MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Een nieuwe industriestrategie voor Europa - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 10.3.2020
COM(2020) 102 final
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE
Een nieuwe industriestrategie voor Europa
1.Een nieuwe aanpak voor de Europese industrie
Europa heeft van oudsher een sterke industrie in huis. ÉEuropa loopt al eeuwenlang voorop waar het om industriële innovatie gaat en heeft de manier waarop mensen wereldwijd produceren, consumeren en zaken doen, vooruit gebracht. De Europese industrie heeft haar thuishaven in onze sterke eengemaakte markt en is al lang de motor van onze economie. Zij heeft miljoenen mensen van een stabiel inkomen voorzien en als het sociaal middelpunt van menige gemeenschap de samenleving mede vormgegeven.
In heel haar lange geschiedenis heeft de industrie bewezen bij veranderingen het voortouw te kunnen nemen. Nu Europa in de context van een voortdurend veranderende en steeds onvoorspelbaardere wereld de transitie naar klimaatneutraliteit en digitaal leiderschap in gang zet, moet zij dat opnieuw doen.
De digitale en de klimaattransitie zullen alle aspecten van onze economie, samenleving en industrie raken. Er zullen nieuwe technologieën nodig zijn, en daaraan gekoppeld de nodige investeringen en innovatie. Er zullen nieuwe producten, diensten, markten en bedrijfsmodellen tot stand komen. Er zullen nieuwe soorten banen worden gecreëerd die nu nog niet bestaan en die om vaardigheden vragen waarover wij nu nog niet beschikken. Daarbij zal een verschuiving van een lineaire naar een circulaire economie nodig zijn.
Deze transities vinden plaats tegen een achtergrond van geopolitieke verschuivingen en breuklijnen, met gevolgen voor de aard van concurrentie. Dat Europa zijn stem laat horen, zijn waarden handhaaft en strijdt voor een gelijk speelveld is belangrijker dan ooit. Het gaat hier om de Europese soevereiniteit.
De reikwijdte en de invloed, de schaal en de snelheid, de aard en de urgentie van de twee transities zijn ongekend. De politieke beleidslijnen van voorzitter Von der Leyen, de prioriteiten van het Europees Parlement en de strategische agenda van de Europese Raad voor 2019-2024 zijn er allemaal op afgestemd. De Europese Green Deal 1 en de recente strategie De digitale toekomst van Europa vormgeven 2 van de Commissie dicteren de koers, het tempo en de ambities voor de komende jaren.
Wij zijn toe aan een nieuwe aanpak voor de Europese industrie die aansluit op de ambities van vandaag en de realiteit van morgen. Centraal in dit verband staat het vermogen van de Europese industrie om de leiding te nemen bij de twee transities en ons concurrentievermogen te bevorderen. Zij kan het zich niet veroorloven zich enkel aan te passen — zij moet zelf zorgen voor verandering en innovatie aandrijven. Ons industriebeleid moet helpen deze ambitie waar te maken.
De Europese industriestrategie moet onze waarden en onze sociale markttradities weergeven. Wij zullen onze sterke punten als uitgangspunten nemen: onze diversiteit en ons talent, onze waarden en onze levenswijze, onze vernieuwers en onze makers. Wij hebben een Europees industriebeleid nodig dat is gestoeld op concurrentie, open markten, wereldwijd toonaangevende onderzoeksprestaties en technologieën en een sterke eengemaakte markt met minder belemmeringen en minder administratieve rompslomp. Wij mogen ons ook niet tot simplistische oplossingen als protectionisme of marktverstoringen laten verleiden, maar moeten tegelijk op onze hoede zijn voor oneerlijke concurrentie.
Deze strategie gaat uit van de kracht en de positie van de Europese Unie, voornamelijk in de rol van katalysator en regelgever. Om investeerders, innoveerders en de industrie de nodige zekerheid te bieden, moet een kader worden vastgesteld met de politieke lijnen en beleidsplannen.
Zowel wat de insteek als de uitvoering betreft, ademt de nieuwe industriestrategie ondernemingszin. De Commissie is bereid om samen met de industrie zelf, de sociale partners en alle andere belanghebbenden oplossingen te zoeken en vorm te geven. De nieuwe focus op industriële ecosystemen waarin aandacht is voor alle spelers in de waardeketen, is hier een onderbouwing voor. Dit is onze nieuwe aanpak, die is gebaseerd op de nieuwe ideeën en werkwijzen die nodig zullen zijn om in de twee transities een leidersrol te vervullen.
De strategie bepaalt de koers en beschrijft langs welke weg wij de doelstellingen zullen behalen. Ook de visie over wat wij tegen 2030 en daarna willen hebben bereikt en de fundamentele aspecten waarmee wij er zullen komen, zijn erin uiteengezet. Te midden van transities en ingrijpende verschuivingen voor onze Unie blijft een ding als een paal boven water staan: Europa blijft altijd een thuishaven voor de industrie. Met deze strategie kan de Europese Commissie al het nodige doen om dat zo te houden.
2.De Europese industrie: vandaag en morgen
De industrie is essentieel voor de vooruitgang en de toekomstige welvaart van Europa. Zij is goed voor meer dan 20 % van de economie van de EU en biedt werk aan ongeveer 35 miljoen mensen, waar indirect nog eens miljoenen banen in Europa en in de rest van de wereld bovenop komen. Zij is verantwoordelijk voor 80 % van de goederenuitvoer en is een belangrijke reden dat de positie van de EU, als een van de grootste bronnen en een van de populairste bestemmingen voor buitenlandse directe investeringen wereldwijd, zo sterk is. Meer dan 99 % van alle Europese bedrijven zijn kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s), waarvan verreweg de meeste familiebedrijven zijn. Zij zijn onze economische en sociale ruggengraat 3 .
De Europese industrie heeft een wereldwijd concurrentievoordeel waar het gaat om producten en diensten met een grote toegevoegde waarde. Zij geeft het goede voorbeeld met de naleving van de hoogste sociale, arbeids- en milieunormen, waarmee Europa zijn waarden kan uitdragen. Dankzij haar grote innovatievermogen is zij ook een wereldleider op het gebied van octrooien voor groene technologie en in andere hightechsectoren. Onze eengemaakte markt stelt Europese bedrijven ongeacht hun omvang in staat te innoveren, op te schalen en meer mensen in dienst te nemen. Deze sterke punten moeten worden ingezet om voorsprong te genereren waar de EU nu nog achterblijft, zoals op het gebied van cloudcomputing en datatoepassingen.
De Europese industrie ondergaat nu al een belangrijke transformatie. Er vindt een duidelijke verschuiving van producten naar diensten en van exclusieve naar gedeelde eigendom van producten en diensten plaats. De druk op de natuurlijke hulpbronnen leidt nu al tot een meer circulaire aanpak in de maakindustrie. Dankzij disruptieve technologieën als 3D-printen kan Europa ook van locatievrijheid aangrijpen als kans om in bepaalde sectoren meer industriële productie naar de EU terug te brengen.
Om onze ambities waar te maken, heeft Europa een industrie nodig die groener en digitaler wordt en toch op het wereldtoneel een sterke concurrentiepositie blijft innemen. Die elementen zullen in de hele EU bijdragen aan de groei of de omvorming van traditionele en nieuwe bedrijfstakken stimuleren, kleine en middelgrote ondernemingen ondersteunen en onze concurrerende duurzaamheid impulsen geven. Dit is zowel voor diensten als voor goederen zeer belangrijk.
