Wet van 11 december 2024, houdende regels over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet) - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
Documentdatum | 23-01-2025 |
---|---|
Publicatiedatum | 23-01-2025 |
Kenmerk | Stb. 2025, 12 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Wet van 11 december 2024, houdende regels over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, mede ter implementatie van richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU, verordening (EU) 2019/943 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de interne markt voor elektriciteit en verordening (EU) 2019/942 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators, en met inachtneming van het belang van het betrouwbaar, duurzaam, doelmatig en milieuhygiënisch verantwoord functioneren van de elektriciteits- en gasvoorziening te komen tot een hernieuwd regelgevend kader met betrekking tot de productie, het transport en de levering van elektriciteit en gas;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
ieder die van een systeembeheerder de beschikking heeft gekregen over een aansluiting;
deel van een transmissie- of distributiesysteem dat bestaat uit één of meer leidingen en daarmee verbonden hulpmiddelen, tussen:
overeenkomst op basis van een aanbod als bedoeld in de artikelen 3.41, eerste lid, 3.86, eerste lid, of 3.105, tweede lid, onderdeel a;
Agentschap als bedoeld in artikel 1 van verordening 2019/942;
een eindafnemer, of een groep gezamenlijk optredende eindafnemers, die binnen een eigen of gezamenlijke installatie zelfopgewekte of gedeelde elektriciteit verbruikt of opslaat, die zelfopgewekte elektriciteit verkoopt of deelt, die gedeelde elektriciteit verbruikt of opslaat, of die gebruik maakt van flexibiliteits- of energie-efficiëntiediensten, mits die activiteiten niet zijn belangrijkste commerciële activiteit vormen;
terugleveringsovereenkomst, terugleveringsovereenkomst inzake peer-to-peer-handel, vraagresponsovereenkomst, of andere overeenkomst inzake aggregeren;
combineren van vraagrespons of ingevoede elektriciteit van verschillende actieve afnemers met het oog op wederverkoop;
administratief punt waar invoeding, onttrekking of verbruik van elektriciteit of gas wordt toegerekend aan een marktdeelnemer;
Autoriteit Consument en Markt:
Autoriteit Consument en Markt, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;
groepering van de invoedingen en onttrekkingen en handelsberichten voor verkoop en inkoop, van een balanceringsverantwoordelijke voor gas;
balanceringsverantwoordelijke:
balanceringsverantwoordelijke voor elektriciteit of gas;
balanceringsverantwoordelijke voor elektriciteit:
natuurlijk persoon of rechtspersoon die verantwoordelijk is voor de onbalans die hij, of degene die hij vertegenwoordigt, veroorzaakt in het transmissie- of distributiesysteem voor elektriciteit en die overeenkomstig de methoden of voorwaarden voor elektriciteit, bedoeld in artikel 3.119, door de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit als balanceringsverantwoordelijke is toegelaten;
balanceringsverantwoordelijke voor gas:
natuurlijk persoon of rechtspersoon die verantwoordelijk is voor de onbalans die hij, of degene die hij vertegenwoordigt, veroorzaakt in het transmissie- of distributiesysteem voor gas en die overeenkomstig de methoden of voorwaarden voor gas, bedoeld in artikel 3.119, door de transmissiesysteembeheerder voor gas als balanceringsverantwoordelijke is toegelaten;
beheerder van een gesloten systeem:
rechtspersoon die op grond van artikel 3.6 is aangewezen;
bindende EU-rechtshandelingen:
door de instellingen van de Europese Unie vastgestelde richtlijnen, verordeningen, besluiten zonder vermelding van adressaten en besluiten met vermelding van adressaten, voor zover mede tot Nederland gericht;
enkele last tot het verrichten van bepaalde handelingen als bedoeld in artikel 5:2, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht ter bevordering van de naleving van wettelijke voorschriften en die niet wegens een overtreding wordt opgelegd;
biologisch afbreekbare fractie van producten, afvalstoffen en residuen van biologische oorsprong uit de landbouw, met inbegrip van plantaardige en dierlijke stoffen, de bosbouw en aanverwante bedrijfstakken, met inbegrip van de visserij en de aquacultuur, alsmede de biologisch afbreekbare fractie van afval, met inbegrip van industrieel en huishoudelijk afval van biologische oorsprong;
buitenlandse transmissiesysteembeheerder:
entiteit in een andere lidstaat die op grond van nationale wettelijke regels is belast met het beheer van een transmissiesysteem als bedoeld in artikel 2, onderdeel 35, van richtlijn 2019/944 of artikel 2, onderdeel 4, van richtlijn 2009/73;
faciliteit voor de ontvangst en overslag van koolstofdioxide, met inbegrip van de invoeding van koolstofdioxide in of het onttrekken van koolstofdioxide aan de infrastructuur voor het transport van koolstofdioxide, hervergassing van vloeibare koolstofdioxide of het vloeibaar maken van gasvormig koolstofdioxide, ondersteunende diensten en tijdelijke opslag die nodig zijn voor het proces van ontvangst en overslag of de toegang tot of de goede werking van de CO2-terminal of de infrastructuur voor het transport van koolstofdioxide;
functionaliteit voor het verzenden en ontvangen van gegevens voor informatie-, monitoring- en controledoeleinden door middel van een vorm van elektronische communicatie;
congestie voor elektriciteit of voor gas;
congestie als bedoeld in artikel 2, onderdeel 4, van verordening 2019/943;
situatie waarin de maximale transportcapaciteit van een deel van een transmissie- of distributiesysteem voor gas niet voldoende is om te voorzien in de behoefte aan transport;
stelsel van procedures dat voorkomt dat zich congestie voordoet en de maatregelen die bewerkstelligen dat congestie wordt opgeheven;
congestiebeheers- of systeembeheersdienst:
dienst inzake de verandering van de belasting van het transmissie- of distributiesysteem voor elektriciteit die wordt ingezet ten behoeve van congestiebeheer of een efficiënter beheer of efficiëntere ontwikkeling van het transmissie- of distributiesysteem voor elektriciteit;
fysiek punt dat een aangrenzend buitenlands transmissiesysteem voor gas, een interconnectorsysteem voor gas of een productienet voor gas verbindt met een Nederlands transmissiesysteem voor gas;
zelfverbruik door één of meer actieve afnemers van hernieuwbare energie;
directe lijn als bedoeld in artikel 3.9, eerste lid;
distributiesysteem voor elektriciteit of voor gas;
distributiesysteembeheerder voor elektriciteit of voor gas;
distributiesysteembeheerder voor elektriciteit:
rechtspersoon die op grond van artikel 3.2, eerste lid, onderdeel e, is aangewezen;
distributiesysteembeheerder voor gas:
rechtspersoon die op grond van artikel 3.2, eerste lid, onderdeel f, is aangewezen;
distributiesysteem voor elektriciteit:
stelsel van leidingen en daarmee verbonden hulpmiddelen ten behoeve van transport van elektriciteit op een spanningsniveau lager dan 110 kilovolt met het oog op de belevering aan eindafnemers of handelaren, de levering zelf niet inbegrepen;
stelsel van leidingen en daarmee verbonden hulpmiddelen ten behoeve van lokaal of regionaal transport van gas met het oog op de belevering aan eindafnemers of handelaren, de levering zelf niet inbegrepen, niet zijnde een gasproductienet;
aangeslotene die elektriciteit of gas koopt of wil kopen voor eigen gebruik;
markt voor het verhandelen van elektriciteit of gas, capaciteit, balanceringsdiensten, of ondersteunende diensten, in alle tijdsbestekken, waaronder termijn, day-ahead en intraday, daaronder begrepen een over-the-counter-markt of elektriciteits- of gasbeurs;
elektriciteitsopslagfaciliteit:
faciliteit waarmee elektriciteit wordt opgeslagen;
elektriciteit uit hernieuwbare bronnen:
elektriciteit die is geproduceerd met hernieuwbare bronnen of met energie uit hernieuwbare bronnen, met uitzondering van elektriciteit die afkomstig is van accumulatiesystemen;
groepering van de handelsprogramma’s en indien dat krachtens de methoden of voorwaarden, bedoeld in artikel 3.119, is voorgeschreven, de groepering van invoedingen en onttrekkingen per allocatiepunt, van een balanceringsverantwoordelijke voor elektriciteit;
juridische entiteit die ten behoeve van haar leden, vennoten of aandeelhouders activiteiten op de energiemarkt verricht en als hoofddoel heeft het bieden van milieuvoordelen of economische of sociale voordelen aan haar leden, vennoten of aandeelhouders of aan de plaatselijke gebieden waar ze werkzaam is, en niet is gericht op het maken van winst;
energie uit hernieuwbare bronnen:
energie die is geproduceerd uit hernieuwbare bronnen of energie die is geproduceerd met gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen;
gegevens op een rekening voor garanties van oorsprong die betrekking hebben op:
periode vanaf 1 oktober in enig jaar tot en met 30 september van het daaropvolgende kalenderjaar;
systeem voor de opslag van gas, met inbegrip van het gedeelte van een LNG-systeem dat voor opslag wordt gebruikt, maar met uitzondering van het gedeelte dat wordt gebruikt voor gasproductie en met uitzondering van een systeem voor de opslag van gas dat uitsluitend ten dienste staat van een transmissiesysteembeheerder voor gas bij de uitvoering van zijn wettelijke taken of verplichtingen;
rechtspersoon die op grond van artikel 3.2, eerste lid, onderdeel i, is aangewezen;
stelsel van één of meer leidingen en daarmee verbonden hulpmiddelen die onderdeel uitmaken van een olie- of gaswinningsproject of die worden gebruikt voor het transport van gas rechtstreeks van een gaswinningsproject naar een gasverwerkingsinstallatie, een gasopslagsysteem of een aansluiting op een transmissiesysteem voor gas;
stof die bij een temperatuur van 15 °C en bij een druk van 1,01325 bar in gasvormige toestand verkeert en voor ten minste voor 75% bestaat uit methaan en die is geproduceerd met hernieuwbare bronnen of met energie uit hernieuwbare bronnen;
gegevensuitwisselingsentiteit:
rechtspersoon als bedoeld in artikel 4.15, eerste lid;
systeem als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid;
aansluiting met een doorlaatwaarde groter dan 3 x 80 Ampère voor elektriciteit of 40 m3(n) per uur voor gas;
natuurlijk persoon of rechtspersoon die elektriciteit of gas koopt voor wederverkoop;
wind, zon, omgevingslucht, oppervlaktewater, rioolwater, aardwarmte, zee, waterkracht, biomassa, stortgas, rioolwaterzuiveringsgas en biogas;
eindafnemer die elektriciteit of gas koopt of wil kopen voor eigen huishoudelijk gebruik;
groepsmaatschappij als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek die onderdeel uitmaakt van de infrastructuurgroep, met uitzondering van één of meer transmissie- of distributiesysteembeheerders;
groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek waarvan één of meer transmissie- of distributiesysteembeheerders onderdeel uitmaken;
besluit op grond van artikel 3.109;
leidingen en daarmee duurzaam verbonden elektrotechnisch of gastechnisch materieel dat of apparatuur die:
installatie voor hoogrenderende warmtekrachtkoppeling:
installatie voor de opwekking van elektriciteit door middel van warmtekrachtkoppeling als bedoeld in artikel 2, onderdeel 34, van richtlijn 2012/27;
interconnector voor elektriciteit of voor gas die deel uitmaakt van het systeem van een transmissiesysteembeheerder of een transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee;
interconnector voor elektriciteit
transmissieleiding en daarmee verbonden hulpmiddelen die deel uitmaakt van het systeem van een transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit, die de grens tussen Nederland en een lidstaat, een land dat onderdeel uitmaakt van de Europese economische ruimte, of een derde land, overschrijdt of overspant, en een Nederlands transmissiesysteem voor elektriciteit of een transmissiesysteem voor elektriciteit op zee met een transportsysteem voor elektriciteit van die lidstaat of dat land koppelt;
transmissieleiding en daarmee verbonden hulpmiddelen die deel uitmaakt van het systeem van een transmissiesysteembeheerder voor gas, die de grens tussen Nederland en een lidstaat, een land dat onderdeel uitmaakt van de Europese economische ruimte, of een derde land, overschrijdt of overspant, en een Nederlands transmissiesysteem voor gas met een transportsysteem voor gas van die lidstaat of dat land koppelt;
interconnectorsysteembeheerder:
interconnectorsysteembeheerder voor elektriciteit of gas;
interconnectorsysteembeheerder voor elektriciteit:
rechtspersoon die op grond van artikel 3.2, eerste lid, onderdeel b, is aangewezen;
interconnectorsysteembeheerder voor gas:
rechtspersoon die op grond van artikel 3.2, eerste lid, onderdeel d, is aangewezen;
interconnectorsysteem voor elektriciteit of voor gas;
interconnectorsysteem voor elektriciteit:
transmissieleiding en daarmee verbonden hulpmiddelen die geen deel uitmaken van een systeem van een transmissiesysteem voor elektriciteit of een transmissiesysteem voor elektriciteit op zee en die de grens tussen Nederland en een lidstaat, een land dat onderdeel uitmaakt van de Europese economische ruimte, of een derde land, overschrijdt of overspant, en een Nederlands transmissiesysteem voor elektriciteit met een transportsysteem voor elektriciteit van die lidstaat of dat land koppelt;
interconnectorsysteem voor gas:
transmissieleiding en daarmee verbonden hulpmiddelen die geen deel uitmaken van een systeem van een transmissiesysteem voor gas en die de grens tussen Nederland en een lidstaat, een land dat onderdeel uitmaakt van de Europese economische ruimte, of een derde land, overschrijdt of overspant, en een Nederlands transmissiesysteem voor gas met een transportsysteem voor gas van die lidstaat of dat land koppelt;
aangeslotene die elektriciteit of gas invoedt op het systeem;
aansluiting met een doorlaatwaarde kleiner dan of gelijk aan 3 x 80 Ampère voor elektriciteit of 40 m3(n) per uur voor gas;
eindafnemer of actieve afnemer die een onderneming is met minder dan vijftig werknemers en een jaaromzet of een jaarlijks balanstotaal van ten hoogste € 10 miljoen;
kwetsbare afnemer als bedoeld in artikel 28 van richtlijn 2019/944;
natuurlijk persoon of rechtspersoon die elektriciteit of gas levert aan een eindafnemer of die ten behoeve van een eindafnemer faciliteert in peer-to-peer-handel;
overeenkomst voor de levering van elektriciteit of gas aan een eindafnemer;
leveringsovereenkomst inzake peer-to-peer-handel:
overeenkomst op grond waarvan ten behoeve van een eindafnemer peer-to-peer-handel kan plaatsvinden;
rechtspersoon die op grond van artikel 3.2, eerste lid, onderdeel h, is aangewezen;
systeem dat gebruikt wordt voor het vloeibaar maken van gas, voor de invoer of de verlading, en voor de hervergassing van vloeibaar gas, met inbegrip van ondersteunende diensten en tijdelijke opslag die nodig zijn voor het proces van hervergassing en de daaropvolgende invoeding op het systeem, en met uitzondering van een LNG-systeem dat uitsluitend ten dienste staat van een transmissiesysteembeheerder voor gas bij de uitvoering van zijn wettelijke taken of verplichtingen;
natuurlijk persoon of rechtspersoon die elektriciteit of gas koopt of verkoopt zonder tussenkomst van een andere marktdeelnemer, die produceert, die aggregeert, die levert, die faciliteert in peer-to-peer-handel, of die vraagresponsdiensten of energieopslagdiensten voor elektriciteit verleent, met uitzondering van een natuurlijk persoon of rechtspersoon voor zover die elektriciteit deelt;
instrument of samenstel van instrumenten met een meetfunctie dat ten minste de invoeding, onttrekking of het verbruik van elektriciteit of gas meet, met uitzondering van hulpmiddelen die de meetfunctie ondersteunen en die onderdeel zijn van een aansluiting;
natuurlijk persoon of rechtspersoon die is erkend op grond van artikel 2.50, vierde lid;
besluit op grond van artikel 3.108;
eindafnemer of actieve afnemer die een onderneming is met minder dan tien werknemers en een jaaromzet of een jaarlijks balanstotaal van ten hoogste € 2 miljoen;
eindafnemer die een onderneming is met minder dan 250 werknemers en een jaaromzet van ten hoogste € 50 miljoen of een jaarlijks balanstotaal van ten hoogste € 43 miljoen;
netgebruiker als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel 11, van verordening 715/2009;
niet-frequentiegerelateerde ondersteunende dienst:
dienst die gebruikt wordt door een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit voor spanningsregeling in stationaire toestand, snelle blindstroominjecties, inertie voor plaatselijke systeemstabiliteit, kortsluitstroom, blackstartmogelijkheden en inzetbaarheid in eilandbedrijf;
een aangeslotene voorzien van een aansluiting met een doorlaatwaarde groter dan 40 m3(n) per uur, waarmee hoogcalorisch gas kan worden onttrokken aan het transmissiesysteem voor gas en met een voor die aansluiting geschikte druk en voldoende capaciteit, waarbij die aansluiting in de plaats treedt van de aansluiting waarmee laagcalorisch gas aan het transmissiesysteem voor gas wordt onttrokken;
entiteit, ongeacht rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit verricht, in de zin van artikel 101, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;
ondersteunende dienst voor elektriciteit:
dienst die nodig is voor de exploitatie van een transmissie- of distributiesysteem voor elektriciteit, met inbegrip van balanceringsdiensten en niet-frequentiegerelateerde ondersteunende diensten, maar uitgezonderd congestiebeheers- of systeembeheersdiensten;
ondersteunende dienst voor gas:
dienst die nodig is voor de toegang tot of de werking van een transmissie- of distributiesysteem voor gas, een LNG-systeem of een gasopslagsysteem, met inbegrip van het opvangen van fluctuaties in systeembelasting, menging en injecteren van inerte gassen, maar uitgezonderd onderdelen van het systeem die uitsluitend ten dienste staan van transmissiesysteembeheerders bij de uitvoering van hun taken of verplichtingen;
Onze Minister voor Klimaat en Energie;
uitstellen van uiteindelijk gebruik van elektriciteit tot een later moment dan het moment waarop de elektriciteit is geproduceerd, of omzetten van elektrische energie in een vorm van energie die wordt opgeslagen om het daarna weer om te zetten in elektrische energie of die andere vorm van energie in het systeem te gebruiken;
fysiek punt dat de overgang markeert tussen een transmissie- of distributiesysteem en een installatie, een transmissie- of distributiesysteem en een directe lijn of tussen twee systemen;
levering van hernieuwbare elektriciteit die is geproduceerd door een actieve afnemer aan een eindafnemer, onder vooraf bepaalde voorwaarden voor de automatische uitvoering en afwikkeling van die levering, rechtstreeks of via de marktdeelnemer die de automatische uitvoering en afwikkeling realiseert;
eerste aan een aansluiting toegekend allocatiepunt;
natuurlijk persoon of rechtspersoon die elektriciteit of gas produceert;
gestructureerd geheel van gegevens die volgens bepaalde criteria toegankelijk zijn, ongeacht of dit geheel gecentraliseerd of gedecentraliseerd is, dan wel op functionele of geografische gronden is verspreid;
partij die op grond van de artikelen 4.5, 4.6 of 4.7 of krachtens artikel 4.12 een register bijhoudt;
rekening voor garanties van oorsprong:
staat waarop een tegoed van garanties van oorsprong kan worden geboekt in het elektronische systeem voor het uitgeven, overdragen en innemen van garanties van oorsprong;
Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor gas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG (PbEU 2009, L 211);
Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG (PbEU 2012, L 315);
Richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU (PbEU 2019, L 158);
transmissiesysteem, distributiesysteem, interconnectorsysteem, gasopslagsysteem of LNG-systeem;
deel van een transmissie- of distributiesysteem dat bestaat uit één of meer leidingen en daarmee verbonden hulpmiddelen:
besluit op grond van artikel 3.110;
verkopen van elektriciteit door een actieve afnemer aan een marktdeelnemer die aggregeert;
overeenkomst op grond waarvan een actieve afnemer zelf geproduceerde elektriciteit verkoopt aan een marktdeelnemer die aggregeert;
terugleveringsovereenkomst inzake peer-to-peer-handel:
overeenkomst op grond waarvan ten behoeve van een actieve afnemer peer-to-peer-handel kan plaatsvinden;
taken als bedoeld in artikel 3.73;
transmissiesysteem voor elektriciteit, transmissiesysteem voor elektriciteit op zee of transmissiesysteem voor gas;
transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit of voor gas;
transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit:
rechtspersoon die op grond van artikel 3.2, eerste lid, onderdeel a, is aangewezen;
transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee:
rechtspersoon die op grond van artikel 3.2, eerste lid, onderdeel g, is aangewezen;
transmissiesysteembeheerder voor gas:
rechtspersoon die op grond van artikel 3.2, eerste lid, onderdeel c, is aangewezen;
transmissiesysteem voor elektriciteit:
stelsel van leidingen en daarmee verbonden hulpmiddelen ten behoeve van het transport van elektriciteit op een spanningsniveau gelijk aan of groter dan 110 kilovolt met het oog op de belevering aan eindafnemers of handelaren, de levering zelf niet inbegrepen, daaronder begrepen interconnectoren;
transmissiesysteem voor elektriciteit op zee:
stelsel van leidingen en daarmee verbonden hulpmiddelen ten behoeve van het transport van elektriciteit op een spanningsniveau gelijk aan of groter dan 110 kilovolt met het oog op de belevering aan eindafnemers of handelaren, de levering zelf niet inbegrepen, daaronder begrepen interconnectoren, die primair één of meer windparken op zee verbinden met een transmissiesysteem voor elektriciteit of met dat systeem en een transportsysteem voor elektriciteit van een ander land;
stelsel van leidingen en daarmee verbonden hulpmiddelen ten behoeve van het transport van gas vooral onder hoge druk met het oog op de belevering aan eindafnemers of handelaren, de levering zelf niet inbegrepen, niet zijnde een gasproductienet of hogedrukleidingen die in de eerste plaats voor lokale distributie worden gebruikt, daaronder begrepen interconnectoren;
overeenkomst op basis van een aanbod als bedoeld in de artikelen 3.46, eerste lid, 3.47, eerste lid, 3.86, tweede lid of 3.105, tweede lid, onderdeel b;
houder van een vergunning als bedoeld in artikel 2.18, derde lid;
Verordening (EU) 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie en tot intrekking van Verordening (EG) 1228/2003 (PbEU 2001, L 326);
Verordening (EU) 2017/1938 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2017 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gasleveringszekerheid en houdende intrekking van Verordening (EU) 994/2010 (PbEU 2017, L 280);
Verordening (EU) 2018/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 inzake de governance van de energie-unie en van de klimaatactie, tot wijziging van Richtlijn 94/22/EG, Richtlijn 98/70/EG, Richtlijn 2009/31/EG, Verordening (EG) nr. 663/2009, Verordening (EG) nr. 715/2009, Richtlijn 2009/73/EG, Richtlijn 2009/119/EG van de Raad, Richtlijn 2010/31/EU, Richtlijn 2012/27/EU, Richtlijn 2013/30/EU en Richtlijn (EU) 2015/652 van de Raad, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 525/2013 (PbEU 2018, L328);
Verordening (EU) 2019/941 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende risicoparaatheid in de elektriciteitssector en tot intrekking van Richtlijn 2005/89/EG (PbEU 2019, L 158);
Verordening (EU) 2019/942 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (PbEU 2019, L 158);
Verordening (EU) 2019/943 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de interne markt voor elektriciteit (PbEU 2019, L 158);
Verordening (EU) 2022/869 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 715/2009, (EU) 2019/942 en (EU) 2019/943, en Richtlijnen 2009/73 (EG) en (EU) 2019/944, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 347/2013 (PbEU 2022, L 152);
Verordening (EG) 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten en tot intrekking van Verordening (EG) 1775/2005 (PbEU 2009, L 211);
volledig geïntegreerde netwerkcomponent:
geïntegreerd onderdeel van het distributie- of transmissiesysteem dat door een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit uitsluitend wordt gebruikt voor het waarborgen van een veilig en betrouwbaar beheer van het distributie- of transmissiesysteem, en niet voor balancerings- of congestiebeheer;
verandering van het verbruik of de invoeding van elektriciteit bij eindafnemers ten opzichte van hun normale verbruiks- of terugleverpatronen, in reactie op marktsignalen of systeembehoeften, met als doel de vraagvermindering, of -verhoging te verkopen op een energiehandelsmarkt;
overeenkomst op grond waarvan een marktdeelnemer ten behoeve van een eindafnemer vraagrespons kan toepassen;
gasmengsel dat ten minste voor 98 procent bestaat uit waterstof en bij een temperatuur van 15 °C en bij een druk van 1,01325 bar in gasvormige toestand verkeert;
een faciliteit voor de ondergrondse opslag van waterstofgas dan wel het gedeelte van een waterstofterminal dat voor opslag wordt gebruikt;
faciliteit die wordt gebruikt voor het omzetten van vloeibare waterstof of vloeibare derivaten van waterstof in waterstofgas, dan wel het omzetten van waterstofgas in vloeibare waterstof, met inbegrip van ondersteunende diensten en tijdelijke opslag noodzakelijk voor het omzetten en invoeden in, dan wel onttrekken aan de infrastructuur voor het transport van waterstof;
wettelijke taken of verplichtingen:
taken of verplichtingen die bij of krachtens deze wet aan een systeembeheerder zijn opgedragen;
installatie voor de productie van elektriciteit met behulp van wind;
rechten, overeenkomsten of andere middelen die, afzonderlijk of tezamen, met inachtneming van alle feitelijke of juridische omstandigheden, het mogelijk maken een beslissende invloed uit te oefenen op de activiteiten van een onderneming, met name:
zoneoverschrijdende capaciteit:
zoneoverschrijdende capaciteit als bedoeld in artikel 2, onderdeel 70, van verordening 2019/943.
