Brief van de minister van I&W over stand van zaken PFAS-vergunningen en herziening lozingsvergunningen - Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2024

Deze brief is onder nr. M toegevoegd aan wetsvoorstel 36410 XII - Vaststelling begroting Infrastructuur en Waterstaat 2024 i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2024; Brief van de minister van I&W over stand van zaken PFAS-vergunningen en herziening lozingsvergunningen
Document­datum 28-06-2024
Publicatie­datum 28-06-2024
Nummer KST1150251
Kenmerk 36410 XII, nr. M
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2023-2024

36 410 XII    Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van

Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2024

BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 25 juni 2024

Met deze brief wordt invulling gegeven aan twee toezeggingen die tijdens het Begrotingsdebat op 2 april jl. zijn gedaan aan het lid Van Aelst-den Uijl.

Toezegging T03859: PFAS-vergunningen

Er is verzocht om het overzicht van PFAS-lozingen en het hieraan ten grondslag liggende rapport met de Kamer te delen. Dit rapport is op 25 oktober 2023 aan de Tweede Kamer toegezonden.1 Deze brief en bijlage zijn als bijlage 1 en 2 bij de nu voorliggende brief toegevoegd.

Tijdens het commissiedebat Leefomgeving op 26 oktober 2023 is toegezegd de Tweede Kamer te informeren over de namen van bedrijven aan wie de gemelde PFAS-vergunningen zijn verleend.2 De betreffende brief waarmee aan deze toezegging invulling is gegeven, is op 25 januari 2024 aan de Tweede Kamer toegezonden3 en als bijlage 3 toegevoegd.

Toezegging T03860: Herziening lozingsvergunningen

In het begrotingsdebat is aan de Kamer toegezegd om een stand van zaken van het bezien en herzien van de lozingsvergunningen van Rijkswaterstaat (RWS) te sturen. Rijkswaterstaat (RWS) is het bevoegde gezag voor in totaal circa 727 lozingsvergunningen. Het betreft lozingen die plaatsvinden op de rijkswateren.

RWS is bezig met het bezien en indien nodig herzien van deze vergunningen. Dit is een wettelijke verplichting. Bij het bezien van een vergunning wordt beoordeeld of de vergunde situatie nog goed aansluit bij de huidige praktijk van het bedrijf en of de lozing nog voldoet aan de vigerende wet- en regelgeving, waaronder de Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Beste Beschikbare Technieken (BBT).

Óf een vergunning moet worden herzien wordt pas duidelijk bij het bezien van de vergunning. Soms is herzien niet noodzakelijk, omdat een vergunning nog steeds actueel is.

RWS kampt - net zoals veel andere overheden en de marktpartijen - met een capaciteitsgebrek voor het bezien en herzien van lozingsvergunningen. Het bezien en herzien van lozingsvergunningen is een arbeidsintensief en langlopend traject, waarvoor specialistische kennis en kunde benodigd is. Het gaat in de regel om grote vergunningen (tientallen tot honderden pagina's), die technisch en juridisch complex zijn. Daarom wordt extra ingezet op werving en behoud van medewerkers, en een opleidingsprogramma. Er wordt dit jaar gestart met een nieuw opleidingsprogramma en met een specifieke wervingscampagne voor vergunningverleners op het gebied van waterkwaliteit.

Prioritering bezien/herzien lozingsvergunningen i.r.t. de KRW

Bij het bezien/herzien geeft RWS prioriteit aan de lozingsvergunningen die het meest relevant zijn voor het behalen van de KRW-doelen in 2027. De vergunningen, die hieraan in de weg kunnen staan, worden tijdig vóór eind 2027 bezien en indien nodig herzien.

Voor de overige vergunningen geldt dat deze uiterlijk eind 2029 zijn bezien en uiterlijk in 2033, waar nodig, zijn herzien.

De relevante vergunningen voor het behalen van de KRW-doelen zijn vastgesteld op basis van expertsessies binnen het ministerie. Dit zijn de lozingsvergunningen van IPPC-bedrijven (de grotere industriële lozers die vallen onder de Richtlijn Industriële Emissies) en de vergunningen van kleinere afvalverwerkers.

Ook vindt lopend onderzoek naar KRW-probleemstoffen in KRW-waterlichamen plaats. Daaruit kunnen later dit jaar mogelijk nog vergunningen in beeld komen die relevant zijn voor het behalen van de KRW-doelen in 2027. Deze vergunningen krijgen dan -naast de vergunningen van IPPC-bedrijven en kleinere afvalverwerkers - ook prioriteit bij het bezien en indien nodig herzien.

Er zijn nu in totaal 211 IPPC-vergunningen, waarvan er 172 zijn bezien (ruim 80%). Van die 172 zijn er tot nu toe 60 herzien, of is geconcludeerd dat de vergunning nog actueel is. Voor de overige 516 vergunningen zijn er in totaal 94 bezien. Van die 94 zijn er tot nu toe 61 actueel bevonden of inmiddels herzien.

De minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Mark Harbers

2

1

   Kamerstukken 35 334, nr. 284

2

   Toezegging aan het Tweede Kamerlid Haverkort, (TZ202311-020).

3

   Kamerstukken 27 625, nr. 663


3.

Bijlagen

 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.