Dankzij de sociale markteconomie gaat economische groei in Europa gepaard met betere sociale normen en levensstandaarden en goede arbeidsomstandigheden. De Europese pijler van sociale rechten zal daarbij als ons kompas blijven dienen en ervoor zorgen dat de twee transities op een sociaal rechtvaardige wijze verlopen.
Met zijn sterke, innovatieve en sterk geïntegreerde industriële basis is Europa goed geplaatst om het voortouw te nemen in de wereld.
2.1 Een wereldwijd concurrerende, toonaangevende industrie
Nieuwe geopolitieke omstandigheden en razendsnelle ontwikkelingen op dat vlak hebben ingrijpende gevolgen voor de Europese industrie. Wereldwijde concurrentie, protectionisme, marktverstoringen en handelsspanningen nemen stuk voor stuk toe en het op regels gebaseerde systeem staat vaker onder druk. Nieuwe grootmachten en concurrenten steken de kop op. Meer gevestigde partners slaan nieuwe wegen in. Dit gecombineerd met de periode van wereldwijde economische onzekerheid die voor de deur staat, maakt dat de Europese industrie bij de ecologische en digitale transitie rekening moet houden met nieuwe uitdagingen.
Europa mag wanneer het met zulke tegenwind wordt geconfronteerd, niet reageren door meer belemmeringen te introduceren, niet-concurrerende industrieën te beschermen of het protectionistische of verstorende beleid van anderen over te nemen. Onze industrie kan alleen concurrerend zijn als zij concurrentie kent — zowel in de eigen markt als wereldwijd. Zij heeft de juiste voorwaarden nodig, voorwaarden waarbij ondernemers hun ideeën in acties kunnen omzetten en bedrijven ongeacht hun omvang kunnen groeien en bloeien.
Tegelijkertijd moet de EU door middel van economische en diplomatieke inspanningen haar strategische belangen buiten haar grenzen kunnen nastreven. De EU moet de invloed, de omvang en de integratie van haar eengemaakte markt inzetten voor de vaststelling van wereldwijde normen. Als wij wereldwijd hoogwaardige normen tot stand kunnen brengen die het waarmerk van de Europese waarden en beginselen dragen, zullen wij onze strategische autonomie en het concurrentievermogen van onze industrie alleen maar versterken.
Europa zal ook blijven uitgaan van vrije en eerlijke handel met partners uit de hele wereld. Het op regels gebaseerde multilaterale handelsstelsel en de Wereldhandelsorganisatie zijn onontbeerlijk als wij open markten en een gelijk speelveld willen waarborgen. De EU zal zich blijven inspannen om het wereldhandelssysteem te blijven handhaven, bij te werken en te moderniseren, zodat het de uitdagingen van vandaag en morgen aankan.
2.2 Een industrie die de weg effent naar klimaatneutraliteit
De Europese Green Deal is de nieuwe groeistrategie voor Europa. Centraal staat ons doel tegen 2050 het eerste klimaatneutrale continent ter wereld te worden.
De industrie speelt een leidende rol in wat de grootste uitdaging en kans van onze tijd moet worden genoemd. Alle waardeketens van de industrie, ook de energie-intensieve sectoren, zullen een essentiële rol spelen. Zij zullen stuk voor stuk hun koolstofvoetafdruk moeten verkleinen, maar ook de transitie helpen versnellen door te zorgen voor betaalbare, schone technologische oplossingen en door nieuwe bedrijfsmodellen te ontwikkelen.
Om niet alleen groener en meer circulair, maar tegelijkertijd ook concurrerender te kunnen worden, zal de industrie een gegarandeerde aanvoer van schone en betaalbare energie en grondstoffen nodig hebben. Meer investeren in onderzoek, innovatie en de uitrol van de laatste technologie en infrastructuur brengt de ontwikkeling van nieuwe productieprocessen dichterbij en zorgt voor nieuwe banen.
In lijn met het ondernemende karakter van deze strategie, moeten de EU-instellingen, de lidstaten, de regio’s, de industrie en alle andere betrokken partijen samenwerken om leidende markten op het gebied van schone technologieën tot stand te brengen en ervoor te zorgen dat onze industrie wereldwijd vooroploopt. Hiervoor zijn regelgevingsbeleid, overheidsopdrachten, eerlijke concurrentie en de volledige betrokkenheid van kleine en middelgrote ondernemingen hard nodig.
Deze inspanningen moeten gepaard gaan met beleid en financiële instrumenten op EU- en nationaal niveau, en door de private sector worden gesteund. Degenen die het snelst in actie komen en zich het snelst ontwikkelen, zullen het grootste concurrentievoordeel hebben.
2.3Een industrie die Europa’s digitale toekomst vormgeeft
Digitale technologieën veranderen het aanzicht van de industrie en de manier waarop wij zakendoen. Zij leiden tot nieuwe bedrijfsmodellen, zorgen ervoor dat de industrie productiever kan worden, brengen werknemers nieuwe vaardigheden bij en dragen bij aan een koolstofvrije economie. De digitale sector zal ook bijdragen aan de Europese Green Deal, zowel als brenger van schone technologie als door het verkleinen van zijn eigen koolstofvoetafdruk.
Met haar strategie De digitale toekomst van Europa vormgeven heeft de Commissie haar visie uiteengezet over de vraag hoe Europa zijn technologische en digitale soevereiniteit kan behouden en de wereldleider op digitaal gebied kan zijn. Vanuit de kennis dat schaalbaarheid van essentieel belang is in een gedigitaliseerde economie zal de versterking van de digitale eengemaakte markt een belangrijke pijler voor de transitie van Europa vormen.
Europa moet ook sneller investeren in onderzoek naar en de toepassing van technologie op gebieden als kunstmatige intelligentie, 5G en data- en metadata-analyse. In 2018 hield slechts één op de tien ondernemingen in de EU zich bezig met de analyse van big data, terwijl slechts één op de vier cloudcomputingdiensten gebruikte.
Zoals de Commissie in haar recente Europese datastrategie 4 heeft uiteengezet, heeft Europa een kader nodig om bedrijven in staat te stellen gegevens te genereren, te bundelen en te gebruiken voor productverbetering en om internationaal te kunnen concurreren op een manier die past bij onze waarden en waarbij ieders rechten en privacy worden geëerbiedigd.
De EU moet ook haar industriële capaciteit wat betreft de kritieke digitale infrastructuur versterken. Het succesvol uitrollen van een hoogbeveiligd en ultramodern 5G-netwerk zal een belangrijke katalysator zijn voor toekomstige digitale diensten en bepalend zijn voor de industriële-datagolf. Europa moet nu investeren als het een voortrekker in 6G-netwerken wil zijn.
In lijn met het ondernemende karakter van deze industriestrategie, moet Europa zijn krachten bundelen om collectief te bereiken wat niemand alleen voor elkaar krijgt. Recente voorbeelden hiervan hebben het potentieel en de waarde van deze aanpak aangetoond. Europa heeft nu een van de drie snelste supercomputers ter wereld en heeft een neerwaartse trend op het gebied van micro-elektronica omgebogen.
Europa heeft alles in huis om deze nieuwe technologierace te leiden. Het moet voortbouwen op zijn sterke punten, waaronder een sterke industriële basis, kwalitatief hoogstaand onderzoek, geschoolde werknemers, een dynamisch ecosysteem voor startende ondernemingen, een volgroeide infrastructuur en een leidende rol in het gebruik van industriële data.