Artikel 1.2 andere gasvormige stoffen
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen deze wet en de daarop rustende bepalingen geheel of gedeeltelijk van toepassing worden verklaard op andere gasvormige stoffen dan gas.
-
-
-
-
-
Voor een organisatorische eenheid als bedoeld in het tweede lid, wordt als aansluiting mede aangemerkt de verbinding bestaande uit één of meer leidingen en daarmee verbonden hulpmiddelen, tussen een transmissie- of distributiesysteem en een zaak die geen onroerende zaak is als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken.
-
Artikel 1.4 gezamenlijke aansluitingen
-
-
-
-
-
-1°. een woonfunctie bestemd voor bewoners die zijn ingeschreven bij een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs of een universiteit of hogeschool als bedoeld in artikel 1.2, onderdelen a en b, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek of die zich voorbereiden op een promotie als bedoeld in artikel 7.18 van laatstgenoemde wet;
-
-
-
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde worden twee of meer op land gelegen installaties voor productie, opslag, conversie of verbruik van elektriciteit beschouwd als één installatie en één onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken, indien:
-
-
-
-
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde worden verschillende op land gelegen windparken of installaties voor productie van elektriciteit met behulp van zonne-energie die behoren tot eenzelfde groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, beschouwd als één installatie en één onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken, indien:
-
-
-
-
Het vijfde lid is niet van toepassing indien de transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit aan de producent een aanbod voor het aanleggen van meerdere aansluitingen heeft gedaan en dit leidt tot lagere kosten voor de transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit.
-
Artikel 1.5 organisaties en vertegenwoordiging bij gezamenlijk optredende eindafnemers
-
-
Artikel 1.6 exclusieve economische zone
-
-
-
Deze wet en de daarop berustende bepalingen zijn mede van toepassing binnen de exclusieve economische zone van Nederland zoals vastgesteld bij of krachtens de Rijkswet instelling exclusieve economische zone, op de daar aanwezige systemen, installaties die zijn aangesloten op die systemen en de marktdeelnemers, balanceringsverantwoordelijken of eindafnemers die gebruik maken van die systemen.
-
Artikel 1.7 energiearmoede tegengaan
-
-
-
Jaarlijks wordt gelijktijdig met de klimaat- en energieverkenning als bedoeld in artikel 6 van de Klimaatwet door een of meer bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen adviesinstanties een verkenning uitgebracht van de mate van energiearmoede in de samenleving, wie het betreft en wat de ontwikkelingen zijn met betrekking tot het terugdringen van energiearmoede.
-
HOOFDSTUK 2 ENERGIEMARKTEN
AFDELING 2.1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 2.1 rechten en plichten ten aanzien van leveren en aggregeren
Artikel 2.2 meer marktdeelnemers op één aansluiting
-
-
Artikel 2.3 algemene bepaling marktdeelnemers
-
-
Artikel 2.4 voorwaarden energiegemeenschap
-
-
-
-
-
-
-
in aanvulling op het eerste lid, in de statuten of de overeenkomst opnemen dat de leden, vennoten of aandeelhouders van de energiegemeenschap enkel natuurlijk personen, gemeenten, waterschappen, provincies, gemeenschappelijke regelingen of micro-ondernemingen, kleine ondernemingen of middelgrote ondernemingen zijn;
-
AFDELING 2.2 LEVEREN, FACILITEREN IN PEER-TO PEER-HANDEL EN ENERGIE DELEN
Paragraaf 2.2.1 Algemene voorschriften over contractuele verhouding tussen eindafnemers en leveranciers
Artikel 2.5 voorwaarden voor leveranciers
-
-
-
Een leverancier die faciliteert in peer-to-peer-handel draagt er zorg voor dat de hoeveelheid elektriciteit die op grond van door hem gesloten leveringsovereenkomsten inzake peer-to-peer-handel wordt geleverd aan eindafnemers over de periode van een jaar niet groter is dan de hoeveelheid elektriciteit die op grond van door hem gesloten terugleveringsovereenkomsten inzake peer-to-peer-handel in dat jaar wordt teruggeleverd door actieve afnemers.
-
Artikel 2.6 leveringsovereenkomst en leveringsovereenkomst inzake peer-to-peer-handel
-
-
Artikel 2.7 factureren en informeren
-
-
Artikel 2.9 dynamische elektriciteitsprijs
-
-
-
Een leverancier, niet zijnde een leverancier die faciliteert in peer-to-peer-handel, met meer dan 200.000 eindafnemers, biedt eindafnemers die beschikken over een meetinrichting waarvan communicatiefunctionaliteit wordt gebruikt desgevraagd een leveringsovereenkomst aan, waarin de prijsvariatie op de spotmarkten wordt weerspiegeld en waarbij de intervallen gelijk of groter zijn aan de marktvereffeningsperiode van die markten.
-
Paragraaf 2.2.2 Aanvullende voorschriften over contractuele verhouding tussen huishoudelijk eindafnemers of micro-ondernemingen en leveranciers
Artikel 2.10 vernietigbaarheid
Een leveringsovereenkomst of leveringsovereenkomst inzake peer-to-peer-handel met een huishoudelijk eindafnemer of een micro-onderneming, die niet voldoet aan het bepaalde bij of krachtens artikel 2.6, derde, vierde en zesde lid, is vernietigbaar.
Artikel 2.11 toepasselijk recht
Artikel 2.12 overeenkomsten met micro-ondernemingen
Paragraaf 2.2.3 Voorschriften beëindigen van leveringsovereenkomsten en leveringsovereenkomsten inzake peer-to-peer-handel
Als een leveringsovereenkomst of leveringsovereenkomst inzake peer-to-peer-handel eindigt, verstrekt de leverancier de eindafnemer binnen een bij ministeriële regeling te bepalen termijn een eindafrekening.
Artikel 2.15 opzegvergoeding huishoudelijk eindafnemer en micro-onderneming
-
-
-
Een leverancier kan een huishoudelijk eindafnemer of een micro-onderneming voor de opzegging van een leveringsovereenkomst of leveringsovereenkomst inzake peer-to-peer-handel door die eindafnemer alleen een opzegvergoeding in rekening brengen, indien het een tussentijdse opzegging betreft van een overeenkomst voor bepaalde duur en een vooraf of tijdens de overeenkomst vast overeengekomen prijs of vast overeengekomen kosten, en de opzegvergoeding in de overeenkomst is opgenomen.
-
Artikel 2.16 overstappen huishoudelijk eindafnemer en micro-onderneming
Een leverancier brengt met betrekking tot een overstap van een huishoudelijk eindafnemer of een micro-onderneming, buiten de eventueel op grond van artikel 2.15 in rekening te brengen kosten geen andere kosten in rekening.
Paragraaf 2.2.4 Vergunning leveranciers voor levering aan of facilitering in peer-to-peer-handel ten behoeve van eindafnemers met een kleine aansluiting
Artikel 2.17 vergunningsplicht leverancier
-
-
-
-
-
-
Artikel 2.18 aanvragen en verlenen vergunning
-
-
-
De leverancier namens wie of voor wie personen of instanties overeenkomsten afsluiten draagt er zorg voor dat deze personen of instanties beschikken over de kwaliteiten en deskundigheid die voor de leverancier gelden. Bij ministeriële regeling kunnen ten aanzien van deze personen of instanties tevens aanvullende regels gesteld worden in verband met specifieke kenmerken van het namens of voor de leverancier afsluiten van overeenkomsten.
-
Artikel 2.19 wijzigen en intrekken vergunning
-
-
-
-
-
In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en c tot en met e, kan de Autoriteit Consument en Markt ter bescherming van eindafnemers met een kleine aansluiting de vergunninghouder bij beschikking een verbod opleggen om aan eindafnemers met een kleine aansluiting een leveringsovereenkomst aan te bieden gedurende een bij die beschikking aan te geven termijn.
-
Artikel 2.20 weigering of intrekking vergunning op grond van Wet Bibob
-
-
-
Artikel 2.21 overdragen vergunning
-
-
-
Indien een vergunning wordt overgedragen, neemt de overnemende vergunninghouder alle leveringsovereenkomsten en leveringsovereenkomsten inzake peer-to-peerhandel over die de overdragende vergunninghouder met eindafnemers met een kleine aansluiting heeft gesloten. In afwijking van het eerste lid van artikel 159 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek is medewerking van de eindafnemer niet vereist.
-
Een vergunninghouder, niet zijnde een vergunninghouder die enkel faciliteert in peer-to-peer-handel, doet een aanbod tot levering van elektriciteit of gas aan iedere eindafnemer met een kleine aansluiting, die daarom verzoekt.
Artikel 2.24 meldplicht in het kader van leveringszekerheid
De vergunninghouder doet, indien hij voorziet of behoort te voorzien dat hij niet langer in staat zal zijn om zijn plicht tot levering van elektriciteit of gas aan zijn eindafnemers met een kleine aansluiting na te komen, daarvan onverwijld mededeling aan de transmissiesysteembeheerder en aan de Autoriteit Consument en Markt.
Artikel 2.25 maatregelen in het kader van leveringszekerheid
-
-
-
Ingeval van intrekking van een vergunning of faillissement van een vergunninghouder kunnen leveringsovereenkomsten of leveringsovereenkomsten inzake peer-to-peerhandel die de vergunninghouder heeft gesloten met eindafnemers met een kleine aansluiting binnen een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen termijn worden overgedragen aan een andere vergunninghouder. In afwijking van het eerste lid van artikel 159 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek is medewerking van de eindafnemer niet vereist. Een eindafnemer met een kleine aansluiting is gedurende een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen termijn niet bevoegd zijn geldende overeenkomst met de vergunninghouder wiens vergunning wordt ingetrokken dan wel die in faillissement verkeert, op te zeggen.
-
-
-
-
De Autoriteit Consument en Markt wijst na een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen termijn een of meer vergunninghouders aan die de levering van elektriciteit of gas overeenkomstig het derde en vierde lid voortzetten aan de eindafnemers met een kleine aansluiting die nog een overeenkomst hebben met de vergunninghouder wiens vergunning wordt ingetrokken dan wel die in faillissement verkeert, volgens een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen wijze van verdeling van de eindafnemers over de aangewezen vergunninghouders.
-
-
-
-
Vanaf het moment dat het besluit van de Autoriteit Consument en Markt, bedoeld in het tweede lid, in werking treedt worden de overeenkomsten, bedoeld in het eerste lid, die niet aan een andere vergunninghouder zijn overgedragen geacht te zijn beëindigd, en is de aangewezen vergunninghouder jegens een hem toebedeelde eindafnemer gehouden tot levering van elektriciteit of gas en is de eindafnemer voor die levering een vergoeding verschuldigd.
-
-
-
-
-
-
de termijn waarbinnen en de voorwaarden waaronder de verplichtingen, bedoeld in het derde lid, worden uitgevoerd of de verstrekking door de vergunninghouder, bedoeld in het eerste lid, of de curator in diens faillissement, van bepaalde gegevens over de eindafnemers, die voor de uitvoering noodzakelijk zijn, aan aan te wijzen partijen;
-
Artikel 2.26 voorkomen beëindiging levering
-
-
-
Een leverancier beëindigt de levering aan of de facilitering in peer-to-peer-handel ten behoeve van een eindafnemer met een kleine aansluiting niet, behoudens in bij ministeriële regeling te bepalen gevallen of onder bij die regeling te bepalen voorwaarden. De regeling voorziet in waarborgen voor de bescherming van kwetsbare afnemers.
-
-
-
Paragraaf 2.2.5 Leveranciersmodel
-
-
-
-
-
-
Rechtsvorderingen tot betaling van de door de leverancier overeenkomstig het eerste lid gefactureerde bedragen verjaren door verloop van twee jaren. Indien de leverancier een vordering tot betaling van de factuur, bedoeld in het eerste lid, niet heeft gedaan binnen twee jaar nadat de vordering opeisbaar is geworden, vervalt het recht om voor de betreffende dienst bij deze aangeslotene te factureren.
-
-
-
Artikel 2.28 informatie over aansluit- en transportovereenkomsten
-
-
-
Een leverancier die actief is op een primair allocatiepunt behorend bij een kleine aansluiting, faciliteert bij de totstandkoming, wijziging en opzegging van een aansluit- of transportovereenkomst tussen een distributiesysteembeheerder en de aangeslotene en de informatieverstrekking tussen beide partijen.
-
Artikel 2.29 doorzendplicht klachten
Een leverancier die actief is op een primair allocatiepunt behorend bij een kleine aansluiting, zendt klachten of vragen van de aangeslotene over het systeembeheer onverwijld door naar de systeembeheerder op wie de klacht of vraag betrekking heeft, onder gelijktijdige mededeling daarvan aan de eindafnemer.
-
-
Paragraaf 2.2.7 Overige bepalingen
Artikel 2.31 salderen elektriciteit
-
-
-
Als een eindafnemer met een kleine aansluiting hernieuwbare elektriciteit produceert en hij geen terugleveringsovereenkomst heeft gesloten met een andere marktdeelnemer dan zijn leverancier, en voor zover die elektriciteit niet is gedeeld met een andere eindafnemer, berekent de leverancier het verbruik ten behoeve van de facturering en inning van de leveringskosten door de aan het systeem onttrokken elektriciteit te verminderen met de op het systeem ingevoede elektriciteit, waarbij de vermindering maximaal de hoeveelheid aan het systeem onttrokken elektriciteit bedraagt.
-
-
-
-
Als een eindafnemer met een kleine aansluiting niet-hernieuwbare elektriciteit produceert en hij geen terugleveringsovereenkomst heeft gesloten met een andere marktdeelnemer dan zijn leverancier, en voor zover die elektriciteit niet is gedeeld met een andere eindafnemer, berekent de leverancier het verbruik ten behoeve van de facturering en inning van de leveringskosten door de aan het systeem onttrokken elektriciteit te verminderen met de op het systeem ingevoede elektriciteit, met een maximum van 5.000 kWh aan op het systeem ingevoede elektriciteit, voor zover het saldo van de aan het systeem onttrokken minus de op het systeem ingevoede elektriciteit niet minder dan nul bedraagt.
-
-
-
-
Als de door de eindafnemer op het systeem ingevoede hoeveelheid elektriciteit groter is dan de hoeveelheid die ingevolge het eerste of tweede lid in mindering wordt gebracht op de door die leverancier geleverde elektriciteit, betaalt de leverancier aan de betreffende eindafnemer voor het meerdere een redelijke vergoeding. De redelijke vergoeding voor hernieuwbare elektriciteit kan niet worden vastgesteld op een negatief bedrag.
-
-
-
-
Indien aan de aansluiting meerdere allocatiepunten zijn toegekend, is het eerste tot en met derde lid van toepassing op een leverancier die levert op een allocatiepunt dat direct verbonden is met het overdrachtspunt en waaraan door de distributiesysteembeheerder zowel afname als invoeding wordt toegewezen.
-
Artikel 2.32 bewaarplicht leverancier
-
-
-
Een leverancier bewaart zijn administratie inzake overeenkomsten met eindafnemers of transmissiesysteembeheerders en elektriciteitsderivaten met handelaren of transmissiesysteembeheerders gedurende een periode van vijf jaar en houdt deze gedurende die periode ter beschikking voor de Autoriteit Consument en Markt en de Europese Commissie.
-
-
-
-
De Autoriteit Consument en Markt kan informatie uit de administratie van een leverancier ter beschikking te stellen aan een marktdeelnemer indien ten aanzien van de administratie van leveranciers van elektriciteit is voldaan aan artikel 64, derde lid, van richtlijn 2019/944 en van leveranciers van gas is voldaan aan artikel 44, derde lid, van richtlijn 2009/73.
-
Artikel 2.33 uitzonderingen actieve afnemer
AFDELING 2.3 TERUGLEVEREN, FACILITEREN IN PEER-TO-PEER-HANDEL EN VRAAGRESPONS TEN BEHOEVE VAN ACTIEVE AFNEMERS
Artikel 2.34 aggregatieovereenkomsten
-
-
Artikel 2.35 factureren en informeren
Artikel 2.36 klachtenprocedure
Artikel 2.37 toepasselijk recht
Als een aggregatieovereenkomst eindigt, verstrekt de marktdeelnemer die partij was bij die overeenkomst, de actieve afnemer binnen een bij ministeriële regeling te bepalen termijn een eindafrekening.
-
-
-
Een marktdeelnemer kan een actieve afnemer die tevens huishoudelijk eindafnemer of een micro-onderneming is, voor de opzegging van een aggregatieovereenkomst door die actieve afnemer, alleen een opzegvergoeding in rekening brengen, indien het een tussentijdse opzegging betreft van een aggregatieovereenkomst voor bepaalde duur en een vast overeengekomen prijs of vast overeengekomen kosten, en de opzegvergoeding in de aggregatieovereenkomst is opgenomen.
-
-
-
-
Als een actieve afnemer overstapt naar een andere marktdeelnemer aan wie hij teruglevert, die ten behoeve van hem faciliteert in peer-to-peer-handel, of die hem vraagresponsdiensten levert, zorgt de nieuwe marktdeelnemer ervoor dat de handelingen die noodzakelijk zijn voor deze overstap worden verricht.
-
Artikel 2.41 vraagrespons en verrekening
-
-
-
Als een marktdeelnemer met een actieve afnemer ten aanzien van een allocatiepunt een vraagresponsovereenkomst heeft gesloten, doet de balanceringsverantwoordelijke voor elektriciteit op dat allocatiepunt, al dan niet in samenspraak met de leverancier op dat allocatiepunt de marktdeelnemer die vraagresponsdiensten levert op diens verzoek een redelijk aanbod inzake de financiële compensatie en de voorwaarden voor de aanpassing van het elektriciteitsprogramma als gevolg van de vraagrespons, over de vergoeding van eventuele onbalanskosten die hierdoor ontstaan en de uitwisseling van relevante gegevens.
-
-
-
-
Marktdeelnemers passen bij de berekening van de financiële compensatie een door de Autoriteit Consument en Markt vast te stellen berekeningsmethode toe, waarbij zowel rekening wordt gehouden met de ingekochte maar door vraagrespons niet verkochte elektriciteit als de niet ingekochte maar door vraagrespons extra verkochte elektriciteit.
-
Artikel 2.42 balanceringsverantwoordelijke voor elektriciteit
-
-
-
Een producent of actieve afnemer die niet via een marktdeelnemer elektriciteit verkoopt, of een eindafnemer die niet via een marktdeelnemer elektriciteit koopt, is er zelf verantwoordelijk voor dat er overeenkomstig artikel 5 van verordening 2019/943 een balanceringsverantwoordelijke voor elektriciteit actief is op het betreffende allocatiepunt.
-
Artikel 2.43 balanceringsverantwoordelijke voor gas
-
-
-
Een aangeslotene met een grote aansluiting op een transmissie- of distributiesysteem voor gas, of een marktdeelnemer namens die aangeslotene, sluit met het oog op het afnemen of invoeden van gas een overeenkomst met een netgebruiker om transportcapaciteit te boeken op het transmissiesysteem voor gas.
-
-
-
-
In afwijking van het eerste lid draagt bij een gasopslagsysteem, een LNG-systeem, een interconnectorsysteem voor gas of een gasproductienet, de gebruiker van deze systemen of leidingen, of een marktdeelnemer namens deze gebruiker, er zorg voor dat een netgebruiker transportcapaciteit boekt op het transmissiesysteem voor gas met het oog op de invoeding of afname van gas op het transmissiesysteem van gas.
-
-
-
-
-
-
De netgebruiker, bedoeld in het eerste tot en met derde lid, is de balanceringsverantwoordelijke voor gas op het aan die aansluiting toegekende allocatiepunt, dan wel, indien van toepassing, voor het door hem gecontracteerde deel van het aan het gasopslagsysteem, LNG-systeem, interconnectorsysteem voor gas of gasproductienet toegekende allocatiepunt.
-
Als gas binnen het transmissiesysteem voor gas wordt overgedragen naar een andere balanceringsportfolio dan vindt deze overdracht plaats op een virtueel handelspunt op dat systeem.
Paragraaf 2.5.1 Algemene bepalingen
Artikel 2.46 beschikken over meetinrichting
-
-
-
-
-
-
Paragraaf 2.5.2 Verplichtingen meetverantwoordelijke partijen
Artikel 2.48 meetverplichtingen
-
-
-
-
-
-
-
Een meetverantwoordelijke partij kan met een aangeslotene overeenkomen dat de aangeslotene de meetgegevens ten aanzien van de kwaliteit van het door hem ingevoede gas zelf verzamelt, valideert en vaststelt. In dat geval geeft de aangeslotene de meetgegevens overeenkomstig het eerste lid, onderdeel c, door.
