandse Zaken informatie ontvangen omtrent een verscheidenheid aan consulaire hulpvragen, aanvragen van documenten en andere consulaire verzoeken. Circa 5,2 miljoen klanten bezochten de consulaire informatie op de websites van het Ministerie en de posten. Kortom, consulaire dienstverlening is een kerntaak van Buitenlandse Zaken. Nederlanders kunnen in crises en noodsituaties altijd en overal blijven rekenen op hulp, waarbij we een gepast beroep doen op de eigen verantwoordelijkheid. Buitenlandse Zaken concentreert zich op die taken waar het met zijn postennet, kennis en diplomatieke vaardigheden toegevoegde waarde heeft.
De afgelopen jaren heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken fors geïnvesteerd in de consulaire dienstverlening in het buitenland. Met een nieuwe opzet van de reisadviezen en de verbeterde 24/7 reis-app kunnen reizigers zich nog beter voorbereiden. Met deze app en via internet kunnen Nederlanders zich nu ook makkelijker bij Buitenlandse Zaken registeren als ze naar het buitenland gaan en blijven ze beter op de hoogte van actuele veiligheidsrisico’s. Er wordt hard gewerkt aan verdere digitalisering voor een nog betere en snellere dienstverlening. Daar waar aanvragers nog persoonlijk moeten verschijnen, werkt het Ministerie ook samen met private partijen die als loket dienen. Dat gebeurt ook op plekken waar geen Nederlandse vertegenwoordigingen zijn, waardoor de aanvrager minder ver hoeft te reizen. In het VK loopt op dit moment een pilot waarbij Nederlanders die hun reisdocument willen vernieuwen daarvoor niet meer naar de ambassade hoeven. Buitenlandse Zaken werkt aan een vernieuwde methode voor de beoordeling van visumaanvragen. Dat zal gebeuren in gecentraliseerde back offices waar de aanvragen digitaal binnenkomen. Op basis van informatie van ketenpartners en kennis van onze ambassades creëert Buitenlandse Zaken daarop klantsegmentatie en biedt in lijn daarmee een fast track behandeling voor aanvragen vanuit de hoek van de economische diplomatie en bonafide aanvragers, en een intensive track voor hoog-risico aanvragers.
BZ werkt intensief samen met de partners in de reisbranche, verzekeringswereld en het bedrijfsleven. Het doel is om met deze partners deze producten, diensten en boodschappen op het terrein van veiligheid en reisvoorbereiding verder onder de aandacht van de Nederlander te brengen. Door internationaal en in de EU samen te werken kunnen we de dienstverlening verder verbeteren. Denk aan crisisvoorbereiding, respons ter plaatse én consulaire bijstand aan kwetsbare Nederlanders. Ook treedt de richtlijn niet-vertegenwoordigde EU-burgers in werking, waarvan het doel is de praktische samenwerking tussen vertegenwoordigingen van lidstaten in derde landen te verbeteren en de Europese samenwerking op consulair gebied te versterken.
Internationaal cultuurbeleid
Cultuur overschrijdt grenzen en kan mensen over de hele wereld verbinden, ongeacht hun herkomst, hun politieke of hun religieuze overtuiging. Internationaal cultuurbeleid en culturele diplomatie zijn in deze tijden van internationale spanning dan ook een belangrijk element in de dialoog met de wereld om ons heen. Naast haar intrinsieke waarde, heeft het delen van cultuur een belangrijke toegevoegde waarde in de betrekkingen met landen waarmee de bilaterale relatie complex of gespannen is.
Internationaal cultuurbeleid en culturele diplomatie fungeren ook als verbindende schakels tussen de politieke, economische en maatschappelijke onderwerpen waar het buitenlandbeleid zich op richt. Cultuur is een onmisbaar onderdeel van staatsbezoeken, handelsmissies en Holland Branding, maar is ook ondersteunend aan mensenrechtenbeleid, vrede en veiligheid, en aan rechtsstaatontwikkeling. Positieve beeldvorming geeft een impuls aan internationale en bilaterale samenwerking en het stimuleert de export. Goede culturele betrekkingen kweken goodwill, openen deuren, en zorgen bovendien voor vertrouwen.
Het nieuwe, vierjarige beleidskader voor internationaal cultuurbeleid waarmee in 2017 van start is gegaan, wordt in 2018 voortgezet. Daarbij wordt een tweesporenbenadering gehanteerd. Aan de ene kant wordt de Nederlandse cultuursector gestimuleerd, aan de andere kant wordt internationaal cultuurbeleid ingezet als instrument van buitenlandbeleid. Daarmee worden de culturele betrekkingen met landen waarmee de culturele relatie sterk is, onderhouden. Voor het eerst wordt het internationaal cultuurbeleid ook ingezet om een bijdrage te leveren aan een veilige, rechtvaardige en toekomstbestendige wereld, te beginnen in een selecte groep landen in de ring van instabiliteit rondom de EU. In samenwerking met de culturele instellingen vormt het postennet de spil in de uitvoering van het cultuurbeleid, met beschikking over een uniek netwerk met zowel statelijke als private en maatschappelijke partijen.
Gastland voor internationale organisaties
Nederland heeft zich sinds de jaren ’90 ontwikkeld tot een belangrijk gastland van internationale organisaties. Den Haag, als stad van Vrede en Recht, behoort met Brussel, Geneve en Wenen tot de internationale top van vestigingsplaatsen. Inmiddels zijn er 39 Internationale organisaties in Nederland gevestigd. De regering ziet het gastlandschap voor internationale organisaties met een mandaat op het gebied van Vrede en Recht als een belangrijke manier om invulling te geven aan artikel 90 van de Grondwet (bevordering internationale rechtsorde). De aanwezigheid van internationale organisaties is ook economisch van groot belang. Om concurrerend te kunnen blijven ten opzichte van andere landen moet Nederland het ondersteunend beleid op het gebied van het vestigingsklimaat voortzetten. Bij het acquisitieproces zelf is BZ als coördinator voor gastlandzaken de spin in het web van nationale expertise, het nationale overheidsnetwerk en de internationale lobby.
Departement en postennet
Buitenlandse Zaken is Rijksbreed verantwoordelijk voor de coördinatie van het buitenlands- en EU-beleid, en heeft een postennet dat paraat staat voor dienstverlening aan burgers en bedrijven, op een zo effectief en kosten-efficiënt mogelijke manier. Het departement is het kenniscentrum in Den Haag, geworteld in de maatschappij, waarvan alle departementen profiteren.
Buitenlandse Zaken behartigt met deze middelen de belangen van Nederlandse burgers en bedrijven in de EU, de NAVO en de VN, maar ook binnen bilaterale contacten en via een constante dialoog met het maatschappelijk middenveld in binnen- en buitenland. De verscheidenheid van die inzet weerspiegelt de rijkheid van de Nederlandse samenleving en zijn belangen, variërend van LHBTI-rechten, begeleiden van militaire missies, hulp aan landgenoten in nood, tot het ondersteunen van bedrijven op moeilijke markten en ontwikkelingssamenwerking.
Buitenlandse Zaken moet daarbij mee kunnen bewegen met de trends in Nederland en de wereld. Het werk van ambassades en consulaten is de afgelopen jaren steeds omvangrijker en complexer geworden. De Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) onderschrijft dit ook. Vier jaar geleden is een omvangrijk hervormingsprogramma ingezet binnen scherpe budgettaire kaders. Zo wordt de consulaire en economische dienstverlening ingrijpend hervormd en worden mensen en middelen flexibeler ingezet zodat voortdurende veranderingen en uitdagingen beter het hoofd geboden kunnen worden. We bezien steeds welke presentie waar nodig is en moeten binnen de scherpe kaders van de apparaatsbudgetten duidelijke keuzes maken tussen prioriteiten en posterioriteiten.
BELANGRIJKSTE BELEIDSMATIGE MUTATIES
Hieronder treft u een toelichting aan op de belangrijkste mutaties vanaf 2017 en verder ten opzichte van de Memorie van Toelichting 2017. Een aantal mutaties is eerder toegelicht in de eerste suppletoire begroting 2017.
Belangrijkste beleidsmatige mutaties ten opzichte van vorig jaar
Bedragen x EUR 1.000
2017
2018
2019
2020
2021
Stand ontwerpbegroting 2017
8.879.536
9.869.316
9.748.088
9.936.587
10.192.622
1 Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten
4.431
900
0
0
0
2 Veiligheid en stabiliteit
25.142
2.650
2.700
2.708
2.708
3 Europese samenwerking
-
-472.774
-
-332.355
601.869
607.452
223.495
4 Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
2.690
1.330
1.280
1.272
1.360
5 Geheim
6 Nominaal en onvoorzien
-
-35.215
-
-17.039
-
-19.260
-
-11.871
-
-4.393
7 Apparaat
35.978
9.613
14.213
12.013
12.013
Stand ontwerpbegroting 2018
8.439.788
9.534.415
10.348.890
10.548.161
10.427.805
Toelichting:
Beleidsartikel 1:
Het budget voor versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten is verhoogd als bijdrage aan de Carnegiestichting voor het Vredespaleis. De extra uitgaven houden verband met een onderzoek naar de omvang van aanwezigheid van asbest en het nemen van beveiligingsmaatregelen.
Beleidsartikel 2:
Het budget voor veiligheid en stabiliteit stijgt in 2017 omdat het kabinet heeft besloten om extra middelen in te zetten op het terrein van veiligheid, stabiliteit, migratiesamenwerking en opvang in de regio. Daarnaast is bij Voorjaarsnota de politiek overeengekomen verdeling van het Budget Internationale Veiligheid (BIV) technisch overgeheveld naar de begroting van Buitenlandse Zaken. De middelen worden ingezet voor activiteiten op het gebied van veiligheidssectorhervorming, vredesopbouw, rechtsstaatontwikkeling, capaciteitsopbouw en de beveiliging van diplomaten en ambassades in gebieden waar dat noodzakelijk is (BSB). Omdat de BSB wordt uitgevoerd door het Ministerie van Defensie worden deze middelen overgeheveld naar de begroting van Defensie.
Beleidsartikel 3:
Met name door grote vertragingen in de uitvoering van het cohesiebeleid is er in 2016 forse onderuitputting opgetreden bij de Europese begroting en ook voor 2017 en 2018 wordt grote onderuitputting verwacht. Dit resulteert in lagere Nederlandse afdrachten in de periode 2016-2018, maar tot hogere afdrachten in 2019 en 2020 wanneer deze vertragingen worden ingelopen. De verwachte vertraging voor 2018 heeft invloed op de wijze waarop voor dit jaar de Nederlandse EU-afdrachten worden geraamd. Normaliter wordt in de Nederlandse begroting uitgegaan van het betalingenplafond dat voor dat jaar is afgesproken bij het opstellen van het MFK. Echter, voor 2018 geldt dat het Commissievoorstel voor de EU-begroting een betalingenniveau voorstelt dat 9,1 miljard euro onder het betalingenplafond (inclusief speciale instrumenten) van het MFK ligt als gevolg van de hierboven genoemde vertragingen. Daarom wordt in deze begroting niet uitgegaan van het MFK-betalingenplafond, maar van een uitgavenplafond dat 7 miljard lager ligt. Daarmee resteert voldoende marge tussen de verwachte uitgaven in 2018 en het uitgavenplafond waarmee wordt gerekend in de Nederlandse afdrachtenraming. Overige ramingsbijstellingen betreffen onder andere de effecten van de nieuwe Spring Forecast/ACOR raming van de Commissie op de verschillende grondslagen voor de afdrachten.
Niet- beleidsartikel 6:
Dit is het saldo van bijstellingen op grond van aanpassing van BNI- en BBP-ramingen door het CPB, verwerking van de HGIS-eindejaarsmarge 2016, het verwerken van de loon- en prijs- en koersbijstellingen binnen de HGIS en overboekingen naar diverse begrotingen conform de claims die zijn verwerkt naar aanleiding van de HGIS-besluitvorming. Hierin is onder andere extra budget opgenomen voor de financiering van uitgaven voor gastlandbeleid (BZ en VWS), Brexit gerelateerde uitgaven (EZ, BZ en VWS) en uitgaven voor het vervolgonderzoek 1945-1949 Nederlands-Indië (BZ).
Niet-beleidsartikel 7:
De apparaatsuitgaven laten meerjarig een stijging zien. Deze stijging wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doordat vanuit de HGIS middelen zijn toegevoegd ter dekking van de gestegen loonkosten. Het betreft de jaarlijkse aanpassing van de salarissen en gestegen pensioenkosten. Tevens worden personele- en materiele uitgaven, die in buitenlandse valuta (met name USD) worden verricht, vanuit de HGIS-onvoorzien gecompenseerd voor de gestegen wisselkoers. Daarnaast nemen de personeelsuitgaven toe omdat vanuit de HGIS middelen zijn toegevoegd ter dekking van extra kosten voor personeel (op het departement en Europese posten) om de Nederlandse belangen bij de scheidingsprocedure van de Unie met het Verenigd Koninkrijk voldoende te kunnen waarborgen. Ten slotte stijgt het budget in 2017 vanwege de toevoeging van middelen uit 2014 voor investeringen in het postennet (huisvesting) vanuit het huisvestingfonds.
Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven in 2018
In onderstaand overzicht wordt, conform de wens van de Tweede Kamer, per subartikel aangegeven welk deel van de geraamde uitgaven juridisch - en niet juridisch verplicht is en wat in grote lijnen de bestemming is van de niet-juridisch verplichte uitgaven. In de toelichting op de beleidsartikelen (hoofdstuk 3, onderdeel D2) wordt nader ingegaan op de juridisch verplichte uitgaven.
Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven en bestemmingen x EUR 1 miljoen
Subartikelnummer
naam sub artikel
Geraamde uitgaven
juridisch verplichte uitgaven
niet-juridisch verplichte uitgaven
bestemming van de niet-juridisch verplichte uitgaven
1.1
Goed functionerende internationale instellingen
56,0
55,5 (99%)
0,5 (1%)
-
•Programma’s internationaal recht
1.2
Mensenrechten
53,8
26,3 (49%)
27,5 (51%)
-
•Jaarlijkse bijdrage OHCHR,
-
•Centrale en decentrale mensenrechtenprogramma’s
2.1
Bondgenootschappelijke veiligheid
11,0
8,3 (76%)
2,7 (24%)
-
•POBB
-
•Veiligheidsfonds
2.2
Bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme
9,3
1,6 (17%)
7,7 (83%)
-
•Contraterrorisme activiteiten
-
•Secretariaat Global Forum on Cyber Expertise
2.3
Bevordering van ontwapening en wapenbeheersing
10,8
10,9 (100%)
-
2.4
Veiligheid, stabiliteit en rechtsorde, OVSE
7,2
7,2 (100%)
-
2.4
Veiligheid, stabiliteit en rechtsorde, VN contributie voor crisisbeheersingsoperaties
99,8
99,8 (100%)
-
2.4
Veiligheid, stabiliteit en rechtsorde, stabiliteitsfonds, training voor buitenlandse diplomaten
2,5
2,5 (100%)
-
2.4
Veiligheid, stabiliteit en rechtsorde, stabiliteitsfonds
88,4
74,3 (84%)
10,6 (16%)
-
•Programma’s op het snijvlak van vrede, veiligheid en ontwikkeling uit het Stabiliteitsfonds
2.5
Transitie in prioritaire landen, Matra
7,8
5,8 (74%)
2,0 (26%)
-
•Matra programma’s
2.5
Transitie in prioritaire landen, Shiraka
12,4
9,3 (75%)
3,1 (25%)
-
•Shiraka programma’s
3.1
Afdracht Europese Unie
8.181,4
8.181,4 (100%)
-
3.2
Europees Ontwikkelingsfonds
192,7
192,7 (100%)
-
3.3
Een hechtere Europese waardegemeenschap
9,7
9,7 (100%)
-
3.4
Versterkte positie Nederland in de Unie van 28
5,3
4,3 (81%)
1,0 (19%)
-
•Onderzoeksprogramma’s gerelateerd aan gevolgen Brexit
4.1
Consulaire dienstverlening t.b.v. Nederlandsers in het buitenland
13,6
8,4 (61%)
5,3 (39%)
-
•Kosten voor reisdocumenten
-
•Investeringen in consulaire informatiesystemen
4.2
Consulaire dientverlening voor vreemdelingen
6,2
5,0 (81%)
1,2 (19%)
-
•Kosten voor visumverlening
-
•Investeringen in consulaire informatiesystemen
4.3
Nederlandse cultuur
7,9
3,5 (45%)
4,4 (55%)
-
•Landenprogramma’s ten behoeve van het internationaal cultuurbeleid.
4.4
Publieksdiplomatie
12,5
7,2 (58%)
5,3 (42%)
-
•Uitgaven ten behoeve van publieksdiplomatie op de posten en BZ.
-
•Uitgaven voor de Bezoekersprogramma’s
-
•Strategische beleidscommunicatie
4.4
Kosten voor de staats- en werkbezoeken (inkomend en uitgaand), bezoeken van hoogwaardigheidsbekleders en uitgaven voor CD en IO’s
3,0
1,0 (33%)
2,0 (67%)
-
•Inkomende en uitgaande Staats- en werkbezoeken
-
•Uitgaven ten behoeven van het Corps Diplomatique en Internationale Organisaties in Nederland
4.4
Programma ondersteuning buitenlands beleid
4,1
1,4 (35%)
2,7 (65%)
-
•Verbetering van bilaterale betrekkingen
-
•Bevordering van multilaterale samenwerking mensenrechten, democratisering en goed bestuur en internationale juridische en justitiële samenwerking.
4.5
Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland
2,8
2,6 (93%)
0,2 (7%)
-
•Logistieke ondersteuning van de in Nederland gevestigde internationale organisaties.
Totaal
8.798,5
8.718,8 (99%)
79,7 (1%)
Meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen1 2
Art
Naam Artikel/beleidsdoelstelling
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Geheel
realisatie
planning
artikel?