3.De fundamentele aspecten van de industriële transformatie in Europa
De drie hierboven beschreven factoren geven een indruk van de omvang van de transformatie die Europa zal ondergaan. Het zal een generatie duren om een industriële sector en alle bijbehorende waardeketens om te vormen. In de huidige dynamische realiteit met hevige concurrentie is er echter geen tijd te verliezen. De komende vijf jaar zullen bepalend zijn voor het vaststellen van de juiste randvoorwaarden voor deze transitie.
Aan deze strategie ligt een reeks fundamentele aspecten van de industriële transformatie in Europa ten grondslag. Een aantal van deze aspecten is een vervolg op of een uitbreiding van bestaande initiatieven op het gebied van innovatie, investeringen, normen of het creëren van een gelijk speelveld. Andere aspecten tonen aan dat Europa nieuwe manieren moet vinden om zijn industrie op de transities voor te bereiden, bijvoorbeeld door vaardigheden te versterken of processen circulairder te maken.
De fundamentele aspecten maken zichtbaar dat er geen sprake kan zijn van een wondermiddel of een enkele, op zichzelf staande oplossing — zij zijn onderling met elkaar verbonden en versterken elkaar. Zij weerspiegelen ook de realiteit dat, hoewel er op Europees niveau veel kan worden gedaan om zekerheid te creëren en tebieden, anderen veel invloed hebben. Daarom is een aanpak gericht op partnerschappen van essentieel belang.
3.1 Meer zekerheid voor de industrie: een verdergaande en meer digitale eengemaakte markt
Onze unieke eengemaakte markt is als het ware een springplank voor EU-bedrijven om mee te dingen op wereldniveau. De gemeenschappelijke regelgevingsruimte en de schaalvoordelen maken de eengemaakte markt tot een motor voor concurrentievermogen en bevorderen de integratie van ondernemingen van elke omvang in Europese en mondiale waardeketens.
Om de eengemaakte markt ten volste voor onze industrie te laten werken, moet de wetgeving over de hele linie worden toegepast en gehandhaafd. In het vandaag goedgekeurde actieplan voor de handhaving van de eengemaakte markt 5 worden concrete voorstellen gedaan om de gezamenlijke inspanningen op dit gebied te versterken, vooral in de vorm van het opzetten van een taskforce voor de handhaving van de eengemaakte markt. Uit het verslag inzake de belemmeringen voor de eengemaakte markt 6 blijkt de noodzaak om de belemmeringen weg te nemen waarmee bedrijven bij de grensoverschrijdende verkoop van goederen en vooral bij grensoverschrijdende dienstverlening worden geconfronteerd. Een betere belastingharmonisatie zou een van de belangrijkste belemmeringen voor bedrijven die grensoverschrijdend actief zijn, helpen wegnemen, met name als een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting kan worden gerealiseerd.
Ook de wetgeving voor de eengemaakte markt moet worden herzien en geactualiseerd om zeker te zijn dat zij klaar is voor het digitale tijdperk. Onder meer een herziening van de EU-voorschriften inzake productveiligheid, de uitvoering van de Europese datastrategie en de vaststelling van de wet inzake digitale diensten staan op het programma.
Een aanpak gericht op uitwisseling tussen kmo’s zal ook van essentieel belang zijn. Het groeiende aantal jonge, techsavvy kmo’s kan meer gevestigde industriële ondernemingen helpen hun bedrijfsmodellen aan te passen en nieuwe werkvormen voor het digitale tijdperk te ontwikkelen. Dit heeft al nieuwe kansen gecreëerd en startende ondernemingen moeten worden gestimuleerd de platformeconomie te helpen vormgeven. De nieuwe werkvormen moeten echter gepaard gaan met de laatste, verbeterde vormen van bescherming, onder meer voor mensen die via onlineplatforms werken.
De eengemaakte markt staat of valt met een robuust, goed functionerend standaardiserings- en certificeringsapparaat. Dat helpt markten om te groeien en zorgt tegelijkertijd voor rechtszekerheid. Het ontwikkelen van nieuwe normen en technische voorschriften en een actievere betrokkenheid van de EU bij de internationale normalisatie-instellingen zijn van essentieel belang om het concurrentievermogen van de industrie te versterken.
De EU moet er ook voor zorgen dat haar beleid inzake intellectuele eigendom bijdraagt aan de instandhouding en versterking van de technologische soevereiniteit van Europa en de bevordering van een wereldwijd gelijk speelveld. Intellectuele eigendom is een van de bepalende factoren voor de marktwaarde en het concurrentievermogen van Europese bedrijven. Het gaat hier om waardevol immaterieel bezit, zoals merken, ontwerpen, octrooien, data, knowhow en algoritmen. Slimme beleidsmaatregelen op het gebied van intellectuele eigendom zijn van essentieel belang om alle ondernemingen te helpen groeien, banen te creëren en om te beschermen en te ontwikkelen wat onze bedrijven uniek en concurrerend maakt.
Het voeren van een onafhankelijk EU-mededingingsbeleid is zeer verdienstelijk voor Europa gebleken in dat het een gelijk speelveld helpt creëren, innovatie stimuleert en de consument keuzevrijheid biedt. Mededinging brengt het beste in onze bedrijven naar boven en zorgt ervoor dat zij wereldwijd kunnen meedoen in de markt. In deze snel veranderende wereld, in een tijd waarin Europa ook nog eens twee belangrijke transities in gang zet, moeten wij ervoor zorgen dat de mededingingsregels meegroeien met de laatste ontwikkelingen.
Vanuit die gedachte werkt de Commissie momenteel aan een herziening van het EU-mededingingskader. Daarbij bekijkt zij hoe de huidige mededingingsregels worden toegepast, met name waar het gaat om de antitrustmaatregelen, en of de regels betreffende horizontale en verticale overeenkomsten en de bekendmaking inzake de bepaling van de relevante markt nog steeds geschikt zijn voor het beoogde doel. De Commissie zal ook nagaan hoe zaken beter kunnen worden opgespoord en ingestelde onderzoeken sneller kunnen worden afgehandeld. Zij zal sectoraal onderzoek als middel inzetten in de nieuwe en opkomende markten die onze economie en samenleving vormgeven.
De lopende evaluatie van de richtsnoeren inzake concentratiecontrole en de zogenaamde geschiktheidscontrole van de verschillende richtsnoeren inzake staatssteun maken ook deel uit van dit proces. Met de staatssteunregels wordt gezorgd voor een gelijk speelveld binnen Europa, waarbij een moordende wedloop om subsidies wordt vermeden en tegelijkertijd belangrijke doelstellingen van algemeen belang worden ondersteund. De Commissie zal ervoor zorgen dat in 2021 op een aantal prioritaire gebieden, waaronder milieubescherming en energie, herziene regels voor staatssteun in werking zijn.