-
Artikel 2.49 controlesystematiek meetinrichtingen
Artikel 2.50 erkenning meetverantwoordelijke partij
-
-
-
-
Artikel 2.51 wijzigen en intrekken erkenning
-
-
Artikel 2.52 rapportageverplichting
Artikel 2.53 overdragen erkenning
Paragraaf 2.5.3 Verplichtingen voor anderen dan meetverantwoordelijke partijen
Artikel 2.54 verplichtingen leverancier
-
-
-
-
Artikel 2.55 verplichtingen aangeslotenen die zelf meten
-
-
-
-
Artikel 2.56 erkenning meetverantwoordelijkheid kleine aansluitingen buiten overdrachtspunten
-
-
-
Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat het voor een partij, uitgezonderd de distributiesysteembeheerder of meetverantwoordelijke partij, in bij die maatregel te bepalen situaties en op daarbij te bepalen plaatsen, verboden is zonder erkenning van de Autoriteit Consument en Markt meetinrichtingen als bedoeld in artikel 2.46, tweede lid, te installeren en te beheren en daar te meten.
-
-
-
-
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen onderdelen van deze wet met betrekking tot een meetverantwoordelijke partij van overeenkomstige toepassing worden verklaard op de partij, bedoeld in het eerste lid, en kunnen ook overigens regels worden gesteld over de aanvraag, vereisten, wijziging, intrekking en overdracht van de erkenning, bedoeld in het eerste lid.
-
AFDELING 2.6 OVERIGE BEPALINGEN
Paragraaf 2.6.1 Garanties van oorsprong
Artikel 2.57 bewijs garantie van oorsprong
Artikel 2.58 taken Minister en mandateren taken
-
-
-
Onze Minister opent op aanvraag van een in Nederland gevestigde producent, handelaar, leverancier, marktdeelnemer die aggregeert, eindafnemer, handelaar in garanties van oorsprong of de Nederlandse emissieautoriteit, bedoeld in artikel 2.1 van de Wet milieubeheer, een rekening voor garanties van oorsprong. Bij deze aanvraag overlegt de producent het resultaat van de vaststelling, bedoeld in artikel 3.63.
-
-
-
-
Onze Minister boekt op aanvraag garanties van oorsprong als bedoeld in artikel 2.57, op een daarbij aangegeven rekening voor garanties van oorsprong, indien een in Nederland gevestigde producent of, indien is voldaan aan de regels gesteld bij of krachtens het vierde lid, een marktdeelnemer die aggregeert, bij deze aanvraag de gegevens overlegt omtrent:
-
-
-
-3°. het bewijs van afboeking of verzoek tot afboeking van garanties van oorsprong als bedoeld in artikel 2.57, garanties van oorsprong voor thermische energie uit hernieuwbare bronnen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Warmtewet of garanties van oorsprong voor ander gas uit hernieuwbare bronnen als bedoeld in artikel 1 van de Wet implementatie EU-richtlijn hernieuwbare energie voor garanties van oorsprong van een Nederlandse rekening voor garanties van oorsprong voor de gemeten hoeveelheid onder 2°.
-
-
-
-
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de situaties waarin en de voorwaarden waaronder Onze Minister garanties van oorsprong als bedoeld in artikel 2.57, eerste lid, bijboekt op de rekening voor garanties van oorsprong van een marktdeelnemer die aggregeert ten behoeve van een actieve afnemer.
-
Artikel 2.59 afboeken garanties van oorsprong
Een leverancier zorgt ervoor dat als bewijs van levering van elektriciteit, of gas uit hernieuwbare bronnen, aan een in Nederland gevestigde eindafnemer binnen één maand na de levering een corresponderende hoeveelheid garanties van oorsprong als bedoeld in artikel 2.57 van een Nederlandse rekening voor garanties van oorsprong wordt afgeboekt.
Artikel 2.60 garanties van oorsprong binnen Europese Unie
Artikel 2.61 delegatiegrondslag garanties van oorsprong
-
-
-
-
Paragraaf 2.6.2 Beperken gebruik laagcalorisch gas
Artikel 2.62 maximaal verbruik laagcalorisch gas
-
-
-
Het is een aangeslotene op het transmissie- of distributiesysteem van gas met ingang van 1 oktober 2022 verboden via een aansluiting die is verbonden met dat deel van het transmissie- of distributiesysteem voor gas waarmee laagcalorisch gas wordt getransporteerd in een gasjaar meer dan 100 miljoen m3(n) gas aan dat transmissie- of distributiesysteem te onttrekken.
-
-
-
-
Indien installaties die behoren tot eenzelfde onderneming of instelling, die onderling technische, organisatorische of functionele bindingen hebben en in elkaars onmiddellijke nabijheid zijn gelegen, van gas worden voorzien door middel van meer dan één aansluiting, is het met ingang van 1 oktober 2022 verboden via die gezamenlijke aansluitingen meer dan 100 miljoen m3(n) gas te onttrekken aan dat deel van het transmissie- of distributiesysteem voor gas waarmee laagcalorisch gas wordt getransporteerd, indien een of meerdere van die aansluitingen na 20 juli 2020 zijn gerealiseerd.
-
Artikel 2.63 verbod onttrekken laagcalorisch gas grootste eindafnemers
-
-
-
Het is een aangeslotene op het transmissie- of distributiesysteem van gas die in de gasjaren 2016/2017, 2017/2018 en 2018/2019 in ten minste twee van die gasjaren meer dan 100 miljoen m3 (n) gas via diens aansluiting heeft onttrokken en die verbonden is met dat deel van het transmissie- of distributiesysteem voor gas waarmee laagcalorisch gas wordt getransporteerd, met ingang van 1 oktober 2022 verboden via die aansluiting gas aan dat deel van het transmissie- of distributiesysteem te onttrekken.
-
-
-
-
Deze aangeslotene meldt zo spoedig mogelijk na inwerkingtreding van dit artikel schriftelijk aan de transmissiesysteembeheerder voor gas dat zijn aansluiting omgeschakeld of buiten werking gesteld dient te worden en verstrekt hem alle gegevens die naar diens oordeel relevant zijn voor een voor de bedrijfsprocessen van de aangeslotene doelmatige en efficiënte planning van het omschakelen onderscheidenlijk buiten werking stellen van de betrokken aansluiting. De aangeslotene stuurt een afschrift van deze melding en de daarbij gevoegde gegevens aan Onze Minister.
-
Artikel 2.64 planning afsluiten
-
-
-
De aangeslotene die ingevolge artikel 2.63, tweede lid, de transmissiesysteembeheerder voor gas heeft gemeld dat diens aansluiting buiten werking gesteld dient te worden, informeert de transmissiesysteembeheerder en Onze Minister over de planning van de buitenwerkingstelling, voorzien van een onderbouwing van de benodigde tijd voor de onderscheiden activiteiten die naar zijn oordeel noodzakelijk zijn om afgesloten te kunnen worden van het transmissie- of distributiesysteem voor gas en, voor zover aan de orde, over te kunnen stappen naar een alternatieve energiebron.
-
-
-
-
Indien de planning naar het oordeel van de aangeslotene als gevolg van gewijzigde omstandigheden aanpassing behoeft, informeert de eindafnemer de transmissiesysteembeheerder voor gas en Onze Minister zo spoedig mogelijk over de aangepaste planning. De aangepaste planning wordt voorzien van een onderbouwing van elke afwijking ten opzichte van de eerder ingediende planning.
-
Artikel 2.65 ontheffing verbodsbepalingen laagcalorisch gas
-
-
-
Onze Minister kan een aangeslotene op diens verzoek ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in artikel 2.63, eerste lid, gedurende een in de ontheffing te bepalen periode, voor zover verlenging noodzakelijk is vanwege omstandigheden die niet zijn toe te rekenen aan de aangeslotene of redelijkerwijs niet door hem hadden kunnen worden voorzien of voorkomen.
-
-
-
-
Onze Minister kan een aangeslotene die op grond van artikel 2.63, tweede lid, heeft gemeld dat diens aansluiting afgesloten dient te worden, op diens verzoek ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in artikel 2.63, eerste lid, gedurende een in de ontheffing te bepalen periode, voor zover verlenging voor die periode noodzakelijk is om tot een stabiel verbruik van energie uit een andere bron dan gas afkomstig uit het transmissie- of distributiesysteem voor gas te komen.
-
-
-
-
Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden, die mede betrekking kunnen hebben op de maximale toegestane hoeveelheid laagcalorisch gas die per gasjaar of gedurende de periode waarvoor de ontheffing is verleend door de afnemer aan het transmissie- of distributiesysteem voor gas mag worden onttrokken.
-
-
-
Paragraaf 2.6.3 Overige bepalingen
Artikel 2.66 strafbaarstelling verordening 1227/2011
Artikel 2.67 monopolie wettelijke taken en uitzonderingen
Het is een natuurlijk persoon of rechtspersoon, niet zijnde een systeembeheerder, verboden wettelijke taken of verplichtingen uit te voeren, met uitzondering van:
Artikel 2.68 vergelijkingsinstrument
-
-
-
Een huishoudelijk eindafnemer en een micro-onderneming hebben recht op kosteloze toegang tot ten minste één onafhankelijk vergelijkingsinstrument dat de gehele energiemarkt bestrijkt of meerdere vergelijkingsinstrumenten die in voldoende mate de markt bestrijken, waarmee ze het aanbod van leveranciers, met uitzondering van het aanbod om ten behoeve van eindafnemers te faciliteren in peer-to-peer-handel, kunnen vergelijken.
-
-
-
-
-
HOOFDSTUK 3 BEHEER VAN ELEKTRICITEITS- EN GASSYSTEMEN
AFDELING 3.1 AANWIJZEN, CERTIFICEREN EN ERKENNEN VAN SYSTEEMBEHEERDERS
Artikel 3.1 verplichtingen eigenaar systeem
-
-
Artikel 3.2 aanwijzing systeembeheerder
-
-
-
-
-
In afwijking van het eerste lid kan Onze Minister bij overdracht van de eigendom van een systeem indien de aanwijzing vervalt, op aanvraag van de rechtspersoon die eigenaar wordt van of die alle aandelen krijgt in de rechtspersoon die eigenaar wordt van dat systeem, die rechtspersoon aanwijzen als beheerder van het betreffende systeem. De aanwijzing treedt in werking op de dag waarop overdracht van de eigendom van het systeem plaatsvindt.
-
Artikel 3.3 toetsingskader aanwijzing Minister
-
-
-
-
-
de rechtspersoon niet voldoet aan de bij of krachtens paragraaf 3.2.1 gestelde voorschriften inzake inrichting van de rechtspersoon of de infrastructuurgroep waartoe die rechtspersoon behoort niet voldoet aan de bij of krachtens paragraaf 3.2.2 gestelde voorschriften inzake de infrastructuurgroep en de infrastructuurbedrijven; of
-
-
-
-
-
-
-
-
Onze Minister kan een aanvraag van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, onderdeel h, afwijzen of voorschriften verbinden aan de aanwijzing indien de rechtspersoon redelijkerwijs niet in staat moet worden geacht de taken of verplichtingen gesteld bij of krachtens paragraaf 3.5.3 uit te voeren.
-
-
-
-
Onze Minister kan een aanvraag van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, onderdeel i, afwijzen of voorschriften verbinden aan de aanwijzing indien de rechtspersoon redelijkerwijs niet in staat moet worden geacht de taken of verplichtingen gesteld bij of krachtens paragraaf 3.5.4 uit te voeren.
-
Artikel 3.4 certificering systeembeheerder
-
-
-
De Autoriteit Consument en Markt certificeert op aanvraag een rechtspersoon die eigenaar is van of die alle aandelen heeft in de rechtspersoon die eigenaar is van een transmissie- of distributiesysteem of interconnectorsysteem indien ten aanzien van die rechtspersoon is voldaan aan de eisen gesteld bij of krachtens artikel 3.10 respectievelijk artikel 3.90, eerste lid, ten aanzien van de van overeenkomstige toepassing verklaring van artikel 3.10.
-
-
-
-
Als een persoon of rechtspersoon uit een land buiten de Europese Unie zeggenschap heeft over een eigenaar van een transmissiesysteem of een interconnectorsysteem of een beheerder van een transmissiesysteem of een interconnectorsysteem, besluit de Autoriteit Consument en Markt volgens de procedure van:
-
-
-
-
In afwijking van het eerste lid kan de Autoriteit Consument en Markt bij overdracht van de eigendom van een systeem indien de aanwijzing vervalt, op aanvraag de rechtspersoon certificeren die eigenaar wordt van of die alle aandelen krijgt in de rechtspersoon die eigenaar wordt van dat systeem indien ten aanzien van deze rechtspersoon, na verkrijging van de eigendom van het systeem, is voldaan aan de eisen gesteld bij of krachtens artikel 3.10 of artikel 3.90, eerste lid, ten aanzien van de van overeenkomstige toepassing verklaring van artikel 3.10.
-
-
-
-
Een systeembeheerder stelt de Autoriteit Consument en Markt in kennis van elke voorgenomen transactie die relevant is voor de beoordeling of nog wordt voldaan aan de eisen gesteld bij of krachtens artikel 3.10 of artikel 3.90, eerste lid, ten aanzien van de van overeenkomstige toepassing verklaring van artikel 3.10.
-
Artikel 3.5 intrekken certificering
-
-
-
De Autoriteit Consument en Markt kan een certificering als bedoeld in artikel 3.4, eerste of derde lid, intrekken als niet langer aan de eisen, gesteld bij of krachtens artikel 3.10 of artikel 3.90, eerste lid, ten aanzien van de van overeenkomstige toepassing verklaring van artikel 3.10 wordt voldaan.
-
-
-
Artikel 3.6 aanwijzing beheerder gesloten systeem
De Autoriteit Consument en Markt wijst op aanvraag:
Artikel 3.7 erkenning gesloten systeem
-
-
-
-
-
indien het en transmissie- of distributiesysteem voor elektriciteit betreft, het spanningsniveau van dit systeem ten hoogste 220 kilovolt bedraagt, met uitzondering van leidingen of hulpmiddelen ten behoeve van de omzetting van het spanningsniveau van elektriciteit direct achter de aansluiting van het systeem op een transmissiesysteem voor elektriciteit.
-
Artikel 3.8 vervallen, intrekken en delegatiegrondslag aanwijzing, certificering of erkenning
-
-
-
-
Artikel 3.9 melding directe lijn
-
-
-
-
-
die ten hoogste via de installatie van één aangeslotene op de leidingen is verbonden met een systeem van elektriciteit of gas of met een andere leiding voor het transport en die een productie-installatie voor elektriciteit of gas, met tussenkomst van een leverancier, rechtstreeks verbindt met één of meer eindafnemers, waarbij dit voor een huishoudelijk eindafnemer enkel is toegestaan indien deze werkzaam is bij of vergelijkbare betrekkingen heeft met de eigenaar van de directe lijn.
-
-
-
AFDELING 3.2 INRICHTING EN VOORWAARDEN TRANSMISSIESYSTEEMBEHEERDERS EN DISTRIBUTIESYSTEEMBEHEERDERS
Paragraaf 3.2.1 Inrichtingseisen en voorwaarden voor transmissiesysteembeheerders en distributiesysteembeheerders
-
-
-
Rechtspersonen en vennootschappen die deel uitmaken van een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek waartoe ook een rechtspersoon of vennootschap behoort die elektriciteit, gas of waterstofgas produceert, levert of daarin handelt, houden geen aandelen in een transmissie- of distributiesysteembeheerder of in een rechtspersoon die deel uitmaakt van een groep waartoe ook een transmissie- of distributiesysteembeheerder behoort en nemen niet deel in een vennootschap die deel uitmaakt van een groep waartoe ook een transmissie- of distributiesysteembeheerder behoort.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
een natuurlijk persoon of rechtspersoon die directe of indirecte zeggenschap uitoefent over een rechtspersoon of vennootschap die elektriciteit, gas of waterstofgas produceert, levert of daarin handelt, niet gelijktijdig directe of indirecte zeggenschap of enig recht uitoefent over een transmissiesysteembeheerder, distributiesysteembeheerder of diens systemen; en
-
-
-
-
een natuurlijk persoon of rechtspersoon die directe of indirecte zeggenschap uitoefent over een transmissiesysteembeheerder, een distributiesysteembeheerder of diens systemen, niet gelijktijdig directe of indirecte zeggenschap of enig recht uitoefent over een rechtspersoon of vennootschap die elektriciteit, gas of waterstofgas produceert, levert of daarin handelt.
-
-
-
-
Onder enig recht als bedoeld in het vierde lid wordt in ieder geval verstaan het recht om stemrechten uit te oefenen, de bevoegdheid om leden aan te wijzen van de raad van bestuur of de raad van toezicht of een rechtspersoon die het bedrijf juridisch vertegenwoordigt of het hebben van een meerderheidsaandeel.
-
-
-
-
Voor de toepassing van het derde lid worden twee afzonderlijke overheidsorganen die direct of indirect zeggenschap uitoefenen over, enerzijds, een transmissiesysteembeheerder of een transmissiesysteem en, anderzijds, over een rechtspersoon of vennootschap die elektriciteit, gas of waterstofgas produceert, levert of daarin handelt, niet als dezelfde persoon of dezelfde personen beschouwd.
-
-
-
-
-
-
het weer omzetten van opgeslagen energie in elektrische energie met behulp van een elektriciteitsopslagfaciliteit die op grond van artikel 3.32, eerste lid, door de Autoriteit Consument en Markt is erkend als volledig geïntegreerde netwerkcomponent of waarvoor de Autoriteit Consument en Markt een ontheffing als bedoeld in artikel 3.33, eerste lid, heeft verleend.
-
Artikel 3.11 statuten transmissiesysteembeheerder
-
-
-
-
-
beschikt de raad van commissarissen van de rechtspersoon waarvan de transmissiesysteembeheerder een afhankelijke maatschappij is over de bevoegdheden tot goedkeuring van de besluiten van het bestuur van de transmissiesysteembeheerder, bedoeld in artikel 164, eerste lid, of artikel 274, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
-
Artikel 3.12 statuten distributiesysteembeheerder
-
-
-
-
-
in afwijking van artikel 129, derde lid, of artikel 239, derde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, de bepaling dat aan de goedkeuring van de raad van commissarissen ten minste zijn onderworpen de besluiten van het bestuur van de rechtspersoon, bedoeld in artikel 164, eerste lid, of artikel 274, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek; en
-
-
-
-
Als een distributiesysteembeheerder een afhankelijke maatschappij is als bedoeld in artikel 152 of 262 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, behoeven de statuten van die distributiesysteembeheerder, in afwijking van het eerste lid, onderdeel a, niet te voorzien in de instelling van een raad van commissarissen.
-
-
-
Artikel 3.13 verbod beschikbaar stellen systeem voor financiële middelen
Een transmissie- of distributiesysteembeheerder stelt het door hem beheerde systeem of een deel daarvan niet beschikbaar als zekerheid voor het aantrekken van financiële middelen anders dan voor hemzelf.
Artikel 3.14 privatiseringsverbod
-
-
-
Onder indirect berusten van aandelen wordt verstaan dat de aandelen in een transmissiesysteembeheerder of distributiesysteembeheerder berusten bij één of meer rechtspersonen waarvan alle aandelen worden gehouden door de Staat der Nederlanden respectievelijk een openbaar lichaam of bij een rechtspersoon die een volledige dochtermaatschappij is van één of meer rechtspersonen waarvan alle aandelen worden gehouden door de staat respectievelijk één of meer openbare lichamen.
-
Artikel 3.15 kruisparticipaties
-
-
-
In afwijking van artikel 3.14, eerste lid, kunnen aandelen in een transmissiesysteembeheerder direct of indirect berusten bij een buitenlandse instelling die op grond van nationale wettelijke regels is belast met het beheer van een transmissiesysteem als bedoeld in artikel 2, onderdeel 35, van richtlijn 2019/944, of in artikel 2, onderdeel 4, van richtlijn 2009/73 of bij de middellijk of onmiddellijk aandeelhouder van die buitenlandse instelling, indien:
-
-
-
de aandelen in de transmissiesysteembeheerder of de groep, bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek waar die transmissiesysteembeheerder deel van uitmaakt, komen te berusten bij een instelling die de beheerder is van een systeem dat een directe verbinding heeft met het transmissiesysteem in Nederland of dat door middel van een interconnectorsysteem met een transmissiesysteem in Nederland is verbonden.
-
-
Artikel 3.16 nalevingsprogramma gemeenschappelijke onderneming
-
-
-
Indien een transmissiesysteembeheerder voor gas deelneemt aan een gemeenschappelijke onderneming waaraan ook een verticaal geïntegreerde buitenlandse transmissiesysteembeheerder deelneemt, draagt de transmissiesysteembeheerder voor gas er zorg voor dat de gemeenschappelijke onderneming een nalevingsprogramma, met maatregelen die waarborgen dat discriminerend en concurrentieverstorend gedrag uitgesloten is, opstelt en implementeert in de gemeenschappelijke onderneming.
-
Artikel 3.17 uitvoering en uitbesteding werkzaamheden
-
-
-
-
-
indien dit noodzakelijk is voor de uitvoering van hun wettelijke taken of verplichtingen en indien dit een efficiënter beheer van de ondergrondse infrastructuur en vermindering van overlast voor de omgeving oplevert, samenwerken met rechtspersonen die werkzaamheden uitvoeren in de ondergrondse infrastructuur.
-
Artikel 3.18 bescherming vitale processen systeembeheerders
-
-
-
-
-
kunnen in het kader van het beheer, het onderhoud en de ontwikkeling van een veilig en betrouwbaar systeem, ter verzekering van de geheimhouding van gegevens, hulpmiddelen of materialen van beheerders van systemen of door beheerders van systemen met behulp van die gegevens, hulpmiddelen of materialen ingerichte werkmethoden of processen, worden aangewezen als essentieel in het kader van de bescherming van vitale processen voor de nationale veiligheid;
-
Paragraaf 3.2.2 Voorwaarden en samenwerking infrastructuurgroep
Artikel 3.19 handelingen en activiteiten infrastructuurgroep of infrastructuurbedrijf
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
ten aanzien van drinkwater, handelingen en activiteiten die betrekking hebben op het aanleggen, onderhouden en beheren van drinkwaterinfrastructuur, met inachtneming van artikel 7, eerste lid, aanhef en onder b, van de Drinkwaterwet en uitsluitend in overeenstemming met en onder verantwoordelijkheid van een drinkwaterbedrijf als bedoeld in artikel 1 van de Drinkwaterwet;
-
-
-
-
-
-
-
-
Een infrastructuurbedrijf dat deel uitmaakt van een infrastructuurgroep waarvan een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit deel uitmaakt, mag handelingen en activiteiten verrichten met betrekking tot het aanleggen en beheren van antenne-opstelpunten ten behoeve van ethercommunicatie.
-
-
-
-
Indien een infrastructuurbedrijf een productie-installatie voor elektriciteit, gas, waterstofgas, gas uit hernieuwbare bronnen of andere gasvormige stoffen uit hernieuwbare bronnen dan gas, of een elektriciteitsopslagfaciliteit ter beschikking stelt aan een derde als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, onder 2o, of het tweede lid, onderdeel b, onder 1ao, dan meldt hij dit aan de Autoriteit Consument en Markt en verstrekt daarbij de voor die terbeschikkingstelling geldende afspraken.
-
Artikel 3.20 delegatiegrondslag andere handelingen of activiteiten infrastructuurbedrijf
-
-
-
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen andere aan energie-infrastructuur gerelateerde handelingen of activiteiten worden toegestaan die een infrastructuurbedrijf voor een bij of krachtens deze maatregel vast te stellen periode van maximaal tien jaar kan verrichten, indien deze handelingen of activiteiten niet zijn gelegen op het gebied van productie, levering of handel van energiedragers.
