Onder druk wordt alles vloeibaar in de EU - Hoofdinhoud
Jan Werts, onze vaste correspondent in Brussel, in een interview met Edgar Hoedemaker.
Wie de EU in 2020 wil beoordelen, moet kijken naar de corona-aanpak van de unie. Dat was het allesomvattende thema van afgelopen jaar. De corona-aanpak van de Europese Unie legt twee -bijna universele- principes bloot, die steeds weer terugkomen in Europese crises. Ten eerste is er onder druk heel veel mogelijk als het gaat om Europese samenwerking. Wat geen haast heeft, wordt in Europees verband vaak vooruitgeschoven. Zodra de nood echter aan de man is, weet Europa altijd weer een deal te sluiten. Dat was de afgelopen jaren zo tijdens de euro- en migratiecrisis, en nu ook weer in coronatijd. Ten tweede herhaalt de geschiedenis zich door de beslissende invloed van Angela Merkel i. In 2005, na de verwerping van de Europese Grondwet, bezwoer zij die onverwachte crisis al. Dat deed zij in 2015 opnieuw tijdens de migratiecrisis; 2020 zal het jaar ingaan waarin Merkel Europa via een gecoördineerd herstelplan door de coronacrisis loodste.
Een historisch akkoord, zo staat vermeld op de website van de Europese Commissie i over de meerjarenbegroting 2021-2027 en het bijhorende herstelfonds, het belangrijkste instrument in de corona-aanpak van de EU. Op de Europese Top van 10 en 11 december kwamen de regeringsleiders van de 27 lidstaten een budget van 1100 miljard euro overeen, met een bijhorend coronaherstelfonds i van 750 miljard euro. Het akkoord is het sluitstuk van een Europees crisisjaar, waarin de coronacrisis de boventoon voerde.
Bondskanselier Angela Merkel voorafgaand aan de Europese Raad van 10 en 11 december. Foto: Council of the European Union.
Coronaherstelfonds historische mijlpaal in positieve en negatieve zin
Het coronaherstelfonds is in vele opzichten een mijlpaal in de geschiedenis van de Europese integratie, en niet alleen vanwege het leiderschap van Merkel. Belangrijkste reden is het feit dat de EU voor het eerst ooit een enorm grote gemeenschappelijke schuld gaat maken. Om precies te zijn gaat het om een schuld van 750 miljard die in zijn geheel geleend gaat worden op de kapitaalmarkt. Het Nederlandse aandeel in die lening is bij benadering zo’n 4 á 5 procent, waardoor zo’n 30 miljard voor Nederlandse rekening zal komen. Een deel zal vervolgens in giften aan de meest getroffen lidstaten worden uitgekeerd, en een deel in leningen. Dat laatste gebeurde onder grote druk van onder andere Nederland, dat als relatief rijk land, en mild getroffen door de eerste coronagolf, niet zonder voorwaarden garant wilde staan voor Zuid-Europa. Waar hebben we dat eerder gehoord…
De Europese corona-aanpak is echter ook in negatieve zin historisch, omdat dit het eerste Europese project is waarvan de rekening sowieso komt te liggen bij toekomstige generaties. Onderdeel van het akkoord is namelijk dat de lening op de kapitaalmarkt tot 2057 afgelost kan worden, waardoor onze kinderen straks opgescheept zitten met de politieke keuzes van nu. Dat is een groot bezwaar van de manier waarop de EU de coronacrisis aanpakt. Dat aspect lijkt voortgekomen uit gemakzucht, omdat de totstandkoming van het fonds al zoveel duwen en trekken opleverde. Er was immers haast geboden, en wat je dan vooruit kan schuiven, schuif je vooruit. Het besluit om de corona-rekening pas over meer dan 30 jaar volledig af te betalen is ongekend buiten oorlogstijd, en zou in de komende jaren voor wel eens veel opschudding kunnen zorgen in de EU. Een gevaarlijke voedingsbodem voor euroscepsis.
Een extra ironisch punt aan het vooruitschuiven van de rekening is dat het herstelfonds de naam Next Generation EU heeft meegekregen. Dat komt doordat de beleidsterreinen waar de corona-aanpak zich op focust de klimaataanpak (green deal) en de digitale transformatie van de EU zijn. De Europese Unie heeft te veel mensen in dienst die dit soort termen bedenken om een besluit in positieve zin te framen. Next Generation EU moet als term dus gezien worden als trucage om de vooruitgeschoven corona-rekening te maskeren.
EU-Top in december cruciaal als sluitstuk voor rechtsstaattoets, klimaat en corona
De corona-aanpak van de EU, die zich vooral uit in bovenstaand herstelfonds, ging gelijktijdig met de begrotingsonderhandelingen over het meerjarenbudget 2021-2027. De onderhandelingen in juli 2020 waren belangrijk, maar een definitief akkoord werd pas in december bereikt. Op die top werd ook over andere cruciale dossiers een akkoord bereikt voor de komende jaren.