Op weg naar resultaten: Æhet vandaag goedgekeurde actieplan voor de handhaving van de eengemaakte markt en verslag over belemmeringen voor de eengemaakte markt Æhet opzetten van een taskforce voor de handhaving van de eengemaakte markt waarin de lidstaten en de Commissie zijn vertegenwoordigd Æde vandaag goedgekeurde strategie voor kleine en middelgrote ondernemingen voor een duurzaam en digitaal Europa Æhet evalueren, herzien en zo nodig aanpassen van de EU-mededingingsregels vanaf 2021; hiertoe behoren de lopende evaluatie van de richtsnoeren voor concentratiecontrole en de geschiktheidscontrole van de richtsnoeren inzake staatssteun Æeen actieplan inzake intellectuele-eigendomsrechten om te beoordelen of het nodig is het rechtskader te verbeteren, om te zorgen voor een slim gebruik van intellectuele eigendom en om diefstal van intellectuele eigendom beter te bestrijden Æeen follow-up van de Europese datastrategie voor de ontwikkeling van een Europese data-economie, met inbegrip van het introduceren van gemeenschappelijke Europese dataruimten in specifieke sectoren en waardeketens Æeen wet inzake digitale diensten om het rechtskader voor een interne markt voor digitale diensten te actualiseren en te versterken Æeen initiatief ter verbetering van de arbeidsomstandigheden van platformwerkers |
3.2 Een wereldwijd gelijk speelveld in stand houden
De openheid van de Europese economie ligt ten grondslag aan haar welvaart en concurrentievermogen. Hoewel de EU-industrie sterk in de mondiale waardeketens is verankerd en wereldwijd actief is, moet de EU op haar hoede zijn voor bedreigingen van de eerlijke concurrentie en handel.
De EU houdt de markten open door handelsakkoorden te sluiten met partnerlanden of -regio’s of zich op internationale fora in te zetten voor regels die voor iedereen werken. Wij moeten blijven inzetten op een gecoördineerde Europese aanpak om tot wederzijds voordelige handel te komen en om eventuele belemmeringen uit de weg te ruimen die onze ondernemingen verhinderen toegang te krijgen tot andere markten overal ter wereld. Daar hoort bij dat agressieve fiscale-planningconstructies die zorgen voor een ongelijk speelveld, moeten worden tegengegaan.
De EU zal optimaal gebruikmaken van haar volledige arsenaal aan handelsbeschermingsmechanismen. Tegen medio 2020 zal de Commissie onderzoeken hoe de antisubsidiemechanismen en -instrumenten het best kunnen worden versterkt. Dit zal gebeuren in het witboek over een instrument voor buitenlandse subsidies, dat zal ingaan op de verstorende effecten van buitenlandse subsidies voor de eengemaakte markt. In vervolg hierop zal in 2021 een voorstel voor een rechtsinstrument worden gepresenteerd.
Deze verstorende effecten gaan vaak samen met een gebrek aan wederkerigheid in de toegang van Europese ondernemingen tot de binnenlandse markten van de buitenlandse staatsbedrijven. Met name de aanbestedingsmarkten van de EU zijn veelal toegankelijk voor bedrijven uit landen waar Europese bedrijven worden achtergesteld of met totale afsluiting van markten worden geconfronteerd. Daarom zal in het witboek ook worden ingegaan op de toegang van buitenlandse staatsbedrijven tot de aanbestedingsmarkten van de EU en tot EU-financiering. Daarnaast moet snel overeenstemming worden bereikt over het voorgestelde instrument voor internationale aanbestedingen zodat het gebrek aan wederkerigheid kan worden aangepakt en de EU een sterkere onderhandelingspositie krijgt.
De Europese industrie zou geen oneerlijke concurrentie mogen ondervinden van concurrenten uit de hele wereld die, bijvoorbeeld op het gebied van het klimaat, totaal andere normen of beginselen aanhouden. Een nieuw hoofd handhaving voor de handel zal werken aan een betere naleving en handhaving van onze handelsovereenkomsten en regelmatig verslag uitbrengen aan het Europees Parlement. De Commissie zal voorstellen om van de eerbiediging van de Overeenkomst van Parijs een essentieel onderdeel van alle toekomstige brede handelsovereenkomsten te maken.
Verscherpte douanecontroles zijn ook van essentieel belang om ervoor te zorgen dat ingevoerde producten voldoen aan de EU-regels.
Op weg naar resultaten: Æeen witboek over een instrument voor buitenlandse subsidies tegen medio 2020, waarbij buitenlandse toegang tot overheidsopdrachten en EU-financiering ook onder de loep worden genomen Æversterking van de mondiale regels inzake industriële subsidies binnen de Wereldhandelsorganisatie Æsnelle vaststelling van het instrument voor internationale aanbestedingen Æeen actieplan voor de douane-unie in 2020 om de douanecontroles te verscherpen, inclusief een wetgevingsvoorstel voor een EU-éénloketsysteem om volledig digitale douaneafwikkelingsprocedures aan de grens mogelijk te maken |
3.3 De industrie ondersteunen bij de transitie naar klimaatneutraliteit
In het kader van de transitie naar klimaatneutraliteit in Europa zullen bepaalde sectoren een grotere en ingrijpendere verandering moeten doormaken dan de meeste andere. Energie-intensieve industrieën zijn onmisbaar voor de Europese economie en ook de andere sectoren zijn ervan afhankelijk. Het moderniseren en het koolstofarm maken van energie-intensieve industrieën moeten daarom een topprioriteit zijn.
Een doelstelling van de Europese Green Deal is het totstandbrengen van nieuwe markten voor klimaatneutrale en circulaire producten zoals staal, cement en chemische basisproducten. Om leidend te worden in deze transitie heeft Europa nieuwe industriële processen en meer schone technologieën nodig die beter zijn afgestemd op de markt zodat de kosten kunnen worden verlaagd.
De Commissie zal bijvoorbeeld schone innovatieve staaltechnologieën ondersteunen die tot een koolstofvrij staalproductieproces moeten leiden. Het innovatiefonds van het EU-emissiehandelssysteem zal bijdragen aan het opzetten van andere grootschalige innovatieve projecten om de ontwikkeling van schone producten in alle energie-intensieve sectoren te ondersteunen.
Met een nieuwe strategie voor duurzaam gebruik van chemische stoffen worden mensen en het milieu beter beschermd tegen gevaarlijke chemische stoffen en worden innovatie in de sector en de ontwikkeling van veilige en duurzame alternatieven gestimuleerd.
Europa moet ook iets doen aan de duurzaamheid van bouwproducten en de energie-efficiëntie en milieuprestaties van alle vastgoed. Een duurzamere gebouwde omgeving is essentieel voor Europa’s transitie naar klimaatneutraliteit.
Als de transitie eenmaal op gang komt, moet Europa ervoor zorgen dat niemand achterblijft. Het voorstel voor het nieuwe mechanisme voor een rechtvaardige transitie 7 zal 100 miljard EUR mobiliseren voor de omvorming van de industrie en economie van koolstofintensieve regio's zodat de transitie rechtvaardig verloopt.
De vermindering van de uitstoot in de industrie zal afhangen van de toepassing van het beginsel “energie-efficiëntie eerst” en de beschikbaarheid van een betrouwbare en toereikende koolstofarme energievoorziening tegen concurrerende prijzen. Dit vraagt om planning en om investeringen in koolstofarme technologieën, capaciteit en infrastructuur. Wij zullen ook een meer strategische aanpak voor de hernieuwbare-energiesector en de bijbehorende toeleveringsketen nodig hebben, onder meer met betrekking tot offshore-energieproductie. Zo kan ook de aanzienlijke toename van de benodigde elektriciteit in het kader van de twee transities, deels worden opgevangen. In aanvulling hierop moeten de Europese elektriciteitssystemen beter met elkaar worden verbonden, teneinde de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening te vergroten en meer hernieuwbare energie in het net te integreren.
