Brief van de minister van BZK over extra taakstelling op apparaatsuitgaven naar aanleiding van amendement-Bontenbal c.s. - Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025 - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. B toegevoegd aan wetsvoorstel 36600 VII - Vaststelling begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2025.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025; Brief van de minister van BZK over extra taakstelling op apparaatsuitgaven naar aanleiding van amendement-Bontenbal c.s. |
---|---|
Documentdatum | 20-12-2024 |
Publicatiedatum | 20-12-2024 |
Nummer | KST1176851 |
Kenmerk | 36600 VII, nr. B |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2024-2025
36 600 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025
B BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 16 december 2024
Conform het verzoek van het lid Dassen informeer ik u hierbij over de consequenties van de taakstelling van € 174 miljoen op apparaat zoals opgenomen in het amendement van het lid Bontenbal cs (36 600-VIII-141).
In het amendement is aangegeven dat een bredere, niet beleidsinhoudelijke invulling door de regering mogelijk is, zoals het beperken van de reguliere prijsindexatie. Van deze taakstelling zijn uitgezonderd de politie (bewaken en beveiligen), krijgsmacht, inlichtingen- en veiligheidsdiensten, COA, IND en het rechtsbestel incl. DJI, en uitvoering die ziet op de rechtsbescherming van burgers.
De precieze gevolgen van deze taakstelling hangen af van de keuzes die de ministeries maken, en kunnen op dit moment nog niet worden aangegeven. De ministeries zullen hierover volgend jaar in een volgend begrotingsmoment verantwoording afleggen aan het parlement.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.J.M. Uitermark
1