1
Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten
√
Ja
1.1
Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak3
√
1.2
Bescherming en bevordering van mensenrechten
2
Veiligheid en stabiliteit
Nee
2.1
Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid
√
2.2
Bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van internationale criminaliteit
√
2.3
Bevordering van ontwapening en wapenbeheersing, bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens en het voeren van een transparant en verantwoord wapenexportbeleid
√
2.4
Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband3
√
2.5
Bevordering van transitie in prioritaire gebieden4
√
3
Europese samenwerking
√
Ja
3.1
Een democratische, slagvaardige en transparante Europese Unie die haar burgers vrijheid, recht, veiligheid, welvaart en duurzame economische groei biedt5
3.2
Een effectief, efficiënt en coherent optreden van de Unie ten opzichte van derde landen en regio's, inclusief ontwikkelingslanden
√
3.3
Een hechtere Europese waardengemeenschap5
3.4
Versterkte Nederlandse positie in de Unie van 285
4
Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
√
Ja
4.1
Op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienstverlening bieden aan Nederlanders in het buitenland6
4.2
Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren6
4.3
Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur
√
4.4
Het inzetten van Publieksdiplomatie door het Postennetwerk en BZ om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen
√
4.5
Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland6
Noot 1
De begroting van BZ is in 2013 opgesplitst in de begroting van BZ (Hfst. 5) en BHOS (Hfst. 17). Er zijn toen nieuwe beleidsartikelen en beleidsdoelstellingen geformuleerd. Beleidsdoorlichtingen van voor dat jaar zijn in deze tabel met terugwerkende kracht over de nieuwe beleidsdoelstellingen verdeeld.
Noot 2
Bij BZ en BHOS is het wel de wens om beleidsdoorlichtingen van één beleidsartikel uit te voeren maar inhoudelijk is dat nog niet mogelijk gebleken. Beleidsdoorlichtingen vinden in de meeste gevallen plaats op één niveau lager namelijk van de beleidsdoelstellingen. Voor artikel 2 en 3 en is dit nu wel voorzien.
Noot 3
Dit is een gecombineerde beleidsdoorlichting van beleidsdoelstelling 1.1 en 2.4.
Noot 4
Wordt meegenomen in beleidsdoorlichting 3.2.
Noot 5
Deze beleidsdoorlichting wordt vervangen door een effectevaluatie en wordt onderdeel van de beleidsdoorlichting voor het hele artikel 3.
Noot 6
De gecombineerde beleidsdoorlichting van beleidsdoelstelling 4.1 en 4.2 en die voor 4.5 zijn omgezet in een beleidsdoorlichting voor het gehele artikel in 2019. De beleidsdoelstellingen worden geëvalueerd in 2017 (4.5) en 2018 (4.1 en 4.2). De Tweede Kamer is hierover geïnformeerd in juli 2017.
-
3.BELEIDSARTIKELEN
Artikel 1: Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten
A: Algemene doelstelling
Het bevorderen van een goed functionerende internationale rechtsorde, met een blijvende inzet op mensenrechten, als integraal onderdeel van het buitenlandbeleid.
Een sterke rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten maken de wereld stabieler, veiliger, vrijer en welvarender. Dit vereist goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak en voortdurende inzet tegen straffeloosheid. Deze rechtsorde is onlosmakelijk verbonden met universele mensenrechten. De bevordering van mensenrechten is een kernelement van het Nederlands buitenlandbeleid.
B: Rol en verantwoordelijkheid
De regering zet zich concreet in voor de volgende prioritaire thema’s: mensenrechtenverdedigers, gelijke rechten voor lesbiennes, homo’s, biseksuelen en transgenders, gelijke rechten voor vrouwen, vrijheid van meningsuiting (off- en online), de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, ernstigste schendingen (waaronder doodstraf en marteling), mensenrechten en ontwikkeling, en mensenrechten en bedrijfsleven.
De Minister is verantwoordelijk voor:
Stimuleren
-
-
-
•Van een effectief stelsel van internationale organisaties, inclusief financiële bijdrage, om een stabiele internationale omgeving te scheppen en de internationale rechtsorde te versterken.
-
-
-
-
•Van een betere mensenrechtensituatie mede door het financieren en uitvoeren van projecten via bilaterale en multilaterale kanalen ter bevordering van prioritaire mensenrechtenthema’s.
-
Regisseren
-
-
-
•Interdepartementale coördinatie ten behoeve van een coherente en consistente Nederlandse inzet in internationale organisaties ter bevordering van de internationale rechtsorde en mensenrechten.
-
Financieren
-
-
-
•Bijdragen ten behoeve van goed functionerende internationale instellingen.
-
-
-
-
•Bijdragen ter bescherming en bevordering van mensenrechten.
-
C: Beleidswijzigingen
-
-
-
•De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties heeft het Koninkrijk op 2 juni jl. formeel verkozen als niet-permanent lid van de VN-Veiligheidsraad. Dat betekent een extra inzet om deze belangrijke verantwoordelijkheid zo goed mogelijk ten uitvoer te brengen en optimaal gebruik te maken van de kansen die het lidmaatschap biedt, zoals ook omschreven in de beleidsagenda.
-
-
-
-
•Eind 2017 loopt ons lidmaatschap van de VN Mensenrechtenraad af. Hoewel de Nederlandse inzet op de voor ons prioritaire onderwerpen als Jemen, mensenrechtenverdedigers, vrouwenrechten en LGBTi niet zal wijzigen, neemt met het eindigen van het lidmaatschap onze invloed in de Mensenrechtenraad af. Nederland zal campagne voeren voor een nieuwe zetel in de Mensenrechtenraad voor de periode 2020-2022.
-
-
-
-
•In het kader van de strijd tegen straffeloosheid zet Nederland in op brede ondersteuning van de bewijzenbank van de VN voor de ernstigste misdaden in Syrië, het International, Impartial and Independent Mechanism (IIIM).
-
D1: Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 1 Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten
Bedragen in EUR 1.000
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Verplichtingen
120.747
95.680
91.005
90.905
90.005
90.005
90.005
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
110.812
114.680
109.805
108.905
109.005
109.005
109.005
waarvan juridisch verplicht
74%
1.1
Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak
54.569
60.066
56.035
55.135
55.135
55.135
55.135
Subsidies
Internationaal recht
5.932
10.135
6.635
6.135
6.135
6.135
6.135
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Internationaal recht
1.316
Verenigde Naties
34.696
39.525
39.525
39.525
39.525
39.525
39.525
OESO
6.821
6.206
6.175
6.175
6.175
6.175
6.175
Campagne VN veiligheidsraad
2.363
500
VNVR projectkosten
400
400
Internationaal Strafhof
3.441
3.300
3.300
3.300
3.300
3.300
3.300
1.2
Bescherming en bevordering van mensenrechten
56.243
54.614
53.770
53.770
53.870
53.870
53.870
Subsidies
Bevordering van het vrije woord
10.700
2.800
Landenprogramma's mensenrechten
16.863
24.615
26.120
26.120
26.120
26.120
26.120
bijdragen (inter)nationale organisaties
Landenprogramma's mensenrechten
20.903
19.705
20.000
20.000
20.000
20.000
20.000
Centrale mensenrechtenprogramma's
7.776
7.494
7.650
7.650
7.750
7.750
7.750
D2: Budgetflexibiliteit
De uitgaven voor het onderdeel goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak zijn nagenoeg volledig vastgelegd. De bijdragen aan internationale organisaties (verdragscontributies) zijn juridisch verplicht. Subsidies aan initiatieven in het kader van internationaal recht zijn voor ruim 99% juridisch verplicht. Voor het resterende deel worden in 2018 verplichtingen aangegaan. De centrale mensenrechtenprogramma’s van het onderdeel bescherming en bevordering van mensenrechten kennen een juridisch verplicht percentage van 49%. De hieruit te financieren jaarlijkse bijdrage aan de Office of the High Commissioner for Human Rights (OHCHR) wordt begin 2018 juridisch vastgelegd. De landenprogramma’s mensenrechten zijn voor 51% reeds juridisch vastgelegd en voor de overige 49% worden in 2017 verplichtingen aangegaan. De bijdrage aan RNW Media (als onderdeel van de subsidie landenprogramma’s mensenrechten) is tot 2020 vastgelegd.
E: Toelichting op de financiële instrumenten
1.1 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak
-
-
-
•Verplichte bijdragen (verdragscontributies) aan de VN waarin de afdrachten aan (het restmechanisme van) het Joegoslavië- en het Rwanda-tribunaal zijn inbegrepen alsmede de bijdragen aan de OESO en het Internationaal Strafhof (ICC).
-
-
-
-
•Subsidie aan de Carnegiestichting ten behoeve van de bedrijfsvoering van de Carnegiestichting, het onderhoud van het Vredespaleis en het op peil houden van de bibliotheek.
-
-
-
-
•Jaarlijkse huurbijdrage aan het Permanente Hof van Arbitrage.
-
-
-
-
•Bijdragen voor diverse initiatieven, op het gebied van draagvlakversterking voor het Internationaal Strafhof en andere internationale gerechtshoven en tribunalen, op het gebied van Responsibility to Protect, een bijdrage aan het Trustfund for Victims van het ICC en andere kleinschalige initiatieven ter bevordering van de ontwikkeling van de internationale rechtsorde.
-
-
-
-
•Bijdragen aan activiteiten in het kader van het lidmaatschap van de VNVR, zoals logistieke middelen bij actuele crises, activiteiten op het terrein van publiekdiplomatie en draagvlak; beleidsondersteunende bijdragen aan gespecialiseerde NGO’s.
-
1.2 Bescherming en bevordering van mensenrechten
-
-
-
•Inzet van het mensenrechtenfonds ter ondersteuning van de prioriteiten uit de mensenrechtenbrief «Respect en recht voor ieder mens». De daarin genoemde prioriteiten zijn: inzet ten behoeve van mensenrechtenverdedigers, gelijke rechten voor LHBTI, gelijke rechten voor vrouwen. Nederland besteedt ook aandacht aan ernstige mensenrechtenschendingen (doodstraf, foltering), vrijheid van meningsuiting en internetvrijheid, vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, mensenrechten en ontwikkeling en mensenrechten en bedrijfsleven (inclusief kinderarbeid). Er is een verdeling in centrale en decentrale middelen. Centrale middelen zijn bestemd voor projecten die in meer dan één land worden uitgevoerd. De middelen worden ingezet voor prioritaire thema’s op basis van de ernst van de mensenrechtensituatie en de effectiviteit van de inzet.
-
-
-
-
•Bijdragen aan internationale organisaties ten behoeve van verdere bescherming en bevordering van mensenrechten, met name de jaarlijkse bijdrage aan de Office of the High Commissioner for Human Rights (OHCHR) van de VN waarbij specifiek wordt ingezet op de ondersteuning van de speciale procedures en verdragscomités.
-
-
-
-
•Subsidie aan onder andere RNW Media voor de verkondiging van het vrije woord in het buitenland en als onderdeel van de subsidie mensenrechten.
-
Artikel 2: Veiligheid en stabiliteit
A: Algemene doelstelling
Het bevorderen van de Nederlandse en internationale veiligheid en stabiliteit door doelgerichte bilaterale en multilaterale samenwerking en het bevorderen van democratische transitie in prioritaire gebieden, vooral in de ring rond Europa.
Veiligheid is geen vanzelfsprekendheid. De internationale omgeving verandert snel en ingrijpend. Wat er in de wereld om ons heen gebeurt, heeft direct gevolgen voor onze eigen veiligheid en voor onze welvaart. Veel van de grensoverschrijdende dreigingen waaraan Nederland bloot staat, zijn van een dusdanige omvang en complexiteit dat een geïntegreerde aanpak en samenwerking in internationaal verband geboden is. Voorbeelden zijn de proliferatie van massavernietigingswapens, terrorisme en gewelddadig extremisme, vluchtelingenstromen, piraterij, grensoverschrijdende criminaliteit en cyberdreigingen.
B: Rol en verantwoordelijkheid
De basis voor de inzet van het kabinet op internationaal veiligheidsbeleid ligt besloten in de Internationale Veiligheidsstrategie en de Beleidsbrief Internationale Veiligheid. Het bevorderen van de internationale rechtsorde, de bescherming van onze economische veiligheid en de verdediging van onze grenzen en die van bondgenoten staan daarin centraal. Daartoe is de samenhangende inzet nodig van defensie, diplomatie, economie en ontwikkelingssamenwerking. Dit onderwerp strekt zich dus uit naar andere begrotingen, zoals Defensie, Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking, Veiligheid en Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Economische Zaken. Uitgangspunt is onze veiligheidsbelangen te behartigen door gezamenlijke inzet en samenwerking met andere landen, internationale en maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven.
De Minister van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor:
Stimuleren
Bevorderen en bewaken van de coherentie en consistentie van de Nederlandse inzet in bilateraal en multilateraal verband gericht op grotere veiligheid en duurzame stabiliteit, onder andere door:
-
-
-
•Nederlandse bijdragen in het kader van de EU, de VN, de NAVO en de OVSE;
-
-
-
-
•Deelname aan ad hoc coalities zoals het Non-Proliferation and Disarmament Initiative (NPDI) en de Friends of the CTBT (Alomvattend Kernstopverdrag);
-
-
-
-
•Een katalyserende en initiërende rol te spelen op het gebied van internationaal cyberbeleid door middel van een efficiënte overdracht van de Global Conference on Cyber Space aan India;
-
-
-
-
•Het Nederlandse co-voorzitterschap van het Global Counter Terrorist Forum en actieve rol binnen de Global Coalition to Counter/Defeat ISIS;
-
-
-
-
•Grote inzet op fysieke veiligheid van burgers via het Nederlandse humanitair ontmijnen en cluster munitie programma;
-
-
-
-
•De veiligheidsbehoeftes van de bevolking centraal te stellen o.a. door conflictpreventie-benadering (early warning/early action), en het benadrukken van accountability en good governance via Security Sector Reform (SSR) programma’s; en
-
-
-
-
•Deelname aan crisisbeheersingsoperaties in multilateraal verband.
-
Regisseren
-
-
-
•Artikel 100-procedures ter voorbereiding van besluitvorming betreffende wereldwijde inzet van de krijgsmacht in crisisbeheersingsoperaties conform het Toetsingskader 2014, in nauwe afstemming met de Ministers van Defensie, de Minister voor Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Veiligheid & Justitie.
-
-
-
-
•De toepassing van terrorismesancties/Sanctieregeling 2007 als onderdeel van het sanctiebeleid, uitgevoerd in overeenstemming met de Ministers van Financiën en Veiligheid & Justitie.
-
-
-
-
•In het kader van een zorgvuldig en transparant wapenexportbeleid draagt de Minister van Buitenlandse Zaken verantwoordelijkheid voor de buitenlandpolitieke toetsing van Nederlandse vergunningaanvragen voor wapenexporten. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is eindverantwoordelijk voor het afgeven van de wapenexportvergunningen.
-
Financieren
-
-
-
•Bijdragen aan goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid, waaronder aan de NAVO.
-
-
-
-
•Bijdragen ter bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van internationale criminaliteit, waaronder aan het International Centre for Counter-Terrorism, het Global Counter Terrorism Forum, en de Regionale Veiligheidscoördinatoren binnen het BZ-postennet.
-
-
-
-
•Bijdragen ter bevordering van ontwapening en wapenbeheersing en bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens, waaronder aan het IAEA en de OPCW.
-
-
-
-
•Bijdragen ter bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband vanuit het Budget Internationale Veiligheid, in samenspraak met de Minister van Defensie en de Minister voor BHOS, waaronder bijdragen aan crisisbeheersingsoperaties van de VN, de EU, de NAVO en de OVSE en flankerende activiteiten gefinancierd uit het Stabiliteitsfonds.
-
-
-
-
•Bijdragen ter bevordering van transitie in prioritaire gebieden, met name in de ring rond Europa via het in 2016 ingestelde Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP). Het NFRP bestaat uit het Matra programma gericht op (Zuid)Oost-Europa en het Shiraka-programma, gericht op de Arabische regio. Ook vanuit het Stabiliteitsfonds worden programma’s in een aantal landen in deze regio’s gefinancierd.
-
-
-
-
•Bijdragen aan conflictpreventie via uitvoering Early Warning/Early Action beleid, mede gefinancierd vanuit het Stabiliteitsfonds.
-
-
-
-
•Bijdragen aan normstelling en internationaal recht, bevordering van mensenrechten en capaciteitsopbouw in cyber space.
-
-
-
-
•Bijdrage aan de fysieke veiligheid van mensen via meerjarig humanitair ontmijnen en cluster munitie programma.
-
-
-
-
•Bijdragen aan Security Sector Reform (SSR) programma’s ter bevordering van effectiviteit, legitimiteit, oversight en accountability van veiligheidsactoren vanuit het Stabiliteitsfonds.
-
-
-
-
•Bijdragen aan (NGO/ATT) programma’s, die regulering en transparantie van de internationale wapenhandel bevorderen.
-
C: Beleidswijzigingen
-
-
-
•Nederland zal zich in het kader van het Global Counter Terrorism Forum inzetten om inzicht te krijgen in aspecten van een potentiële connectie tussen georganiseerde misdaad en terrorisme en hoe deze tegen te gaan.
-
-
-
-
•Nederland zal een actievere inzet van de NAVO op terrorismebestrijding ondersteunen en bijdragen aan optimale inzet van de NAVO die complementair is aan andere terrorismebestrijdingsfora.