-
Artikel 3.21 aandelen infrastructuurbedrijf
Artikel 3.22 bevoordeling eigen infrastructuurbedrijven
AFDELING 3.3 TAKEN TRANSMISSIESYSTEEMBEHEERDER EN DISTRIBUTIESYSTEEMBEHEERDER
Paragraaf 3.3.1 Taken algemeen
Artikel 3.23 algemene bepaling transmissie- en distributiesysteembeheerder in verhouding tot Europees recht
-
-
-
De transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit die krachtens artikel 3.2, eerste lid, onderdeel a, is aangewezen, is uit dien hoofde belast met de taken en verplichtingen die bij of krachtens verordening 2019/943, of andere bindende EU-rechtshandelingen op het gebied van elektriciteit aan transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit zijn opgedragen.
-
-
-
-
De transmissiesysteembeheerder voor gas die krachtens artikel 3.2, eerste lid, onderdeel c, is aangewezen, is uit dien hoofde belast met de taken en verplichtingen die bij of krachtens verordening 715/2009, of andere bindende EU-rechtshandelingen op het gebied van gas, aan transmissiesysteembeheerders voor gas zijn opgedragen.
-
-
-
-
Een distributiesysteembeheerder voor elektriciteit die krachtens artikel 3.2, eerste lid, onderdeel e, is aangewezen, is uit dien hoofde belast met de taken en verplichtingen die bij of krachtens verordening 2019/943, of andere bindende EU-rechtshandelingen op het gebied van elektriciteit aan distributiesysteembeheerders voor elektriciteit zijn opgedragen.
-
-
-
-
Een distributiesysteembeheerder voor gas die krachtens artikel 3.2, eerste lid, onderdeel f, is aangewezen, is uit dien hoofde belast met de taken en verplichtingen die bij of krachtens verordening 715/2009, of andere bindende EU-rechtshandelingen op het gebied van gas aan distributiesysteembeheerders voor gas zijn opgedragen.
-
Artikel 3.24 handelen en samenwerken transmissie- of distributiesysteembeheerder
-
-
-
Transmissie- en distributiesysteembeheerders werken bij de uitoefening van hun wettelijke taken of verplichtingen samen en verstrekken elkaar de gegevens die nodig zijn voor de uitvoering van hun wettelijke taken of verplichtingen of die nodig zijn ter waarborging en stimulering van een effectieve deelname van marktdeelnemers op de gas- en elektriciteitsmarkt.
-
Paragraaf 3.3.2 Taken inzake beheren, onderhouden en ontwikkelen
Artikel 3.25 beheren, onderhouden en ontwikkelen
-
-
-
Een transmissie- of distributiesysteembeheerder waarborgt dat zijn systeem op de korte en lange termijn kan voldoen aan een redelijke vraag naar transport van elektriciteit of gas en beheert, onderhoudt en ontwikkelt het systeem, onder economische voorwaarden, op zodanige wijze dat de veiligheid, betrouwbaarheid en doelmatigheid van dat systeem is gewaarborgd, en met inachtneming van de belangen van het milieu, digitalisering, energie-efficiëntie, de transitie naar een duurzaam energiesysteem en de werking van de Europese interne markt.
-
-
-
-
Als een transmissie- of distributiesysteembeheerder op verzoek en ten behoeve van een partij, die niet handelt in de hoedanigheid van aangeslotene of netgebruiker, werkzaamheden uitvoert in het kader van het beheer, het onderhoud of de ontwikkeling van zijn systeem, kan hij de redelijke kosten daarvoor in rekening brengen bij de verzoeker.
-
Artikel 3.26 enkelvoudige storingsreserve transmissiesysteem elektriciteit
-
-
Artikel 3.27 verplaatsen en verkabelen delen elektriciteitssysteem
-
-
-
Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit verplaatst op verzoek van een college van burgemeester en wethouders of van gedeputeerde staten bovengrondse delen van systemen die bestemd zijn voor transport van elektriciteit op een spanningsniveau van 50 kilovolt of hoger of vervangt deze door ondergrondse delen indien deze door Onze Minister zijn aangewezen.
-
-
-
-
Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit onderzoekt op verzoek van een college van burgemeester en wethouders of van gedeputeerde staten de technische haalbaarheid, de ruimtelijke aspecten en de investeringskosten van het verplaatsen of vervangen van een deel van het systeem dat op grond van het eerste lid is aangewezen.
-
-
-
-
Onze Minister kan op aanvraag van een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit ontheffing verlenen van de verplichting op grond van het eerste lid voor een in die ontheffing aangewezen deel van het systeem, indien het vervangen of verplaatsen van dat deel technisch of ruimtelijk niet haalbaar is of strijdig is met het belang van leveringszekerheid.
-
-
-
Artikel 3.28 inkopen niet-frequentiegerelateerde ondersteunende diensten elektriciteit
-
-
-
De Autoriteit Consument en Markt kan op verzoek van een distributie- of transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit ten aanzien van een specifieke niet-frequentie-ondersteunende dienst een ontheffing verlenen van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, als de Autoriteit Consument en Markt van oordeel is dat de marktgebaseerde inkoop van die dienst economisch niet efficiënt is.
-
Artikel 3.29 inkopen congestiebeheers- of systeembeheersdiensten elektriciteit
-
-
-
Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit koopt congestiebeheers- of systeembeheersdiensten, niet zijnde redispatching als bedoeld in artikel 2, onderdeel 26, van verordening 2019/943, aan volgens transparante, niet-discriminerende en marktgebaseerde procedures die deelname van alle in aanmerking komende marktdeelnemers faciliteren.
-
-
-
-
Ten aanzien van de aankoop van congestiebeheers- of systeembeheersdiensten kan de Autoriteit Consument en Markt een distributie- of transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op verzoek een ontheffing verlenen van het eerste lid, als de Autoriteit Consument en Markt van oordeel is dat de marktgebaseerde inkoop economisch niet efficiënt is of dat een dergelijk aankoop zou leiden tot ernstige marktverstoringen of meer congestie.
-
-
-
Artikel 3.30 minimaliseren systeemverliezen
Artikel 3.31 elektriciteitsopslagfaciliteit
Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit bezit, ontwikkelt, beheert of exploiteert geen elektriciteitsopslagfaciliteit, tenzij:
Artikel 3.32 elektriciteitsopslagfaciliteit als volledig geïntegreerde netwerkcomponent
-
-
Artikel 3.33 ontheffing elektriciteitsopslagfaciliteit
-
-
-
-
-
-
-
In een besluit tot intrekking van een ontheffing als bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, wordt aan de transmissie- of distributiesysteembeheerder een termijn van ten hoogste achttien maanden gesteld om het gebruik van de elektriciteitsopslagfaciliteit te beëindigen, tenzij deze krachtens artikel 3.32 is erkend als volledig geïntegreerde netwerkcomponent.
-
-
-
-
-
-
een beschrijving en onderbouwing van de uitvoering van de investeringen, bedoeld in onderdeel a, waaronder de volgorde van uitvoering van de noodzakelijke uitbreidingsinvesteringen en factoren die vertraging in de uitvoering van een investering kunnen veroorzaken, en de inkoop van diensten, bedoeld in onderdeel b, voor de termijn waarvoor het investeringsplan geldt.
-
-
-
Artikel 3.35 onderzoek en toets investeringsplan
-
-
-
-
-
De Autoriteit Consument en Markt toetst of een ontwerpinvesteringsplan voldoet aan de bij of krachtens de artikelen 3.34 tot en met 3.36 gestelde eisen, waaronder of geen sprake is van overinvestering of onderinvestering in het licht van de taak, bedoeld in artikel 3.25 en of de transmissie- of distributiesysteembeheerder in redelijkheid tot het ontwerpinvesteringsplan heeft kunnen komen. De Autoriteit Consument en Markt betrekt hierbij tevens de bevindingen van Onze Minister.
-
Artikel 3.36 nadere regels investeringsplan
-
-
Paragraaf 3.3.3 Taken inzake aansluiten
Artikel 3.37 gebiedsindeling transmissie- en distributiesysteembeheerders
-
-
-
De Autoriteit Consument en Markt stelt, met inachtneming van een voorstel van de transmissie- en distributiesysteembeheerders voor elektriciteit respectievelijk gas, voor ieder van deze systeembeheerders een gebied vast waarbinnen de betreffende systeembeheerder de taak, bedoeld in artikel 3.38, eerste lid, respectievelijk 3.40, eerste lid, verricht. De Autoriteit Consument en Markt kan daarbij tevens vaststellen in welke omstandigheden en onder welke voorwaarden een distributiesysteembeheerder deze taak mag verrichten in een aangrenzend gebied.
-
Artikel 3.38 aansluiten elektriciteit
-
-
-
-
-
Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit kan het doen van een aanbod als bedoeld in het eerste lid, weigeren indien en voor zo lang er voor de verzochte aansluiting onvoldoende transportcapaciteit beschikbaar is op zijn systeem. De transmissie- of distributiesysteembeheerder neemt passende maatregelen, waaronder de benodigde uitbreidingsinvesteringen, om zo spoedig mogelijk alsnog een aanbod te doen.
-
-
-
Artikel 3.39 aanleggen aansluitleidingen elektriciteit door verzoeker
-
-
-
Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit doet op verzoek en met het oog op het realiseren van een aansluiting op zijn systeem een aanbod tot koppeling met zijn systeem van een door de verzoeker aangelegde leiding en daarmee verbonden hulpmiddelen, mits de leidingen en hulpmiddelen voldoen aan de voorafgaand aan de aanleg door de transmissie- of distributiesysteembeheerder gestelde technische vereisten waardoor de betrouwbaarheid van het door de transmissie- of distributiesystembeheerder beheerde systeem gewaarborgd blijft en:
-
-
-
de verzoeker een organisatorische eenheid is, die zich in hoofdzaak bezig houdt met openbaar vervoer per trein, tram, of trolley, met mijnbouwkundige activiteiten, met het beheer en de exploitatie van telecommunicatie- en kabelnetwerken, met het beheer van openbare verlichting of van verkeersregelinstallaties, dan wel met riolering, bemaling, waterzuivering of transport en distributie van water waarbij deze eenheid ingevolge de technische aard van de bedrijfsuitoefening beschikt over verscheidene aansluitingen.
-
-
-
-
-
Met de koppeling, bedoeld in het eerste lid, worden de door de verzoeker aangelegde leiding en daarmee verbonden hulpmiddelen onderdeel van het transmissie- of distributiesysteem voor elektriciteit en wordt de transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit beschouwd als de bevoegde aanlegger hiervan als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek.
-
-
-
-
-
-
-
-
de aanleg van een kleine aansluiting voor het onttrekken van gas aan het transmissie- of distributiesysteem voor gas ten behoeve van een te bouwen bouwwerk waarvan niet reeds op 1 juli 2018 een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht was afgegeven of een bouwwerk dat na 1 januari 2015 zonder aansluiting op het distributiesysteem voor gas is gerealiseerd, tenzij een college van burgemeester en wethouders het gebied waarin dit bouwwerk wordt of is gebouwd heeft aangewezen als gebied waar aansluiting op het distributiesysteem voor gas strikt noodzakelijk is om zwaarwegende redenen van algemeen belang;
-
-
-
-
een aansluiting voor het onttrekken van laagcalorisch gas aan het transmissie- of distributiesysteem voor gas ten behoeve van een installatie die onderling technische, organisatorische of functionele bindingen heeft met en in de onmiddellijke nabijheid is gelegen van een installatie die als gevolg van het verbod in artikel 2.62, eerste lid, niet meer is aangesloten op dat deel van zijn systeem waarmee laagcalorisch gas wordt getransporteerd;
-
-
-
-
Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor gas kan het doen van een aanbod als bedoeld in het eerste lid weigeren indien er voor de verzochte aansluiting op grond van objectieve en technische criteria aantoonbaar onvoldoende capaciteit beschikbaar is, tenzij de verzoeker een producent is van gas uit hernieuwbare bronnen en het op grond van bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen criteria economisch verantwoord is om de capaciteit uit te breiden voor de verzochte aansluiting.
-
-
-
Artikel 3.41 in werking stellen, in gebruik geven, beheren, onderhouden, afsluiten en verwijderen van aansluitingen
-
-
-
-
Artikel 3.42 gebieden met beperking aansluiting gas
-
-
-
Een college van burgemeester en wethouders kan gebieden aanwijzen waar de taak voor een distributiesysteembeheerder voor gas als bedoeld in artikel 3.40 niet geldt voor kleine aansluitingen voor het onttrekken van gas indien zich in dat gebied een andere energie-infrastructuur bevindt die kan voorzien in de verwachte warmtebehoefte.
-
Artikel 3.43 overdrachtspunten
-
-
-
Indien een aangeslotene op een transmissie- of distributiesysteem voor elektriciteit meer dan één marktdeelnemer contracteert inzake verbruik of invoeding, kent een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit op verzoek van die aangeslotene een of meerdere additionele allocatiepunten toe.
-
Artikel 3.45 toegang meetverantwoordelijke partij
Paragraaf 3.3.4 Taken inzake transporteren
Artikel 3.46 transporteren elektriciteit
-
-
-
Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit kan het doen van een aanbod weigeren, indien en voor zo lang er voor het verzochte transport op grond van objectieve en technische criteria aantoonbaar onvoldoende transportcapaciteit beschikbaar is op zijn systeem. De transmissie- of distributiesysteembeheerder neemt passende maatregelen om zo spoedig mogelijk een aanbod te doen.
-
-
-
Artikel 3.47 transporteren gas
-
-
-
Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor gas kan het doen van een aanbod als bedoeld in het eerste lid weigeren indien er voor het verzochte transport op grond van objectieve en technische criteria aantoonbaar onvoldoende capaciteit beschikbaar is op zijn systeem, tenzij het verzoek invoeding van gas uit hernieuwbare bronnen betreft en het op grond van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen criteria economisch verantwoord is om de transportcapaciteit uit te breiden voor het verzochte transport.
-
-
-
Artikel 3.48 invoed- en afleverspecificaties gas
-
-
-
-
-
In afwijking van het eerste lid, aanhef en onderdeel a, kan een transmissie- of distributiesysteembeheerder de invoeding van gas dat voldoet aan de krachtens dat artikellid gestelde invoedspecificaties weigeren, indien die invoeding ertoe zou leiden dat de transmissie- of distributiesysteembeheerder voor gas niet in redelijkheid kan voldoen aan het eerste lid, aanhef en onderdeel c.
-
-
-
-
In afwijking van het eerste lid, aanhef en onderdeel b, accepteert een transmissiesysteembeheerder voor gas op verzoek invoeding van gas dat niet voldoet aan de krachtens het eerste lid, aanhef en onderdeel a, gestelde invoedspecificaties, indien hij dit redelijkerwijs en met gebruikmaking van het systeem kan mengen en kan voldoen aan het eerste lid, aanhef en onderdeel c.
-
Paragraaf 3.3.5 Taken inzake balanceren
Artikel 3.49 balanceren elektriciteit en afhandelen vraagrespons
-
-
-
-
-
-
-
verrekent de transmissiesysteembeheerder de in het elektriciteitsprogramma aangepaste hoeveelheid elektriciteit tussen de marktdeelnemer die vraagresponsdiensten levert en de balanceringsverantwoordelijke voor elektriciteit die actief is op het betreffende allocatiepunt waarvan de flexibiliteit afkomstig is conform een door de Autoriteit Consument en Markt vast te stellen berekeningsmethode.
-
Paragraaf 3.3.6 Taken inzake meten
Artikel 3.51 ter beschikking stellen meetinrichting distributiesysteembeheerder
-
-
-
Een distributiesysteembeheerder stelt aan een aangeslotene met een kleine aansluiting voor elektriciteit of gas, die op grond van artikel 2.46, eerste lid, over een meetinrichting moet beschikken, een meetinrichting met communicatiefunctionaliteit beschikbaar, installeert deze op of nabij het overdrachtspunt en doet een aanbod om de meetinrichting in gebruik te geven en te beheren.
-
-
-
-
Indien een distributiesysteembeheerder redelijkerwijs niet in staat is een meetinrichting met communicatiefunctionaliteit bij een aangeslotene met een kleine aansluiting te plaatsen en de oorzaak daarvan niet in de macht van de aangeslotene ligt, stelt de distributiesysteembeheerder een meetinrichting zonder communicatiefunctionaliteit ter beschikking, installeert deze op of nabij het overdrachtspunt en doet een aanbod om de meetinrichting in gebruik te geven en te beheren.
-
-
-
Artikel 3.52 delegatiegrondslag meetinrichtingen
Bij ministeriële regeling kunnen inzake aangeslotenen met een kleine aansluiting regels worden gesteld over:
Artikel 3.53 uitschakelen communicatiefunctionaliteit en weigeren meetinrichting
-
-
-
Indien een distributiesysteembeheerder op grond van artikel 3.51, eerste lid, een meetinrichting met communicatiefunctionaliteit ter beschikking stelt aan een aangesloten met een kleine aansluiting, kan de aangeslotene deze weigeren. In dat geval stelt de distributiesysteembeheerder een meetinrichting zonder communicatiefunctionaliteit ter beschikking, installeert deze op of nabij het overdrachtspunt en doet een aanbod om de meetinrichting in gebruik te geven en te beheren.
-
-
-
-
Een distributiesysteembeheerder zendt Onze Minister de persoonsgegevens van een aangeslotene met een kleine aansluiting indien hij deze aangeslotene een meetinrichting die voldoet aan de krachtens artikel 2.46, derde lid, gestelde eisen ter beschikking heeft gesteld maar dit niet heeft geleid tot installatie van die meetinrichting.
-
Artikel 3.54 meetinrichtingen transmissiesysteem voor gas
-
-
Artikel 3.55 meetinrichtingen en eisen systeemkoppelingen
Artikel 3.56 meetverantwoordelijke partij systeemkoppelingen
-
-
-
Een systeembeheerder draagt er zorg voor dat op zijn systeemkoppeling een meetverantwoordelijke partij actief is die de meetinrichting als bedoeld in artikel 3.55, eerste lid, installeert en beheert en wijst gezamenlijk met de bij een systeemkoppeling betrokken andere systeembeheerder een meetverantwoordelijke partij aan.
-
Artikel 3.57 verzamelen meetgegevens distributiesysteembeheerders
-
-
-
Een distributiesysteembeheerder verzamelt, valideert en stelt de meetgegevens vast van aangeslotenen met een kleine aansluiting voor elektriciteit of gas, die beschikken over een door een distributiesysteembeheerder op grond van artikel 3.51 geïnstalleerde meetinrichting waarvan de communicatiefunctionaliteit aan staat, indien dit noodzakelijk is voor:
-
-
-
Artikel 3.58 verzamelen meetgegevens bijzondere situaties
Een distributiesysteembeheerder verzamelt, valideert en stelt de meetgegevens vast van aangeslotenen met een kleine aansluiting voor elektriciteit of gas, die bij het overdrachtspunt beschikken over een meetinrichting zonder communicatiefunctionaliteit of een meetinrichting waarvan de communicatiefunctionaliteit niet wordt gebruikt:
Artikel 3.59 verzamelen meetgegevens transmissiesysteembeheerder gas
-
-
Artikel 3.60 verzamelen meetgegevens systeemkoppelingen
-
-
Artikel 3.61 controlesystematiek meetinrichtingen distributiesysteembeheerder en transmissiesysteembeheerder voor gas
-
-
-
De transmissiesysteembeheerder voor gas en een distributiesysteembeheerder past een door Onze Minister goedgekeurd protocol voor een steekproefsgewijze controle van in gebruik zijnde meetinrichtingen op de bij of krachtens artikel 2.46, derde lid, en de bij of krachtens artikel 5 van de Metrologiewet gestelde eisen.
-
Paragraaf 3.3.7 Overige en ondersteunende taken
Artikel 3.62 verordening risicoparaatheid en leveringszekerheid gas
Een transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit of gas heeft, indien Onze Minister hem dit opdraagt, tot taak werkzaamheden te verrichten ter uitvoering van verordening 2019/941 respectievelijk verordening 2017/1938.
Artikel 3.63 vaststellen hernieuwbare energiebron of WKK
Een transmissie- of distributiesysteembeheerder stelt op verzoek van een aangeslotene op haar systeem, of van een aangeslotene op een gesloten systeem dat met haar systeem is verbonden, vast:
-
-
-
in geval van omzetting van energie in een andere vorm van energie, of de inrichting om te meten, die wordt gebruikt in de installatie geschikt is voor de meting van de hoeveelheid energie uit hernieuwbare bronnen of uit andere bronnen die is gebruikt voor de opwekking van de hoeveelheid, bedoeld in onderdeel b.
-
Paragraaf 3.3.8 Bijzondere taken voor de transmissiesysteembeheerder voor gas
Artikel 3.64 pieklevering in uitzonderlijke omstandigheden
Artikel 3.65 kwaliteitsconversie
De transmissiesysteembeheerder voor gas zet, ten behoeve van aangeslotenen, netgebruikers, marktdeelnemers en balanceringsverantwoordelijken en gelet op het minimaliseren van de winning van gas uit het gebied dat is aangewezen in de bij koninklijk besluit van 30 mei 1963, nr. 39 (Stcrt. 126) verleende winningsvergunning, voor zover het gas uit het Groningenveld betreft, indien noodzakelijk, gelet op het verschil tussen de kwaliteit van het zich in het transmissiesysteem bevindende gas en het aan het transmissiesysteem te onttrekken gas:
tenzij dit redelijkerwijs niet van een transmissiesysteembeheerder voor gas kan worden gevergd.
Artikel 3.66 raming Groningenveld
-
-
-
-
-
de in een gasjaar benodigde hoeveelheid laagcalorisch gas en de daarvoor benodigde capaciteit, die uit het gebied dat is aangewezen in de bij koninklijk besluit van 30 mei 1963, nr. 39 (Stcrt. 126) verleende winningsvergunning, benodigd is om eindafnemers van de geraamde hoeveelheid laagcalorisch gas te voorzien, waarbij alle beschikbare middelen en methoden die deze hoeveelheid minimaliseren worden betrokken; en
-
Artikel 3.67 transporteren gas uit gasvoorkomens
-
-
-
De transmissiesysteembeheerder voor gas heeft, in het belang van het planmatig beheer van voorkomens van gas, ter verzekering op lange termijn van een behoedzaam en rationeel gebruik van deze natuurlijke hulpbron tot taak zorg te dragen voor de inname en het transport van gas uit de gasvoorkomens in gebieden binnen Nederland en op het continentaal plat.
-
-
-
-
Onze Minister besluit binnen 13 weken nadat de melding is gedaan, of een investering als bedoeld in het eerste lid, noodzakelijk is, gelet op het belang, bedoeld in het eerste lid. Indien Onze Minister besluit dat de investering niet noodzakelijk is, wordt de transmissiesysteembeheerder voor gas geacht te zijn ontheven van de in het eerste lid bedoelde taak voor dat voorkomen.
-
-
-
-
De transmissiesysteembeheerder voor gas overlegt jaarlijks aan Onze Minister een overzicht, waarin ten aanzien van de eerstvolgende twintig jaar ramingen zijn opgenomen met betrekking tot de uitoefening van de taak, bedoeld in het eerste lid, onder vermelding van daarbij gehanteerde vooronderstellingen en relevante onderscheiden.
-
Artikel 3.68 voorwaarden inname gas uit gasvoorkomens
-
-
-
De transmissiesysteembeheerder voor gas kan, ten einde te waarborgen dat hij de taken, bedoeld in artikel 3.67 zo doelmatig mogelijk kan uitvoeren, voorwaarden stellen aan de wijze waarop het gas van de houders van Nederlandse winningsvergunningen dan wel degene met wie voor het gebruik van die vergunning een overeenkomst is gesloten inzake het voor gezamenlijke rekening winnen van gas, wordt ingenomen.