In het kader hiervan zullen alle energiedragers, waaronder elektriciteit, gas en vloeibare brandstoffen, doeltreffender moeten worden gebruikt door verschillende sectoren te koppelen. Dit zal de insteek zijn van een nieuwe strategie voor slimme sectorintegratie, waarin ook de visie van de Commissie betreffende schone waterstof wordt uiteengezet. Het inzetten van trans-Europese energienetwerken zal de transitie naar klimaatneutraliteit ook vooruit helpen.
Verder moet speciale aandacht uitgaan naar de industrie achter duurzame en slimme mobiliteit. Daar ligt een grote taak en een uitgebreid potentieel om de twee transities aan te jagen, het concurrentievermogen van de Europese industrie een boost te geven en de connectiviteit te verbeteren. Dit geldt met name voor de automobielsector, de lucht- en ruimtevaart, de spoorwegindustrie en de scheepsbouw, alsook voor de sector van de alternatieve brandstoffen en de slimme en de geconnecteerde mobiliteit.
Het behoud van een pioniersrol in onderzoek en innovatie, de snelle uitrol van de noodzakelijke infrastructuur en sterke stimuleringsmaatregelen, onder meer bij aanbestedingen, zijn van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat de mobiliteitssectoren van de EU hun wereldwijde technologische voorsprong behouden. De volledige waardeketen van de sector moet zich inzetten om de nieuwe internationale normen voor veilige, duurzame, toegankelijke, verantwoorde en veerkrachtige mobiliteit mede vorm te geven. De complete strategie voor duurzame en slimme mobiliteit zal uitgebreide maatregelen voorstellen om het potentieel van de sector optimaal te benutten.
Mochten de verschillen in ambitie in de wereld een rol blijven spelen, dan zal de Commissie, volledig in overeenstemming met de voorschriften van de Wereldhandelsorganisatie, in 2021 een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens voorstellen om het risico van koolstoflekkage te beperken. Dit moet gepaard gaan met een verbetering van de instrumenten waarover wij nu beschikken om koolstoflekkage aan te pakken.
Op weg naar resultaten: Æde strategie voor slimme sectorintegratie Æeen gemeenschappelijke Europese ruimte voor energiedata zal het potentieel van data inzetten om de innovatieve vermogen van de energiesector te bevorderen. Æhet platform voor een rechtvaardige transitie lanceren voor technische ondersteuning en advies aan koolstofintensieve regio’s en industrieën Æde EU-strategie inzake schone staalproductie en de strategie voor duurzaam gebruik van chemische stoffen Æherziening van de verordening betreffende trans-Europese energienetwerken Æde EU-strategie inzake hernieuwbare offshore-energie Æde complete strategie voor duurzame en slimme mobiliteit Æhet renovatiegolf-initiatief en de strategie voor de gebouwde omgeving Æhet mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens om, volledig in overeenstemming met de voorschriften van de Wereldhandelsorganisatie, het risico van koolstoflekkage te beperken |
3.4 Een meer circulaire economie tot stand brengen
In overeenstemming met de nieuwe groeistrategie voor Europa, een groei die meer geeft dan wegneemt, moet de Europese industrie een leidende rol spelen in de ecologische transitie. Dat houdt in dat zij haar koolstof- en haar materiële voetafdruk moet verkleinen en dat zij circulariteit moet inbouwen in de hele economie.
Daartoe moeten wij afstappen van het oude model van grondstoffen aan het land onttrekken om onze producten te maken, die wij vervolgens gebruiken en weggooien. Wij moeten de manier waarop wij dingen ontwerpen, maken, gebruiken en weggooien radicaal veranderen en onze industrie hiertoe stimuleren.
Deze meer circulaire aanpak zal — door de gevolgen voor het milieu te beperken, de druk op schaarse hulpbronnen te verlichten en de productiekosten te verlagen — leiden tot een schonere en concurrerendere industrie. De business case is even overtuigend als de milieuredenen en de morele noodzaak. Door de beginselen van de circulaire economie in alle sectoren en bedrijfstakken toe te passen, kunnen tegen 2030 700 000 nieuwe banen worden gecreëerd, overal in de EU en veelal in kmo’s.
De EU bevindt zich reeds in een goede positie op dit gebied en moet zich nu richten op het consolideren van haar pioniersvoordeel. In het nieuwe actieplan voor een circulaire economie 8 wordt een reeks maatregelen voorgesteld om de Europese industrie in staat te stellen deze kansen te grijpen.
De kern wordt gevormd door een nieuw beleidskader voor duurzame producten waarin voor alle producten duurzaamheidsbeginselen worden vastgesteld om de Europese industrie concurrerender te maken. Er zal voorrang worden gegeven aan productgroepen met een grote impact en er zullen maatregelen op het gebied van universele opladers, een initiatief voor herbruikbare elektronica, duurzaamheidseisen voor batterijen en nieuwe maatregelen in de textielsector in staan.
Het actieplan omvat ook maatregelen om consumenten de mogelijkheid geven een actievere rol te spelen in de circulaire economie. Consumenten moeten betrouwbare en relevante informatie krijgen zodat zij herbruikbare, duurzame en herstelbare producten kunnen kiezen. De Commissie zal maatregelen voorstellen om de consument meer rechten te geven en beter te beschermen, onder meer door een “recht op herstelling” voor de consument na te streven.
Overheidsinstanties, en dus ook de EU-instellingen, moeten het goede voorbeeld geven door milieuvriendelijke goederen, diensten en werkzaamheden te kiezen. Met dit groene aankoopbeleid kunnen zij de cultuuromslag richting duurzame consumptie en productie in gang zetten. De Commissie zal nadere wetgeving en richtsnoeren voor groene overheidsopdrachten voorstellen.
Op weg naar resultaten: Æeen parallel met dit besluit vastgesteld actieplan voor een circulaire economie, met inbegrip van een nieuw beleidskader voor duurzame producten Æeen nieuw regelgevingskader voor duurzame batterijen Æeen EU-strategie inzake textiel Æeen initiatief voor herbruikbare elektronica Æconsumenten dankzij betere productinformatie en versterkte consumentenrechten de mogelijkheid geven een actievere rol te spelen in de circulaire economie |
3.5 Een klimaat van industriële innovatie creëren
Het aandeel van de Europese ondernemingen in de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling is de afgelopen vijf jaar gedaald, terwijl dat van hun Amerikaanse en Chinese tegenhangers is toegenomen. Om deze trend om te buigen, moeten innovatieve industrieën toegang tot investeringen krijgen. Dat vraagt om inzicht in wat de speerpunten moeten worden en een duidelijke marktstrategie die opschalen mogelijk maakt. In het kader hiervan moeten kmo’s worden gestimuleerd om te innoveren en de juiste ondersteuning krijgen om zo te zorgen dat ideeën hun weg naar de markt vinden.
De wereldwijde wedloop om de twee transities zal zich in toenemende mate op het terrein van de grensverleggende wetenschap en deep technologies afspelen. De industrie gaat richting een tijdperk waarin de fysieke, de digitale en de biologische dimensies samenkomen. Als Europa de twee transities leiden, dan moet de industriestrategie eigenlijk een strategie voor industriële innovatie zijn.
Dit betekent ook dat wij bij het meer investeren in disruptief, baanbrekend onderzoek en innovatie rekening moeten houden met eventuele van mislukkingen. Uit mislukkingen kunnen wij leren, om vervolgens onze methode aan te passen en zo nodig van voor af aan te beginnen. Dat is de beste manier om vooruitgang te boeken. Wij moeten onze houding veranderen en in plaats van risicomijdend zijn, mislukkingen aanvaarden als onderdeel van het proces. Dit moet op alle terreinen tot uiting komen en innovatie moet worden ingebed in onze beleidsvorming. In het kader van onze inspanningen om tot betere regelgeving en strategische prognoses te komen, zullen wij ervoor zorgen dat beleid innovatiebevorderend werkt.