-
D1: Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 2 Veiligheid en stabiliteit
Bedragen in EUR 1.000
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Verplichtingen
294.824
261.167
232.949
230.049
228.199
228.199
228.199
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
318.845
275.740
249.370
248.778
247.795
247.795
247.795
waarvan juridisch verplicht
88%
2.1
Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid
16.919
17.329
11.015
11.015
11.015
11.015
11.015
Subsidies
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid
1.721
2.750
1.750
1.750
1.750
1.750
1.750
Atlantische Commissie
500
500
500
500
500
500
500
Bijdragen (inter)nationale organisaties
NAVO
11.725
10.014
7.200
7.200
7.200
7.200
7.200
Veiligheidsfonds
1.077
3.000
500
500
500
500
500
WEU
522
565
565
565
565
565
565
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid
1.374
Overige
500
500
500
500
500
500
2.2
Bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van internationale criminaliteit
7.694
8.835
9.265
7.151
4.751
4.751
4.751
Subsidies
Anti-terrorisme instituut
425
765
665
551
551
551
551
Contra-terrorisme
5.751
Opdrachten
Global Forum on Cyber Expertise
297
400
400
400
Cyber security
500
500
500
500
500
500
Overige
500
500
500
500
500
500
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Contra-terrorisme
1.220
6.670
7.200
5.200
3.200
3.200
3.200
2.3
Bevordering van ontwapening en wapenbeheersing, bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens en het voeren van een transparant en verantwoord wapenexportbeleid
12.343
11.493
10.855
10.794
10.794
10.794
10.794
Bijdragen (inter)nationale organisaties
IAEA
5.811
7.960
7.317
7.317
7.317
7.317
7.317
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties
4.897
1.613
1.618
1.557
1.557
1.557
1.557
CTBTO
1.635
1.920
1.920
1.920
1.920
1.920
1.920
2.4
Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband
259.698
211.455
197.978
199.305
198.913
198.913
198.913
Subsidies
Landenprogramma's veiligheid voor mensen (Stabiliteitsfonds)
36.771
31.000
31.000
31.000
31.000
31.000
31.000
Nederland Helsinki Comité
28
28
28
28
28
28
28
Bijdragen (inter)nationale organisaties
OVSE
5.625
7.195
7.195
7.195
7.195
7.195
7.195
VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties
137.282
99.849
99.849
99.849
99.849
99.849
99.849
Landenprogramma's veiligheid voor mensen (Stabiliteitsfonds)
77.964
67.646
51.900
51.900
51.900
51.900
51.900
Training buitenlandse diplomaten
1.050
2.500
2.500
2.500
2.500
2.500
2.500
Overige
3.237
5.506
6.833
6.441
6.441
6.441
2.5
Bevordering van transitie in prioritaire gebieden
22.191
26.628
20.257
20.513
22.322
22.322
22.322
Bijdragen (inter)nationale organisaties/Subsidies
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «MATRA»
11.207
12.222
7.822
7.822
7.822
7.822
7.822
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «Shiraka»
10.984
14.406
12.435
12.691
14.500
14.500
14.500
Ontvangsten
2.760
1.212
1.227
1.242
1.242
1.242
1.242
2.10
Doorberekening Defensie diversen
182
212
227
242
242
242
242
2.40
Restituties programma's
2.578
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000
D2: Budgetflexibiliteit
Binnen het artikelonderdeel goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid is ruim 75% juridisch verplicht. Het betreft de uitgaven voor de NAVO, Atlantische Commissie en verplichtingen richting de inmiddels opgeheven West-Europese Unie (WEU). Het Programma Ondersteunig Buitenlands Beleid (POBB) is voor 2018 voor circa een kwart juridisch verplicht. Binnen de Bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van criminaliteit is het budget voor Contra-terrorisme voor het merendeel nog niet juridisch verplicht. Het artikelonderdeel Bevordering van ontwapening en wapenbeheersing, bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens en het voeren van een transparant en verantwoord wapenexportbeleid is volledig juridisch verplicht. Het betreft verdragsrechtelijke contributies. Binnen het artikelonderdeel Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband is het Stabiliteitsfonds voor ruim 50% juridisch vastgelegd. Wel zijn er daarnaast thema reserveringen (CVE, conflictpreventie, uitzending civiele experts), politieke toezeggingen en prioriteiten (inzet in in Syrie, Afghanistan en Colombia) waardoor het stabiliteitsfonds nauwelijks financiële ruimte heeft. De verdragscontributies aan de VN-crisisbeheersingsoperaties (vredesmissies) zijn juridisch verplicht. Op het artikelonderdeel Bevordering van transitie in prioritaire gebieden zijn de voorziene uitgaven voor het Matra en het Shiraka programma nagenoeg juridisch verplicht.
E: Toelichting op de financiële instrumenten
2.1. Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid
-
-
-
•Jaarlijkse verplichte bijdrage aan de NAVO.
-
-
-
-
•Jaarlijkse bijdrage aan het EU-Satellietcentrum ten behoeve van de financiële verplichtingen (uitkering pensioengelden ex-WEU personeel) van de in juli 2011 opgeheven WEU.
-
-
-
-
•Jaarlijkse subsidie aan de Atlantische Commissie, ter ondersteuning van het maatschappelijk debat over de nationale en bondgenootschappelijke veiligheid.
-
-
-
-
•Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) en Veiligheidsfonds, voor kleinschalige activiteiten met een katalyserende werking die het Nederlandse veiligheidsbeleid ondersteunen.
-
2.2. Bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en vormen van internationale criminaliteit
-
-
-
•Jaarlijkse bijdrage aan het in Den Haag gevestigde onafhankelijke International Centre for Counter-Terrorism (ICCT).
-
-
-
-
•Uit het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB, verantwoording onder 2.1) en uit het Stabiliteitsfonds (verantwoording onder 2.4) en middelen die voortkomen uit het besluit tot versterking van de inspanningen op het gebied van contraterrorisme worden activiteiten gefinancierd. De projecten en programma’s op dit artikelonderdeel zijn gericht op de versterking van capaciteit in voor Nederland prioritaire regio’s om gewelddadig extremisme en radicalisering te voorkomen en te bestrijden, evenals op de versterking van capaciteit in derde landen voor de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit, in het bijzonder internationale drugs- en mensenhandel. In dit kader wordt onder meer een financiële bijdrage geleverd aan het Instituut van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen.
-
-
-
-
•Capaciteitsopbouw op het gebied van cyber security, cyber crime, data protectie en e-governance door middel van financiering van Nederlandse initiatieven onder het Global Forum on Cyber Expertise.
-
2.3. Bevordering van ontwapening en wapenbeheersing, bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens en het voeren van een transparant en verantwoord wapenexportbeleid
-
-
-
•Jaarlijkse bijdragen aan het IAEA, de OPCW en de CTBTO.
-
-
-
-
•Ondersteuning van kleinschalige initiatieven gericht op uitvoering van het Biologische en Toxische Wapens Verdrag (BTWC), Non-Proliferatie Verdrag (NPV) en de Ottawa Conventie.
-
-
-
-
•Bijdrage aan activiteiten onder auspiciën van het G8 Global Partnership op het gebied van het tegengaan van proliferatie van radiologische en nucleaire bronnen en bio-security.
-
2.4 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband
-
-
-
•Verbetering van de inzet van civiele expertise door modernisering van de civiele missiepool.
-
-
-
-
•Verdragscontributies aan de VN-crisisbeheersingsoperaties (vredesmissies).
-
-
-
-
•Bijdragen uit het Stabiliteitsfonds voor de inzet op het snijvlak van vrede, veiligheid en ontwikkeling. Het fonds kan o.a. worden ingezet om activiteiten te financieren op gebied van oude en nieuwe dreigingen, zoals aanpak van wapen- en drugssmokkel en grensoverschrijdende criminaliteit, ontmijning en piraterijbestrijding. Daarnaast worden een aantal lopende activiteiten uit het fonds gefinancierd, zoals ontmijningsactiviteiten, training voor Afrikaanse peacekeepers (ACOTA), en bijdragen aan de VN op specifieke thema’s.
-
-
-
-
•Bijdragen ten behoeve van de trainingen van buitenlandse diplomaten in Nederland.
-
2.5 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden
-
-
-
•Het Nederlands Fonds voor Regionale Parterschappen (NFRP) wordt gebruikt om organisaties en mensen te ondersteunen bij het verbeteren en versterken van democratische processen, institutionele capaciteit en de rechtsstaat. Het NFRP bestaat uit het Matra programma (Matra: maatschappelijke transformatie) gericht op het Oostelijk Partnerschap en Pre-accessie regio (de Westelijke Balkan en Turkije) en het Shiraka-programma, gericht op de Arabische regio, elk met eigen beleidsaccenten.
-
Artikel 3: Europese samenwerking
A: Algemene doelstelling
De algemene doelstelling is een effectieve Europese samenwerking om de Europese Unie en haar lidstaten zo vreedzaam, welvarend en sterk mogelijk de toekomst in te loodsen. Europa is essentieel voor onze welvaart, vrijheid en veiligheid. Een actieve opstelling van Nederland in het Europese besluitvormingsproces is dan ook in het directe belang van Nederlandse burgers en bedrijven. Door consequent en constructief optreden kan Nederland zijn invloed binnen de Europese Unie vergroten. Zo kan Nederland mede vorm geven aan ontwikkelingen in Europa die direct van invloed zijn op onze economische, sociale en politieke toekomst.
B: Rol en verantwoordelijkheid
Binnen de Europese Unie wordt gewerkt aan economische groei, werkgelegenheid, gezonde overheidsfinanciën van de lidstaten en toekomstbestendige Europese samenwerking gericht op hoofdzaken en toegevoegde waarde. Daarnaast zullen het uittredingsproces van het Verenigd Koninkrijk, de Europese migratieproblematiek en de (aanloop naar) onderhandelingen over een nieuw meerjarig financieel kader de aandacht vragen. Tot slot zet Nederland zich in voor effectief extern beleid, inclusief een versterkt gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid.
De Staat van de Unie bevat de geïntegreerde visie van de regering op de Europese samenwerking en de rol van Nederland daarbij.
De Minister is verantwoordelijk voor:
Regisseren
-
-
-
•Het bevorderen en bewaken van de coherentie en de consistentie van het Nederlandse Europabeleid, inclusief de voorbereiding van de Europese Raad en horizontale dossiers.
-
-
-
-
•Het interdepartementaal afstemmen van de Nederlandse inzet in de verschillende, afzonderlijke Raadsformaties.
-
-
-
-
•Het vormgeven van het Europese externe beleid ten opzichte van derde landen, inclusief uitbreiding van de EU, uittreding uit de EU, regio’s en ontwikkelingslanden.
-
-
-
-
•De gedachtenvorming over de institutionele structuur van de EU.
-
-
-
-
•Het onderhouden en intensiveren van de bilaterale relaties met andere Europese landen en het bevorderen van een Europese waardengemeenschap.
-
Financieren
-
-
-
•Nederlandse afdrachten aan de Europese begroting en aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF).
-
-
-
-
•Bijdragen aan een hechtere Europese waardengemeenschap middels een bijdrage aan de Raad van Europa.
-
-
-
-
•Bijdragen ter versterking van de Nederlandse positie in de Unie van 28, waaronder aan de Benelux.
-
C: Beleidswijzigingen
Nederland zal een actieve rol spelen in de verschillende discussies en onderhandelingen die bepalend zijn voor de toekomst van de EU, inclusief de start van besprekingen rond een nieuw meerjarig financieel kader en de Brexit-onderhandelingen (zie beleidsagenda).
D1: Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 3 Europese samenwerking
Bedragen in EUR 1.000
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Verplichtingen
8.670.611
7.101.874
8.186.402
9.044.213
9.174.433
9.070.509
9.305.789
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
8.862.286
7.283.975
8.389.205
9.217.842
9.377.236
9.244.138
9.508.592
waarvan juridisch verplicht
100%
3.1
Een democratische, slagvaardige en transparante Europese Unie die haar burgers vrijheid, recht, veiligheid, welvaart en duurzame economische groei biedt
8.650.044
7.076.549
8.181.423
9.010.560
9.170.454
9.037.356
9.301.810
Bijdragen (inter)nationale organisaties
BNI-afdracht
4.791.655
3.479.210
4.202.573
4.949.206
5.025.358
4.809.229
4.983.920
BTW-afdracht
893.211
546.243
545.600
559.439
573.142
584.735
612.229
Invoerrechten
2.965.178
3.051.096
3.433.250
3.501.915
3.571.954
3.643.392
3.705.661
3.2
Een effectief, efficient en cohorent optreden van de Unie ten opzichte van derde landen en regio's, inclusief ontwikkelingslanden
174.600
192.479
192.735
192.735
192.735
192.735
192.735
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Europees Ontwikkelingsfonds
174.600
192.479
192.735
192.735
192.735
192.735
192.735
3.3
Een hechtere Europese waardengemeenschap
9.734
9.720
9.720
9.720
9.720
9.720
9.720
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Raad van Europa
9.734
9.720
9.720
9.720
9.720
9.720
9.720
3.4
Versterkte Nederlandse positie in de Unie van 28
27.908
5.227
5.327
4.827
4.327
4.327
4.327
Subsidies/Opdrachten
EU-voorzitterschap
23.654
400
programmatische ondersteuning
500
1.000
500
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Benelux bijdrage
3.907
3.979
3.979
3.979
3.979
3.979
3.979
EIPA
348
348
348
348
348
348
348
Ontvangsten
1.135.998
3.764.413
686.901
700.633
714.640
728.928
741.382
3.10
Diverse ontvangsten EU
1.135.721
3.764.163
686.651
700.383
714.390
728.678
741.132
invoerrechten
694.232
610.219
686.651
700.383
714.390
728.678
741.132
Overige ontvangsten EU
441.489
3.153.944
3.30
Restitutie Raad van Europa
277
250
250
250
250
250
250
D2: Budgetflexibiliteit
De uitgaven op dit artikel zijn geheel juridisch verplicht. De belangrijkste uitgaven betreffen de afdracht aan de EU en de Nederlandse bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) en bijdragen aan de Benelux en Raad van Europa.
E: Toelichting op de financiële instrumenten
3.1 Een democratische, slagvaardige en transparante Europese Unie die haar burgers vrijheid, recht, veiligheid, welvaart en duurzame economische groei biedt
De EU-begroting wordt grotendeels gefinancierd door middel van afdrachten van lidstaten (90-95%). Daarnaast ontvangt de EU overige inkomsten, zoals bijdragen van derden, rente- en boete-inkomsten. De afdrachten van de lidstaten in de vorm van de douanerechten, de BTW-afdracht en de BNI-afdracht zijn vastgelegd in het Eigen Middelenbesluit (EMB). In het EMB zijn ook de kortingen op de afdrachten opgenomen en de zogenoemde perceptiekostenvergoeding - dit is de vergoeding voor de kosten die lidstaten maken voor het innen van de douanerechten. De Nederlandse douanerechten, BTW-afdrachten en BNI-afdrachten zijn opgenomen op artikel 3.1, de perceptiekostenvergoeding op artikel 3.10.
Het uitgangspunt voor de vaststelling van de raming voor de Nederlandse afdrachten is de omvang het uitgavenplafond uit het Meerjarig Financieel Kader. Dit plafond maximeert de uitgaven uit hoofde van de EU-begroting en daarmee de afdrachten van de lidstaten.1 De omvang van de Nederlandse afdrachten komt vervolgens als volgt tot stand:
-
-
-
•Alle douanerechten die door de EU-landen worden geheven op producten die afkomstig zijn van landen buiten de EU, worden afgedragen aan de EU. Dit gebeurt twee maanden na inning door de Nederlandse douane, en na aftrek van de vergoeding voor de inningskosten. De Europese Commissie (Eurostat) maakt op basis van de eerder ontvangen douanerechten een raming voor het komend jaar voor lidstaten (extrapolatie op basis van historische gegevens).
-
-
-
-
•De BTW-afdracht bedraagt een vast percentage van de geharmoniseerde btw-grondslag.2 De geharmoniseerde grondslag voor het komend jaar wordt geraamd en vastgesteld door de Europese Commissie (Eurostat). Nederland krijgt een korting op de BTW-afdracht en betaalt 0,15% over de geharmoniseerde grondslag (in plaats van de reguliere 0,30%). De bijdrage aan de korting voor Verenigd Koninkrijk wordt opgeteld bij de BTW-afdracht.
-
-
-
-
•De BNI-afdracht is het sluitstuk van de financiering van de EU-begroting. Het deel van de Europese uitgaven dat niet gefinancierd kan worden door de overige inkomsten, douanerechten en de BTW-afdracht wordt gefinancierd door BNI-afdrachten van de lidstaten. De totale BNI-afdracht van de lidstaten wordt bepaald door de genoemde inkomsten in mindering te brengen op het betalingenplafond. Het aandeel van een lidstaat hierin wordt vervolgens bepaald op basis van het eigen BNI ten opzichte van het Europese BNI. Dit zogeheten relatieve BNI-aandeel in de totale BNI-afdracht komt tot stand door het tarief van 0,67% in 2018 (totale BNI afdracht/Europees BNI) te vermenigvuldigen met het Nederlands BNI. Nederland ontvangt een jaarlijkse korting op de BNI-afdracht van 695 miljoen euro (in prijzen 2011); voor 2018 komt dat op 744 mln. Deze korting wordt gedurende het jaar met de maandelijkse BNI-afdracht verrekend.
-
Onderbouwing Nederlandse afdracht 2018 (miljoen euro)
Omschrijving
Grondslag
Tarief
2018
Artikel 3.1
8.181,4
Douanerechten
3.433,3
100,00%
3.433,3
BTW-afdracht
545,6
waarvan bruto BTW-afdracht
313.332,5
0,30%
940,0
waarvan korting BTW-afdracht
313.332,5
-
-0,15%
-
-470,0
waarvan bijdrage korting VK
-
-
75,6
BNI-afdracht
4.202,6
waarvan bruto BNI-afdracht
735.465,0
0,67%
4946,7
waarvan korting BNI-afdracht
-
-
-
-744,2
Artikel 3.10
686,7
Perceptiekostenvergoeding
3.433,3
20%
686,7
Overige inkomsten
-
-
-
De onderstaande drie overzichtstabellen tonen de cijfers over de EU-afdrachten, ontvangsten en de netto betalingsposities over 2015. De cijfers over 2016 zullen pas eind september door de Commissie worden gepubliceerd en zijn daarom nog niet in deze begroting meegenomen.