-
Artikel 3.69 verstrekken inlichtingen investeringen transporttaak gas uit gasvoorkomens
De transmissiesysteembeheerder voor gas verstrekt Onze Minister alle inlichtingen die hij nodig heeft voor de toepassing van artikel 3.67, tweede lid.
De transmissiesysteembeheerder voor gas schakelt een aangeslotene op zijn systeem die ingevolge artikel 2.62, tweede lid, heeft gemeld dat diens aansluiting omgeschakeld moet worden, om overeenkomstig de planning of aangepaste planning, bedoeld in artikel 3.71, eerste lid, onderscheidenlijk tweede of derde lid, of, indien op grond van artikel 2.64, eerste lid, een ontheffing is verleend aan de betrokken aangeslotene, overeenkomstig de aangepaste planning die aan die ontheffing ten grondslag ligt.
Artikel 3.71 planning en proces omschakelen
-
-
-
Ter uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 3.70, informeert de transmissiesysteembeheerder voor gas de betrokken aangeslotene en Onze Minister over de planning van de omschakeling, voorzien van een onderbouwing van de benodigde tijd voor de onderscheiden activiteiten ten behoeve van de omschakeling en de mate waarin rekening is gehouden met de gegevens, bedoeld in artikel 2.63, tweede lid.
-
-
-
-
Indien de planning, bedoeld in het eerste lid, naar het oordeel van de aangeslotene of de transmissiesysteembeheerder voor gas als gevolg van gewijzigde omstandigheden aanpassing behoeft, stelt de transmissiesysteembeheerder voor gas, in afstemming met de aangeslotene, een aangepaste planning op en informeert Onze Minister hier zo spoedig mogelijk over. De aangepaste planning wordt voorzien van een onderbouwing van elke afwijking ten opzichte van de eerder ingediende planning.
-
-
-
-
Onze Minister kan de transmissiesysteembeheerder voor gas een bindende gedragslijn opleggen in verband met de planning of aangepaste planning van de onderscheiden activiteiten ten behoeve van de omschakeling, indien dit naar zijn oordeel in het belang is van de zo spoedig mogelijke afbouw of beëindiging van de gaswinning uit het gebied dat is aangewezen in de bij koninklijk besluit van 30 mei 1963, nr. 39 (Stcrt. 126) verleende winningsvergunning of in het economisch belang is van de aangeslotene. De transmissiesysteembeheerder voor gas stuurt binnen vier weken na ontvangst van de bindende gedragslijn een aangepaste planning aan Onze Minister en de betrokken aangeslotene.
-
Artikel 3.72 rapportageplicht omschakelen
-
-
-
-
-
De transmissiesysteembeheerder voor gas informeert de Autoriteit Consument en Markt binnen vier weken na inwerkingtreding van dit artikel welke aangeslotenen in de gasjaren 2016/2017, 2017/2018 en 2018/2019 in ten minste twee van die gasjaren meer dan 100 miljoen m3(n) gas hebben onttrokken via diens aansluiting die verbonden is met dat deel van het transmissie- of distributiesysteem voor gas waarmee laagcalorisch gas wordt getransporteerd, en verstrekt daarbij tevens informatie over de hoeveelheid gas dat per betrokken aansluiting in de hiervoor genoemde gasjaren is onttrokken.
-
-
-
-
De transmissiesysteembeheerder voor gas verstrekt de Autoriteit Consument en Markt desgevraagd informatie over de hoeveelheid gas die een aangeslotene als bedoeld in het derde lid, via diens aansluiting heeft onttrokken aan dat deel van het transmissie- of distributiesysteem voor gas waarmee laagcalorisch gas wordt getransporteerd.
-
-
-
-
De transmissie- of distributiesysteembeheerders informeren de Autoriteit Consument en Markt binnen vier weken na afloop van een gasjaar welke aangeslotenen in het voorgaande gasjaar meer dan 100 miljoen m3(n) gas hebben onttrokken aan het transmissie- of distributiesysteem voor gas waarmee laagcalorisch gas wordt getransporteerd, of, voor zover van toepassing, dat geen enkele aangeslotene in dat gasjaar meer dan 100 miljoen m3(n) gas heeft onttrokken aan het transmissie- of distributiesysteem voor gas waarmee laagcalorisch gas wordt getransporteerd.
-
-
-
-
Indien een transmissie- of distributiesysteembeheerder in een gasjaar een aansluiting heeft gerealiseerd waarmee installaties van gas worden voorzien waarvan hij vermoedt dat die behoren tot eenzelfde onderneming of instelling, die onderling technische, organisatorische of functionele bindingen hebben en in elkaars onmiddellijke nabijheid zijn gelegen, en die al door hem van een aansluiting op het transmissie- of distributiesysteem waarmee laagcalorisch gas wordt getransporteerd zijn voorzien, informeert hij de Autoriteit Consument en Markt binnen vier weken na afloop van dat gasjaar over het realiseren van die aansluiting en de locatie daarvan. De transmissie- of distributiesysteembeheerder verstrekt daarbij tevens informatie over de betrokken aangeslotene of aangeslotenen en de hoeveelheid gas die in dat voorafgaande gasjaar door middel van elke afzonderlijke aansluiting op het transmissie- of distributiesysteem waarmee laagcalorisch gas wordt getransporteerd, is onttrokken.
-
-
-
-
Indien een transmissie- of distributiesysteembeheerder in een gasjaar op grond een aansluiting heeft gerealiseerd waarmee installaties van gas worden voorzien, waarvan hij vermoedt dat die behoren tot eenzelfde onderneming of instelling, die onderling technische, organisatorische of functionele bindingen hebben en in elkaars onmiddellijke nabijheid zijn gelegen, en al door een andere transmissie- of distributiesysteembeheerder van een aansluiting op het transmissie- of distributiesysteem waarmee laagcalorisch gas wordt getransporteerd zijn voorzien, informeert hij die andere transmissie- of distributiesysteembeheerder en de Autoriteit Consument en Markt over dit vermoeden. Op verzoek van de Autoriteit Consument en Markt verstrekken beide systeembeheerders de informatie, bedoeld in het zesde lid.
-
Paragraaf 3.3.9 Tijdelijke taken
-
-
AFDELING 3.4 VERPLICHTINGEN TRANSMISSIESYSTEEMBEHEERDER EN DISTRIBUTIESYSTEEMBEHEERDER BIJ TAAKUITOEFENING
Artikel 3.74 kwaliteitsborging en calamiteitenplan
Een transmissie- of distributiesysteembeheerder waarborgt bij de uitvoering van zijn wettelijke taken of verplichtingen de kwaliteit daarvan. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over:
Artikel 3.75 financieel beheer en boekhouding
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over:
Artikel 3.76 bijhouden gegevens
Een transmissie- of distributiesysteembeheerder verzamelt en gebruikt bij de uitvoering van zijn wettelijke taken of verplichtingen de daarvoor noodzakelijke gegevens.
Artikel 3.77 beschermen en verstrekken van informatie
-
-
-
Een transmissie- of distributiesysteembeheerder die bij de uitvoering van zijn wettelijke taken of verplichtingen de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, draagt er zorg voor dat die gegevens niet ter beschikking komen of kunnen komen van derden, tenzij enig wettelijk voorschrift anders bepaalt.
-
Artikel 3.78 actief en passief openbaar maken
-
-
-
Een transmissie- of distributiesysteembeheerder maakt uit eigen beweging gegevens die hij bij de uitvoering van zijn wettelijke taken of verplichtingen verzamelt en ontvangt, ten behoeve van inzicht in de structuur en het functioneren van het energiesysteem en de transitie naar een CO2-arme energievoorziening openbaar, waarbij:
-
-
-
Artikel 3.79 delegatiegrondslag nadere verplichtingen
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over:
-
-
-
de informatie die een transmissie- of distributiesysteembeheerder een aangeslotene verstrekt met het oog op het voorkomen van buitenwerkingstelling van een aansluiting als bedoeld in artikel 3.41 in geval van het faillissement of de intrekking van een vergunning, erkenning of toelating van een marktdeelnemer, balanceringsverantwoordelijke of meetverantwoordelijke partij, en de termijn waarbinnen deze informatie wordt verstrekt, in geval van intrekking van een vergunning als bedoeld in artikel 2.17, eerste lid.
-
Artikel 3.80 kosten voor het transmissiesysteem voor elektriciteit op zee
De transmissie- en distributiesysteembeheerders voor elektriciteit voldoen aan de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee de door deze op grond van artikel 3.118, vierde lid, bij hen in rekening gebrachte kosten.
Artikel 3.81 technische overeenkomsten interconnectoren en interconnectorsystemen voor gas
Een transmissiesysteembeheerder voor gas of een interconnectorsysteembeheerder voor gas informeert de Autoriteit Consument en Markt over technische overeenkomsten over interconnectoren of interconnectorsystemen voor gas met derde landen.
AFDELING 3.5 BEHEERDERS VAN BIJZONDERE SYSTEMEN
Paragraaf 3.5.1 Beheerder van het transmissiesysteem voor elektriciteit op zee
Artikel 3.82 transmissiesysteem voor elektriciteit op zee
Het transmissiesysteem voor elektriciteit op zee omvat de systemen die bestemd zijn voor het transport van elektriciteit en die één of meer windparken op zee verbinden met het transmissiesysteem voor elektriciteit of met dit systeem en het transportsysteem voor elektriciteit van een ander land met uitzondering van leidingen en daarmee verbonden hulpmiddelen ten behoeve van het transport van elektriciteit die één of meer windparken op zee verbinden met het transmissiesysteem voor elektriciteit en waarvoor voor 1 januari 2016 een vergunning op grond van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of op grond van artikel 6.5 van de Waterwet is verleend.
Artikel 3.83 ontwikkelkader transmissiesysteem voor elektriciteit op zee
-
-
Artikel 3.84 algemene bepaling transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee in verhouding tot Europees recht
Artikel 3.85 overeenkomstige toepassing transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee
De artikelen 3.10, 3.11, 3.13, 3.14, 3.15, 3.17, 3.18, 3.19, eerste, tweede, derde en vijfde lid, 3.20, 3.21, 3.22, 3.24, 3.25, 3.28, 3.30 tot en met 3.36, 3.49, tweede en derde lid, 3.63, 3.75, 3.76, 3.77, 3.78, 3.79, onderdelen a en b, en 3.125 zijn van overeenkomstige toepassing op de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee met dien verstande dat voor «transmissie- of distributiesysteembeheerder», «transmissiesysteembeheerder» of «distributiesysteembeheerder» telkens wordt gelezen «transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee».
Artikel 3.86 aansluiten en transporteren transmissiesysteem voor elektriciteit op zee
-
-
-
-
-
In afwijking van het eerste lid, onderdeel b, en het tweede lid kan de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee een verzoek van een eindafnemer afwijzen indien er onvoldoende aansluit- of transportcapaciteit beschikbaar is op het dichtstbijzijnde voor aansluiting geschikte punt op zijn systeem om aan het verzoek te kunnen voldoen.
-
Artikel 3.87 schadevergoedingsregeling transmissiesysteem voor elektriciteit op zee
-
-
-
-
-
deze transmissiesysteembeheerder het voor de ontsluiting van het windpark noodzakelijk deel van het transmissiesysteem op zee geheel of gedeeltelijk later oplevert dan in het ontwikkelkader, bedoeld in artikel 3.83, is opgenomen en de aangeslotene hierdoor geheel of gedeeltelijk geen elektriciteit kan laten transporteren;
-
-
-
-
de hoeveelheid met het aangesloten windpark geproduceerde elektriciteit die in een kalenderjaar niet kan worden getransporteerd over het transmissiesysteem op zee groter is dan de hoeveelheid elektriciteit die niet kan worden getransporteerd wegens gemiddeld voor het transmissiesysteem voor elektriciteit op zee redelijkerwijs noodzakelijk onderhoud en de aangeslotene hierdoor geheel of gedeeltelijk geen elektriciteit kan laten transporteren.
-
Paragraaf 3.5.2 Interconnectorsysteembeheerder
Artikel 3.88 algemene bepaling interconnectorbeheerder in verhouding tot Europees recht
-
-
-
Een interconnectorsysteembeheerder voor elektriciteit, die een interconnectorsysteem voor elektriciteit met een lidstaat of een land dat onderdeel uitmaakt van de Europese economische ruimte beheert die krachtens artikel 3.2, eerste lid, aanhef en onderdeel b, is aangewezen, is uit dien hoofde belast met de taken en verplichtingen die bij of krachtens verordening 2019/943 of andere bindende EU-rechtshandeling op het gebied van elektriciteit aan interconnectorsysteembeheerders zijn opgedragen.
-
-
-
-
Een interconnectorsysteembeheerder voor gas die krachtens artikel 3.2, eerste lid, aanhef en onderdeel d, is aangewezen, is uit dien hoofde belast met de taken en verplichtingen die bij of krachtens verordening 715/2009 of andere bindende EU-rechtshandeling op het gebied van gas aan interconnectorsysteembeheerders zijn opgedragen.
-
Artikel 3.89 Privatiseringsverbod
Ten minste de helft van de aandelen in een interconnectorsysteembeheerder voor elektriciteit berusten direct of indirect bij de Staat der Nederlanden, waarbij onder indirect berusten van aandelen wordt verstaan dat de desbetreffende aandelen berusten bij één of meer rechtspersonen waarvan alle aandelen worden gehouden door de staat of bij een rechtspersoon die een volledige dochtermaatschappij is van één of meer rechtspersonen waarvan alle aandelen worden gehouden door de staat.
Artikel 3.90 overeenkomstige toepassing interconnectorsysteembeheerder
-
-
-
De artikelen 3.10, 3.24, 3.25, eerste lid, 3.75, onderdeel b, 3.76, 3.77 en 3.78 zijn van overeenkomstige toepassing op een interconnectorsysteembeheerder, met dien verstande dat voor «transmissie- of distributiesysteembeheerder», «transmissiesysteembeheerder» of «distributiesysteembeheerder» telkens wordt gelezen «interconnectorbeheerder».
-
-
-
Artikel 3.91 algemene bepaling LNG-beheerder in verhouding tot Europees recht
Een LNG-beheerder die krachtens artikel 3.2, eerste lid, aanhef en onderdeel h, is aangewezen, is uit dien hoofde belast met de taken en verplichtingen die krachtens verordening 715/2009 of andere bindende EU-rechtshandeling op het gebied van gas aan LNG-beheerders zijn opgedragen.
Artikel 3.92 handelen LNG-beheerder
Een LNG-beheerder handelt bij de uitoefening van zijn wettelijke taken of verplichtingen redelijk, transparant en niet-discriminerend.
Artikel 3.93 beheren, onderhouden en ontwikkelen
Een LNG-beheerder beheert, onderhoudt en ontwikkelt zijn systeem, onder economische voorwaarden, op zodanige wijze dat de veiligheid, betrouwbaarheid en doelmatigheid van dat systeem is gewaarborgd en met inachtneming van de belangen van het milieu.
Artikel 3.94 gereguleerde toegang
-
-
Artikel 3.95 beschermen en verstrekken van informatie
-
-
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de boekhouding van een LNG-beheerder, waaronder eisen aan de scheiding van de boekhouding voor verschillende wettelijke taken of verplichtingen.
Paragraaf 3.5.4 Gasopslagbeheerder
Artikel 3.97 algemene bepaling gasopslagbeheerder in verhouding tot Europees recht
Een gasopslagbeheerder die krachtens artikel 3.2, eerste lid, aanhef en onderdeel i, is aangewezen, is uit dien hoofde belast met de taken en verplichtingen die bij of krachtens verordening 715/2009 of andere bindende EU-rechtshandeling op het gebied van gas aan gasopslagbeheerders zijn opgedragen.
Artikel 3.98 handelen gasopslagbeheerder
Een gasopslagbeheerder handelt bij de uitoefening van zijn wettelijke taken of verplichtingen redelijk, transparant en niet-discriminerend.
Artikel 3.99 beheren, onderhouden en ontwikkelen gasopslagsysteem
Een gasopslagbeheerder beheert, onderhoudt en ontwikkelt zijn systeem, op economische voorwaarden, op zodanige wijze dat de veiligheid, betrouwbaarheid en doelmatigheid is geborgd en met inachtneming van de belangen van het milieu.
Artikel 3.100 onderhandelde toegang
-
-
-
Een gasopslagbeheerder onderhandelt op verzoek over toegang tot zijn gasopslagsysteem of de door hem aangeboden ondersteunende diensten als de toegang tot dat gasopslagsysteem in technische of economische zin noodzakelijk is voor een efficiënte toegang tot de gasmarkt met het oog op de levering aan aangeslotenen.
-
-
-
Artikel 3.101 beschermen en verstrekken van informatie
-
-
-
-
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de boekhouding van een gasopslagbeheerder, waaronder eisen aan de scheiding van de boekhouding voor verschillende wettelijke taken of verplichtingen.
Artikel 3.103 onafhankelijkheid beheerder gasopslag
-
-
-
Als een gasopslagbeheerder tevens producent of leverancier is of deel uitmaakt van een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek waarvan ook een producent of leverancier deel uitmaakt, en de gasopslagbeheerder krachtens artikel 3.100 verplicht is te onderhandelen over de toegang tot zijn opslagsysteem, is de gasopslagbeheerder wat betreft de rechtsvorm, organisatie en besluitvorming onafhankelijk van de activiteiten op het gebied van productie en levering.
-
Paragraaf 3.5.5 Beheerder gesloten systeem
Artikel 3.104 overeenkomstige toepassing beheerder gesloten systeem
-
-
-
De artikelen 3.24, eerste en tweede lid, 3.25, eerste lid, 3.43, 3.44, 3.77, eerste en derde lid, artikel 3.79, onderdelen a tot en met c, zijn van overeenkomstige toepassing op een beheerder van een gesloten systeem, met dien verstande dat voor «transmissie- of distributiesysteembeheerder», «transmissiesysteembeheerder» of «distributiesysteembeheerder» telkens wordt gelezen «beheerder van een gesloten systeem».
-
-
-
Artikel 3.105 aansluiten en transporteren gesloten systeem
AFDELING 3.6 TARIEVEN, METHODEN EN VOORWAARDEN EN OVERIGE VERPLICHTINGEN TEN AANZIEN VAN OVEREENKOMSTEN MET AANGESLOTENEN, NETGEBRUIKERS, MARKTDEELNEMERS, OF BALANCERINGSVERANTWOORDELIJKEN
Paragraaf 3.6.1 Tarieven algemeen
Artikel 3.106 algemene bepalingen tarieven
-
-
-
Een transmissie- of distributiesysteembeheerder brengt voor het uitvoeren van wettelijke taken of verplichtingen bij aangeslotenen op zijn systeem, bij beheerders van transmissie- of distributiesystemen die via een systeemkoppeling zijn verbonden met zijn systeem, of, in het geval van de transmissiesysteembeheerder voor gas, bij netgebruikers tarieven in rekening:
-
-
-
-
Indien de Autoriteit Consument en Markt ten aanzien van een wettelijk taak of verplichting van oordeel is dat het niet passend of doelmatig is om voor de uitvoering daarvan vooraf een uniform tarief vast te stellen overeenkomstig paragraaf 3.6.2, bepaalt de Autoriteit Consument en Markt dat de tarieven daarvoor worden gebaseerd op een overeenkomstig artikel 3.112 door de Autoriteit Consument en Markt goedgekeurde berekeningsmethode.
-
-
-
Paragraaf 3.6.2 Tariefreguleringsmethode vooraf vastgestelde tarieven
Artikel 3.107 uitgangspunten en tariefstructuren
-
-
-
De Autoriteit Consument en Markt stelt de door transmissie- en distributiesysteembeheerders toe te passen tarieven waarop artikel 3.106, eerste lid, van toepassing is, overeenkomstig deze paragraaf vast en met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens verordening 2019/943 en verordening 715/2009 inzake tarieven.
-
-
-
-
-
-
-
-
De tariefreguleringsmethode strekt tot vergoeding van door de transmissie- of distributiesysteembeheerder te maken efficiënte kosten bedoeld in artikel 3.107, tweede lid, stimuleert de transmissie- of distributiesysteembeheerder tot een efficiënte bedrijfsvoering, voorziet in een rendement dat in het economisch verkeer gebruikelijk is, en waarborgt een betrouwbare, betaalbare en duurzame energievoorziening.
-
-
-
Artikel 3.109 inkomstenbesluit
-
-
-
De Autoriteit Consument en Markt stelt voorafgaand aan het eerste jaar van een reguleringsperiode als bedoeld in artikel 3.113, vijfde lid, met inachtneming van het methodebesluit voor iedere transmissie- of distributiesysteembeheerder, de voor elk jaar van de reguleringsperiode toegestane inkomsten vast of de beoogde inkomsten en rekenvolumes.
-
-
-
-
De Autoriteit Consument en Markt herziet de inkomstenbesluiten indien het methodebesluit, bedoeld in het eerste lid, bij een onherroepelijke rechterlijke uitspraak is vernietigd of bij een onherroepelijk besluit van de Autoriteit Consument en Markt is herzien, en neemt daarbij die uitspraak of dat besluit in acht.
-
-
-
-
De Autoriteit Consument en Markt stelt voor iedere transmissie- of distributiesysteembeheerder, op basis van een daartoe strekkend voorstel van de transmissie- of distributiesysteembeheerder, jaarlijks de tarieven, bedoeld in artikel 3.107, eerste lid, vast met inachtneming van de nadere regels over algemene tariefbeginselen, bedoeld in artikel 3.107, derde lid.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
tarieven uit voorgaande jaren die zijn vastgesteld met inachtneming van een methodebesluit of inkomstenbesluit dat bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak is vernietigd of bij onherroepelijk besluit van de Autoriteit Consument en Markt is herzien, op basis van een herziene vaststelling van deze tarieven met inachtneming van die rechterlijke uitspraak of dat besluit en het verdisconteren van het verschil.
-
-
-
-
-
-
-
Artikel 3.111 inwerkingtreding en publicatie tarieven
Paragraaf 3.6.3 Berekeningsmethoden overige tarieven
Artikel 3.112 tarieven voor maatwerk
-
-
-
De transmissie- en distributiesysteembeheerders stellen voor de tarieven, bedoeld in artikel 3.106, tweede lid een voorstel voor de berekeningsmethode op en leggen dit ter goedkeuring voor aan de Autoriteit Consument en Markt. Per transmissie- of distributiesysteembeheerder of soort transmissie- of distributiesysteembeheerder kan een afzonderlijk voorstel voor de berekeningsmethode worden opgesteld.
-
-
-
-
-
-
De Autoriteit Consument en Markt bepaalt dat de transmissie- of distributiesysteembeheerder een door hem op grond van artikel 3.106, eerste lid, onderdeel b, in rekening gebracht tarief aanpast, indien de Autoriteit Consument en Markt naar aanleiding van een klacht als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, vaststelt dat dit tarief niet voldoet aan de vereisten, bedoeld in het tweede lid.
-
Artikel 3.113 tarieven tijdelijke taken
-
-
-
De Autoriteit Consument en Markt stelt jaarlijks het tarief voor het uitvoeren van een tijdelijke taak vast op basis van een daartoe strekkend voorstel van de transmissie- of distributiesysteembeheerder, indien bij het toekennen van die tijdelijke taak is bepaald dat voor het uitvoeren daarvan een tarief in rekening wordt gebracht bij de aangeslotenen of, in het geval van de transmissiesysteembeheerder voor gas, de netgebruiker, ten behoeve van wie de tijdelijke taak wordt uitgevoerd.
