Richtlijn 2024/1069 - Bescherming van bij publieke participatie betrokken personen tegen kennelijk ongegronde vorderingen of misbruik van procesrecht (“strategische rechtszaken tegen publieke participatie”) - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Richtlijn (EU) 2024/1069 van het Europees Parlement en de Raad van 11 april 2024 betreffende bescherming van bij publieke participatie betrokken personen tegen kennelijk ongegronde vorderingen of misbruik van procesrecht (“strategische rechtszaken tegen publieke participatie”)officiële Engelstalige titel
Directive (EU) 2024/1069 of the European Parliament and of the Council of 11 April 2024 on protecting persons who engage in public participation from manifestly unfounded claims or abusive court proceedings (‘Strategic lawsuits against public participation’)Rechtsinstrument | Richtlijn |
---|---|
Wetgevingsnummer | Richtlijn 2024/1069 |
Origineel voorstel | COM(2022)177 ![]() ![]() |
Celex-nummer i | 32024L1069 |
Document | 11-04-2024; datum van ondertekening |
---|---|
Ondertekening | 11-04-2024 |
Inwerkingtreding | 06-05-2024; in werking datum publicatie +20 zie art 23 |
Deadline | 07-05-2030; zie art 21 07-05-2031; Heroverweging zie art 21 |
Einde geldigheid | 31-12-9999 |
Omzetting | 07-05-2026; zie art. 22.1 |
Publicatieblad van de Europese Unie |
NL L-serie |
2024/1069 |
16.4.2024 |
RICHTLIJN (EU) 2024/1069 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 11 april 2024
betreffende bescherming van bij publieke participatie betrokken personen tegen kennelijk ongegronde vorderingen of misbruik van procesrecht (“strategische rechtszaken tegen publieke participatie”)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 81, lid 2, punt f),
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Unie heeft zich ten doel gesteld om een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht in stand te houden en te ontwikkelen waarin het vrije verkeer van personen gewaarborgd is. Om een dergelijke ruimte tot stand te brengen, moet de Unie onder meer maatregelen vaststellen op het gebied van justitiële samenwerking in burgerlijke zaken met grensoverschrijdende gevolgen die nodig zijn om hindernissen voor de goede werking van burgerrechtelijke procedures weg te nemen. Dat doel moet zo nodig worden nagestreefd door de verenigbaarheid van de in de lidstaten geldende bepalingen inzake burgerlijke rechtsvordering te bevorderen. |
(2) |
In artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) is bepaald dat de Unie berust op de waarden van eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren. |
(3) |
In artikel 10, lid 3, VEU is bepaald dat iedere burger van de Unie het recht heeft aan het democratisch bestel van de Unie deel te nemen. Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het “Handvest”) voorziet onder meer in het recht op eerbiediging van het privéleven en het familie- en gezinsleven, op bescherming van persoonsgegevens, op vrijheid van meningsuiting en van informatie, met inbegrip van de eerbiediging van de vrijheid en de pluriformiteit van de media, op vrijheid van vergadering en van vereniging, en op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht. |
(4) |
Het recht op vrijheid van meningsuiting en van informatie, zoals vastgelegd in artikel 11 van het Handvest, omvat ook het recht om een mening te hebben en kennis te nemen en te geven van informatie of ideeën, zonder inmenging van enig openbaar gezag en ongeacht grenzen. Artikel 11 van het Handvest moet worden gelezen in de zin en met de reikwijdte van het overeenkomstige artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) over het recht op vrijheid van meningsuiting, zoals uitgelegd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). |
(5) |
In zijn resolutie van 11 november 2021 over de versterking van de democratie en de vrijheid en pluriformiteit van de media in de Unie heeft het Europees Parlement de Commissie verzocht een pakket met zowel “soft law” als “hard law” voor te stellen voor de aanpak van het toenemende aantal strategische rechtszaken tegen publieke participatie (strategic lawsuits against public participation — SLAPP’s) tegen journalisten, niet-gouvernementele organisaties (ngo’s), wetenschappers en maatschappelijke organisaties in de Unie. Het Parlement wees op de behoefte aan wetgevingsmaatregelen op het gebied van burgerlijk procesrecht en strafprocesrecht, zoals een mechanisme voor vroegtijdige afwijzing voor misbruik van burgerlijk procesrecht, het recht op volledige vergoeding van de door de verweerder gemaakte kosten en het recht op schadevergoeding. De resolutie van 11 november 2021 bevatte ook een oproep tot... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.