Netto betalingspositie Nederland 2015 (in miljoenen euro)
AFDRACHTEN1
Douanerechten/landbouwheffingen
2.919,6
BTW-middel
857,1
BNI-middel
4.902,1
Perceptiekostenvergoeding
-
-731,7
TOTAAL afdrachten
7.947,1
Noot 1
De productheffing op suiker is opgenomen bij de douanerechten. 2017 is het laatste jaar dat de suikerheffing geheven wordt, daarna vervalt deze. De bijdrage aan de korting voor het Verenigd Koninkrijk is opgenomen bij de BTW-middelen.
ONTVANGSTEN
1a Concurrentiekracht
962,5
1b Cohesie/structuurfondsen
196,4
2 Landbouw en natuurbehoud
915,3
3 JBZ en burgerschap
186,6
4 Extern beleid
0,0
5 Administratieve uitgaven
98,4
TOTAAL ontvangsten
2.359,2
NETTO AFDRACHTEN
5.587,9
Bron: Europese Commissie (Financial Report 2015)
Netto betalingsposities (% Bruto Nationaal Inkomen, alleen negatieve posities zijn weergegeven)
DEFINITIE EUROPESE COMMISSIE 2015
NEDERLAND1
-
-0,54
Zweden
-
-0,48
Duitsland
-
-0,46
VK
-
-0,46
België
-
-0,33
Denemarken
-
-0,29
Luxemburg
-
-0,27
Oostenrijk
-
-0,25
Frankrijk
-
-0,25
Finland
-
-0,23
Italië
-
-0,16
Cyprus
-
-0,13
Noot 1
Het beeld van de netto betalingspositie van Nederland over 2015 is vertekend daar de korting op de Nederlandse afdrachten, in afwachting van ratificatie van het Eigen Middelenbesluit, nog niet is verwerkt. Ook het effect van de aanpassing van de perceptiekostenvergoeding van 25 naar 20% is niet meegenomen in de gerealiseerde netto betalingspositie voor 2015.
3.2 Een effectief, efficiënt en coherent optreden van de Unie ten opzichte van derde landen en regio’s, inclusief ontwikkelingslanden
-
-
-
•Bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF). Dit fonds is het voornaamste middel waarmee de Europese Unie de ontwikkelingssamenwerking met de ACS1-landen en de overzeese gebieden uitvoert. Het budget en programma van het EOF is voor een periode van zeven jaar vastgesteld. Het grootste deel van het EOF is bestemd voor de financiering van de steun aan nationale, regionale en lokale projecten en programma’s gericht op de economische en sociale ontwikkeling van die gebieden.
-
3.3 Een hechtere Europese waardegemeenschap
-
-
-
•Raad van Europa: Nederland beschouwt de Raad van Europa als een belangrijke hoeder van mensenrechten, democratie en rechtsstaat in heel Europa. Ook wil Nederland bijdragen aan verdergaande hervorming van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en aan een zorgvuldig voorbereide toetreding van de EU tot het EVRM. De Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging in Straatsburg speelt daarbij een centrale rol door goede betrekkingen en, indien opportuun, regelmatig overleg met het secretariaat van de Raad van Europa, permanente vertegenwoordigingen van andere lidstaten en met de Nederlandse delegatie in de Parlementaire Assemblee (PACE) van de Raad van Europa.
-
3.4 Versterkte Nederlandse positie in de Unie van 28
-
-
-
•Jaarlijkse bijdrage aan de Benelux. Het Benelux-verdrag dient twee doelen: het vervullen van een voortrekkersrol binnen de Europese Unie en grensoverschrijdende samenwerking, vooral op het gebied van economie, duurzame ontwikkeling en justitie/binnenlandse zaken. Daarnaast werkt Nederland in Benelux-verband ook samen op buitenlandspolitiek terrein.
-
-
-
-
•Subsidie aan European Institute for Public Administration (EIPA). Het EIPA heeft als doel het ontwikkelen van de capaciteiten van ambtenaren in het omgaan met EU-aangelegenheden.
-
-
-
-
•Brexit-programma’s gericht op geschillenbeslechting, monitoring en toezicht, en hoe om te gaan met verschillen in regelgeving («dynamische equivalentie’). Daarnaast mogelijke studies op gebied van geschillenbeslechting in een nieuwe relatie EU-VK en /of regelgeving, in algemene zin of in bepaalde sectoren.
-
3.10 Ontvangsten
-
-
-
•De ontvangsten onder dit beleidsartikel betreffen de zogenaamde perceptiekostenvergoeding die Nederland ontvangt voor de kosten die gemaakt worden bij de inning van de douanerechten. Deze ontvangsten zijn begrotingstechnisch niet gekoppeld aan de begroting van de Nederlandse Douane.
-
Artikel 4: Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
A: Algemene Doelstelling
Het verlenen van excellente consulaire diensten aan Nederlanders in nood in het buitenland, evenals het verstrekken van reisdocumenten aan Nederlanders in het buitenland. Daarnaast levert het Kabinet een bijdrage aan een gereguleerd personenverkeer door de Nederlandse inbreng in het Europese visumbeleid en is, naast het opstellen van ambtsberichten, verantwoordelijk voor de visumverlening kort verblijf.
Het versterken van de Nederlandse cultuursector door internationale uitwisseling en presentatie; meer ruimte voor cultuur in een veilige, rechtvaardige en toekomstbestendige wereld en verbindingen leggen met economische diplomatie en andere prioriteiten van het buitenlands beleid, zoals het mensenrechtenbeleid.
Nederland heeft een internationaal toonaagevende positie als gastland van vele internationale organisaties en internationale hoven en tribunalen. Als gastland heeft Nederland de verantwoordelijkheid de in Nederland gevestigde instellingen te ondersteunen opdat deze onafhankelijk, veilig en efficiënt kunnen functioneren.
B: Rol en verantwoordelijkheid
De Minister is verantwoordelijk voor de volgende zaken:
Consulaire dienstverlening
Uitvoeren
-
-
-
•Visumbeleid kort verblijf van het Koninkrijk der Nederlanden;
-
-
-
-
•Afgifte van machtigingen voorlopig verblijf (MVV’s) op de posten;
-
-
-
-
•Afname van inburgeringsexamens buitenland;
-
-
-
-
•Orange Carpet-beleid, ter bevordering van het Nederlandse bedrijfsleven;
-
-
-
-
•Bijstand aan Nederlanders in nood in het buitenland;
-
-
-
-
•Begeleiding van Nederlanders die in het buitenland gedetineerd zijn;
-
-
-
-
•Uitbrengen van reisadviezen;
-
-
-
-
•Crisisrespons;
-
-
-
-
•Afgifte van Nederlandse reisdocumenten in het buitenland en van diplomatieke en dienstpaspoorten;
-
-
-
-
•Afgifte van consulaire verklaringen en legalisaties;
-
-
-
-
•Opstellen van Individuele ambtsberichten (IAB’s) en Algemene ambtsberichten (AAB’s) op verzoek van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.
-
Indicator als uitvoeringsverantwoordelijke:
Visumbeleid kort verblijf van het Koninkrijk der Nederlanden
Indicator
Realisatie 01.01.16 t/m 31.12.16
Streefwaarde 2016
Streefwaarde 2017
Streefwarde 2018
Streefwaarde 2019
Percentage visumaanvragen kort verblijf dat binnen 15 dagen wordt afgehandeld
89%
85%
85%
85%
85%
Bron: Ministerie van Buitenlandse Zaken
De norm voor de doorlooptijd van visumaanvragen (Schengen) bedraagt 15 dagen conform de EU Visumcode (in werking getreden per 5.4.2010). Deze periode kan in bijzondere gevallen worden verlengd tot 60 dagen. Het percentage visumaanvragen dat binnen 15 dagen is afgehandeld komt in 2016 uit op 89%. Dit is boven de streefwaarde, zie tabel.
NB: De doorlooptijd is het aantal dagen dat zit tussen het indienen van een ontvankelijke visumaanvraag tot aan het moment van bekendmaken of uitreiken van de beslissing op de aanvraag.
Regisseren
-
-
-
•Europees visum- en migratiebeleid en Caraïbisch visumbeleid;
-
-
-
-
•Bilaterale dimensie van visum- en migratiebeleid.
-
Nederlandse cultuur en publieksdiplomatie
De uitvoering van het Internationaal Cultuurbeleid (ICB) is een gedeelde verantwoordelijkheid van de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. De inzet op het gebied van Publieksdiplomatie valt onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Buitenlandse Zaken.
Stimuleren
-
-
-
•Promotie van Nederlandse kunst en cultuur in het buitenland en identificatie van internationale kansen en ontwikkelingen voor de Nederlandse culturele sector en creatieve industrie.
-
-
-
-
•Buitenlandse bezoekersprogramma’s.
-
-
-
-
•Het inzetten van publieksdiplomatie door het postennetwerk en BZ om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen.
-
Regisseren
-
-
-
•Beleidsvorming en uitvoering van het Internationaal Cultuurbeleid.
-
-
-
-
•Afstemming met culturele fondsen en ondersteunende instellingen over internationale activiteiten.
-
-
-
-
•Ondersteuning van het buitenlandpolitieke- en economische beleid door publieksdiplomatie en cultuur in te zetten, bijvoorbeeld als instrument in de dialoog over mensenrechten.
-
Financieren
-
-
-
•Van een sterke cultuursector die in kwaliteit groeit door internationale uitwisseling en duurzame samenwerking en die in het buitenland wordt gezien en gewaardeerd.
-
-
-
-
•Meer ruimte voor een bijdrage van cultuur aan een veilige, rechtvaardige en toekomstbestendige wereld.
-
-
-
-
•Cultuur wordt effectief ingezet binnen de moderne diplomatie.
-
Aantrekkelijk vestigingsklimaat internationale organisaties
Stimuleren
-
-
-
•Bijdragen aan vorming van nationaal beleid dat bijdraagt aan een goed vestigingsklimaat (voorwaardescheppend beleid).
-
-
-
-
•Nauwe samenwerking met stakeholders op het gebied van vestigingsklimaat binnen overheid.
-
Financieren
-
-
-
•Ondersteunen van de in Nederland gevestigde internationale organisaties zodat zij onafhankelijk, efficiënt en effectief kunnen opereren.
-
-
-
-
•Incidentele ondersteuning van internationale organisaties bij vestiging in Nederland (huisvesting).
-
-
-
-
•Incidentele ondersteuning van activiteiten die de zichtbaarheid van Nederland als gastland versterken.
-
Regisseren
-
-
-
•Waarborgen van gecoördineerde beleidsinzet en communicatie richting internationale organisaties in Nederland.
-
-
-
-
•Werving van internationale organisaties met economisch en/of politiek belang voor Nederland.
-
-
-
-
•Toezicht houden op de uitvoering van zetelverdragen en afspraken met internationale organisaties.
-
C: Beleidswijzigingen
-
-
-
•Zoals opgenomen in het beleidskader internationaal cultuurbeleid 2017-2020 wordt voor de versterking van de Nederlandse cultuursector gekozen voor 8 focuslanden (voorheen 15) waarbij de meest betrokken partijen (diplomatieke posten, fondsen, DutchCulture, anderen) samen optrekken op basis van een meerjarige strategie.
-
-
-
-
•Nieuwe doelstelling om met cultuur een bijdrage te leveren aan een veilige, rechtvaardige en toekomstbestendige wereld gericht op zeven landen in de ring rondom Europa en bundeling van middelen om hier op geintegreerde wijze invulling te geven. De afgeronde beleidsdoorlichting Publieksdiplomatie leidt niet tot een wijziging van beleid. Er worden verbeteringen doorgevoerd in uitvoering.
-
D1: Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 4 Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
Bedragen in EUR 1.000
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Verplichtingen
76.990
45.230
42.472
48.422
42.372
41.372
47.372
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
69.776
51.231
50.093
49.456
49.448
49.536
49.536
waarvan juridisch verplicht
58%
4.1
Op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienstverlening bieden aan Nederlanders in het buitenland
13.378
13.645
13.645
13.645
13.645
13.645
13.645
Subsidies
Gedetineerdenbegeleiding
2.073
1.900
1.900
1.900
1.900
1.900
1.900
Opdrachten
Consulaire bijstand
245
259
259
259
259
259
259
Gedetineerdenbegeleiding
200
200
200
200
200
200
Reisdocumenten en verkiezingen
3.932
4.320
4.320
4.320
4.320
4.320
4.320
Consulaire opleidingen
147
400
400
400
400
400
400
Consulaire informatiesystemen
6.981
6.566
6.566
6.566
6.566
5.000
5.000
Overige
1.566
1.566
4.2
Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren
7.659
6.304
6.199
6.199
6.199
6.199
6.199
Opdrachten
Visumverlening
1.080
1.100
1.100
1.100
1.100
1.100
1.100
Ambtsberichtenonderzoek
20
150
150
150
150
150
150
Legalisatie en verificatie
67
80
80
80
80
80
80
Consulaire informatiesystemen
5.653
4.111
4.006
4.006
4.006
4.006
4.006
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Asiel en migratie
841
863
863
863
863
863
863
4.3
Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur
7.154
7.876
7.856
7.856
7.856
8.944
8.944
Subsidies
Internationaal Cultuurbeleid
6.039
7.836
7.856
7.856
7.856
8.944
8.944
Erfgoed
1.116
40
4.4
Het inzetten van Publieksdiplomatie door het Postennetwerk en BZ om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen
18.999
19.401
19.606
19.606
19.648
18.648
18.648
Subsidies
Instituut Clingendael
2.797
800
800
800
800
800
800
Programma ondersteuning buitenlands beleid
3.628
4.658
4.124
4.124
4.058
3.058
3.058
overige subsidies
281
40
Opdrachten
Onderzoeksprogramma's
1.620
1.620
1.620
1.620
1.620
1.620
Bezoeken hoogwaardigheidsbekleders en uitgaven Corps Diplomatique en internationale Organisaties
2.861
3.000
3.000
3.000
3.000
3.000
3.000
waarvan in- en uitgaande Staatsbezoeken
1.779
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
Adviesraad Internationale vraagstukken
407
525
525
525
525
525
525
Internationale manifestaties en diverse bijdragen
131
180
landenprogramma's algemene voorlichting en kleine programma's
3.105
Bijdragen (inter)nationale organisaties
landenprogramma's algemene voorlichting en kleine programma's
4.429
8.028
9.017
9.017
9.125
9.125
9.125
Europese bewustwording
312
550
520
520
520
520
520
4.5
Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland
22.586
4.005
2.787
2.150
2.100
2.100
2.100
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Speciaal Tribunaal Libanon
1.918
1.900
320
Internationaal Strafhof
19.833
1.135
1.200
1.150
1.100
1.100
1.100
Nederland Gastland
835
970
1.267
1.000
1.000
1.000
1.000
Ontvangsten
52.618
42.090
42.090
42.090
42.090
42.090
42.090
4.10
Consulaire dienstverlening aan Nederlanders
19.790
18.300
18.300
14.300
14.300
14.300
14.300
4.20
Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen
32.034
23.000
23.000
27.000
27.000
27.000
27.000
4.40
Doorberekening Defensie diversen
794
790
790
790
790
790
790
D2: Budgetflexibiliteit
De uitgaven ten behoeve van het op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienstverlening bieden aan Nederlanders in het buitenland zijn voor wat betreft de subsidies volledig juridisch verplicht. Voor de consulaire informatiesystemen zijn de verplichtingen nog niet juridisch vastgelegd maar worden gedurende het jaar ingevuld. Daarnaast worden uitgaven gedaan om de inkoop van de te verstrekken reisdocumenten te financieren. De geplande uitgaven ten behoeve van het samen met (keten-)partners reguleren van het personenverkeer zijn nog niet juridisch verplicht en worden aan de hand van de afgifte van visa bepaald. Hiervoor worden aan het begin van het begrotingsjaar verplichtingen aangegaan. Binnen het artikelonderdeel grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur zijn de uitgaven voor de landenprogramma’s nog niet juridisch verplicht. Deze verplichtingen worden in het begrotingsjaar zelf aangegaan. Voor het onderdeel het inzetten van publieksdiplomatie door het postennetwerk en BZ om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen zijn ramingen opgenomen die nog niet juridisch vastliggen. Het gaat dan om activiteiten op het gebied van voorlichting, landenprogramma’s, bezoeken van hoogwaardigheidsbekleders en uitgaven voor het Corps Diplomatique en internationale organisaties. Het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) is voor 30% juridisch verplicht en wordt gedurende het jaar verder ingevuld. De subsidie voor Clingendael is geheel juridisch vastgelegd. Ten slotte is voor het onderdeel gastlandbeleid ruim 90% van het geraamde budget juridisch verplicht. Dit betreft specifiek de uitgaven voor het Internationaal Strafhof en het Speciaal Tribunaal Libanon.
E: Artikelonderdelen
4.1 Op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienstverlening bieden aan Nederlanders in het buitenland
-
-
-
•Verlenen van financiële- en niet financiële consulaire bijstand aan Nederlanders in nood en/of schrijnende gevallen;
-
-
-
-
•(Stille) diplomatie met oog op eerlijke rechtsgang voor Nederlandse gedetineerden;
-
-
-
-
•Verstrekken van reisadviezen;
-
-
-
-
•Bijstaan van Nederlanders in geval van crises; als dat noodzakelijk en mogelijk is, organiseren, waar mogelijk met partnerlanden, van evacuaties;
-
-
-
-
•Verstrekken van reisdocumenten en opmaken van consulaire akten en verklaringen;
-
-
-
-
•Adviseren en ondersteunen van Nederlandse gedetineerden door gedifferentieerde bezoekfrequentie, in bepaalde landen maandelijkse giften aan gedetineerden, en subsidies ten behoeve van resocialisatie, extra zorg en juridisch advies;
-
-
-
-
•Consulaire informatiesystemen om de primaire consulaire processen te kunnen afhandelen;
-
-
-
-
•Organiseren van opleidingen gericht op optimalisatie van consulaire werkprocessen.