De industriesectoren moeten worden uitgenodigd en gestimuleerd hun eigen stappenplannen richting klimaatneutraliteit of digitaal leiderschap op te stellen. Zij moeten daarbij kunnen rekenen op hoogwaardig onderzoek en sterke vaardigheden en door de EU worden ondersteund. Met het begin van de Europese Green Deal is een aantal sectoren al op deze weg ingeslagen. In lijn met het cocreatieve en ondernemende karakter van deze strategie moet dit vanuit publiek-private partnerschappen worden ondersteund, zodat de industrie de technologieën kan ontwikkelen waarmee zij haar doelen bereikt — zoals dat in industriële allianties al met succes is gebeurd.
De Europese Innovatieraad, die in 2021 volledig operationeel moet zijn, zal er ook naar streven de sterke onderzoeksbasis in Europa optimaal te benutten. De Innovatieraad zal technologieën van de volgende generatie in kaart brengen, commerciële toepassingen ervan versnellen en deze technologieën inzetten om startende ondernemingen te helpen snel op te schalen.
De eengemaakte markt moet ook zijn steentje bijdragen door innovatie te stimuleren zodat de schaalvoordelen, de snelheid en de speelruimte optimaal worden benut. Plaatsgebonden innovatie en experimenten moeten worden gestimuleerd. Regio’s zouden vanuit hun lokale karakter, kracht en kennis zelf met kmo’s en consumenten aan de slag kunnen om nieuwe oplossingen te ontwikkelen en te testen. Nieuwe technologieën en oplossingen zouden in de praktijk kunnen worden getest met beleidsmakers en regelgevers om innovatieve bedrijfsmodellen mogelijk te maken.
Zodra deze oplossingen zijn getest en verbeterd, kunnen ze worden opgeschaald tot Europees en mondiaal niveau, zodat de EU haar voortrekkersrol behoudt. De digitale-innovatiehubs, onestopshops waar bedrijven technologieën kunnen uittesten, zijn een goed uitgangspunt voor verdere ontwikkeling.
Op weg naar resultaten: Æeen mededeling over de toekomst van onderzoek en innovatie en de Europese onderzoeksruimte om een nieuwe aanpak voor innovatie in kaart te brengen en ervoor te zorgen dat de EU-begroting optimaal wordt benut Æde start van publiek-private partnerschappen in het kader van het Horizon Europa-programma |
3.6 Bijscholing en omscholing
Een concurrerende industrie is afhankelijk van de aanwerving en het behoud van gekwalificeerde arbeidskrachten. Naarmate de twee transities op gang komen, moet Europa ervoor zorgen dat onderwijs en opleiding het tempo kunnen bijhouden. Een leven lang leren zal voor iedereen des te belangrijker worden: alleen al in de komende vijf jaar 120 miljoen Europeanen moeten worden bijgeschoold of omgeschoold.
Hieruit blijkt hoe belangrijk de juiste vaardigheden zijn voor de twee transities en welke kansen de transities met zich meebrengen. De transitie naar een koolstofarme economie zal naar verwachting meer dan 1 miljoen banen opleveren tegen 2030, maar ondertussen staan op dit moment ook al 1 miljoen vacatures in Europa open voor deskundigen op het gebied van digitale technologie. Tegelijkertijd meldt 70 % van de bedrijven dat ze investeringen uitstellen omdat zij niet de mensen met de juiste vaardigheden kunnen vinden.
Voor werknemers in de industrie vertegenwoordigen de digitalisering, de automatisering en de vooruitgang op het gebied van kunstmatige intelligentie een ongeëvenaarde omslag in de gevraagde vaardigheden. Bijscholing en omscholing moeten in onze sociale markteconomie een belangrijke positie innemen. Onze stelsels voor hoger en beroepsonderwijs en opleidingen moeten ook meer wetenschappers, ingenieurs en technici afleveren voor de arbeidsmarkt. De EU kan ook gericht vaardigheden en talent van buiten de Unie aantrekken om de arbeidsmarktbehoeften in te vullen.
In de wereldwijde wedloop om talent moet Europa meer investeren in vaardigheden en moet een leven lang leren werkelijkheid worden. Dit vraagt om collectieve actie door het bedrijfsleven, de lidstaten, de sociale partners en andere belanghebbenden in de vorm van een nieuw “pact voor vaardigheden” waarmee wordt bijgedragen aan bij- en omscholing en de beroepsbevolking kan profiteren van publieke en private investeringen. In het pact zal de nadruk worden gelegd op sectoren met een interessant groeipotentieel voor Europa of sectoren die het ingrijpendst veranderen. De Europese onderwijsruimte sluit ook hierop aan.
Verder is het van essentieel belang een beter evenwicht tussen vrouwen en mannen in de industrie te bewerkstelligen. Vrouwen kunnen bijvoorbeeld worden aangemoedigd STEM-richtingen te kiezen, een carrière in de technologiesector te overwegen en te investeren in digitale vaardigheden, zodat vrouwen in dezelfde mate als mannen een bedrijf kunnen oprichten en leiden.
Op weg naar resultaten: Æeen update van de vaardighedenagenda voor Europa in 2030, met inbegrip van een aanbeveling over beroepsonderwijs en -opleiding Æstart van een Europees pact voor vaardigheden Æeen mededeling over een strategisch kader voor de Europese onderwijsruimte Æhet actieplan voor digitaal onderwijs Æuitvoering van de in maart 2020 aangenomen EU-genderstrategie |
3.7 Investeren in en financiering van de transitie
Veel van de komende EU-programma’s, zoals Horizon Europa, het programma Digitaal Europa, het programma voor de eengemaakte markt, het innovatiefonds, InvestEU, het Europees Sociaal Fonds, het Europees Defensiefonds en het EU-ruimtevaartprogramma, en alle Europese structuur- en investeringsfondsen zullen het concurrentievermogen van de industrie in de EU helpen bevorderen. Voor de toekomst van onze industrie is het essentieel dat snel overeenstemming wordt bereikt over de volgende langetermijnbegroting.
Nu overheidsuitgaven onder druk staan, zullen wij nieuwe manieren moeten vinden om particuliere investeringen aan te boren. Daartoe behoort het inzetten van EU-middelen en blending met de lidstaten en andere institutionele partners, alsook het aantrekken van particuliere investeerders. InvestEU en het Investeringsplan voor de Europese Green Deal kunnen helpen private investeringen aan te trekken waar nodig. De Europese Investeringsbank en de nationale stimuleringsbanken en -instellingen zullen daarin een belangrijke rol hebben.
Het mobiliseren van private investeringen en publieke financiering is van het grootste belang wanneer er sprake is van marktfalen, vooral waar het gaat om het op grote schaal inzetten van innovatieve technologieën. Een instrument dat op dit gebied bewezen effectief is, zijn de belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI’s). De lidstaten kunnen IPCEI’s gebruiken om financiële middelen te bundelen, snel te handelen en de juiste spelers rond belangrijke waardeketens samen te brengen. Zij fungeren als een katalysator voor investeringen en maken het voor de lidstaten mogelijk grootschalige innovatieprojecten over de grenzen heen te financieren in geval van marktfalen. Voortbouwend op de ervaring met recente IPCEI’s zal de Commissie onderzoeken hoe, met volledige inachtneming van de betreffende financiële en mededingingsregels, nationale en EU-instrumenten kunnen worden gecombineerd om investeringen in de hele waardeketen te stimuleren.