-
-
-
-
De tarieven zijn transparant, niet-discriminerend en reflecteren de kosten van de transmissie- of distributiesysteembeheerder voor het uitvoeren van de tijdelijke taak, voor zover deze efficiënt zijn en niet kunnen worden toegerekend aan andere aan die transmissie- of distributiesysteembeheerder opgedragen wettelijke taken of verplichtingen.
-
-
-
Paragraaf 3.6.4 Tarieven beheerders bijzondere systemen
Artikel 3.114 tarieven beheerder gesloten systeem
-
-
-
Een beheerder van een gesloten systeem brengt voor het uitvoeren van de bij of krachtens paragraaf 3.5.5 aan hem opgedragen taken of verplichtingen bij aangeslotenen op zijn systeem een tarief in rekening dat is vastgesteld met inachtneming van een vooraf door hem opgestelde en bekendgemaakte berekeningsmethode, die leidt tot tarieven die de kosten in verband met de uitvoering van zijn taken of verplichtingen reflecteren en transparant en niet-discriminerend zijn.
-
-
-
de door hem toegepaste berekeningsmethode of een door hem in rekening gebracht tarief aanpast, indien de Autoriteit Consument en Markt naar aanleiding van een klacht als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, vaststelt dat deze berekeningsmethode of dit tarief niet in overeenstemming is met de vereisten, bedoeld in het eerste lid.
Artikel 3.115 tarieven LNG-beheerder
-
-
-
De Autoriteit Consument en Markt bepaalt dat een LNG-beheerder een door hem op grond van het eerste lid in rekening gebracht tarief aanpast, indien de Autoriteit Consument en Markt naar aanleiding van een klacht als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, vaststelt dat dit tarief niet voldoet aan de vereisten, bedoeld in het tweede lid.
-
Artikel 3.116 tarieven interconnectorsysteembeheerder
Een interconnectorsysteembeheerder brengt voor het uitvoeren van de taken, bedoeld in artikel 3.88 en 3.90 tarieven in rekening, waarbij artikel 3.106, paragraaf 3.6.2 en artikel 3.112 van overeenkomstige toepassing zijn, met dien verstande dat voor transmissie- of distributiesysteembeheerder of «transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit» steeds wordt gelezen «interconnectorsysteembeheerder».
Artikel 3.117 tariefgereguleerde taken transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee
De transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee brengt tarieven in rekening, waarbij artikel 3.106, paragraaf 3.6.2 en artikel 3.112 van overeenkomstige toepassing zijn, met dien verstande dat voor «transmissie- of distributiesysteembeheerder» of «transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit» steeds wordt gelezen «transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee», voor het uitvoeren van:
Artikel 3.118 bekostiging niet-tariefgereguleerde taken transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee
-
-
-
-
-
Indien de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee schade heeft moeten vergoeden op grond van artikel 3.87 verdisconteert de Autoriteit Consument en Markt het aan schadevergoeding betaalde bedrag in de voor een jaar totale toegestane vergoeding. Indien sprake is van grove nalatigheid van de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee, verdisconteert de Autoriteit Consument en Markt enkel het in een jaar aan schadevergoeding betaalde bedrag in de voor dat jaar totale toegestane of beoogde vergoeding voor zover dit het bedrag van € 10 miljoen overstijgt.
-
-
-
-
Voor zover de op grond van het tweede lid voor een jaar vastgestelde totale toegestane vergoeding niet wordt gedekt door de subsidie, bedoeld in artikel 5.14, of ontvangsten uit procedures voor het ter beschikking stellen van zoneoverschrijdende capaciteit of congestiebeheer brengt de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee het restant in rekening bij de transmissie- of distributiesysteembeheerders voor elektriciteit volgens een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen verdeling.
-
Paragraaf 3.6.5 Overige methoden en voorwaarden
Artikel 3.119 toepassen methoden of voorwaarden transmissie- en distributiesysteembeheerders
-
-
-
Een transmissie- of distributiesysteembeheerder of de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee past bij de uitvoering van wettelijke taken of verplichtingen met betrekking tot aansluiten op en transporteren van elektriciteit of gas over het systeem, ter beschikking stellen van op het systeem beschikbare zoneoverschrijdende capaciteit, meten, balanceren en inkopen van ondersteunende diensten of congestiebeheers- of systeembeheersdiensten, methoden of voorwaarden toe die vooraf zijn goedgekeurd door de Autoriteit Consument en Markt overeenkomstig artikel 3.121, eerste lid.
-
-
-
-
Op een overeenkomst tussen een transmissie- of distributiesysteembeheerder of de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee en een aangeslotene, netgebruiker, marktdeelnemer of balanceringsverantwoordelijke, zijn de door de Autoriteit Consument en Markt overeenkomstig artikel 3.121 goedgekeurde methoden of voorwaarden en de methoden of voorwaarden waarover Acer krachtens artikel 5 van verordening 2019/942 een besluit heeft genomen, alsmede de rechtstreeks bij of krachtens verordening 715/2009 of verordening 2019/943 geldende methoden of voorwaarden van toepassing. Elk beding strijdig met die methoden of voorwaarden is nietig.
-
-
-
Artikel 3.120 totstandkoming voorstel transmissie- en distributiesysteembeheerders
-
-
-
Elke transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit en, voor zover relevant, de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee, en elke transmissie- of distributiesysteembeheerder voor gas draagt zorg voor de totstandkoming van een gezamenlijk voorstel voor of aanvulling of wijziging van methoden of voorwaarden, bedoeld in artikel 3.119, en het ter goedkeuring voorleggen daarvan aan de Autoriteit Consument en Markt.
-
-
-
-
Bij de totstandkoming van het voorstel voeren de transmissie- en distributiesysteembeheerders voor elektriciteit, voor zover relevant met de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee, of de transmissie- en distributiesysteembeheerders voor gas, in ieder geval overleg met de ten aanzien van het voorstel relevante representatieve organisaties van aangeslotenen, netgebruikers, marktdeelnemers en balanceringsverantwoordelijken in een transparant en participatief proces en verwerkt de resultaten hiervan in het voorstel.
-
-
-
-
-
-
uit eigen beweging een ontwerp voor of aanvulling of wijziging van methoden of voorwaarden opstellen, waarbij de Autoriteit Consument en Markt de transmissie- en distributiesysteembeheerders voor elektriciteit en, voor zover relevant, de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee, of de transmissie- en distributiesysteembeheerders voor gas, alsmede representatieve organisaties van aangeslotenen, netgebruikers, marktdeelnemers en balanceringsverantwoordelijken betrekt in een transparant en participatief proces.
-
Artikel 3.121 goedkeuren methoden of voorwaarden transmissie- en distributiesysteembeheerders
-
-
-
De Autoriteit Consument en Markt keurt de methoden of voorwaarden die ingevolge artikel 3.120 aan haar worden voorgelegd goed indien de resultaten van het overleg met de representatieve organisaties, bedoeld in artikel 3.120, tweede lid, zijn verwerkt in de methoden of voorwaarden en deze methoden of voorwaarden objectief, evenredig, transparant, niet discriminerend, in overeenstemming zijn met deze wet en met bindende EU-rechtshandelingen, en de volgende belangen dienen:
-
-
-
-
De Autoriteit Consument en Markt keurt de methoden of voorwaarden waarvoor ingevolge een krachtens verordening 715/2009 of verordening 2019/943 vastgestelde uitvoeringshandeling of gedelegeerde handeling door een transmissie- of distributiesysteembeheerder, de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee of een derde partij een voorstel is opgesteld en aan haar wordt voorgelegd, goed indien deze in overeenstemming zijn met het bepaalde bij of krachtens verordening 715/2009 of verordening 2019/943.
-
-
-
-
Indien de Autoriteit Consument en Markt ingevolge artikel 3.120, derde lid, onderdeel b, uit eigen beweging een ontwerp voor methoden of voorwaarden heeft opgesteld kan zij deze vaststellen. De aldus vastgestelde methoden of voorwaarden gelden vervolgens als goedgekeurde methoden of voorwaarden als bedoeld in artikel 3.119, eerste lid.
-
Artikel 3.122 toepassen methoden of voorwaarden beheerders bijzondere systemen
Artikel 3.123 goedkeuren methoden of voorwaarden beheerders bijzondere systemen
-
-
-
De Autoriteit Consument en Markt keurt de methoden of voorwaarden van een interconnectorsysteembeheerder, bedoeld in artikel 3.122, eerste lid, op basis van een daartoe strekkend voorstel van de betreffende interconnectorsysteembeheerder goed indien deze in overeenstemming zijn met het bepaalde bij of krachtens verordening 715/2009, verordening 2019/943 of andere bindende EU-rechtshandelingen.
-
-
-
-
De Autoriteit Consument en Markt keurt de methoden of voorwaarden van een LNG-beheerder, bedoeld in artikel 3.122, tweede lid, op basis van een daartoe strekkend voorstel van de betreffende LNG-beheerder goed indien deze redelijk, transparant en niet discriminerend zijn en in overeenstemming zijn met deze wet en bindende EU-rechtshandelingen.
-
Artikel 3.124 ontheffing methoden en voorwaarden
-
-
-
De Autoriteit Consument en Markt kan op verzoek voor een in de ontheffing te bepalen periode ontheffing verlenen van artikel 3.119, eerste lid, indien onverkorte toepassing daarvan naar het oordeel van de Autoriteit Consument en Markt in het voorliggende geval ongewenste gevolgen heeft en de vereisten en belangen, bedoeld in artikel 3.121, eerste lid, zich daar niet tegen verzetten.
-
-
-
Paragraaf 3.6.6 Overige verplichtingen t.a.v. overeenkomsten met aangeslotenen, netgebruikers, marktdeelnemers en balanceringsverantwoordelijken
Artikel 3.125 algemene voorwaarden
-
-
-
Indien een transmissie- of distributiesysteembeheerder, een transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee, een interconnectorsysteembeheerder of een LNG-beheerder bij het sluiten van overeenkomsten algemene voorwaarden toepast waarop artikel 3.119, eerste lid, of artikel 3.122 niet van toepassing is, zijn deze redelijk, transparant en niet-discriminerend.
-
-
-
Artikel 3.126 eisen overeenkomsten met transmissie- en distributiesysteembeheerders
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over:
AFDELING 3.7 ONTHEFFINGEN NIEUWE SYSTEMEN
Artikel 3.127 ontheffing nieuwe interconnectorsystemen voor elektriciteit
Onze Minister beslist, nadat de Autoriteit Consument en Markt, of in voorkomend geval, Acer, hierover advies heeft uitgebracht, op een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 63 van verordening 2019/943.
Artikel 3.128 ontheffing nieuwe interconnectorsystemen voor gas
-
-
-
Onze Minister kan voor een nieuw interconnectorsysteem voor gas op verzoek ontheffing verlenen van de artikelen 3.1, eerste lid, onderdeel a, en 3.2, eerste lid, onderdeel d, voor wat betreft het vereiste dat het interconnectorsysteem direct of indirect in eigendom moet zijn van de rechtspersoon die aanwijzing verzoekt, artikel 3.90, eerste lid, ten aanzien van het van overeenkomstige toepassing verklaarde artikel 3.10, artikel 3.90, derde lid, ten aanzien van het van overeenkomstige toepassing verklaarde artikel 3.47, eerste lid, en artikel 3.122, eerste lid, voor een in de ontheffing te bepalen periode, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
Artikel 3.129 ontheffing nieuwe LNG-systemen of gasopslagsystemen
-
-
-
Onze Minister kan voor een nieuw LNG-systeem of gasopslagsysteem op verzoek een ontheffing verlenen van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 3.94, eerste en vierde lid, 3.100, eerste en vierde lid, 3.103, 3.115, 3.122, tweede lid, voor een in de ontheffing bepaalde periode, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
Artikel 3.130 procedure en voorschriften en beperkingen ontheffing nieuwe interconnectorsystemen, LNG-systemen of gasopslagsystemen
-
-
-
Indien de aanvraag voor een ontheffing betrekking heeft op een interconnectorsysteem voor gas, wordt de termijn voor het nemen van een besluit gerekend vanaf de datum waarop de laatste van de uit de landen betrokken regulerende instantie een verzoek om ontheffing heeft ontvangen en kan Onze Minister het nemen van een besluit ten hoogste eenmaal met een periode van drie maanden verlengen indien Acer met de verlenging heeft ingestemd.
-
-
-
-
Onze Minister verbindt ten minste voorschriften aan de ontheffing, bedoeld in artikel 3.128, eerste lid, of artikel 3.129, eerste lid, met betrekking tot de niet-discriminerende toegang tot het interconnectorsyteem, het LNG-systeem of gasopslagsysteem, onder andere over de mechanismen voor het beheer of de toewijzing van capaciteit.
-
-
-
-
-
-
In afwijking van het zesde lid wordt de van toepassing zijnde vervaltermijn als bedoeld in het zesde lid, opgeschort indien een houder van de ontheffing ten minste drie maanden voor afloop van die vervaltermijn, bedoeld in het zesde lid, Onze Minister verzoekt om vast te stellen dat de vertraging het gevolg is van grote hindernissen die buiten de macht liggen van de houder van de ontheffing, totdat Onze Minister op dat verzoek heeft beslist.
-
-
-
HOOFDSTUK 4 BEHEREN EN UITWISSELEN VAN GEGEVENS
AFDELING 4.1 GEGEVENS EN PROCESSEN
Artikel 4.1 gegevens en processen
-
-
-
-
-
het functioneren van het energiesysteem, waarbinnen afnemen, leveren, terugleveren, faciliteren in peer-to-peer-handel, delen, aggregeren, overstappen, produceren, invoeden, opslaan, handelen, balanceren, meten, aansluiten, transporteren en het beheren en onderhouden van systemen in onderlinge samenhang plaatsvindt met het bepaalde bij of krachtens de hoofdstukken 2 en 3;
-
-
-
-
de toegang tot en uitwisseling van gegevens van een aangeslotene, een eindafnemer, een actieve afnemer of een invoeder, indien bij of krachtens een andere wet is bepaald dat een bij of krachtens die andere dan deze wet genoemde persoon toegang heeft tot de bij of krachtens die andere wet genoemde gegevens;
-
Artikel 4.2 controle bij verzamelen gegevens
Artikel 4.3 zorgplicht gegevensbeveiliging
Artikel 4.5 register transmissie- of distributiesysteembeheerder
-
-
-
-
Artikel 4.6 register beheerder gesloten systeem
-
-
-
-
-
In het geval een aangeslotene op een gesloten systeem niet behoort tot het bedrijf van de beheerder van het gesloten systeem en die beheerder niet aan die aangeslotene elektriciteit of gas levert, houdt een beheerder van een gesloten systeem een register bij waarin hij gegevens opneemt die hij op grond van deze wet ontvangt en bewerkt over:
-
-
-
-
De beheerder van een gesloten systeem zijnde de beheerder, bedoeld in artikel 1 van de Spoorwegwet, houdt een register bij waarin hij bij ministeriële regeling te bepalen gegevens opneemt die hij op grond van deze wet en Verordening (EU). 1301/2014 van de Commissie van 18 november 2014 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit van het subsysteem «energie» van het spoorwegsysteem in de Unie verzamelt of bewerkt over:
-
Artikel 4.7 register meetverantwoordelijke partij
Artikel 4.8 aanleveren gegevens
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Indien op grond van artikel 2.46, tweede lid, een meetinrichting is vereist, levert de partij die verantwoordelijk is voor het installeren en beheren van die meetinrichting en voor het verzamelen van meetgegevens, de bij ministeriële regeling te bepalen door hem verzamelde gegevens aan bij een daarbij bepaalde registerbeheerder met betrekking tot:
-
Artikel 4.9 gebruiken en verstrekken gegevens transmissie- of distributiesysteembeheerder
-
-
-
-
-
Een transmissie- of distributiesysteembeheerder verstrekt aan een leverancier, marktdeelnemer die aggregeert, balanceringsverantwoordelijke, meetverantwoordelijke partij, een andere transmissie- of distributiesysteembeheerder, een beheerder van een gesloten systeem en Onze Minister de bij ministeriële regeling te bepalen gegevens die in zijn register zijn opgenomen ten behoeve van het:
-
Artikel 4.10 gebruiken en verstrekken gegevens beheerder gesloten systeem
-
-
-
-
-
In het geval een aangeslotene op een gesloten systeem niet behoort tot het bedrijf van de beheerder van het gesloten systeem en die beheerder niet aan die aangeslotene elektriciteit of gas levert, verstrekt een beheerder van een gesloten systeem aan leveranciers, marktdeelnemers die aggregeren, balanceringsverantwoordelijken, meetverantwoordelijke partijen, Onze Minister en andere systeembeheerders de bij ministeriële regeling te bepalen gegevens die in zijn register zijn opgenomen ten behoeve van het:
-
-
-
-
Indien het tweede lid van toepassing is, verstrekt een beheerder van een gesloten systeem ter uitvoering van artikel 4.1, tweede lid, onderdelen b, c, d en e, de bij ministeriële regeling te bepalen gegevens die hij in zijn register heeft opgenomen aan de verzoekende partij of aan een ander zoals bepaald door de verzoekende partij.
-
Artikel 4.11 gebruiken en verstrekken gegevens meetverantwoordelijke partij
-
-
Artikel 4.12 register andere partijen
-
-
Artikel 4.13 controle van gegevens door registerbeheerder
Artikel 4.14 identificatie door registerbeheerder
AFDELING 4.3 TAKEN VAN DE GEGEVENSUITWISSELINGSENTITEIT
Artikel 4.15 gegevensuitwisselingsentiteit
Artikel 4.16 toegang en uitwisseling
Artikel 4.17 procedures voor toegang en uitwisseling
-
-
-
De gegevensuitwisselingsentiteit past, met inachtneming van de interoperabiliteitsvoorschriften en procedures die zijn vastgesteld bij of krachtens artikel 24, tweede lid, van richtlijn 2019/944 en met inachtneming van de afspraken, bedoeld in artikel 4.25, procedures en voorwaarden toe die redelijk, objectief, transparant en niet discriminerend zijn en maakt deze openbaar.
-
De gegevensuitwisselingsentiteit kan een partij die om toegang verzoekt de toegang tot en de uitwisseling van gegevens weigeren indien die partij de procedures, bedoeld in artikel 4.17, niet naleeft.
Artikel 4.19 efficiënte en gemakkelijke toegang
Artikel 4.20 identificatie door gegevensuitwisselingsentiteit
-
-
-
-
Artikel 4.21 gegevensbescherming en gegevensbeveiliging
-
-
Artikel 4.22 melden incidenten
Artikel 4.23 rapportageverplichting
Artikel 4.24 klachtenprocedure
-
-
-
De gegevensuitwisselingsentiteit voorziet in een transparante en eenvoudige procedure voor de behandeling van klachten van degene die gegevens aanlevert die in een register als bedoeld in artikel 4.16, vierde lid, zijn opgenomen en degene die toegang vraagt tot gegevens ten behoeve de processen, bedoeld in artikel 4.1, tweede lid.
-
AFDELING 4.4 OVERLEG EN AFSPRAKEN
Artikel 4.25 overleg en afspraken
-
-
-
De gegevensuitwisselingsentiteit treedt in overleg met de overige partijen die voor de processen, bedoeld in artikel 4.1, tweede lid, overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens deze wet gegevens dienen te verzamelen, aanleveren, ontvangen, bewerken, verstrekken of uitwisselen, alsmede met anderen die een belang hebben bij de uitvoering van deze processen, ten einde tot afspraken te komen die nodig zijn voor een effectieve, efficiënte en betrouwbare elektronische uitwisseling van gegevens ten behoeve van voornoemde processen.
-
HOOFDSTUK 5 UITVOERING, TOEZICHT EN HANDHAVING
AFDELING 5.1 UITVOERING DOOR AUTORITEIT CONSUMENT EN MARKT
Artikel 5.1 aanwijzen regulerende instantie en taken ACM
-
-
-
De Autoriteit Consument en Markt is de nationale regulerende instantie, bedoeld in artikel 39, eerste lid, van richtlijn 2009/73 en artikel 57, eerste lid, van richtlijn 2019/944 en uit dien hoofde belast met de taken die aan de nationale regulerende instantie zijn opgedragen bij of krachtens verordening 715/2009, verordening 1227/2011, verordening 2017/1938, verordening 2019/941, verordening 2019/942, verordening 2019/943 en verordening 2022/869.
-
-
-
Artikel 5.2 markttoezicht levering
Artikel 5.3 jaarlijks verslag ACM
Artikel 5.4 geschillenbeslechting partij-systeembeheerder door ACM
-
-
-
Een partij die een geschil heeft met een systeembeheerder over de wijze waarop deze beheerder zijn taken en bevoegdheden op grond van deze wet uitoefent, dan wel aan zijn verplichtingen op grond van deze wet voldoet, kan een klacht bij de Autoriteit Consument en Markt indienen. Een klacht omvat een aanvraag om een besluit.
-
-
-
-
De Autoriteit Consument en Markt neemt binnen twee maanden na ontvangst van de klacht een besluit. In afwijking van artikel 4:15 van de Algemene wet bestuursrecht kan deze termijn met twee maanden worden verlengd als de Autoriteit Consument en Markt de indiener van de klacht, of de betreffende systeembeheerder om aanvullende gegevens verzoekt. Indien de indiener van de klacht daarmee instemt, kan de Autoriteit Consument en Markt een langere termijn stellen.
-
Artikel 5.5 geschillenbeslechting vraagrespons door ACM
-
-
-
Als de balanceringsverantwoordelijken, bedoeld in artikel 2.41, tweede lid, een geschil hebben over de financiële compensatie of de voorwaarden voor aanpassing van het elektriciteitsprogramma als gevolg van de vraagrespons of de uitwisseling van relevante gegevens, over de vergoeding van eventuele onbalanskosten die hierdoor ontstaan en de uitwisseling van relevante gegevens kan elk van de balanceringsverantwoordelijken een klacht bij de Autoriteit Consument en Markt indienen. Een klacht omvat een aanvraag om een besluit.
-
Artikel 5.6 grensoverschrijdende geschillen
In het geval van een landsgrensoverschrijdend geschil is de Autoriteit Consument en Markt onbevoegd te beslissen op een klacht als bedoeld in de artikelen 5.4 respectievelijk 5.5, als de systeembeheerder waartegen de klacht is gericht onder de rechtsmacht van een andere lidstaat van de Europese Unie valt, dan wel, indien het een interconnectorsysteembeheerder voor gas betreft, onder de rechtsmacht van een ander land valt.
AFDELING 5.2 UITVOERING DOOR ONZE MINISTER
Artikel 5.7 aanwijzen Minister als bevoegde instantie
-
-
Artikel 5.8 voorzieningen capaciteit en kwaliteit
-
-
-
Indien naar het oordeel van de Autoriteit Consument en Markt blijkt dat een transmissie- of distributiesysteembeheerder in onvoldoende mate of niet op een doelmatige wijze kan of zal kunnen voorzien in het door hem te bereiken niveau van de kwaliteit van zijn transportdienst of de totale behoefte aan capaciteit voor het transport van elektriciteit of gas over de door hem beheerde systemen, meldt zij dat na overleg met de desbetreffende beheerder aan Onze Minister.
