Motie Vos c.s. over minimumloon als 60% van het mediane brutoloon - Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2022/2041 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende toereikende minimumlonen in de Europese Unie (Pb EU 2022, L 275) (Wet implementatie EU-richtlijn toereikende minimumlonen) - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. D toegevoegd aan wetsvoorstel 36545 - Wet implementatie EU-richtlijn toereikende minimumlonen.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2022/2041 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende toereikende minimumlonen in de Europese Unie (Pb EU 2022, L 275) (Wet implementatie EU-richtlijn toereikende minimumlonen); Motie van het lid Vos c.s. over minimumloon als 60% van het mediane brutoloon |
---|---|
Documentdatum | 14-01-2025 |
Publicatiedatum | 18-01-2025 |
Nummer | KST36545D |
Kenmerk | 36545, nr. D |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2024-2025
kst-36545-D
ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2025
36 545 |
Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2022/2041 i van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende toereikende minimumlonen in de Europese Unie (Pb EU 2022, L 275) (Wet implementatie EU-richtlijn toereikende minimumlonen) |
D |
MOTIE VAN HET LID VOS C.S. Voorgesteld 14 januari 2025 De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende een toereikend minimumloon volgens de richtlijn niet alleen voldoende moet zijn om net rond te kunnen komen, maar zich moet verhouden tot de ontwikkeling van de lonen, de arbeidsproductiviteit en de welvaartsontwikkeling in het land, zodat minimumloonverdieners niet achterop raken; overwegende dat de richtlijn 60% van het mediane brutoloon beschouwt als een geschikte maatstaf voor bovengenoemde doelstellingen; overwegende dat deze norm als internationale standaard geldt en al decennia gehanteerd wordt door onder meer de OESO; overwegende dat de regering geen onderbouwing kan geven waarom het Nederlandse minimumloon toereikend is bij een referentiewaarde die 10 procentpunt onder de Europese en internationale standaard ligt; verzoekt de regering het percentage van 60% van het mediane brutoloon te hanteren als referentiewaarde voor het vaststellen van de toereikendheid van het minimumloon, en gaat over tot de orde van de dag. Vos Van Apeldoorn |
Eerste Kamer, vergaderjaar 2024-2025, 36 545, D