Om dit instrument optimaal te kunnen benutten, zal de Commissie in 2021 herziene regels inzake staatssteun voor IPCEI’s invoeren. Deze herziening heeft tot doel de voorwaarden te verduidelijken waaronder door de lidstaten geleide projecten in belangrijke sectoren volgens schema en op een concurrentiebevorderende wijze doorgang kunnen vinden. Zij moet kmo’s ook helpen om volwaardig deel te nemen aan toekomstige IPCEI’s.
Er zullen daarnaast in het hele financiële stelsel prikkels nodig zijn om investeringen in de richting van een concurrerende duurzaamheid te stimuleren. De recente overeenkomst over een EU-taxonomie en de door de klimaatwet 9 geboden zekerheid zijn flinke stappen in de goede richting.
Voortbouwend op deze vorderingen zal de Commissie in de vernieuwde strategie voor duurzame financiering duidelijke regels opstellen om investeerders de weg te wijzen naar duurzame investeringen. Als voortzetting van de werkzaamheden om de economische en monetaire unie te verdiepen, zal het nieuwe actieplan van de Commissie inzake de kapitaalmarktenunie een initiatief voor een betere bescherming van investeringen binnen de EU omvatten evenals pogingen om meer gediversifieerde financieringsbronnen voor Europese bedrijven, en met name kmo’s, te ontsluiten. De strategie voor digitale financiering zal op het gebied van financiële diensten meer ruimte aan innovatie bieden, waardoor nieuwe diensten en bedrijfsmodellen makkelijker kunnen worden opgeschaald en nieuwe risico’s kunnen worden aangepakt.
Op weg naar resultaten: Æmet het Parlement en de Raad werken aan een snelle goedkeuring en uitvoering van de volgende langetermijnbegroting Æde mogelijkheid onderzoeken van gecoördineerde investeringen van de lidstaten en de industrie in de context van nieuwe belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI’s) en voor de mogelijke follow-up van de eerste IPCEI’s inzake batterijen en micro-elektronica Æherziening van de staatssteunregels voor IPCEI’s, waaronder projecten in verband met de energietransitie Æeen vernieuwde strategie voor duurzame financiering Æeen nieuwe strategie voor digitale financiering Æeen actieplan voor de opbouw van een kapitaalmarktenunie in 2020, met inbegrip van maatregelen ter ondersteuning van geïntegreerde kapitaalmarkten en meer financieringsmogelijkheden voor burgers en bedrijven |
4.Versterking van de industriële en strategische autonomie van Europa
De strategische autonomie van Europa draait om het minder afhankelijk van anderen zijn voor de zaken die wij het hardst nodig hebben: kritieke grondstoffen en technologieën, voeding, infrastructuur, beveiliging en andere strategische zaken. Zij bieden de Europese industrie ook een uitgelezen kans eigen markten, producten en diensten te ontwikkelen en daarmee het concurrentievermogen te stimuleren.
Europa gedijt het beste in een open investeringsklimaat, waarin anderen kunnen investeren in het concurrentievermogen van Europa. Europa moet echter ook de risico’s in verband met buitenlandse investeringen op een meer strategische manier bekijken. Het kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen 10 dat in oktober 2020 volledig van toepassing zal zijn, zal om redenen van veiligheid en openbare orde de belangen van Europa beschermen. De Commissie zal voorstellen doen om dit instrument verder te versterken.
De digitale transformatie, de veiligheid en de toekomstige technologische soevereiniteit van Europa zijn afhankelijk van onze strategische digitale infrastructuur. Naast de recente inspanningen van de Commissie op het gebied van 5G en cyberbeveiliging zal de EU ter bescherming van de belangrijkste digitale eigendommen van de EU en de lidstaten een kritische kwantumcommunicatie-infrastructuur ontwikkelen die speciaal wordt ontworpen om in de komende tien jaar een gecertificeerde, beveiligde end-to-end-infrastructuur op basis van quantum key distribution te realiseren.
Er wordt ook EU-steun uitgetrokken voor de ontwikkeling van sleuteltechnologieën die van strategisch belang zijn voor de Europese industriële toekomst. Het gaat onder meer om robotica, micro-elektronica, high-performance computing en cloudinfrastructuur voor gegevensopslag, blockchain, kwantumtechnologieën, fotonica, industriële biotechnologie, biogeneeskunde, nanotechnologie, farmaceutische producten, geavanceerde materialen en technologieën.
De Europese defensie- en ruimtevaartsector zijn van essentieel belang voor de toekomst van Europa. De fragmentering van de defensie-industrie roept echter vragen op over het vermogen van Europa om de volgende generatie kritieke defensievermogens op te bouwen. De strategische soevereiniteit van de EU en haar vermogen om als veiligheidsleverancier op te treden, komen hierdoor in het gedrang.
Het Europees Defensiefonds zal bijdragen aan de opbouw van een geïntegreerde industriële defensiebasis voor de hele EU. Het zal overal in de Europese industriële waardeketens op defensiegebied investeren en grensoverschrijdende samenwerking bevorderen en open en dynamische toeleveringsketens, met kmo’s en nieuwkomers, ondersteunen. Het zal ook disruptieve technologieën ondersteunen, waardoor bedrijven meer risico kunnen lopen. De samenhang met andere defensie-initiatieven zal van essentieel belang zijn.
Technologieën, data en diensten gerelateerd aan de ruimtevaart kunnen de industriële basis van Europa versterken doordat zij bijdragen aan de ontwikkeling van innovatieve producten en diensten, waaronder de opkomst van geavanceerde innovatieve technologieën.
De defensie- en de ruimtevaartindustrie krijgen te maken met een ongekende mate van concurrentie op wereldniveau, in een veranderende geopolitieke context, maar ook nieuwe kansen door de opkomst van zich snel ontwikkelende technologieën en nieuwe actoren. Door in de EU-programma’s te streven naar synergieën tussen de civiele, de ruimtevaart- en de defensie-industrie zal de EU doeltreffender gebruik kunnen maken van middelen en technologieën en schaalvoordelen creëren.
Met de transitie van de Europese industrie naar klimaatneutraliteit zou de afhankelijkheid van beschikbare fossiele brandstoffen kunnen verschuiven naar een afhankelijkheid van niet-energetische grondstoffen, die veelal uit derde landen afkomstig zijn en waarvoor de wereldwijde concurrentie momenteel al heviger wordt. Het stimuleren van recycling en het gebruik van secundaire grondstoffen zal deze afhankelijkheid helpen verminderen.
Verwacht wordt dat de vraag naar grondstoffen tegen 2050 zal verdubbelen, wat een gediversifieerde inkoop van essentieel belang maakt voor de voorzieningszekerheid in Europa. Kritieke grondstoffen zijn ook van cruciaal belang voor markten als e-mobiliteit, batterijen, hernieuwbare energie, farmaceutica, de ruimtevaart, defensie en digitale toepassingen.
Toegang tot medische en farmaceutische producten is evenzeer van cruciaal belang voor de veiligheid en autonomie van Europa in de huidige wereld. Er zal een nieuwe farmaceutische strategie voor de EU worden voorgesteld, waarin de beschikbaarheid, betaalbaarheid, duurzaamheid en voorzieningszekerheid van farmaceutische producten aan bod komen. Het belang hiervan is extra duidelijk geworden door de recente uitbraak van de coronavirusziekte 2019 (Covid-19).