-
Artikel 5.9 maatregelen functioneren transmissie- of distributiesysteembeheerder
-
-
-
Indien een transmissie- of distributiesysteembeheerder niet voldoet aan een opdracht als bedoeld in het eerste lid, indien Onze Minister vaststelt dat opdrachten, bedoeld in artikel 5.8, tweede lid, niet worden uitgevoerd of indien naar zijn oordeel door de bedrijfsvoering van deze beheerder de continuïteit of de betrouwbaarheid van de elektriciteits- of gasvoorziening in gevaar komt en onverwijld ingrijpen noodzakelijk is, kan Onze Minister de aanwijzing van de desbetreffende beheerder vervallen verklaren en uiterlijk op de dag waarop die aanwijzing vervalt een andere rechtspersoon als transmissie- of distributiesysteembeheerder aanwijzen.
-
Artikel 5.10 aanwijzen stille curator
-
-
-
Indien naar het oordeel van Onze Minister door de bedrijfsvoering van een transmissie- of distributiesysteembeheerder de continuïteit of de betrouwbaarheid van de leveringszekerheid of de voorzieningszekerheid in gevaar komt en onverwijld ingrijpen noodzakelijk is, kan Onze Minister de desbetreffende beheerder aanzeggen dat hij vanaf een bepaald tijdstip voor een bepaalde termijn de opdrachten dient op te volgen die aan hem worden gegeven door een door Onze Minister aangewezen persoon.
-
Artikel 5.11 beschermingsmaatregelen energiemarkt
-
-
-
Onze Minister kan een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor gas bij een plotselinge crisis op de energiemarkt of wanneer de fysieke veiligheid van personen, de veiligheid of betrouwbaarheid van apparatuur of installaties of de systeemintegriteit worden bedreigd, opdragen maatregelen als bedoeld in artikel 46 van richtlijn 2009/73 te nemen. Aan de opdracht kunnen voorwaarden, voorschriften en beperkingen worden verbonden.
-
Artikel 5.12 strategische reserve
Artikel 5.13 analyse leveringszekerheid en voorzieningszekerheid
-
-
Artikel 5.14 subsidie transmissiesysteem voor elektriciteit op zee
-
-
-
Onze Minister kan een subsidie verstrekken aan een transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee ter dekking van de door de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 3.118 vastgestelde toegestane vergoeding voor de uitvoering van zijn wettelijke taken, met uitzondering van de taken bedoeld in artikel 3.117.
-
Artikel 5.15 nadeelcompensatie
-
-
-
Onze Minister kan een eindafnemer als bedoeld in artikel 2.63, eerste lid, een vergoeding toekennen indien het verbod, bedoeld in dat artikel, voor die eindafnemer schade veroorzaakt die uitgaat boven het normale maatschappelijke risico en die de eindafnemer in vergelijking met anderen onevenredig zwaar treft.
-
-
-
Artikel 5.16 aanwijzen rechtspersoon
Onze Minister wijst een rechtspersoon aan die verplicht is de transmissiesysteembeheerder voor gas een aanbod met redelijke tarieven en voorwaarden te doen tot levering aan de door de transmissiesysteembeheerder voor gas ter uitvoering van zijn wettelijke taken of verplichtingen benodigde hoeveelheden gas in de door hem gevraagde hoeveelheden en op de door hem gewenste tijdstippen.
AFDELING 5.3 TOEZICHT OP DE NALEVING
Artikel 5.17 toezicht op naleving door ACM
-
-
-
-
-
bij of krachtens verordening 715/2009, verordening 1227/2011, verordening 2017/1938, verordening 2019/941, verordening 2019/942, verordening 2019/943 en verordening 2022/869, met uitzondering van bij ministeriële regeling aan te wijzen voorschriften, gesteld krachtens die verordeningen, voor zover deze handelen over of samenhangen met cyberbeveiliging.
-
Artikel 5.18 toezicht op naleving door Onze Minister
-
-
-
-
-
het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2.46, eerste en derde lid, voor zover het een aangeslotene met een kleine aansluiting betreft, 2.47, eerste lid, 3.18, 3.48, 3.53, derde lid, 3.62, 3.67 tot en met 3.70, 3.79, onderdeel a, 4.3, 4.4, eerste en tweede lid, 4.14, 4.20, 4.21, eerste en tweede lid, 4.22, 5.8, tweede lid, 5.9, 5.10, 5.11, 5.16, 6.3, eerste tot en met derde lid, en 7.28, zesde lid;
-
-
-
-
bij ministeriële regeling aan te wijzen voorschriften, gesteld krachtens verordening 715/2009, verordening 1227/2011, verordening 2017/1938, verordening 2019/941, verordening 2019/942 of verordening 2019/943 of verordening 2022/869, voor zover deze voorschriften handelen over of samenhangen met cyberbeveiliging.
-
Artikel 5.19 last onder dwangsom
Artikel 5.20 bindende gedragslijn en bindende aanwijzing
-
-
Artikel 5.21 bestuurlijke boete
-
-
-
-
-
-1°. 2.7, 2.8, 2.9, 2.14, 2.18, vijfde lid, onderdeel c, 2.21, eerste en tweede lid, 2.23, 2.27, eerste, vierde en vijfde lid, 2.28, 2.29, 2.32, eerste en tweede lid, 2.35, 2.36, 2.40, 2.45, 2.49, 2.50, zesde lid, onderdeel c, 2.52, 2.59, 2.61, tweede lid, onderdelen a, c tot en met f, 2.62, eerste en tweede lid, 2.63, eerste en tweede lid, 2.65, zesde lid en 2.67;
-
-2°. 3.4, vierde lid, 3.9, tweede en derde lid, 3.16, 3.27, eerste, derde en vijfde lid, onderdelen b en d, 3.45, 3.50, vierde lid, 3.52, 3.53, derde lid, 3.61, 3.63, 3.66, eerste en derde lid, 3.69, 3.72, derde en vijfde lid, 3.76, 3.79, 3.81, 3.90, vijfde lid, 3.100, vijfde lid, onderdeel b, 3.111, derde lid, 3.112, vierde lid, 3.113, vijfde lid, 3.115, derde lid, 3.119, derde lid 3.122, derde lid, voor zover het een overtreding van artikel 3.119, derde lid betreft, 3.123, vijfde lid, 3.126, aanhef en onderdeel b;
-
-
-
-1°. 2.3, eerste lid, 2.5, 2.6, 2.12, 2.13, 2.15, 2.16, 2.17, eerste lid, 2.18, eerste, tweede en vijfde lid, onderdelen a en b, 2.21, vierde lid, 2.22, 2.24, 2.25, eerste, derde en vierde lid, 2.26, 2.31, eerste tot en met derde en vijfde lid, 2.34, 2.38, 2.39, 2.41, eerste tot en met vierde lid, 2.41, 2.43, 2.46, tweede lid, onderdelen b en c, en derde lid, 2.48, eerste en tweede lid, 2.50, eerste tot en met vierde en zesde lid, 2.54, eerste en derde lid, 2.55, 2.56;
-
-2°. 3.1, 3.10, eerste tot en met vierde en achtste lid, 3.11, 3.12, 3.13, 3.17, 3.18, 3.19, eerste en tweede lid, 3.20, tweede lid, 3.21, eerste en tweede lid, 3.22, 3.23, 3.24, 3.25, eerste, tweede en vierde lid, 3.26, 3.28, eerste lid, 3.29, eerste lid, 3.30, 3.31, 3.34, 3.35, eerste, derde, vijfde en zesde lid, 3.36, eerste lid, 3.38, eerste tot en met derde lid, 3.39, eerste en derde lid, 3.40, eerste, tweede en vierde lid, 3.41, 3.43, 3.44, 3.46, eerste en tweede lid, 3.47, eerste, tweede en vierde lid, 3.48, eerste tot en met vijfde lid, 3.49, 3.50, eerste, tweede en derde lid, 3.51, 3.53, eerste en tweede lid, 3.54, 3.55 3.56, eerste en derde lid, 3.57, 3.58, 3.59, 3.60, 3.62, 3.64, 3.65, 3.70, 3.73, eerste en derde lid, 3.74, 3.75, 3.77, 3.78, eerste, tweede en vijfde lid, 3.83, derde lid, 3.84, 3.86, 3.88, 3.91, 3.92, 3.93, 3.94, eerste, tweede en derde lid, 3.95, 3.96, 3.97, 3.98, 3.198, 3.100, eerste lid tot en met vijfde lid, onderdeel a, 3.101, 3.102, 3.103, 3.105, tweede en derde lid, 3.106, eerste lid, 3.114, eerste lid, 3.115, eerste lid, 3.116, 3.117, 3.119, eerste lid, 3.122, eerste en tweede lid, 3.125, eerste lid en 3.126, aanhef en onderdeel a;
-
-
-
-
-
-
De op grond van het eerste lid, onderdelen c, d, e, f en g vast te stellen bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste het bedrag dat is vastgesteld voor de zesde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht of, indien dat meer is, ten hoogste 10% van de omzet van de overtreder.
-
-
-
-
De bestuurlijke boete die ingevolge het tweede en derde lid ten hoogste kan worden opgelegd wordt verhoogd met 100%, indien binnen een tijdvak van vijf jaar voorafgaand aan de dagtekening van het van de overtreding opgemaakte rapport, bedoeld in artikel 5:48, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, een aan die overtreder voor een eerdere overtreding van eenzelfde of een soortgelijk wettelijk voorschrift opgelegde bestuurlijke boete onherroepelijk is geworden.
-
AFDELING 5.5 VERSTREKKEN EN GEBRUIKEN GEGEVENS EN INLICHTINGEN
Artikel 5.22 verstrekken gegevens en inlichtingen aan Onze Minister
Artikel 5.23 delegatiegrondslag gegevens
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voor een systeembeheerder met betrekking tot zijn wettelijke taken of verplichtingen regels worden gesteld over:
Artikel 5.24 gebruik gegevens en inlichtingen door Onze Minister
-
-
-
Gegevens, bescheiden of inlichtingen die Onze Minister in verband met enige werkzaamheid ten behoeve van de uitvoering van deze wet of van EU-verordeningen en EU-besluiten inzake elektriciteit of gas verkrijgt, mogen uitsluitend worden gebruikt voor de toepassing van deze wet, die EU-verordeningen en EU-besluiten en van een andere wettelijke regeling dan deze wet die de toepassing of mede de toepassing van bepalingen op het gebied van elektriciteit of gas betreffen, voor zover die bescheiden, gegevens of inlichtingen noodzakelijk zijn voor de uitoefening van zijn taak.
-
-
-
-
-
-
een bestuursorgaan dat op grond van deze wet of van een andere wettelijke regeling dan deze wet is belast met taken die de toepassing of mede de toepassing van bepalingen op het gebied van elektriciteit of gas betreffen, voor zover die bescheiden, gegevens of inlichtingen van noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de taak van dat bestuursorgaan;
-
-
-
Artikel 5.25 verstrekken gegevens aan Acer
-
-
-
In afwijking van artikel 7, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt en onverminderd artikel 7, derde lid, van die wet is de Autoriteit Consument en Markt bevoegd gegevens of inlichtingen te verstrekken aan Acer, voor zover die gegevens of inlichtingen van betekenis kunnen zijn voor de uitoefening van de taak van Acer.
-
Artikel 5.26 verstrekken gegevens en inlichtingen aan Europese Commissie
-
-
-
Degene aan wie een verzoek is gedaan om gegevens, bescheiden of inlichtingen te verstrekken als bedoeld in het eerste lid, is verplicht binnen de door de Europese Commissie gestelde redelijke termijn alle medewerking te verlenen die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van haar bevoegdheden.
-
Artikel 5.27 retributies Minister
-
-
-
Overeenkomstig bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels is een door Onze Minister vast te stellen vergoeding verschuldigd voor kosten die samenhangen met het behandelen van een aanvraag om of het geven van een beschikking inzake een bij of krachtens deze wet door Onze Minister te verlenen instemming, aanwijzing, ontheffing of vergunning.
-
HOOFDSTUK 6 OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 6.1 projectbesluit Minister
-
-
-
-
-
de aanleg of uitbreiding van een productie-installatie, met inbegrip van de aansluiting van die installatie op een systeem, met een capaciteit van ten minste 50 MW, indien het betreft een installatie voor de opwekking van duurzame elektriciteit anders dan met behulp van windenergie of zonne-energie;
-
-
-
-
de aanleg van een productie-installatie voor waterstofgas met behulp van elektrolyse met een bij regeling van Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vast te stellen minimale capaciteit en voor de bij die regeling te bepalen gevallen, met inbegrip van de aansluiting op leidingen en daarmee verbonden hulpmiddelen ten behoeve van transport van waterstofgas of een transmissie- of distributiesysteem voor elektriciteit.
-
-
-
-
In afwijking van het eerste lid kan Onze Minister besluiten geen projectbesluit vast te stellen als naar zijn oordeel besluitvorming door een bestuursorgaan van een gemeente of van een provincie het project kan versnellen of daaraan anderszins aanmerkelijke voordelen zijn verbonden, en het college van burgemeester en wethouders van de betreffende gemeente respectievelijk gedeputeerde staten van de betreffende provincie daarmee instemmen.
-
Artikel 6.2 projectbesluit gedeputeerde staten
-
-
-
-
-
In afwijking van het eerste lid kunnen gedeputeerde staten besluiten geen projectbesluit vast te stellen als naar hun oordeel besluitvorming door een bestuursorgaan van een gemeente het project kan versnellen of daaraan anderszins aanmerkelijke voordelen zijn verbonden, en het college van burgemeester en wethouders van de betreffende gemeente daarmee instemmen.
-
AFDELING 6.2 INVESTERINGSTOETSEN
Artikel 6.3 wijziging zeggenschap LNG en productie elektriciteit
-
-
-
Iedere wijziging van zeggenschap als bedoeld in artikel 26 van de Mededingingswet over een LNG-systeem of in een onderneming die eigenaar is van een LNG-systeem wordt voorafgaand aan de wijziging door één van de bij de wijziging betrokken partijen binnen een bij ministeriële regeling te bepalen termijn gemeld aan Onze Minister.
-
-
-
-
Iedere wijziging van zeggenschap als bedoeld in artikel 26 van de Mededingingswet in een productie-installatie met een nominaal elektrisch vermogen van in totaal meer dan 100 MW of in een onderneming die een of meer productie-installaties met een nominaal elektrisch vermogen van in totaal meer dan 100 MW beheert, wordt voorafgaand aan de wijziging door één van de bij deze wijziging betrokken partijen binnen een bij ministeriële regeling te bepalen termijn gemeld aan Onze Minister.
-
-
-
-
Onze Minister kan binnen een bij ministeriële regeling te bepalen termijn op grond van overwegingen van openbare veiligheid, de leveringszekerheid of de voorzieningszekerheid de wijziging, bedoeld in het eerste lid, verbieden of opdragen maatregelen te treffen. De artikelen 19 en 20 van de Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames zijn van overeenkomstige toepassing.
-
AFDELING 6.3 BELEID EN ADVISERING ENERGIESYSTEEM
Paragraaf 6.3.1 Nationaal plan energiesysteem
Artikel 6.4 Nationaal plan energiesysteem
-
-
-
-
-
-
-
de beschrijving van sectorale transitiepaden naar klimaatneutraliteit en van ontwikkelpaden van de transitie van bronnen en dragers van energie met fossiele oorsprong naar hernieuwbare bronnen en dragers van energie en naar kernenergie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de Kernenergiewet;
-
Artikel 6.5 procedure en verantwoording Nationaal plan energiesysteem
-
-
Paragraaf 6.3.2 Raad voor energie
Artikel 6.6 instelling Raad voor energie
Artikel 6.7 taak Raad voor Energie
-
-
-
-
AFDELING 6.4. PARLEMENTAIRE BETROKKENHEID BIJ GEDELEGEERDE REGELGEVING
De voordracht voor een krachtens de artikelen 3.20, eerste en tweede lid, 3.27, vijfde lid, 3.36, eerste lid, en 3.87, vierde lid, vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
AFDELING 6.5. VERHOUDINGEN ANDERE WETTEN
Artikel 6.9 verhouding tot Burgerlijk Wetboek
Voor de toepassing van artikel 20, tweede lid, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek wordt een systeem beschouwd als een net.
Artikel 6.10 verhouding tot Mededingingswet
AFDELING 6.6. OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 6.11 belanghebbende representatieve organisaties
Een representatieve organisatie van partijen op de elektriciteits- of gasmarkt wordt geacht belanghebbende te zijn bij besluiten van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in Afdeling 3.6.
Artikel 6.12 decentrale overheden
-
-
-
Artikel 6.13 grondslag regels ter uitvoering EU-besluiten
-
-
-
Een wijziging van een bindende EU-rechtshandeling waarnaar in voorschriften, gesteld bij of krachtens deze wet, wordt verwezen, gaat voor de toepassing van die voorschriften gelden met ingang van de dag waarop aan die wijziging uitvoering moet zijn gegeven dan wel bij gebreke daarvan, de dag waarop die wijziging is vastgesteld.
-
-
-
-
Indien een bindende EU-rechtshandeling waarnaar in deze wet of de daarop berustende bepalingen wordt verwezen, in het kader van hercodificatie wordt ingetrokken en vervangen door een nieuwe bindende EU-rechtshandeling, kunnen bij ministeriële regeling de verwijzingen naar de ingetrokken bindende EU-rechtshandeling worden vervangen door verwijzingen naar de nieuwe bindende EU-rechtshandeling.
-
Artikel 6.14 laadinfrastructuur elektrisch vervoer
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer ter uitvoering van bindende onderdelen van EU-rechtshandelingen op het gebied van elektrisch vervoer.
HOOFDSTUK 7 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
AFDELING 7.1 WIJZIGING ANDERE WETTEN Artikel 7.1 wijziging Algemene Douanewet
De bijlage bij de artikelen 1:1 en 1:3 van de Algemene douanewet, onderdeel B. Nationale regelgeving, wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 7.2 wijziging Algemene wet bestuursrecht
De Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:
In Bijlage 1. Regeling rechtstreeks beroep (artikel 7:1, eerste lid, onderdeel g) vervallen de zinsneden met betrekking tot de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet en wordt in de alfabetische volgorde ingevoegd:
Energiewet: de artikelen 5.4 en 5.5.
Bijlage 2. Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak (artikelen 8:5, 8:6, 8:7, 8:105 en 8:106) wordt als volgt gewijzigd:
Energiewet: de artikelen 6.1, derde lid, en 6.2, tweede lid;
Energiewet, met inbegrip van een besluit van de Autoriteit Consument en Markt genomen op grond van artikel 3.37, 3.106, tweede lid, 3.108, 3.109, 3.110, 3.112 en 3.121, voor zover het besluit kan worden aangemerkt als een algemeen verbindend voorschrift als bedoeld in artikel 8.3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, en met uitzondering van een besluit op grond van de artikelen 3.33, tweede lid, onderdeel e, 3.47, vierde lid, 5.19, 5.21, 6.1, derde lid, en 6.2, tweede lid.
-
In de artikelen 7 en 11 vervallen de zinsneden met betrekking tot de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Wet van 12 juli 2012 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (implementatie van richtlijnen en verordeningen op het gebied van elektriciteit en gas) en wordt in de alfabetische rangschikking een onderdeel ingevoegd, luidende:
Energiewet: de artikelen 3.33, tweede lid, onderdeel e, 3.47, derde lid, 5.19, en 5.21.
Artikel 7.3 wijziging Elektriciteitswet 1998
De Elektriciteitswet 1998 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 23, vierde lid, vervalt de tweede zin met inbegrip van de onderdelen a en b.
In artikel 29 vervallen het zevende tot en met elfde lid.
Na artikel 104 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Deze wet vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Na artikel 88 van de Gaswet wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Deze wet vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Artikel 228, tweede lid, van de Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 7.6 wijziging Omgevingswet
De Omgevingswet wordt als volgt gewijzigd:
Aan afdeling 10.2 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 10.10i (gedoogplichten waterstoftransportnet)
-
-
-
Een rechthebbende gedoogt dat gasleidingen van een transmissie- of distributiesysteem als bedoeld in artikel 1.1 van de Energiewet, met inbegrip van bijbehorende hulpmiddelen en installaties, die op grond van een overeenkomst of gedoogplichtbeschikking in, op, onder of boven een onroerende zaak aanwezig zijn, ook worden gebruikt voor het transport van waterstofgas door de door de Minister voor Klimaat en Energie aangewezen beheerder van het landelijk transportnet voor waterstofgas als bedoeld in artikel 1.1 van de Energiewet.
-
Artikel 10.14, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 13.3e, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
-
-
Na artikel 18.25 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 18.25a (informatieverstrekking uitvoering en handhaving energiegebruik)
-
-
-
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen met het oog op de verduurzaming van het energiegebruik andere rechtspersonen of natuurlijke personen die handelen in de uitoefening van beroep of bedrijf worden aangewezen die op verzoek gegevens over het energiegebruik van eindafnemers verstrekken aan het bevoegd gezag, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de uitvoeringstaak en de handhavingstaak.
-
Artikel 23.3, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 222c, tweede lid, van de Provinciewet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 7.8 wijziging Telecommunicatiewet
Artikel 11.7 van de Telecommunicatiewet wordt als volgt gewijzigd:
-
-
-
In afwijking van het eerste en tweede lid, kan een ideële of charitatieve organisatie die kan aantonen dat zij gebruik maakt van contactgegevens die zij heeft verkregen in het kader van een schenking aan die ideële of charitatieve organisatie of, voor zover zij gebruik maakt van andere dan de in het eerste lid bedoelde middelen, van contactgegevens die zij heeft verkregen in het kader van vrijwilligerswerk bij die organisatie of het bijwonen van manifestaties van die organisatie, deze contactgegevens gebruiken voor het overbrengen van ongevraagde communicatie voor eigen ideële of charitatieve doeleinden, mits zij de betreffende eindgebruiker duidelijk en expliciet de gelegenheid heeft geboden om kosteloos en op gemakkelijke wijze verzet aan te tekenen tegen het gebruik van die contactgegevens:
-
3a. Na het vijfde lid wordt, onder vernummering van het zesde tot en met tiende lid tot zevende tot en met elfde lid, een lid ingevoegd, luidende:
-
-
-
In afwijking van het tweede lid, kan een uitgever van dagbladen, weekbladen, tijdschriften en andere ten minste driemaal per jaar periodiek verschijnende uitgaven of een vergunninghouder als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet op de kansspelen wiens vergunning is verleend onder een voorwaarde inzake afdracht van de opbrengst als bedoeld in artikel 5, derde lid, van die wet, gebruik maken van contactgegevens als bedoeld in het vierde lid, onder de in dat lid bedoelde voorwaarden.
-
Artikel 7.9 wijziging Warmtewet
De Warmtewet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 12d wordt als volgt gewijzigd:
-
-
-
Onze Minister kan een transmissiesysteembeheerder voor gas als bedoeld in artikel 1.1 van de Energiewet of een distributiesysteembeheerder voor gas als bedoeld in artikel 1.1 van de Energiewet, opdracht geven tot het aanleggen van een transmissie- of distributiesysteem voor gas in het door hem aangewezen gebied. Verbruikers ontvangen een gehele of gedeeltelijke tegemoetkoming in verband met de kosten van de aansluiting op het transmissie- of distributiesysteem voor gas.
-
In artikel 13, eerste lid, vervalt «en voor het opstellen van het energierapport, bedoeld in artikel 2 van de Elektriciteitswet 1998».