-
4.2 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren
-
-
-
•Verstrekken van visa kort verblijf;
-
-
-
-
•Inname van aanvragen voor MVV’s;
-
-
-
-
•Afnemen van inburgeringsexamens;
-
-
-
-
•Verrichten van legalisaties en uitvoeren van verificatieonderzoeken;
-
-
-
-
•Consulaire informatiesystemen om de primaire consulaire processen te kunnen afhandelen;
-
-
-
-
•Op verzoek van het Ministerie van Veiligheid en Justitie worden algemene en individuele ambtsberichten opgesteld, waarop door V&J mede het toelatings- en terugkeerbeleid wordt gebaseerd;
-
-
-
-
•Diplomatie voor het bemiddelen bij terugkeer van vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf;
-
-
-
-
•Samenwerking met instanties in en buiten Nederland, de EU en internationale organisaties;
-
-
-
-
•In het kader van versterkte Europese samenwerking maken van afspraken over wederzijdse visumvertegenwoordiging.
-
4.3 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur
-
-
-
•Subsidieverlening via de posten en aan DutchCulture voor internationale culturele activiteiten.
-
-
-
-
•Ondersteuning van initiatieven in zeven landen in de ring rondom Europa die de lokale cultuursector versterken, cultuurparticipatie vergroten, de leefomgeving in steden verbeteren en behoud van lokaal cultureel erfgoed verduurzamen.
-
4.4 Het inzetten van publieksdiplomatie door het postennetwerk en BZ om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen
-
-
-
•Via strategische beleidscommunicatie richt Buitenlandse Zaken zich op die doelgroepen die van belang zijn bij het ontwikkelen, bereiken en uitdragen van beleidsdoelstellingen op het terrein van buitenlandbeleid. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor de media en via persoonlijke contacten als bijeenkomsten. Daarnaast worden online kanalen ingezet, zoals Facebook en twitter.
-
-
-
-
•Bijdrage aan publieksdiplomatie, waarmee Nederlandse ambassades activiteiten op het gebied strategische beleidscommunicatie, beeldvorming over Nederland en internationaal cultuurbeleid kunnen ondersteunen of opstarten;
-
-
-
-
•Subsidie ten behoeve van Instituut Clingendael;
-
-
-
-
•Vanuit het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) worden eenmalige katalyserende activiteiten gefinancierd ter ondersteuning van de doelstellingen van het Nederlandse buitenlandbeleid;
-
-
-
-
•Ondersteuning van de diplomatieke missies, internationale organisaties en hoven en tribunalen in Nederland. Dit omvat o.m. het faciliteren van ambassades, hoven en tribunalen en internationale organisaties en hun medewerkers, maar ook het toepassen, interpreteren, handhaven en implementeren van de Weense verdragen en zetelovereenkomsten en de toepasselijke Nederlandse wet- en regelgeving.
-
-
-
-
•Voor uitgaven ten behoeve van uitgaande staatsbezoeken, officiële bezoeken en werkbezoeken van het Koninklijk Huis, inkomende bezoeken van hoogwaardigheidsbekleders, Corps Diplomatique en Internationale Organisaties wordt EUR 2 mln. geraamd.
-
4.5 Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland
-
-
-
•Ondersteunen en stimuleren van voorwaardescheppend nationaal beleid (adequaat aanbod van internationaal onderwijs, passende huisvesting van internationale organisaties, heldere en uitvoerbare fiscale regelingen etc.).
-
-
-
-
•Ondersteuning bij het profileren van Den Haag als wereldwijd centrum van kennis op het gebied van vrede en recht;
-
-
-
-
•Rijksbrede coordinatie van gastlandzaken tav internationale organisaties, mede via de Rjkswerkgroep Internationale Organisaties.
-
-
-
-
•Ondersteuning van de in Nederland gevestigde internationale organisaties opdat deze onafhankelijk, veilig en efficiënt kunnen functioneren. Dit omvat het faciliteren van internationale organisaties en hun medewerkers, maar ook het toepassen, interpreteren, handhaven en implementeren van de Weense verdragen en zetelovereenkomsten en de toepasselijke Nederlandse wet- en regelgeving.
-
Ontvangsten
De ontvangsten onder dit artikel bestaan hoofdzakelijk uit leges voor de afgifte van reisdocumenten, visa en de legalisatie van documenten.
-
4.NIET-BELEIDSARTIKELEN
Artikel 5: Geheim Niet-beleidsartikel 5 Geheim
Bedragen in EUR 1.000
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Verplichtingen
0
0
0
0
0
0
0
Uitgaven
0
0
0
0
0
0
0
Op dit artikel worden geheime uitgaven verantwoord.
Artikel 6: Nominaal en Onvoorzien Niet-beleidsartikel 6 Nominaal en onvoorzien
Bedragen in EUR 1.000
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Verplichtingen
0
-
-1.057
68.329
64.824
109.494
121.830
148.415
Uitgaven:
Uitgaven totaal
0
-
-1.057
68.329
64.824
109.494
121.830
148.415
6.1
Nominaal en onvoorzien
0
-
-1.057
68.329
64.824
109.494
121.830
148.415
Op dit artikel worden uitgaven verantwoord die samenhangen met de HGIS-indexering en HGIS-besluitvorming bij Voorjaarsnota.
Artikel 7: Apparaat
A: Personele en materiële uitgaven
Dit artikel betreft de apparaatsuitgaven van zowel het postennetwerk in het buitenland als het departement in Den Haag, exclusief de personele uitgaven voor de politieke leiding en attachés van andere ministeries. Het omvat de verplichtingen voor en uitgaven aan het ambtelijk personeel, de overige personele uitgaven en het materieel.
Personeel:
De personele uitgaven vallen uiteen in de volgende categorieën: (1) Uitgaven voor het ambtelijk personeel; Dit betreft de algemene ambtelijke leiding van het departement (met uitzondering van de secretaris-generaal, plaatsvervangend secretaris-generaal en directeuren-generaal3), de beleidsdirecties en de ondersteunende diensten. (2) Uitgaven voor het uitgezonden personeel op de ambassades (zoals salaris, vergoedingen en dienstreizen). (3) Uitgaven voor het lokaal aangenomen personeel op de ambassades.
Materieel:
De materiële uitgaven hebben betrekking op de uitgaven voor de exploitatie van en investeringen in het departement in Den Haag en de vertegenwoordigingen in het buitenland. Hieronder vallen onder andere de verplichtingen en uitgaven voor (1) huisvesting zoals huur van kanselarijen, residenties, personeelswoningen en het kantoor in Den Haag, klein onderhoud en bouwkundige projecten, (2) beveiligingsmaatregelen, (3) ICT uitgaven zoals automatisering en communicatiemiddelen en (4) bedrijfsvoeringsuitgaven. Specifiek wordt van de materiële uitgaven aangegeven welk deel hiervan betrekking heeft op ICT uitgaven en hoeveel van de uitgaven via een Rijksbrede shared service organisatie (SSO) worden verricht.
Budgettaire gevolgen:
Niet-beleidsartikel 7 Apparaat
Bedragen in EUR 1.000
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Verplichtingen
753.500
714.784
681.801
675.628
672.221
672.221
672.367
Uitgaven
744.579
715.219
667.613
659.085
655.183
655.501
655.647
7.1.1
Personeel
477.859
468.960
460.242
455.662
452.226
452.830
452.917
waarvan eigen personeel
465.921
460.960
452.242
448.162
444.726
445.830
445.917
waarvan Inhuur extern
11.938
8.000
8.000
7.500
7.500
7.000
7.000
waarvan overige personele uitgaven
7.1.2
Materieel
266.720
246.259
207.371
203.423
202.957
202.671
202.730
waarvan ICT
44.758
40.000
40.000
35.000
35.000
35.000
35.000
waarvan bijdragen aan SSO's
74.017
55.000
55.000
55.000
50.000
50.000
50.000
waarvan overige materieel
147.945
151.259
112.371
113.423
117.957
117.671
117.730
7.2
Koersverschillen
0
pm
pm
pm
pm
pm
pm
Ontvangsten
48.102
21.450
21.450
21.450
21.450
21.450
21.450
7.10
Diverse ontvangsten
44.267
21.450
21.450
21.450
21.450
21.450
21.450
7.11
Koersverschillen
3.835
pm
pm
pm
pm
pm
pm
B: Totaaloverzicht apparaatsuitgaven en -kosten Buitenlandse Zaken
Totaaloverzicht apparaatsuitgaven Ministerie van Buitenlandse Zaken (bedragen x EUR 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
departement (uitgaven)
744.579
715.219
667.613
659.085
655.183
655.501
655.647
Buitenlandse Zaken heeft geen baten-lastendienst of ZBO.
C: Verdeling apparaatsuitgaven naar beleid
De Minister van Financiën heeft de Kamer, in het kader van «verantwoord begroten», toegezegd de apparaatsuitgaven indicatief te verdelen over de beleidsartikelen. Omdat de apparaatsuitgaven niet specifiek toe te rekenen zijn naar beleidsartikelen kiest Buitenlandse Zaken ervoor een splitsing aan te geven naar uitgaven op het kerndepartement en op de posten. Van de totale apparaatskosten van EUR 668 miljoen in 2018 kan ca. EUR 216 miljoen toe worden gerekend aan het kerndepartement. Bij de verdeling van de kosten hieronder is het aantal fte’s per directoraat generaal als uitgangspunt genomen. Het restant (EUR 452 miljoen) zijn uitgaven die toegerekend kunnen worden aan het postennetwerk. Verder is op basis van een inventarisatie van de thematische invulling van de personele inzet in het postennetwerk een schatting gegeven van de kosten op een aantal terreinen. Deze terreinen zijn: economische diplomatie, cultuur, politiek, ontwikkelingssamenwerking, management, consulair en beheer. In onderstaande overzichten is de verdeling schematisch opgenomen.
D: Taakstelling Buitenlandse Zaken (generiek en postennet)
In het regeerakkoord is afgesproken op de rijksoverheid een oplopende taakstelling op het apparaat vanaf 2016 op te nemen. Voor Buitenlandse Zaken is dit EUR 60 miljoen en daarnaast structureel EUR 40 miljoen voor het HGIS-postennet. Naar aanleiding van de motie Sjoerdsma is de taakstelling op het HGIS-postennet gehalveerd. Langs de lijnen van de Kamerbrief «Voor Nederland, Wereldwijd» is invulling gegeven aan de bezuinigingen en investeringen. Bij de behandeling van de begroting 2015 is de motie Van Ojik aangenomen. Hierin wordt de regering verzocht extra financiële middelen in te zetten voor de versterking van diplomatieke capaciteit ter bevordering van de internationale rechtsorde en vrede en veiligheid, en de economische positie van Nederland. In de Kamerbrief over de Nederlandse diplomatie is uiteengezet hoe Buitenlandse Zaken de komende jaren de slagkracht gaat versterken. De versterking vindt daar plaats waar het nodig is om de Nederlandse belangen te dienen. Dit gebeurt door inzet op de thema’s veiligheid en stabiliteit, migratie, Europese samenwerking en versterking van de economische positie van Nederland. Op deze terreinen wordt het diplomatieke netwerk, dat bestaat uit personele capaciteit op posten, bij internationale organisaties en in Den Haag, versterkt. Nederland is daarmee beter in staat om zijn rol te spelen, verantwoordelijkheid te nemen en de eigen belangen te behartigen.
Het totaal van de taakstelling is hieronder weergegeven.
(x EUR mln)
2015
2016
2017
2018
structureel
Taakstelling Rutte II BZ
0
22,3
49,7
60,8
60,8
Taakstelling Rutte II HGIS Postennet
40
40
40
40
40
Motie Sjoerdsma HGIS postennet
-
-20
-
-20
-
-20
-
-20
-
-20
Motie Van Ojik intensivering
-
-8
-
-8
-
-16
-
-20
-
-20
Totaal
12
34,3
53,7
60,8
60,8
In de begroting 2018 zijn bovengenoemde bedragen verwerkt op het budget voor apparaatsuitgaven. Het grootste deel van de taakstelling is inmiddels gerealiseerd. De taakstelling op huisvesting is nog in uitvoering (zie volgende paragraaf).
E: Actuele ontwikkelingen
Bundeling ondersteunende diensten door taakspecialisatie
In 2010 heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken besloten om consulaire, financiële en bedrijfsvoeringstaken, die op de verschillende posten werden uitgevoerd en waarvan het niet noodzakelijk was deze ter plekke uit te voeren, onder te brengen in Regionale Service Organisaties. Deze regionalisering van werkzaamheden vond plaats tussen 2010 en 2014 en heeft bijgedragen aan een kwaliteitsverbetering en het realiseren van de taakstelling waar het Ministerie voor stond. Daarnaast is in 2016 de financiële dienstverlening op het departement gebundeld in de Financiële Service Organisatie (FSO).
Het Ministerie streeft ernaar in de periode vanaf 2018 de kwaliteit, doelmatigheid en continuïteit van de wereldwijde consulaire diensten en bedrijfsvoering verder te verbeteren.
In dit kader heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken besloten om de taken van de huidige zeven Regionale Service Organisaties in 2018 en 2019 over te hevelen naar Den Haag. De financiële dienstverlening voor de posten zal worden belegd bij de recent opgerichte Financiële Service Organisatie (FSO). De niet-financiële bedrijfsvoering bij de interdepartementale Shared Service Organisatie 3W. Ten slotte wordt voor de consulaire backofficetaken de Consulaire Service Organisatie (CSO) opgericht. Doelstelling is een optimale, doelmatige en klantgerichte ondersteuning van het postennet.
Digitalisering
In 2018 werkt Buitenlandse Zaken verder aan de modernisering van de diplomatie. Een belangrijk onderdeel binnen de modernisering is de vernieuwing van IT-processen en diensten ten behoeve van de primaire processen. De departementale Informatiestrategie voor de periode 2016 - 2019 kent de volgende hoofdthema’s: excellente dienstverlening aan burgers en bedrijven, een slagvaardige diplomatie die wereldwijd digitaal en mobiel kan werken en een verdergaande toepassing van data en fact-based evidence in haar processen.
Dit betekent een omvangrijk verandertraject, dat voorziet in een geheel nieuwe architectuur en de inzet van moderne technologieën voor de digitale ondersteuning van de rijksbrede Nederlandse diplomatie in het buitenland. In 2018 moeten de eerste resultaten hiervan zichtbaar zijn. Daarbij zal BZ steeds meer gebruik gaan maken van internationaal beschikbare clouddiensten. Dit is bijvoorbeeld van groot belang voor een moderne consulaire dienstverlening (zie hiertoe tevens beleidsartikel 4). Belangrijk daarin is ook de manier waarop met data en informatie binnen Buitenlandse Zaken wordt omgegaan, de rode lijn hierin is «open tenzij».
In 2018 worden samen met het Ministerie van Financiën stappen gezet ter verdere ontwikkeling van de digitale begroting en wordt steeds meer informatie over projecten en resultaten voor ontwikkelingssamenwerking ontsloten via Openaid.nl. Tegelijkertijd wil BZ de digitale weerbaarheid van de organisatie vergroten vanwege de toegenomen cyberdreiging, in het bijzonder spionage en de aangescherpte privacyregelgeving (zie hiervoor ook beleidsartikel 2). Voorts investeert BZ in 2018 in verdere modernisering van ICT-expertise op en voor het postennet.
Tot slot zal digitale archivering worden gestimuleerd door meer te werken aan bewustwording en het gebruikersgemak te vergroten door koppeling van het archiefsysteem Sophia aan andere systemen.
Vernieuwing personeelsbeleid
In het kader van de modernisering diplomatie is een nieuw personeelsbeleid vanaf 2015 van kracht. Doelstelling is te investeren in kwaliteit, flexibiliteit en diversiteit van het personeel door een meer transparant en strategisch personeelsbeleid. In 2018 zal worden geïnvesteerd in de verdere verdieping van de Strategische Personeelsplanning, de P-Schouw en de Gesprekscyclus. Daarnaast is ten behoeve van de kwaliteit van de internationale functie binnen het rijk de Academie voor Internationale Betrekkingen (AIB) opgericht. De Academie biedt een flink aantal nieuwe en vernieuwde programma’s aan waar in toenemende mate Rijksbreed wordt deelgenomen. Begin 2018 zullen besluiten over doorontwikkeling van de Academie worden genomen. In 2017 en 2018 zal de Auditdienst Rijk een meting uitvoeren naar de effecten van de ingezette veranderingen, van daaruit wordt de focus steeds verder aangescherpt.
Meerjarenplan huisvesting
Doel van het huisvestingsbeleid van Buitenlandse zaken is om ambassadekantoren waar mogelijk functioneel en doelmatig in te richten conform Het Nieuwe Werken (HNW) en ter ondersteuning van de modernisering van diplomatie. Panden worden afgestoten, aangeschaft of verbouwd conform een op functionaliteit gericht rationaliseringsplan in de komende tien jaar en rekening houdend met de duurzaamheidsdoelstellingen die voortvloeien uit het Parijs Akkoord. Hiermee wordt tevens een structurele bezuiniging ingevuld van EUR 20 miljoen op de huisvestingsuitgaven in het buitenland.
Ten einde de gewenste efficiëntieslag te kunnen maken is in 2013 een middelenafspraak overeengekomen tussen Buitenlandse Zaken en Financiën (het «Huisvestingsfonds»). Daarbij is afgesproken dat ontvangsten uit de verkoop van onroerend goed in het buitenland in latere jaren kunnen worden ingezet voor investeringen die samenhangen met de voorgenomen besparingen op de huisvesting in het buitenland.
