Verordening 2023/2675 - Bescherming van de Unie en haar lidstaten tegen economische dwang door derde landen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1.

Stand van zaken

Deze verordening is op 27 december 2023 in werking getreden.

2.

Kerngegevens

officiële titel

Verordening (EU) 2023/2675 van het Europees Parlement en de Raad van 22 november 2023 betreffende de bescherming van de Unie en haar lidstaten tegen economische dwang door derde landen

officiële Engelstalige titel

Regulation (EU) 2023/2675 of the European Parliament and of the Council of 22 November 2023 on the protection of the Union and its Member States from economic coercion by third countries
 
Rechtsinstrument Verordening
Wetgevingsnummer Verordening 2023/2675
Origineel voorstel COM(2021)775 EN
Celex-nummer i 32023R2675

3.

Key dates

Document 22-11-2023; datum van ondertekening
Ondertekening 22-11-2023
Inwerkingtreding 27-12-2023; in werking datum publicatie +20 zie art 20
Deadline 27-12-2028; Heroverweging zie art 19.3
27-12-2028; zie art 17.2
Einde geldigheid 31-12-9999

4.

Wettekst

 

Publicatieblad

van de Europese Unie

NL

Serie L

 

 

2023/2675

7.12.2023

VERORDENING (EU) 2023/2675 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 22 november 2023

betreffende de bescherming van de Unie en haar lidstaten tegen economische dwang door derde landen

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op grond van artikel 3, lid 5, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) handhaaft de Unie in de betrekkingen met de rest van de wereld haar waarden en belangen en zet zij zich ervoor in, en draagt zij bij tot de bescherming van haar burgers en, onder meer, tot solidariteit en wederzijds respect tussen de volkeren en tot de strikte eerbiediging en ontwikkeling van het internationaal recht, met inbegrip van de inachtneming van de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties (het “VN-Handvest”).

 

(2)

Op grond van artikel 21, lid 1, eerste alinea, VEU berust het internationaal optreden van de Unie op beginselen zoals de rechtsstaat, gelijkheid en solidariteit, en de naleving van de beginselen van het VN-Handvest van de Verenigde Naties en het internationaal recht. Op grond van artikel 21, lid 1, tweede alinea, VEU bevordert de Unie ook multilaterale oplossingen voor gemeenschappelijke problemen.

 

(3)

Op grond van de artikelen 1 en 2 van het VN-Handvest is een van de doelstellingen van de Verenigde Naties vriendschappelijke betrekkingen tussen de naties tot stand te brengen in overeenstemming met, onder meer, het beginsel van soevereine gelijkheid.

 

(4)

Artikel 21, lid 2, VEU de Unie voor een gemeenschappelijk beleid en optreden te bepalen en voeren, en zich te beijveren voor een hoge mate van samenwerking op alle gebieden van de internationale betrekkingen, onder meer ter bescherming van haar waarden, fundamentele belangen, onafhankelijkheid en integriteit en ter consolidering en ondersteuning van de rechtsstaat en de beginselen van het internationaal recht.

 

(5)

Volgens de verklaring inzake de beginselen van internationaal recht betreffende vriendschappelijke betrekkingen en samenwerking tussen staten overeenkomstig het Handvest van de Verenigde Naties, goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 24 oktober 1970, moeten internationale betrekkingen in overeenstemming zijn met de beginselen van soevereine gelijkheid en non-interventie. In deze verklaring wordt met betrekking tot het beginsel van non-interventieplicht in aangelegenheden die onder de interne jurisdictie van soevereine staten vallen voorts gesteld dat geen enkele staat gebruik mag maken van economische, politieke of andere maatregelen of mag aansporen tot gebruikmaking ervan om van een andere staat subordinatie van de uitoefening van zijn soevereine rechten te verlangen of anderszins voordelen te bemachtigen, hetgeen het internationaal gewoonterecht weerspiegelt en dus bindend is in de betrekkingen tussen derde landen enerzijds en de Unie en haar lidstaten anderzijds. Voorts zijn er regels van internationaal gewoonterecht inzake de verantwoordelijkheid van een staat voor internationaal onrechtmatige daden terug te vinden in de door de International Law Commission van de Verenigde Naties opgestelde artikelen inzake de aansprakelijkheid van staten voor een internationaal onrechtmatige daad (Articles on the Responsibility of States for Internationally Wrongful Acts — Arsiwa), die de International Law Commission van de Verenigde Naties in 2001 op haar drieënvijftigste zitting heeft aangenomen, en die genoemd...


Lees meer

Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.

5.

Origineel voorstel

 

6.

Bronnen en disclaimer

Zie voor uitgebreidere informatie eventueel ook de volgende voor dit dossier gebruikte bronnen:

Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

 

7.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

8.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.