Op weg naar resultaten: Æeen follow-up van de mededeling inzake 5G 11 en de aanbeveling inzake cyberbeveiliging van 5G-netwerken 12 Æeen actieplan voor synergieën tussen de civiele, de defensie- en de ruimtevaartindustrie, onder meer op het niveau van de programma’s, technologieën, innovatie en startende ondernemingen. Æeen nieuwe farmaceutische strategie voor de EU in 2020, inclusief maatregelen om de aanvoer veilig te stellen en innovatie voor patiënten te waarborgen Æeen actieplan inzake kritieke grondstoffen, met inbegrip van inspanningen om de internationale partnerschappen voor de toegang tot grondstoffen uit te breiden |
-
5.Onderlinge afstemming: governance in de vorm van partnerschappen
De Europese industrie moet haar eigen unieke kenmerken en krachten uitspelen: de integratie die niet stopt bij waardeketens of grenzen, de diversiteit, de tradities en de mensen. Naarmate de twee transities vaart krijgen en de wereldwijde concurrentie steeds feller wordt, verandert de Europese industrie evenzeer. Zo zijn er steeds vaker sectoroverstijgende verbanden tussen verschillende producten en diensten.
Naast een focus op specifieke technologieën moet Europa ook de kansen en uitdagingen van industriële ecosystemen op de voet volgen. Deze ecosystemen bestaan uit alle spelers die in een waardeketen actief zijn: van de kleinste start-ups tot de grootste bedrijven, van wetenschappers tot onderzoekers, van dienstverleners tot leveranciers. En zij hebben elk hun eigen kenmerken.
Voortbouwend op de uitkomsten van de industriële rondetafelconferentie op hoog niveau “Industrie 2030” en de werkzaamheden van het Strategisch Forum voor belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang en andere organen zal de Commissie de verschillende ecosystemen systematisch analyseren en de verschillende risico’s en behoeften van de industrie beoordelen in de context van de twee transities en de concurrerende wereldmarkt. Zij zal zich buigen over kwesties als vaardigheden op het gebied van onderzoek en innovatie, de rol van kmo’s en grote ondernemingen, maar ook de druk van buitenaf of afhankelijkheid van externe factoren.
Bij deze analyse zal de Commissie nauw samenwerken met een inclusief en open industrieel forum, bestaande uit vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, waaronder kmo’s, grote ondernemingen, sociale partners en onderzoekers, evenals de lidstaten en de EU-instellingen. Waar nodig zullen deskundigen uit specifieke sectoren worden benaderd om hun kennis te delen.
Hieruit kan blijken dat sommige van de ecosystemen vanwege hun specifieke aard of behoeften specifieke steun nodig zullen hebben. Deze steun zou de vorm van regelgeving, ontsluiting van financiering of inzet van handelsbeschermingsinstrumenten kunnen aannemen. Dit zou dan het specifieke instrumentarium voor dat ecosysteem zijn. De voortgang zal doorlopend worden gemonitord in samenwerking met het Europees Parlement en de Raad.
Waar aangewezen kan de aanpak van industriële allianties het geschikte instrument zijn. Die is reeds succesvol gebleken op het gebied van batterijen, kunststoffen en micro-elektronica. De EU-alliantie voor batterijen is erin geslaagd de EU op het gebied van deze belangrijke technologie aan kop te brengen. Allianties kunnen zorgen voor structuur en grootschalige projecten met positieve spill-overeffecten in heel Europa helpen financieren, waarbij de kennis van kmo’s, grote ondernemingen, onderzoekers en regio’s wordt benut om belemmeringen voor innovatie weg te nemen en de beleidssamenhang te vergroten.
Schone waterstof is een goed voorbeeld van waar een alliantie echt toegevoegde waarde kan hebben. Het gaat hier om een disruptieve technologie die vraagt om meer coördinatie in de waardeketen. In deze geest zal de Commissie binnenkort een voorstel doen voor de lancering van de nieuwe Europese alliantie voor schone waterstof die investeerders rond te tafel met gouvernementele, institutionele en industriële partners. De alliantie zal voortbouwen op bestaande initiatieven en in kaart brengen wat de technologische behoeften en de investeringsmogelijkheden en wat de belemmeringen en voordelen op regelgebied zijn. Er zouden in de toekomst allianties voor onderwerpen als koolstofarme industrieën, clouds en platforms voor de industrie en grondstoffen kunnen worden opgericht.
Op weg naar resultaten: Æop basis van het succesvolle model van de industriële allianties wordt nu een nieuwe Europese alliantie voor schone waterstof opgezet daarna volgen allianties op het gebied van koolstofarme industrieën, van clouds en platforms voor de industrie en van grondstoffen, zodra zij klaar zijn Æde Commissie zal een grondige screening en een analyse van de behoeften van de industrie uitvoeren en ecosystemen aanwijzen die een aanpak op maat nodig hebben Ætegen september 2020 zal een inclusief en open industrieel forum zijn opgezet om deze inspanningen te ondersteunen |
6.Conclusie
Deze strategie vormt de basis voor een industriebeleid dat ondersteuning biedt bij de twee transities, de Europese industrie wereldwijd in een sterkere concurrentiepositie brengt en de strategische autonomie van Europa vergroot.
Gezien de belangrijke sociale gevolgen van de veranderingen die eraan zitten te komen, zal de dialoog met de sociale partners en het maatschappelijk middenveld van essentieel belang zijn. De jaarlijkse Industry Days van de Commissie blijven een belangrijk evenement dat alle actoren samenbrengt. De Commissie zal voorstellen dat de voorzitterschappen van de Raad en geïnteresseerde lidstaten Industry Days in hun eigen land kunnen organiseren.
De Commissie zal streven naar breder gedragen politieke verantwoordelijkheid voor de strategie, met een voorstel voor een terugkerend punt over de vooruitgang in de Raad Concurrentievermogen en in het Europees Parlement. De vooruitgang zal worden gemeten op basis van een regelmatige monitoring van de uitvoering van de strategie en een analyse van een reeks kernprestatie-indicatoren.
Alleen een gezamenlijk engagement van de EU, haar lidstaten en regio’s, de industrie, kmo’s en alle andere belanghebbenden in een vernieuwd partnerschap zal Europa in staat stellen optimaal van de transformatie van de industrie te profiteren. Bij de Europese Raad van maart 2020 is er de gelegenheid dit hernieuwde partnerschap op basis van een gedeelde visie en doelstellingen te steunen.
COM(2019) 640 final.
COM(2020) 67 final.
Parallel met deze mededeling wordt een specifieke strategie voor kleine en middelgrote ondernemingen goedgekeurd: Een kmo-strategie voor een duurzaam en digitaal Europa, COM (2020) 103 final.
COM(2020) 66 final.
Mededeling en bijbehorend verslag: In kaart brengen en aanpakken van belemmeringen voor de eengemaakte markt, COM (2020) 93 final.
Langetermijnactieplan voor een betere uitvoering en handhaving van de regels inzake de eengemaakte markt, COM (2020) 94 final.
COM(2020) 22 final.
COM(2020) 98 final.
COM(2020) 80 final.
Verordening (EU) 2019/452.
COM(2020) 50 final.
COM(2019) 2335 final.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.