Zoals toegezegd tijdens het Wetgevingsoverleg over het jaarverslag van Buitenlandse Zaken van 12 juni 2017 is hieronder een overzicht opgenomen van de onroerend goed mutaties die gemoeid zijn met de middelenafspraak. Verder is in het overzicht een raming opgenomen van de verwachte opbrengsten en investeringen in 2018. Het onderstaande overzicht is, zoals aan de Kamer toegezegd, op hoofdlijnen om de onderhandelingspositie bij aankoop en verkoop niet te schaden. De uiteindelijke opbrengsten van verkoop zijn onder meer afhankelijk van de vastgoedmarkt in de betreffende landen. Op 1 januari 2017 was het saldo voor investeringen EUR 24,7 miljoen.
Overzicht mutaties middelenafspraak huisvesting begroting Buitenlandse Zaken
opbrengst verkoop onroerend goed
toelichting
investering onroerend goed
toelichting
2013
EUR 14,4 mln
Verkopen van panden in Managua, Dakar, Abidjan, Lusaka, Jakarta, Guatemala-Stad, Kaapstad, Kaboel en Harare.
nvt
nvt
2014
EUR 13,3 mln
Verkopen van panden in Kaapstad, Kaboel, La Paz, Londen, Boedapest en Brussel.
nvt
nvt
2015
EUR 3,8 mln
Verkopen van panden in La Paz, Kopenhagen en Pretoria.
nvt
nvt
2016
EUR 7,4 mln
Verkopen van panden in Harare, Boedapest en Parijs
-
-EUR 14,4 mln
Investering in vastgoed (verbouwing/ aanschaf) in onder andere Zagreb, Seoul. San Jose (EUR 9 mln). Plus overige investeringen in apparaat (EUR 5,4 mln).
2017
EUR 12,8 mln
Geraamde verkopen van panden (of delen van panden) in Bogota, Harare, Khartoum, Port of Spain, Rabat, Santiago de Chile, Rio de Janeiro, San Jose.
-
-EUR 13,2 mln
Geraamde investeringen in vastgoed (verbouwing/ aanschaf) in o.a. Tunis, Santiago de Chile, Kiev, Lima.
2018
EUR 21,0 mln
Geraamde verkopen van panden.
-
-EUR 25,0 mln
Geraamde investeringen in vastgoed in onder meer Seoul, Ankara, Peking, Londen.
-
5.BIJLAGEN
BIJLAGE 1: VERDIEPINGSBIJLAGE
In het verdiepingshoofdstuk wordt informatie gegeven over de budgettaire aansluiting tussen de Ontwerpbegroting 2017 en de begroting 2018. De mutaties t/m de eerste suppletoire begroting 2017 zijn eerder al bij de eerste suppletoire begroting 2017 toegelicht.
Artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten (uitgaven)
Opbouw uitgaven (EUR 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Stand ontwerpbegroting 2017
110.249
108.905
108.905
109.005
109.005
mutatie nota van wijziging 2017
0
0
0
0
0
mutatie amendement 2017
0
0
0
0
0
Mutatie 1e suppletoire begroting 2017
4.431
900
0
0
0
nieuwe mutaties
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2018
110.812
114.680
109.805
108.905
109.005
109.005
109.005
Artikel 2 Veiligheid en stabiliteit (uitgaven)
Opbouw uitgaven (EUR 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Stand ontwerpbegroting 2017
250.598
246.720
246.078
245.087
245.087
mutatie nota van wijziging 2017
0
0
0
0
0
mutatie amendement 2017
0
0
0
0
0
Mutatie 1e suppletoire begroting 2017
25.142
2.650
2.700
2.708
2.708
nieuwe mutaties
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2018
318.845
275.740
249.370
248.778
247.795
247.795
247.795
Artikel 2 Veiligheid en stabiliteit (ontvangsten)
Opbouw ontvangsten (EUR 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Stand ontwerpbegroting 2017
1.212
1.227
1.242
1.242
1.242
mutatie nota van wijziging 2017
0
0
0
0
0
mutatie amendement 2017
0
0
0
0
0
Mutatie 1e suppletoire begroting 2017
0
0
0
0
0
nieuwe mutaties
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2018
2.760
1.212
1.227
1.242
1.242
1.242
1.242
Artikel 3 Europese samenwerking (uitgaven)
Opbouw uitgaven (EUR 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Stand ontwerpbegroting 2017
7.756.749
8.721.560
8.615.973
8.769.784
9.020.643
mutatie nota van wijziging 2017
0
0
0
0
0
mutatie amendement 2017
0
0
0
0
0
Mutatie 1e suppletoire begroting 2017
-
-87.102
335.486
-
-25.469
-
-26.362
-
-26.362
nieuwe mutaties
-
-385.672
-
-667.841
627.338
633.814
249.857
Stand ontwerpbegroting 2018
8.862.286
7.283.975
8.389.205
9.217.842
9.377.236
9.244.138
9.508.592
Toelichting uitgaven artikel 3
Met name door grote vertragingen in de uitvoering van het cohesiebeleid treedt er in de jaren 2016, 2017 en 2018 forse onderuitputting op. Door middel van een technische aanpassing van het Meerjarig Financieel Kader (MFK) worden deze middelen naar latere jaren geschoven. De meevallers in de afdrachten in 2017 en 2018 leiden daardoor tot tegenvallers in 2019 en 2020. Daarnaast is in deze schuif ook het effect van de begroting 2018 opgenomen. De marge van EUR 9,1 miljard die in het Commissievoorstel voor de EU-begroting 2018 is opgenomen zal naar alle waarschijnlijkheid niet tot betalingen leiden in 2018. Overige ramingsbijstellingen betreffen onder andere de effecten van de nieuwe Spring Forecast/ACOR raming van de Commissie op de verschillende grondslagen voor de afdrachten.
Artikel 3 Europese samenwerking (ontvangsten)
Opbouw ontvangsten (EUR 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Stand ontwerpbegroting 2017
641.003
653.820
666.894
680.229
700.631
mutatie nota van wijziging 2017
0
0
0
0
0
mutatie amendement 2017
0
0
0
0
0
Mutatie 1e suppletoire begroting 2017
3.154.041
97
97
96
96
nieuwe mutaties
-
-30.631
32.984
33.642
34.315
28.201
Stand ontwerpbegroting 2018
1.135.998
3.764.413
686.901
700.633
714.640
728.928
741.382
Toelichting ontvangsten artikel 3
De ontvangsten zijn bijgesteld als gevolg van de effecten van de nieuwe Spring Forecast/ACOR raming van de Commissie.
Artikel 4 Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen (uitgaven)
Opbouw uitgaven (EUR 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Stand ontwerpbegroting 2017
48.541
48.763
48.176
48.176
48.176
mutatie nota van wijziging 2017
0
0
0
0
0
mutatie amendement 2017
2.500
0
0
0
0
Mutatie 1e suppletoire begroting 2017
150
1.330
1.280
1.272
1.360
nieuwe mutaties
40
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2018
69.776
51.231
50.093
49.456
49.448
49.536
49.536
Artikel 4 Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen (ontvangsten)
Opbouw ontvangsten (EUR 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Stand ontwerpbegroting 2017
42.090
42.090
42.090
42.090
42.090
mutatie nota van wijziging 2017
0
0
0
0
0
mutatie amendement 2017
0
0
0
0
0
Mutatie 1e suppletoire begroting 2017
0
0
0
0
0
nieuwe mutaties
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2018
52.618
42.090
42.090
42.090
42.090
42.090
42.090
Artikel 5 Geheim
Opbouw uitgaven (EUR 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Stand ontwerpbegroting 2017
0
0
0
0
0
mutatie nota van wijziging 2017
mutatie amendement 2017
Mutatie 1e suppletoire begroting 2017
nieuwe mutaties
Stand ontwerpbegroting 2018
0
0
0
0
0
0
0
Artikel 6 Nominaal en onvoorzien
Opbouw uitgaven (EUR 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Stand ontwerpbegroting 2017
34.158
85.368
84.084
121.365
126.223
mutatie nota van wijziging 2017
0
0
0
0
0
mutatie amendement 2017
0
0
0
0
0
Mutatie 1e suppletoire begroting 2017
-
-34.105
-
-18.906
-
-15.563
-
-12.198
-
-5.503
nieuwe mutaties
-
-1.110
1.867
-
-3.697
327
1.110
Stand ontwerpbegroting 2018
0
-
-1.057
68.329
64.824
109.494
121.830
148.415
Toelichting artikel 6
De mutaties zijn het gevolg van de bijstelling van de raming van het Bruto Binnenlands Product (BBP) zoals opgenomen in de Macro Economische Verkenningen van het Centraal Planbureau. Hierdoor stijgt het beschikbare budget voor 2017 en 2018. De verlaging voor 2019 en verder is het gevolg van het verwerken van de bijdrage aan de World Expo 2020 die is toegevoegd aan de begroting van Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking.
Artikel 7 Apparaat (uitgaven)
Opbouw uitgaven (EUR 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Stand ontwerpbegroting 2016
679.241
658.000
644.872
643.170
643.488
mutatie nota van wijziging 2016
0
0
0
0
0
mutatie amendement 2016
0
0
0
0
0
Mutatie 1e suppletoire begroting 2016
36.499
10.455
15.055
13.055
13.055
nieuwe mutaties
-
-521
-
-842
-
-842
-
-1.042
-
-1.042
Stand ontwerpbegroting 2017
744.579
715.219
667.613
659.085
655.183
655.501
655.647
Artikel 7 Apparaat (ontvangsten)
Opbouw ontvangsten (EUR 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Stand ontwerpbegroting 2017
21.450
21.450
21.450
21.450
21.450
mutatie nota van wijziging 2017
0
0
0
0
0
mutatie amendement 2017
0
0
0
0
0
Mutatie 1e suppletoire begroting 2017
0
0
0
0
0
nieuwe mutaties
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2018
48.102
21.450
21.450
21.450
21.450
21.450
21.450
BIJLAGE 2: MOTIES EN TOEZEGGINGEN IN HET VERGADERJAAR 2016/2017 Moties
Datum
Omschrijving
Herkomst
Stand van zaken
24-05-2017
Motie 676, nr. 271, motie-Karabulut over een restrictief wapenexportbeleid richting Saudi-Arabië
VAO NAVO d.d. 23-05-2017
Aan voldaan per brief
DVB-083, verzonden op 15 juni 2017
24-01-2017
Motie 34 550 V, nr. 64, motie-Van Nispen/Sjoerdsma over maatregelen om misdrijven en overtredingen van buitenlandse diplomaten niet onbestraft te laten
VAO Diplomatieke immuniteit d.d. 19-01-2017
In behandeling
02-11-2016
Motie EK 34 550, D, motie-De Graaf (D66) c.s. over een Europeanisering van door EU-landen bezette zetels in de Veiligheidsraad
APB 2016 EK d.d. 01-11-2016
In behandeling
30-11-2016
Gewijzigde motie 32 735, nr. 162, motie-Knops over veroordelen van arrestaties van democratisch gekozen parlementariërs
Notaoverleg Mensenrechten d.d. 16-11-2016
Aan voldaan per brief DIE-42665 verzonden op 27 januari 2017
30-11-2016
Gewijzigde motie 34 550-V, nr. 37, motie-Kuzu over bescherming van mensenrechtenverdedigers van het Internationaal Strafhof
Begrotingsbehandeling BuZa voor het jaar 2017
Aan voldaan per brief DMM-834137 verzonden op 16 januari 2017
30-03-2017
Motie 21 501-02, nr. 1735, motie-Ten Broeke c.s. over zich binnen de Europese Unie inspannen voor een restrictief wapenexportbeleid ten aanzien van Saoedi-Arabië
VAO Raad Buitenlandse Zaken d.d. 30-03-2017
Aan voldaan per brief DIE-593543 verzonden op 25 april 2017
30-03-2017
Motie 21 501-02, nr. 1736, motie-Ten Broeke over het verificatie- en inspectiemechanisme inzake wapens voor voedsel en hulpgoederen
VAO Raad Buitenlandse Zaken d.d. 30-03-2017
Aan voldaan per brief DIE-692215 verzonden op 31 mei 2017
02-02-2017
Motie 21 501-20, nr. 1184, motie-Van Bommel over een onafhankelijk onderzoek naar gedwongen verdwijningen en martelingen in Egyptische gevangenissen
Debat over de informele Europese Top d.d. 3 februari 2017 d.d. 02-02-2017
Aan voldaan per brief DAM-161-3 verzonden op 23 februari 2017
21-04-2017
Motie 21 501-20, nr. 1209, motie-Voordewind over het juridische kader voor het reguleren van politieke activiteiten van vreemdelingen en vertegenwoordigers van buitenlandse mogendheden in Nederland
Debat over de Europese Top d.d. 29 april 2017 en over de uitkomst van het referendum in Turkije d.d. 19-04-2017
In behandeling
09-12-2016
Motie 21 501-02, nr. 1705, motie-Omtzigt over onderzoeken of EU-gelden direct of indirect gebruikt zijn voor marteling
VSO Raad Algemene Zaken d.d. 08-12-2016
Mondeling aan voldaan tijdens AO RAZ d.d. 18 januari 2017
23-03-2017
Motie 21 501-02, nr. 1729, motie-Omtzigt c.s. over een collectief verzoek om openbaarmaking van de rapporten van het CPT over bezoeken aan Turkse gevangenissen
VSO over de geannoteerde agenda van de informele bijeenkomst van de Europese Raad op 24 en 25 maart 2017 d.d. 23-03-2017
Aan voldaan per brief DIE- 632992 verzonden op 04 mei 2017
23-03-2017
Motie 21 501-02, nr. 1730, motie-Omtzigt c.s. over een gemeenschappelijke lijn over de ruimte die niet-lidstaat Turkije heeft voor het ontplooien van politieke activiteiten in de EU
VSO over de geannoteerde agenda van de informele bijeenkomst van de Europese Raad op 24 en 25 maart 2017 d.d. 23-03-2017
Aan voldaan per brief DIE-554889 verzonden op 15 april 2017
23-03-2017
Motie 21 501-02, nr. 1731, motie-Karabulut c.s. over zich in EU-verband inspannen voor vrijlating van gekozen parlementariërs in Turkije
VSO over de geannoteerde agenda van de informele bijeenkomst van de Europese Raad op 24 en 25 maart 2017 d.d. 23-03-2017
Aan voldaan per brief DIE-593542 verzonden op 25 april 2017
15-09-2016
Motie 21 501-20, nr. 1144, motie-Omtzigt over voor elke vergadering de uitnodigingsbrief, de relevante stukken en de kabinetsinzet naar de Kamer
Debat over de Informele Europese Top Bratislava van 16 september 2016 d.d. 14-10-2016
In behandeling
02-02-2017
Motie 21 501-20, nr. 1189, motie-Voordewind c.s. over alleen instemmen met een overeenkomst over vluchtelingen tussen de EU en Libië indien de rechten van vluchtelingen en een humane opvang gegarandeerd zijn
Debat Informele Europese Top d.d. 3 en 4 februari d.d. 02-02-2017
In behandeling
21-04-2017
Motie 21 501-20, nr. 1204, motie-Omtzigt over de verplichtingen die de EU is aangegaan namens Nederland
Debat over de Europese Top d.d. 29 april 2017 en over de uitkomst van het referendum in Turkije d.d. 19-04-2017
Aan voldaan per brief DIE-632992 verzonden op 04 mei 2017
21-04-2017
Motie 21 501-20, nr. 1205, motie-Omtzigt c.s. over de status van Turkije als kandidaat-lidstaat van de EU
Debat over de Europese Top d.d. 29 april 2017 en over de uitkomst van het referendum in Turkije d.d. 19-04-2017
Aan voldaan per brief DIE-632992 verzonden 04 mei 2017
21-04-2017
Motie 21 501-20, nr. 1207, motie-Van Ojik/Van den Hul over de financiering van ngo's voor mensenrechten na stopzetten van de pre-accessiesteun
Debat over de Europese Top d.d. 29 april 2017 en over de uitkomst van het referendum in Turkije d.d. 19-04-2017
Aan voldaan per brief DIE-632991 verzonden op 04 mei 2017
21-04-2017
Motie 21 501-20, nr. 1214, motie-Maeijer over het Europees Parlement met 73 Britse zetels verkleinen na Brexit
Debat over de Europese Top d.d. 29 april 2017 en over de uitkomst van het referendum in Turkije d.d. 19-04-2017
In behandeling
21-04-2017
Motie 21 501-20, nr. 1217, motie-Van Rooijen over in EU-verband bepleiten om pre-accessiesteun per direct op te schorten
Debat over de Europese Top d.d. 29 april 2017 en over de uitkomst van het referendum in Turkije d.d. 19-04-2017
Aan voldaan per brief DIE-593543 verzonden op 25 april 2017
21-04-2017
Motie 21 501-20, nr. 1218, motie-Van Rooijen over een beperkter Europees Parlement en een kleinere Europese Commissie
Debat over de Europese Top d.d. 29 april 2017 en over de uitkomst van het referendum in Turkije d.d. 19-04-2017
In behandeling
21-04-2017
Motie 21 501-20, nr. 1222, motie-Leijten/Van den Hul over bindende afspraken tussen VK en EU om belastingontwijking te voorkomen
Debat over de Europese Top d.d. 29 april 2017 en over de uitkomst van het referendum in Turkije d.d. 19-04-2017
In behandeling
16-05-2017
Motie 21 501-20, nr. 1227, motie- Voordewind/Leijten over geen Turks referendum op Ned. bodem over herinvoering van de doodstraf in Turkije
Debat over de uitkomsten van de Europese top van 29 april 2017 d.d. 09-05-2017
In behandeling
16-05-2017
Motie 21 501-20, nr. 1229 motie-Anne Mulder c.s. over een advies over coalitievorming met andere landen na de brexit
Debat over de uitkomsten van de Europese top van 29 april 2017 d.d. 09-05-2017
In behandeling
30-11-2016
Motie 32 735, nr. 163, motie-Knops over veroordelen van het optreden van Turkse veiligheidstroepen in het zuidoosten van Turkije
Notaoverleg Mensenrechten d.d. 16-11-2016
Aan voldaan per brief DEU-593543 verzonden op 25 april 2017
30-11-2016
Motie 32 735, nr. 165, motie-Van Bommel over meer structurele steun aan de Internationale Commissie voor Vermiste Personen
Notaoverleg Mensenrechten d.d. 16-11-2016
In behandeling
23-09-2016
Motie 32 824, nr. 151, motie-Pechtold c.s. over veroordeling van de handelwijze van de Turkse regering na de couppoging
Debat nasleep van de legercoup in Turkije d.d. 13-09-2016
Aan voldaan per brief BZ-88383 d.d. 11 oktober 2016
30-09-2016
Motie 32 824, nr. 155, motie-van Haersma Buma c.s. over voorkomen dat gebedshuizen in Nederland worden gefinancierd door de Turkse overheid
Debat nasleep van de legercoup in Turkije d.d. 13-09-2016
Aan voldaan per brief DIE-13 verzonden op 19 april 2017
30-09-2016
Motie 32 824, nr. 158, motie-Roemer/Segers over opschorten van de pre-accessiesteun aan Turkije
Debat nasleep van de legercoup in Turkije d.d. 13-09-2016
Aan voldaan per brief DIE-88383 verzonden op 24 oktober 2016
16-05-2017
Motie 34 235, nr. 10, motie-Van der Staaij over bevorderen van een betere toepassing van de waarborgfunctie van de mensenrechten
Debat over Protocol nr. 16 Verdrag tot bescherming van de mens en de fundamentele vrijheden d.d. 10-05-2017
In behandeling
16-05-2017
Motie 34 235, nr. 11, motie-Ozutok over de mogelijke implicaties van prejudicële EHRM-adviezen
Debat over Protocol nr. 16 Verdrag tot bescherming van de mens en de fundamentele vrijheden d.d. 10-05-2017
In behandeling
24-01-2017
Motie 34 550 V, nr. 63, motie-De Roon c.s. over diplomatieke kentekens voor slechts één jaar verstrekken
VAO Diplomatieke immuniteit d.d. 19-01-2017
In behandeling
23-09-2016
Motie 34 550, nr. 13, motie-Pechtold c.s. over een antwoord formuleren op de uitkomst van het referendum over het Associatieakkoord met Oekraïne
APB TK d.d. 22-09-2016
Aan voldaan per brief DIE-1110 verzonden op 11 oktober 2016
30-11-2016
Motie 34 550-V, nr. 23, motie-Knops over het CPT-rapport betrekken bij de voortgangsrapportage over Turkije
Begrotingsbehandeling BuZa voor het jaar 2017
In behandeling
30-11-2016
Motie 34 550-V, nr. 24, motie-Servaes c.s. over het facultatief protocol bij het ESC-verdrag
Begrotingsbehandeling BuZa voor het jaar 2017
In behandeling
30-11-2016
Motie 34 550-V, nr. 25, motie-Servaes/Kerstens over het WK voetbal in Qatar en de situatie van arbeidsmigranten
Begrotingsbehandeling BuZa voor het jaar 2017
Aan voldaan per brief BSG-13 verzonden op 25 april 2017
30-11-2016
Motie 34 550-V, nr. 31, motie-Sjoerdsma over het aanstellen van een speciale havenambassadeur
Begrotingsbehandeling BuZa voor het jaar 2017
In behandeling
30-11-2016
Motie 34 550-V, nr. 32, motie-Voordewind c.s. over een rapport over het gebruik van de term genocide door politici
Begrotingsbehandeling BuZa voor het jaar 2017
Aan voldaan per brief DJZ-257959 verzonden op 21 maart 2017
30-11-2016
Motie 34 550-V, nr. 38, motie-Kuzu over de positie van de Rohingya's
Begrotingsbehandeling BuZa voor het jaar 2017
Aan voldaan per brief BSG-13 verzonden op 25 april 2017
14-02-2017
Motie 34 648, nr. 6 motie-Verhoeven over haast maken met een Gemeenschappelijk Europees Asielsysteem
Staat van de Europese Unie Sta Debat Staat van de Unie 2017 d.d. 10-02-2017
Aan voldaan per brief DIE-803358 verzonden op 27 juni 2017
Toezeggingen
Datum
Omschrijving
Herkomst
Stand van zaken
26-10-2016
De Kamer ontvangt het schematisch overzicht van de wet- en regelgeving inzake de doorvoer van militaire goederen op schrift.