Het hoofdpunt is toch wel het akkoord over de rechtsstaattoets bij het uitdelen van subsidies en leningen. Vooral het Europees Parlement i zat hier achterheen met kanselier Merkel als de knappe dealmaker. Met dit compromis bewijst Merkel zelfs de dwarse leiders, Orbán in Budapest en het koppel Morawiecki/Kaczyniski in Warschau, naar haar hand te kunnen zetten. De twee gaven uiteindelijk hun wekenlange verzet op. Het is overigens een ingewikkeld compromis. Veelzeggend is de volgende zin in het akkoord: De loutere vaststelling van een schending van de rechtsstaat volstaat niet om het mechanisme in werking te stellen. De tekst leert verder dat de komende rechtstaattoets beperkt wordt tot de Europese subsidies. Het verbieden van bijvoorbeeld het homohuwelijk valt er daarom buiten. Hoe gaan in 2021 de richtsnoeren er uit zien om financiële steun in te houden? Voorlopig verandert er bovendien niets. Of het een ‘echt historisch resultaat is’, zoals premier Rutte meent, gaan wij pas vanaf 2023 zien. Intussen zijn de drie genoemde thuis nogal populaire leiders waarschijnlijk weer voor vier jaar herkozen.
De Tsjechische premier Babis en zijn Poolse collega Mateusz Morawiecki in gesprek tijdens de Europese Raad van 10 en 11 december 2020. Foto: Council of the European Union.
Cruciaal lijkt ook dat de EU-leiders tot 2030 een CO₂-reductie willen van 55 procent vergeleken met 1990 (in plaats van tot nu toe 40). Alweer geldt hier: overeenstemming over het doel, de redding van ons klimaat. De uitwerking ligt echter nog open. Volgende lente komt aan de orde welke inspanningen de 27 landen afzonderlijk zullen leveren. De nieuwe EU-begroting schept daartoe enige financiële ruimte. Het beraad hierover nam een lange nacht in beslag. Uiteindelijk kreeg dwarsligger Polen, historisch afhankelijk van fossiele brandstoffen, (vage) financiële garanties om de enorme ommezwaai mee te maken.
Nederland en de frugal four, of toch de frugal five?
Alle media spraken in de onderhandelingen in 2020 over de frugal four, de zuinige vier, bestaande uit Nederland, Oostenrijk, Zweden en Denemarken. Wie echter goed kijkt, ziet dat het er vijf zijn: Finland gaf achter de schermen altijd steun aan de vier zuinigen, waardoor je net zo goed van vijf kan spreken. De frugal four is in feite een misverstand. Deze landen hadden normaal gesproken de steun van de Britten gehad, maar na Brexit op 31 januari van dit jaar nemen zij niet meer deel aan de Europese Raad. Zodoende bestaat het gezelschap slechts uit vijf kleinere landen die moeten opboksen tegen coalities onder leiding van Frankrijk en Duitsland. Het is dan nog knap onderhandeld dat het herstelfonds voor 360 miljard uit leningen bestaat, maar meer zit er in een coalitie van kleine landen ook werkelijk niet in.
Onder druk wordt alles vloeibaar
Ervaring leert dat Europa niet alle problemen oplost, maar wel alle dringende problemen. Dat gebeurde meermaals onder leiding van Angela Merkel, zoals in 2005, 2012, 2015 en nu weer in 2020. Toch is niet alleen de persoon Merkel belangrijk daarin, maar ook het simpele feit dat onder druk het belang van Europese samenwerking meer en beter ingezien wordt door zowel de regeringsleiders als de Europese Commissie. In 2020 speelden er twee ernstige, acute problemen: de financiering van de EU tot 2027 en de gevolgen van de coronacrisis. Beide zijn, op het nippertje, opgelost. Het zal niks verbazen als hetzelfde, in extremis, gebeurt bij de brexitonderhandelingen de komende week of weken.
Problemen die minder dringend zijn, zoals het klimaat en migratie, kenden wel nieuwe stappen, maar geen definitieve doorbraak. Als men in de EU ergens mee kan wachten, dan doet men het ook. Onder druk wordt alles vloeibaar, maar wat niet onder druk stond is in 2020 nog even in het vat blijven zitten.
Jan Werts is journalist en publicist en promoveerde in 1991 op een dissertatie over de Europese Raad. Hij is voor het Montesquieu Instituut de vaste correspondent in Brussel. Edgar Hoedemaker is eindredacteur van Europa-Nu.nl en van de Hofvijver, de maandelijkse uitgave van het Montesquieu Instituut.