AO Wapenexport beleid d.d. 25-10-2016
Aan voldaan
per brief DVB NW-740 verzonden op 21 november 2016
26-10-2016
De Kamer ontvangt nadere achtergrondinformatie met betrekking tot de historische overzichten die zijn gebruikt om te achterhalen of door Nederland geleverd (overtollig) militair materieel is ingezet in de strijd in Jemen
AO Wapenexport beleid d.d. 25-10-2016
Aan voldaan per brief DVB NW-740 verzonden op 21 november 2016
26-10-2016
De Kamer ontvangt op korte termijn een brief over de Nederlandse inzet met betrekking tot de VN-resolutie inzake kernontwapening
AO Wapenexport beleid d.d. 25-10-2016
Aan voldaan per brief DVB NW-709 verzonden op 27 oktober 2016
22-03-2017
Nederland zal de hervormingen in Montenegro blijven monitoren en bij bilaterale contacten aan de orde stellen
Plenair debat (EK) Goedkeuring Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag inzake de toetreding van Montenegro d.d. 21-03-2017
Aan voldaan per brief DVB VD-067 verzonden op 19 mei 2017
22-02-2017
Het kabinet zal de rapporten over de implementatie van de EU OEK Associatieovereenkomst die jaarlijks in de EU - OEK Associatieraad worden besproken met de Kamer delen
Plenair debat Regeling inwerkingtreding van de goedkeuring Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie met Oekraïne d.d. 21-02-2017
In behandeling
14-09-2016
De Kamer ontvangt een brief t.a.v. het EU - OEK verdrag, voorafgaand aan de ER van oktober
Debat over de Informele Europese Top Bratislava van 16 september 2016 d.d. 14-10-2016
Aan voldaan per brief DIE- 0710 verzonden op 07 oktober 2016
30-11-2016
De Kamer ontvangt voorafgaand aan de stemmingen van 8-12-2016 informatie over de dekking van het amendement-Servaes (34 550-V, nr. 17)
Begrotingsbehandeling BuZa voor het jaar 2017
Aan voldaan per brief FEZ-14954 verzonden op 05 dec. 2016
18-11-2016
De Kamer ontvangt een Kamerbrief over gelden die de EU in Turkije spendeert in het kader van pre-accesie en de EU-Turkije Verklaring van 18 maart jl.
AO RAZ d.d. 10-10-2016
Aan voldaan per brief DIE-13283 verzonden op 2 december 2016
14-10-2016
De Minister zal de Anti-ISIS coalitie blijven oproepen tot een lange termijn stabilisatie strategie voor Irak
AO Nederlandse inzet in strijd tegen ISIS d.d. 28-09-2016
Aan voldaan per brief DVB-021 verzonden op 04 april 2017
10-02-2017
De Minister zal zich met de Minister voor BuHa-OS verstaan over het duurzaamheidshoofdstuk en hoe de walvisvangst daarin aan bod komt
Plenair debat Staat van de Unie d.d. 09-02-2017
Aan voldaan per brief IMH-16243 verzonden op 10 april 2017
30-11-2016
De Minister zal de Kamer een voorstel doen voor intensivering van de inzet van BZ voor slachtoffers van huwelijksdwang
Begrotingsbehandeling BuZa voor het jaar 2017
Aan voldaan per brief DCV-13 verzonden op 12 juni 2017
18-11-2016
Begin december ontvangt de Kamer de reactie van het kabinet op onderzoek van dhr. Limpach over de oorlog in voormalig Nederlands-Indië
Notaoverleg mensenrechtenbeleid d.d. 16-11-2016
Aan voldaan per brief DAO-15021 verzonden op 02 december 2016
05-01-2017
De ministers van BZ en voor BuHa-OS zullen in de volgende voortgangsrapportage de Nldse inzet op het gebied van migratie in Mali op coherente wijze uiteenzetten, inclusief de Nldse bilaterale inspanningen bij het tegengaan van documentfraude
AO verlenging MINUSMA Mali d.d. 22-12-2016
Aan voldaan per brief DVB-17 verzonden op 11 mei 2017
14-10-2016
De Minister zal extra aandacht besteden aan hoe ICC te betrekken bij vervolging oorlogsmisdaden in Syrië
Debat over de Europese Top van 20 en 21 oktober 2016 d.d. 12-10-2016
Aan voldaan per brief DIE-695597 verzonden op 24 oktober 2016
23-01-2017
De Minister stemt in met het organiseren van een besloten overleg na 7 februari met de commissie over informatievoorziening over de onderhandelingen met de EU27 en het VK over de Brexit.
AO RAZ d.d. 18-01-2017
Besloten overleg vond plaats op 10 april 2017
30-11-2016
De Minister komt uiterlijk in december terug op de ratificatie van het Facultatief Protocol bij het VN-Verdrag voor Economische, Sociale en Culturele Rechten
Begrotingsbehandeling BuZa voor het jaar 2017
Aan voldaan per brief DJZ-909424 verzonden op 29 december 2016
30-11-2016
De Minister zal de Kamer inlichten over de inzet van Nederland voor de besprekingen over het verdrag voor het verbod op nucleaire wapens
Begrotingsbehandeling BuZa voor het jaar 2017
Aan voldaan per brief DVB-046 verzonden op 24 maart 2017
13-09-2016
De Minister zal een brief naar de Tweede Kamer versturen met betrekking tot de Gülenlijsten
Plenair debat nasleep legercoup Turkije d.d. 13-09-2016
Aan voldaan per brief DEU-23916 verzonden op 23 september 2016
20-01-2017
De Minister zal dinsdag in Malta de EU-toetreding tot het Europees Verdrag van de rechten van de Mens aan de orde stellen en de Kamer informeren over de voortgang die tijdens het Maltees Voorzitterschap is geboekt
AO Europese rechtsstaat en mensenrechten d.d. 19-01-2017
In behandeling
30-11-2016
De Minister zal in EU-kader bezien of er een EU-eenheid gevonden kan worden om een formeel signaal aan Turkije te geven dat de toetredingsonderhandeling de facto stilliggen
AO EU uitbreiding d.d. 30-11-2016
Aan voldaan per brief DIE-907355 verzonden op 13 januari 2017
11-11-2016
De Minister zal tijdens de RAZ/RBZ pleiten voor openbaarmaking van het CPT rapport over Turkije
AO RAZ d.d. 10-11-2016
Aan voldaan per brief DIE-13283 verzonden op 2 december 2016
30-11-2016
De Minister onderzoekt of paspoortaanvragen op een verantwoorde manier overgenomen kunnen worden door externe dienstverlening
Begrotingsbehandeling BuZa voor het jaar 2017
In behandeling
07-10-2016
De Minister zal de Kamer informeren over de voortgang van het door Turkije vrijgeven van rapport van de EU Comité voor CPT van RvE over bezoek aan gevangenissen en politiebureaus in Turkije.
AO RAZ d.d. 05-10-2016
Aan voldaan per brief DIE-732183 verzonden op 7 november 2016
20-01-2017
De Minister zal proberen activiteiten van de Europese Commissie richting Polen in de Raad aan de orde te stellen als de reactie van de Europese Commissie daartoe aanleiding geeft in februari.
AO Europese rechtsstaat en mensenrechten d.d. 19-01-2017
Aan voldaan per brief DIE-665019 verzonden op 15 mei 2017
20-01-2017
De Minister zal bij de Europese Commissie aandringen op hulp bij het versterken van nationale instituties volgende week in Malta en daarover de Kamer informeren in het verslag van de Raad Algemene Zaken.
AO Europese rechtsstaat en mensenrechten d.d. 19-01-2017
Aan voldaan per brief DIE-42665 verzonden op 27 januari 2017
30-11-2016
De Minister zal nagaan of de ambassade van Qatar in Nederland een moskee in het buitenland financiert
Begrotingsbehandeling BuZa voor het jaar 2017
Aan voldaan per brief MinSZW-0000260822 verzonden op 5 december 2016
15-06-2017
Begin volgend jaar zal er een rapportage van de IOB over de evaluatie van de hele consulaire keten en consulaire dienstverlening komen
Wetgevingsoverleg Jaarverslag BuZa 2016 d.d. 12-16-2017
In behandeling
05-01-2017
De Kamer wordt per brief geïnformeerd over het Duitse politieke besluit na bespreking in de Bondsdag
AO MINUSMA d.d. 22-12-2016
Aan voldaan per brief DVB-16011 verzonden op 14 februari 2017
15-12-2016
Wanneer het nieuwe systeem van notificaties begin 2018 gereed is zal op basis daarvan een een naming en shaming lijst tot stand worden gebracht
AO Diplomatieke immuniteit d.d. 14-12-2016
In behandeling
15-06-2017
In de aanstaande rapportage over het gedetineerdenbeleid zal informatie komen over de allocatie van middelen, zowel kwalitatief als kwantitatief
Wetgevingsoverleg Jaarverslag BuZa 2016 d.d. 12 juni 2017
Aan voldaan per brief DCV-3902017 verzonden op 10 augustus 2017
18-05-2017
Kamer informeren over de missie van ECHO in Venezuela op humanitair terrein
AO actuele situatie in Venezuela d.d. 17-05-2017
Aan voldaan per brief DWH-13 verzonden op 5 juli 2017
15-12-2016
Kamer informeren over situatie andere landen m.b.t boeteproblematiek
AO Diplomatieke immuniteit d.d. 14-12-2016
Aan voldaan per brief DPG-13 verzonden op 18 januari 2017
15-12-2016
Kamer informeren over situatie andere landen m.b.t particuliere bedienden
AO Diplomatieke immuniteit d.d. 14-12-2016
Aan voldaan per brief DPG-15317 verzonden op 14 februari 2017
18-05-2017
Kamer informeren over terugkoppeling van Venezuela briefing in VNVR
AO Actuele situatie in Venezuela d.d. 17-05-2017
Aan voldaan per brief DWH-13 verzonden op 5 juli 2017
15-12-2016
Kamer informeren over uitkomst gesprek met VP EOB
AO Diplomatieke immuniteit d.d. 14-12-2016
Aan voldaan per brief DPG-15307 verzonden op 23 februari 2017
15-06-2017
De Kamer wordt na de zomer geïnformeerd over de evaluatie van de pilot in Edinburgh over de documentenverstrekking
Wetgevingsoverleg Jaarverslag BuZa 2016 d.d. 12-06-2017
In behandeling
18-05-2017
De Kamer wordt geïnformeerd over wat NL en de EU kunnen doen aan de humanitaire situatie in Venezuela, na bespreking met de Minister voor BuHa-OS
AO Actuele situatie in Venezuela d.d. 17-05-2017
Aan voldaan per brief DWH-13 verzonden op 5 juli 2017
15-12-2016
Wetsvoorstel notificaties zal naar de Kamer worden gestuurd en Kamer zal worden geïnformeerd over de mogelijkheden tot aanhouden diplomaten bij NLse grens
AO Diplomatieke immuniteit d.d. 14-12-2016
In behandeling
18-11-2016
De Minister zegt toe dat er in de loop van december informatie naar de Kamer komt over de stand van zaken rond de VN klachtrechtprotocollen.
Notaoverleg Mensenrechtenbeleid d.d. 16-11-2016
Aan voldaan per brief DJZ-909424 verzonden op 29 december 2016
22-02-2017
De Kamer informeren over gesprek met Turkse TZ en uitkomst overleg met gelijkgezinde EU-lidstaten over de kwestie van intrekking van Turkse paspoorten
Vragenuur Sjoerdsma (D66) over het bericht dat Turkije paspoorten intrekt van Turken van wie vermoed wordt dat ze banden hebben met de Gülenbeweging d.d. 21-02-2017
Aan voldaan per brief DIE-632992 verzonden op 4 mei 2017
18-11-2016
De Kamer ontvangt (zo mogelijk vóór de begrotingsbehandeling) een afschrift van antwoord van de Minister van BZ op brief Humanistisch Verbond over financiering projecten t.b.v. ongelovigen
Notaoverleg Mensenrechtenbeleid d.d. 16-11-2016
Aan voldaan per brief DMM-13292 verzonden op 25 november 2016
18-11-2016
De Kamer ontvangt een verslag van het komend bezoek van de mensenrechtenambassadeur aan Pakistan
Notaoverleg Mensenrechtenbeleid d.d. 16-11-2016
In behandeling
18-11-2016
De Kamer ontvangt jaarlijks bij de mensenrechtenrapportage een overzicht hoeveel geld wordt uitgegeven aan bevordering MR
Notaoverleg Mensenrechtenbeleid d.d. 16-11-2016
In behandeling
18-11-2016
De Kamer ontvangt vóór de begrotingsbehandeling de antwoorden op de feitelijke vragen van de commissie n.a.v. de motie-Van der Staaij over BDS
Notaoverleg Mensenrechtenbeleid d.d. 16-11-2016
Aan voldaan per brief DAM-673527 verzonden op 22 november 2016
18-11-2016
Op basis van de uitkomsten van de evaluatie receptorproject China besluit de Minister over verdere financiering van dit project
Notaoverleg Mensenrechtenbeleid d.d. 16-11-2016
In behandeling
16-12-2016
De Minister zal ambtelijk bij de EZ navragen wanneer 1VP Timmermans de Kamer een brief zal sturen over de vraag in hoeverre EU-geld terecht is gekomen bij gevangenissen in Turkije
Plenair debat Europese Raad van 15 december 2016 d.d. 14-10-2016
Aan voldaan per brief DIE-907355 verzonden op 13 januari 2017
16-12-2016
De Kamer in GA RAZ van januari informeren welke contacten er nog met Turkije plaatsvinden nu de toetredingsonderhandelingen de facto stilliggen
Plenair debat Europese Raad van 15 december 2016 d.d. 14-10-2016
Aan voldaan per brief DIE-907355 verzonden op 13 januari 2017
13-10-2016
De Minister zal in het verslag van de RBZ 17-10 extra aandacht besteden aan hoe ICC te betrekken bij vervolging oorlogsmisdaden in Syrië
Plenair debat over de Europese Top van 20 en 21 oktober 2016 d.d. 13-10-2016
Aan voldaan per brief DIE-695597 verzonden op 24 oktober 2016
13-10-2016
De Minister zal met Commissie spreken om zeker te stellen dat die bij toetsing van de 72 criteria voor visumliberalisatie voor Turkije ook steeds kijkt naar de criteria die door CIE reeds eerder als voldaan werden aangemerkt
Plenair debat over de Europese Top van 20 en 21 oktober 2016 13-10-2016
Aan voldaan per brief DIE-695663 verzonden op 24 oktober 2016
07-10-2016
De Minister zal aan de Kamer terugkoppelen over reis naar Myanmar
AO RBZ d.d. 5-10-2016
Aan voldaan per brief DAO-88383 verzonden op 24 november 2016
10-02-2017
De Minister-President zegt toe dat de Minister van BZ een Kamerbrief zal sturen waarin wordt ingegaan op bestaande onderzoeken naar de effectiviteit van het Nederlandse optreden in de EU.
Plenair debat Staat van de Unie d.d. 09-02-2017
Aan voldaan per brief DIE-6903-33 verzonden op 10 maart 2017
18-11-2016
De Minister gaat na wat Nederland kan doen tegen kinderseks op de Filippijnen, o.a. via de liaison officer op de ambassade
Notaoverleg Mensenrechtenbeleid d.d. 16-11-2016
Aan voldaan per brief van V&J ref. nr. 2017930 verzonden op 16 januari 2017
18-11-2016
De Minister informeert de Kamer over de uitkomsten van het overleg over vergroting draagvlak voor ICC
Notaoverleg Mensenrechtenbeleid d.d. 16-11-2016
Aan voldaan per brief DMM-834137 verzonden op 16 januari 2017
07-06-2017
De Minister informeert de Kamer over het vervolg van de besprekingen over de invoertarieven van de Westelijke Sahara
AO RBZ d.d. 10-05-2017
Aan voldaan per brief DIE-766555 verzonden op 16 juni 2017
18-05-2017
De Minister neemt contact op met MinVenJ om na te vragen of Maduro mogelijk onder reikwijdte initiatiefwet valt, die het onthouden van humanitaire hulp strafbaar stelt
AO Actuele situatie in Venezuela d.d. 17-05-2017
Aan voldaan per brief DWH-13 verzonden op 5 juli 2017
24-11-2016
De Minister overlegt met MinEZ en MinI&M over het voorstel een havenambassadeur aan te wijzen
Begrotingsbehandeling BuZa voor het jaar 2017
Aan voldaan per brief DIO-814875 verzonden op 28 november 2016
15-06-2017
De Minister zal de Minister-President verzoeken om in het debat over de Europese top volgende week een terugkoppeling te geven van zijn onderhoud met de Franse president Macron
AO RAZ d.d. 14-06- 2017
Mondeling aan voldaan in plenair debat over Europese top van 22 en 23 juni op 21 juni 2017
16-11-2016
De Minister zal bekijken op welke wijze de contacten van de Kamer met de Permanente Vertegenwoordiging in Brussel op een meer reguliere basis kunnen plaatsvinden.
AO EU-informatievoorziening d.d. 16-11- 2016
Aan voldaan per brief DIE-23122016 verzonden op 23 december 2016
15-06-2017
De Minister zal in de begroting en het jaarverslag informatie opnemen over de mutaties van het huisvestingsfonds; dat betreft zowel onttrekkingen als de bijdragen
Wetgevingsoverleg Jaarverslag BuZa 2016 d.d. 12-06-2017
In behandeling
16-11-2016
De Minister zal met zijn Europese collega's bespreken of het mogelijk is dat limité documenten eerder openbaar worden gemaakt
AO EU-informatievoorziening d.d. 16-11-2016
Aan voldaan per brief DIE-66 verzonden op 28 april 2017
16-11-2016
De Minister zal voorstel doen om het mogelijk te maken dat experts vertrouwelijk EU-documenten kunnen inzien
AO EU-informatievoorziening d.d. 16-11-2016
Aan voldaan per brief DIE-2312 verzonden op 23 december 2016
01-12-2016
De Minister zegt toe een overzicht van de geldstromen naar Turkije voor aanstaande maandag [5 december 2016] aan de Kamer toe te zenden
AO EU-uitbreiding d.d. 30-11-2016
Aan voldaan per brief DIE-13283 verzonden op 2 december 2016
23-05-2017
De Minister zegt toe te rapporteren over de wijze waarop het Associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne ook expliciet wordt benut om de positie van joodse, christelijke en andere minderheden in Oekraïne te versterken.
Plenair debat (EK) Regeling inwerkingtreding goedkeuring Associatieovereenkomst EU en EG voor Atoomenergie met Oekraïne d.d. 23-05-2017
In behandeling
15-06-2017
De Minister zegt toe om de kabinetsappreciatie van het discussiepaper van de Europese Commissie over de toekomstscenario’s voor de Europese defensie aan de Kamer toe te zenden
AO RAZ d.d. 14-06-2017
Aan voldaan per brief van DEF met kenmerk BS2017019003 verzonden op 16 juni 2017
15-06-2017
De Minister zegt toe om een kopie van het Nederlandse bid-book voor een nieuwe vestigingslocatie voor het Europese Geneesmiddelenagentschap aan de Kamer toe te zenden
AO RAZ d.d. 14-06-2017
Aan voldaan per brief van VWS met kenmerk 1175025-166081-GMT verzonden op 11 juli 2017
01-12-2016
De Minister zegt toe om eenheid in de EU te zoeken om een formeel signaal aan Turkije af te geven, waarover uiterlijk op 13 december 2016 aan de Kamer wordt gerapporteerd
AO EU-uitbreiding d.d. 30-11-2016
Aan voldaan per brief DIE-866202 verzonden op 13 december 2016
15-06-2017
De Minister zegt toe om het krantenbericht over migranten die in vliegtuigen vanuit Griekenland met valse papieren naar andere lidstaten reizen door te geleiden naar de beide bewindspersonen van V&J
AO RAZ d.d. 14-06- 2017
Verzoek is doorgeleid.
BIJLAGE 3: OVERZICHT SUBSIDIES BUITENLANDSE ZAKEN
Bedragen x 1.000 Euro
Bedragen zijn gebaseerd op de kasramingen per individuele verplichting geregistreerd in het managementinformatiesysteem per 1 juni 2017. De toerekening van de geregistreerde subsidieverplichtingen aan de relevante subsidieregelingen is handmatig tot stand gekomen. Het managementinformatiesysteem registreert geen subsidieregelingen waardoor de koppeling van individuele susbsidies aan de van toepassing zijnde subsidieregeling vanuit het managementinformatiesysteem niet mogelijk is. Er wordt een voorbehoud gemaakt omtrent de juistheid en volledigheid van de gegevens opgenomen in onderstaand subsidieoverzicht.
Begrotingsartikel
Naam subsidieregeling
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Laatste evaluatie (jaartal + hyperlink vindplaats)
Volgende evaluatie (jaartal)
Einddatum subsidie (regeling jaartal)
1.1.
5.920
5.683
4.439
9
0
0
0
2022
2022
1.2.
621
401
0
0
0
0
0
2020
2015
1.2.
Mensenrechtenfonds Kleine Activiteiten 2014
4.411
4.815
958
0
0
0
0
2020
2014
1.2.
Mensenrechtenfonds Kleine Activiteiten 2015/2016
1.746
1.421
443
76
20
0
0
2020
2016
1.2.
19.783
15.899
9.595
8.630
6.247
1.787
0
2022
2022
2.1.
2.225
2.068
1.448
560
25
0
0
2022
2022
2.2.
6.050
3.571
1.237
699
14
0
0
2022
2022
2.3.
105
65
55
55
0
0
0
2022
2022
2.4.
Mine Action en Clustermunitie 2016-2020
15.999
11.008
7.589
3.312
0
868
0
2018
2020
2.4.
Humanitair ontmijnen en clustermunitie
2.717
2.603
0
0
0
0
0
2018
2016
2.4.
18.130
12.279
4.944
3.960
775
131
0
2022
2022
2.5.
3.607
1.355
339
168
0
0
0
2022
2022
3.4.
348
278
70
0
0
0
0
2022
2022
4.1.
Gedetineerdenbegeleiding 2015-2016
1.372
1.589
1.318
452
193
0
0
2019 Beleids doorlichting Consulaire belangen behartiging
2016
4.3.
2.851
2.475
1.259
1.034
827
207
0
2022
2022
4.4.
5.431
2.710
1.941
1.142
1.053
238
198
2022
2022
Totaal
91.319
68.222
35.635
20.097
9.154
3.231
198
BIJLAGE 4: EVALUATIE- EN ONDERZOEKSTABEL Bijlage evaluatie en overig onderzoek1 2 3
1
Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten
Doelstelling
Titel
Start
Afronding
1a
beleidsdoorlichtingen
1.1
Bevordering Internationale Rechtsorde4
2013
2016
1b
Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid
3
Overig onderzoek
Noot 1
De begroting van BZ is in 2013 opgesplitst in de begroting van BZ (Hfst. 5) en BHOS (Hfst. 17). Er zijn toen nieuwe beleidsartikelen en beleidsdoelstellingen geformuleerd.
Noot 2
Bij BZ en BHOS is het wel de wens om beleidsdoorlichtingen van één beleidsartikel uit te voeren maar inhoudelijk is dat nog niet mogelijk gebleken. Beleidsdoorlichtingen vinden in de meeste gevallen plaats op één niveau lager namelijk van de beleidsdoelstellingen. Voor artikel 3 (Europese Samenwerking) is dit nu wel voorzien in 2021. De laatste beleidsdoorlichting op beleidsdoelstellingsniveau (3.2) van artikel 3 wordt momenteel uitgevoerd en zal in 2017 worden opgeleverd.
Noot 3
Alle onderzoeken zijn te vinden op http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/bz/organisatie/beleidsevaluatie/afgeronde-beleidsevaluatieonderzoeken en http://www.iob-evaluatie.nl/publicaties.
Noot 4
Dit is een gecombineerde beleidsdoorlichting van beleidsdoelstelling 1.1 en 2.4.
2
Veiligheid en stabiliteit
Doelstelling
Titel
Start
Afronding
1a
beleidsdoorlichtingen
2.1
NL inzet via EU en NAVO
2019
2.2
Bestrijding International Terrorisme
2019
2.3
Ontwapening, wapenbeheersing en wapenexportbeleid
2017
2.4
Bevordering Internationale Rechtsorde1
2013
2016
2.5
Gecombineerd met 3.2
2017
1b
Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid
2.1
GVDB/EVDB
2018
2.2
Subsidie: International Centre for Counter-Terrorism
2017
2.4
Stabiliteitsfonds
2017
2.5
Shiraka (opvolger Matra Zuid)
2020
3
Overig onderzoek
Budget Internationale Veiligheid2
2016
2017
Noot 1
Dit is een gecombineerde beleidsdoorlichting van beleidsdoelstelling 1.1 en 2.4.
Noot 2
Dit is een beleidsdoorlichting van het Ministerie van Defensie in samenwerking met het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
3
Europese samenwerking
Doelstelling
Titel
Start
Afronding
1a
beleidsdoorlichtingen
3
Beleidsdoorlichting van de Europese samenwerking
2021
3.2
Nabuurschapbeleid
2014
2017
1b
Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid
3.1
Lissabonverdrag
2018
3.3
Raad van Europa
2020
3.4
Verdragsmatige Benelux samenwerking
2018
3
Overig onderzoek
4
Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
Doelstelling
Titel
Start
Afronding
1a
beleidsdoorlichtingen
4
Beleidsdoorlichting Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen1
2019
4.3
NL cultuur in het buitenland
2014
2016
4.4
Publieksdiplomatie
2013
2016
1b
Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid
4.1
Gedetineerdenbegeleiding (2012-2014)
2017
4.1
Consulaire dienstverlening (met 4.2)1
2018
4.2
Zie 4.1 hierboven1
2018
4.5
NL Gastland1
2017
3
Overig onderzoek
Noot 1
De gecombineerde beleidsdoorlichting van beleidsdoelstelling 4.1 en 4.2 en die voor 4.5 zijn omgezet in een beleidsdoorlichting voor het gehele artikel in 2019. De beleidsdoelstellingen worden geëvalueerd in 2017 (4.5) en 2018 (4.1 en 4.2). De Tweede Kamer is hierover geïnformeerd in juli 2017.
LIJST VAN AFKORTINGEN
AAB
Algemene Ambtsbericht
ACS
Association of Caribbean States
ACOTA
Africa Contingency Operations Training & Assistance
AIB
Academie Internationale Betrekkingen
AIV
Adviesraad Internationale Vraagstukken
ASEAN
Association of Southeast Asian Nations, Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties
BBP
Bruto Binnenlands Product
BHOS
Ministerie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
BIV
Budget Internationale Veiligheid
BNI
Bruto Nationaal Inkomen
Brexit
Verenigd Koninkrijk stapt uit de EU
BSB
Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten
BTWC
Biologisch en Toxische Wapens Verdrag (155)
BUZA
Ministerie van Buitenlandse Zaken
CD
Corps Diplomatique
CPB
Centraal Planbureau
CPT
European Committee for the Prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment or Punishment
CSO
Consulaire Service Organisatie
CTBTO
Comprehensive Test Ban Treaty Organization (Alomvattend Kernstopverdrag (138))
CVE
Common Vulnerabilities and Exposures (cyber security)
ECHO
Humanitarian Aid department of the European Commission
EHRM
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
EIPA
European Institute of Public Administration
EM
Eigen middelen besluit
EOF
Europees Ontwikkelings Fonds
ESC-verdrag
Economische, sociale en culturele rechten verdrag
EU
Europese Unie
EUGS
EU global Strategy on Foreign and Security Policy
EUROSTAT
DG van EU (statistieken)
EVDB
Europees Veiligheids- en Defensiebeleid
EVRM
Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens
EZ
Ministerie van Economische Zaken
FSO
Financiële service organisatie
GVDB
Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid
G20
Groep van Twintig
HGIS
Homogene Groep Internationale Samenwerking
HNW
Het Nieuwe Werken
IAB
Individuele Ambtsberichten
IAEA
International Atomic and Energy Agency
ICB
Internationaal Cultuurbeleid
ICC
International Criminal Court
ICCT
International Centre for Counter-Terrorism
IIIM
International, Impartial and Independent Mechanism
IO’s
Internationale Organisaties
ISIS
Islamitic State of Iraq and Syria
LHBTI
Lesbiennes, Homo’s, Bi- en Transseksuelen en Interseksuelen
MATRA
Maatschappelijke Transformatie
MFK
Meerjarig Financieel Kader
MINUSMA
United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali
MVV
Machtiging tot Voorlopig Verblijf
NAVO
Noord-Atlantische Verdrags Organisatie
NCIA
NAVO communicatie- en informatieagentschap
NFRP
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen
NGO
Non-Gouvernementele Organisatie
NPDI
Non-proliferation and Disarment Initiative
NPV
Non-Proliferatie Verdrag (189)
ODA
Official Development Assistance (officiële ontwikkelingshulp)
OESO
Organisatie Economische Samenwerking en Ontwikkeling
OHCHR
Hoge commissaris voor de Rechten van de Mens
OS
Ontwikkelingssamenwerking
OVSE
Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa
OPCW
Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons
PACE
Parliamentary Assembly of the Council of Europe
POBB
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid
RAZ
Raad Algemene Zaken
RBZ
Raad Buitenlandse Zaken
RNW
Radio Nederland Wereldomroep
RvE
Raad van Europa
SDGs
Sustainable Development Goals (duurzame ontwikkelingsdoelen)
SGVN
Secretaris Generaal van de Verenigde Naties
Shiraka
Partnerschappen voor ondersteuning democratische transitie in de Arabische regio
SSO
Shared Service Organisatie
SSR
Security Sector Reform
UNMAS
United Nations Mine Action Services
VAO Raad
Verslag Algemeen Overleg Raad
VK
Verenigd Koninkrijk
VN
Verenigde Naties
VNVR
Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
VS
Verenigde Staten
WEU
West-Europese Unie
ZBO
Zelfstandig Bestuursorgaan
Noot 1
De Europese Commissie baseert de afdrachten van de lidstaten op de omvang van de EU-begroting. In de raming van de Nederlandse afdrachten is normaliter het uitgavenplafond van het Meerjarig Financieel Kader het uitgangspunt. De EU-begroting moet ingepast worden onder dit plafond. Door de raming van de Nederlandse afdrachten op de het plafond te baseren, wordt rust in het begrotingsproces gecreëerd. Echter, omdat de Europese begroting in 2018 10,1 miljard euro lager is vastgesteld dan het uitgavenplafond van het MFK is er (net als in 2017) voor gekozen om voor de raming uit te gaan van Europese uitgaven die 7 miljard euro lager liggen dan het uitgavenplafond. Na aftrek resteert een marge van 3,1 miljard euro in betalingen bovenop de omvang van de EU-begroting 2018. Deze marge biedt ruimte voor zowel eventuele begrotingsaanpassingen in 2018 als voor de onderhandelingen tussen de Raad en Europees Parlement later dit jaar; op basis van voorgaande onderhandelingen mag worden verwacht dat het Europees Parlement zal inzetten op hogere vastleggingen en betalingen.
Noot 2
Omdat de btw-tarieven en grondslagen verschillen tussen afzonderlijke lidstaten wordt een geharmoniseerde grondslag vastgesteld, waarover de lidstaten een gelijkwaardige afdracht betalen.
Noot 3
Deze uitgaven staan opgenomen op de begroting van het Ministerie van Binnelandse Zaken