Artikel 114, tweede lid, van de Waterschapswet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 7.11 wijziging Wet belastingen op milieugrondslag
De Wet belastingen op milieugrondslag wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 47 wordt als volgt gewijzigd:
-
-
-
Met betrekking tot elektriciteit wordt onder distributienet verstaan een transmissie- of distributiesysteem voor elektriciteit als bedoeld in artikel 1.1 van de Energiewet, met uitzondering van een distributiesysteem voor elektriciteit met een spanningsniveau van ten hoogste 0,4 kilovolt en een verbruik van ten hoogste 0,1 GWh per jaar, indien een ander dan een distributiesysteembeheerder voor elektriciteit als bedoeld in artikel 1.1 van de Energiewet een recht van gebruik heeft van dat systeem.
-
Artikel 50 wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 53 wordt een lid toegevoegd, luidende:
In artikel 55, onderdeel a, wordt «krachtens de Gaswet» vervangen door «bij of krachtens de Energiewet».
Artikel 7.12 wijziging Wet uitvoering EU-handelingen energie-efficiëntie
De Wet uitvoering EU-handelingen energie-efficiëntie wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 5 wordt «gas als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Gaswet» vervangen door «gas als bedoeld in artikel 1.1 van de Energiewet».
Artikel 7.13 wijziging Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken
In artikel 41a van de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken wordt «een net als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van de Elektriciteitswet 1998» vervangen door «een transmissie- of distributiesysteem voor elektriciteit als bedoeld in artikel 1.1 van de Energiewet».
Artikel 7.14 wijziging Wet normering topinkomens
Het onderdeel Ministerie van Economische Zaken en Klimaat van Bijlage 1. bij artikel 1.3, eerste lid, onderdeel d, van de Wet normering topinkomens, wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 7.15 wijziging Wet op de accijns
Artikel 69a van de Wet op de accijns wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 7.16 Wijziging Wet windenergie op zee
In artikel 1 van de Wet windenergie op zee wordt de begripsomschrijving bij net vervangen door: systeem als bedoeld in artikel 1.1 van de Energiewet, voor elektriciteit.
Artikel 7.17 wijziging Wet op de Economische delicten
Artikel 1 van de Wet op de Economische delicten wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 7.18 wijziging Wetboek van Strafvordering
In artikel 67, eerste lid, onderdeel c, van het Wetboek van Strafvordering wordt «artikel 86i, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998;» en «artikel 66h, eerste lid, van de Gaswet;» vervangen door «artikel 2.66 van de Energiewet;».
Artikel 7.19 wijziging overgangsrecht WON
Na artikel IV van de Wet van 23 november 2006 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Waar in de artikelen V tot en met VII wordt verwezen naar artikelen van de Elektriciteitswet 1998 of de Gaswet, wordt verwezen naar deze artikelen zoals deze luidden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van de Energiewet.
De bijlage bij artikel 8.8 van de Wet open overheid wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 7.21 overgangsrecht leveringsvergunning
Als op grond van artikel 95d van de Elektriciteitswet 1998 of artikel 45 van de Gaswet, zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2.18, derde lid, een vergunning is verleend, wordt deze vergunning voor de duur van deze vergunning aangemerkt als een vergunning als bedoeld in artikel 2.18, derde lid.
Artikel 7.22 overgangsrecht intrekken leveringsvergunning
Indien op grond van artikel 95f, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 47, tweede lid, van de Gaswet, zoals die luidden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2.25, kleinverbruikers zijn toegedeeld aan een aangewezen vergunninghouder, blijven de regels krachtens genoemde artikelen van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ten aanzien van de verbintenissen met kleinverbruikers van toepassing.
Artikel 7.23 overgangsrecht eisen meetinrichtingen grote aansluitingen elektriciteit (E3-meetinrichtingen)
-
-
-
Indien voor inwerkingtreding van artikel 2.46 een aangeslotene met grote aansluiting met een gecontracteerd vermogen van minder dan 0,1 MW, met uitzondering van een aangeslotene als bedoeld in artikel 1.3, tweede lid, beschikt over een meetinrichting zonder communicatiefunctionaliteit die voldoet aan de krachtens artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998 gestelde voorwaarden zoals deze luidden voor de inwerkingtreding van artikel 2.46, mag een aangeslotene deze meetinrichting tot en met 31 december 2025 gebruiken.
-
-
-
-
Indien voor inwerkingtreding van artikel 3.55, eerste lid, bij een systeemkoppeling tussen een distributiesysteem en een transmissiesysteem voor elektriciteit op grond van de krachtens artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998 gestelde voorwaarden zoals deze luidden voor de inwerkingtreding van artikel 3.55, eerste lid, geen meetinrichting is vereist, beschikt deze systeemkoppeling uiterlijk op 31 december 2029 over een geïnstalleerde meetinrichting.
-
Artikel 7.24 overgangsrecht meetinrichtingen en verzamelen meetgegevens maatschappelijke multisites (A1-meetinrichtingen)
-
-
-
-
-
Artikel 7.25 overgangsrecht eisen meetinrichtingen en verzamelen meetgegevens grote aansluitingen gas (G2C-meetinrichtingen)
-
-
-
Indien voor inwerkingtreding van artikel 2.46 een aangeslotene met grote aansluiting op een systeem voor gas met een jaarlijks verbruik van ten hoogste 170.000 m3 gas beschikt over een meetinrichting zonder communicatiefunctionaliteit die voldoet aan de krachtens artikel 12f van de Gaswet gestelde voorwaarden zoals deze luidden voor de inwerkingtreding van artikel 2.46, mag een aangeslotene deze meetinrichting tot en met 31 december 2026 gebruiken.
-
Artikel 7.26 overgangsrecht beheer meetinrichtingen
-
-
-
Indien voor inwerkingtreding van deze wet door een systeembeheerder op verzoek een meetinrichting ter beschikking is gesteld aan een aangeslotene met een grote aansluiting, blijft de systeembeheerder deze meetinrichting op verzoek ter beschikking stellen en wordt deze meetinrichting op verzoek van de aangeslotene beheerd door de systeembeheerder.
-
-
-
-
Indien voor inwerkingtreding van deze wet een aangeslotene met een aansluiting op het transmissiesysteem voor gas een meetinrichting beheert, kan de aangeslotene deze meetinrichting blijven beheren tot de aangeslotene de transmissiesysteembeheerder voor gas verzoekt om de situatie te beëindigen. De aangeslotene verleent daarbij de nodige medewerking.
-
-
-
Artikel 7.27 overgangsrecht meetinrichtingen kleine aansluitingen
-
-
-
Een meetinrichting met communicatiefunctionaliteit die voor inwerkingtreding van deze wet aan een aangeslotene met een kleine aansluiting ter beschikking is gesteld en die niet of niet geheel voldoet aan de krachtens artikel 95la, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 of de krachtens artikel 42a, eerste lid, van de Gaswet gestelde eisen zoals deze luidden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, wordt voor 15 jaren, te rekenen vanaf de datum van terbeschikkingstelling aan die aangeslotene aangemerkt als een meetinrichting die voldoet aan de krachtens artikel 2.46, derde lid, gestelde eisen.
-
-
-
-
Een meetinrichting met communicatiefunctionaliteit die voor inwerkingtreding van deze wet aan een aangeslotene met een kleine aansluiting ter beschikking is gesteld en die tenminste voldoet aan de krachtens artikel 95la, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 of de krachtens artikel 42a, eerste lid, van de Gaswet gestelde eisen zoals deze luidden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, wordt aangemerkt als een meetinrichting die voldoet aan de krachtens artikel 2.46, derde lid, gestelde eisen.
-
Artikel 7.28 regels tijdens uitrol meetinrichtingen met communicatiefunctionaliteit
-
-
-
Een distributiesysteembeheerder stelt in een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen periode op een door hem voorzien tijdstip aan aangeslotenen met een kleine aansluiting een meetinrichting die voldoet aan de krachtens artikel 2.46, derde lid, gestelde eisen op of nabij het overdrachtspunt beschikbaar, tenzij hij redelijkerwijs niet in staat is die meetinrichting te plaatsen en de oorzaak daarvan niet in de macht van de aangeslotene ligt.
-
-
-
-
Een distributiesysteembeheerder stelt een aangeslotene met een kleine aansluiting op zijn verzoek op een ander tijdstip dan het door de systeembeheerder op grond van het eerste lid voorziene tijdstip binnen vier maanden een meetinrichting met communicatiefunctionaliteit ter beschikking tenzij dit ertoe leidt dat de planning die de distributiesysteembeheerder hanteert om te voldoen aan de in het eerste lid bedoelde verplichting, niet wordt gehaald.
-
-
-
-
-
-
Indien een systeembeheerder redelijkerwijs niet in staat is een meetinrichting die voldoet aan de krachtens artikel 2.46, derde lid, gestelde eisen te plaatsen en de oorzaak daarvan niet in de macht van de aangeslotene ligt, mag een aangeslotene met een kleine aansluiting de geïnstalleerde meetinrichting die niet voldoet aan de krachtens artikel 2.46, derde lid, gestelde eisen blijven gebruiken.
-
-
-
-
-
-
-
Een distributiesysteembeheerder zendt Onze Minister de persoonsgegevens van een aangeslotene met een kleine aansluiting indien hij deze aangeslotene een meetinrichting die voldoet aan de krachtens artikel 2.46, derde lid, gestelde eisen ter beschikking heeft gesteld maar dit niet heeft geleid tot installatie van die meetinrichting.
-
Artikel 7.29 overgangsrecht erkenning meetverantwoordelijke partij
-
-
-
Indien een meetverantwoordelijke partij die de krachtens artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998 onderscheidenlijk artikel 12f van de Gaswet gestelde voorwaarden zoals deze luidden voor de inwerkingtreding van artikel 2.50, is erkend, wordt deze erkenning tot het tijdstip waarop de Autoriteit Consument en Markt heeft besloten op een aanvraag om een erkenning als bedoeld in artikel 2.50 aangemerkt als een erkenning als bedoeld in artikel 2.50.
-
Artikel 7.30 overgangsrecht garanties van oorsprong
-
-
-
Een garantie van oorsprong voor duurzame elektriciteit die is uitgegeven op grond van artikel 73 van de Elektriciteitswet 1998 zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2.57, eerste lid, wordt aangemerkt als garantie van oorsprong voor elektriciteit uit hernieuwbare bronnen uitgegeven op grond van artikel 2.57, eerste lid.
-
-
-
-
Een garantie van oorsprong voor elektriciteit geproduceerd in een installatie voor hoogrenderende warmtekrachtkoppeling die is uitgegeven op grond van artikel 73 van de Elektriciteitswet 1998 zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2.57, tweede lid, wordt aangemerkt als garantie van oorsprong voor elektriciteit geproduceerd in een installatie voor hoogrenderende warmtekrachtkoppeling uitgegeven op grond van artikel 2.57, tweede lid.
-
-
-
-
Een certificaat van oorsprong voor elektriciteit die is uitgegeven op grond van artikel 73 van de Elektriciteitswet 1998 zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2.57, vierde lid, wordt aangemerkt als garantie van oorsprong voor elektriciteit uit niet-hernieuwbare bronnen uitgegeven op grond van artikel 2.57, vierde lid.
-
-
-
-
Een garantie van oorsprong voor hernieuwbare energiebronnen die is uitgegeven op grond van artikel 66i van de Gaswet zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2.57, derde lid, wordt aangemerkt als garantie van oorsprong voor gas uit hernieuwbare bronnen uitgegeven op grond van artikel 2.57, derde lid.
-
Artikel 7.31 overgangsrecht aanwijzing en certificering
-
-
-
Als op grond van artikel 10, tweede lid, of artikel 10Aa, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.2 een netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet of interconnectorbeheerder is aangewezen, wordt deze aanwijzing voor de duur daarvan aangemerkt als een aanwijzing als bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, onderdeel a of onderdeel b.
-
-
-
-
Als op grond van de artikelen 10, negende lid, en 12, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.2 een netbeheerder is aangewezen en Onze Minister met die aanwijzing heeft ingestemd, wordt deze aanwijzing en die instemming voor de duur daarvan aangemerkt als een aanwijzing als bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, onderdeel e, en worden de aldus aangewezen netbeheerder voor de duur van die aanwijzing geacht te zijn gecertificeerd als bedoeld in artikel 3.4.
-
-
-
-
Als op grond van artikel 2, eerste lid, of artikel 2b, eerste lid, van de Gaswet, zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.2 een netbeheerder van het landelijk gastransportnet of interconnectorbeheerder is aangewezen, wordt deze aanwijzing voor de duur daarvan aangemerkt als een aanwijzing als bedoeld in artikel 3.2 eerste lid, onderdeel c of onderdeel d.
-
-
-
-
Als op grond van de artikelen 2, achtste lid, en 4, tweede lid, van de Gaswet, zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.2 een netbeheerder is aangewezen en Onze Minister met die aanwijzing heeft ingestemd, wordt deze aanwijzing en die instemming voor de duur daarvan aangemerkt als een aanwijzing als bedoeld in artikel 3.2 eerste lid, onderdeel f, en worden de aldus aangewezen netbeheerder geacht voor de duur van die aanwijzing gecertificeerd te zijn als bedoeld in artikel 3.4.
-
-
-
-
Als op grond van artikel 15a, tweede lid, in combinatie met artikel 10, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.2 een netbeheerder voor het net op zee is aangewezen, wordt deze aanwijzing voor de duur daarvan aangemerkt als een aanwijzing als bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, onderdeel g, en worden de aldus aangewezen netbeheerder voor de duur van die aanwijzing geacht te zijn gecertificeerd als bedoeld in artikel 3.4.
-
-
-
-
Als op grond van artikel 9a van de Gaswet zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.2 een beheerder van een LNG-installatie of een gasopslaginstallatie is aangewezen en Onze Minister met die aanwijzing heeft ingestemd, wordt deze aanwijzing en die instemming voor de duur daarvan aangemerkt als een aanwijzing als bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, onderdelen h respectievelijk i.
-
-
-
-
Als op grond van artikel 10, derde lid, of artikel 10Aa, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998, zoals deze luidden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.4 een netbeheerder of interconnectorbeheerder is gecertificeerd, wordt deze certificering aangemerkt als een certificering als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid.
-
-
-
-
Als op grond van artikel 15a, tweede lid, in combinatie met artikel 10, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998, zoals deze luidden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.4 een netbeheerder voor het net op zee is gecertificeerd, wordt deze certificering aangemerkt als een certificering als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid.
-
-
-
-
Als op grond van artikel 2, derde lid, of 2b, eerste lid, van de Gaswet, zoals deze luidden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.4 een netbeheerder of interconnectorbeheerder is gecertificeerd, wordt deze certificering aangemerkt als een certificering als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid.
-
Artikel 7.32 overgangsrecht gesloten distributiesysteem
-
-
-
Als op grond van artikel 15 van de Elektriciteitswet 1998 zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.6 en artikel 3.7, aan een eigenaar van een gesloten distributiesysteem ontheffing is verleend van het gebod van artikel 10, negende lid, van de Elektriciteitswet 1998 wordt de eigenaar van een gesloten systeem gedurende de tijd waarvoor hij over deze ontheffing beschikt, geacht te beschikken over een erkenning als bedoeld in artikel 3.7 en een aanwijzing als bedoeld in artikel 3.6, onderdeel a.
-
-
-
-
Als op grond van artikel 2a van de Gaswet, zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.6 en artikel 3.7, aan een eigenaar van een gesloten distributiesysteem ontheffing is verleend van het gebod van artikel 2, achtste lid, van de Gaswet, wordt de eigenaar van een gesloten systeem gedurende de tijd waarvoor hij over deze ontheffing beschikt, geacht te beschikken over een erkenning als bedoeld in artikel 3.7 en een aanwijzing als bedoeld in artikel 3.6, onderdeel b.
-
Artikel 7.33 overgangsrecht directe lijn
Als op grond van artikel 9h van de Elektriciteitswet 1998 zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.9 of op basis van artikel 39h van de Gaswet, zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.9 een melding is gedaan, wordt deze melding aangemerkt als een melding als bedoeld in artikel 3.9, tweede lid.
Artikel 7.34 overgangsrecht eigendom systemen
-
-
-
Het beheer van een systeem met een spanningsniveau van 110 kilovolt of van 150 kilovolt door een transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit geschiedt voor zover dat, en op een wijze die, in overeenstemming is met de rechten van derden die voortvloeien uit een overeenkomst als bedoeld in artikel V, eerste lid, van de Wet van 23 november 2006 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer (Stb. 2006, 614) met betrekking tot dat systeem.
-
-
-
-
2.Als ingevolge een overeenkomst als bedoeld in het eerste lid, een ander dan een systeembeheerder voor elektriciteit over de eigendom van een systeem beschikt, behoeft, in afwijking van artikel 3.14, de systeembeheerder voor elektriciteit niet over de eigendom van dat systeem te beschikken.
-
-
-
-
3.Indien sprake is van een aansluitpunt als bedoeld in de Gaswet zoals die luidde voor 1 januari 2019 behoeft, in afwijking van artikel 3.14, de transmissie- of distributiesysteembeheerder voor gas niet over de eigendom te beschikken van de aansluitleiding achter het aansluitpunt.
-
-
-
-
4.De transmissiesysteembeheerder voor gas behoeft, in afwijking van artikel 3.14, niet over de eigendom te beschikken van een aansluitleiding en daarmee verbonden hulpmiddelen die een buiten Nederland gelegen gasopslagsysteem verbindt met het transmissiesysteem voor gas indien hij onmiddellijk voorafgaand aan inwerkingtreding van artikel 3.14 niet over de eigendom van deze aansluitleiding en daarmee verbonden hulpmiddelen beschikte.
-
Artikel 7.35 overgangsrecht leidingen op zee
Voor de toepassing van deze wet worden leidingen en daarmee verbonden hulpmiddelen ten behoeve van transport van elektriciteit die één of meer windparken op zee verbinden met een transmissiesysteem voor elektriciteit en waarvoor voor de datum waarop deze wet in werking treedt een vergunning op grond van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of op grond van artikel 6.5 van de Waterwet is verleend, geacht geen onderdeel uit te maken van het transmissiesysteem voor elektriciteit op zee.
Artikel 7.36 werkzaamheden transmissie- of distributiesysteembeheerders
-
-
-
Als op grond van artikel 17, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 10Aa, eerste lid, van de Gaswet, zoals deze luidden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.17, eerste lid, werkzaamheden werden uitgevoerd of uitbesteed, die op grond van artikel 3.17, eerste lid, niet langer zijn toegestaan, mogen deze gedurende vijf jaar worden voortgezet.
-
-
-
-
Indien voor inwerkingtreding van artikel 3.17, eerste lid, een transformator en de daaraan verbonden installaties ter beschikking is gesteld aan een eindafnemer, blijft de systeembeheerder deze transformator en de daaraan verbonden installaties ter beschikking stellen en wordt deze transformator beheerd door de systeembeheerder.
-
Artikel 7.37 overgangsbepaling investeringsplan
-
-
-
Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit stelt voor de eerste maal een investeringsplan als bedoeld in artikel 3.34 op, twee jaar nadat zij voor de laatste maal een investeringsplan heeft opgesteld op grond van artikel 21 van de Elektriciteitswet 1998 zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.34. Tot dat tijdstip wordt het laatste investeringsplan dat is opgesteld op grond van artikel 21 van de Elektriciteitswet 1998 zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.35, vijfde lid, beschouwd als investeringsplan als bedoeld in dat voorschrift.
-
-
-
-
Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor gas stelt voor de eerste maal een investeringsplan als bedoeld in artikel 3.34 op, twee jaar nadat zij voor de laatste maal een investeringsplan heeft opgesteld op grond van artikel 7a van de Gaswet zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.34. Tot dat tijdstip wordt het laatste investeringsplan dat ze op grond van artikel 7a van de Gaswet zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.35, vijfde lid, beschouwd als investeringsplan als bedoeld in dat voorschrift.
-
Artikel 7.38 overgangsbepaling gebiedsindeling
-
-
-
Het besluit van de Autoriteit Consument en Markt van 21 april 2016 inzake de Gebiedsindeling elektriciteit, als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel d, van de Elektriciteitswet 1998, zoals dat is gepubliceerd op de website van de Autoriteit Consument en Markt, en zoals dat nadien is gewijzigd, wordt geacht te zijn een besluit genomen krachtens artikel 3.37, eerste lid. De Autoriteit Consument en Markt publiceert dit besluit in de Staatscourant.
-
-
-
-
Het besluit van de Autoriteit Consument en Markt van 21 april 2016 inzake de Gebiedsindeling gas, onderdeel van de voorwaarden als bedoeld in artikel 12b van de Gaswet, zoals dat is gepubliceerd op de website van de Autoriteit Consument en Markt, en zoals dat nadien is gewijzigd, wordt geacht te zijn een besluit genomen krachtens artikel 3.37, eerste lid.
-
Artikel 7.39 overgangsbepaling aanwijzen gebieden waar verbod aansluiten nieuwbouw niet geldt of waar een alternatieve infrastructuur voor warmte aanwezig is
Artikel 7.40 overgangsbepaling methodebesluiten en tarievenbesluiten
-
-
-
Indien op basis van artikel 41, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998, zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.108, of op basis van artikel 81, eerste lid, of 82, tweede lid, van de Gaswet, zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.108, een methodebesluit is vastgesteld waarvan de geldigheidsperiode nog niet is verstreken, wordt dit methodebesluit geacht te zijn vastgesteld op basis van artikel 3.108, eerste lid.
-
-
-
-
Indien op basis van artikel 41a, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998, zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.109, of op basis van artikel 81a, eerste lid, of 82, vierde lid, van de Gaswet, zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.108, een besluit is vastgesteld waarvan de geldigheidsperiode nog niet is verstreken, wordt dit besluit geacht te zijn vastgesteld op basis van artikel 3.109, eerste lid.
-
-
-
-
In de situaties, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt het tarievenbesluit, in afwijking van artikel 3.110, tweede lid, vastgesteld met inachtneming van artikel 41c van de Elektriciteitswet 1998, zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.110, respectievelijk artikel 81c of 82, vijfde lid, van de Gaswet, zoals deze luidden onmiddellijk voorafgaand aan inwerkingtreding van artikel 3.110.
-
-
-
-
Indien op basis van artikel 42b, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.118, een methodebesluit is vastgesteld, wordt dit methodebesluit geacht te zijn vastgesteld op basis van artikel 3.118, tweede lid.
-
-
-
-
In de situatie, bedoeld in het vierde lid, wordt het besluit dat wordt vastgesteld met overeenkomstige toepassing van artikel 3.110, in afwijking van dat artikel 3.118, tweede lid, vastgesteld met inachtneming van de relevante bepalingen bij of krachtens de Elektriciteitswet 1998, zoals deze luidden onmiddellijk voorafgaand aan inwerkingtreding van artikel 3.118, voor het vaststellen van de totale toegestane of beoogde inkomsten voor een betreffend jaar.
-
Artikel 7.41 overgangsbepaling meettarieven
-
-
-
De tarieven voor het in gebruik geven en beheren van een meetinrichting, als bedoeld in artikel 3.51, worden vastgesteld op basis van artikel 40a van de Elektriciteitswet 1998 respectievelijk artikel 81e, tweede lid, van de Gaswet en de krachtens deze artikelen vastgestelde Regeling meettarieven, zoals die luidden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, tot het moment waarop voor de eerste maal na inwerkingtreding van deze wet de op grond van artikel 3.110 vastgestelde tarieven in werking treden.
-
-
-
-
Voor het vaststellen van de tarieven voor het in gebruik geven en beheren van een meetinrichting, als bedoeld in artikel 3.51, betrekt de Autoriteit Consument en Markt bij de toepassing van artikel 3.110, tweede lid, de verschillen die de Autoriteit Consument en Markt vanaf 2011 jaarlijks heeft vastgesteld op basis van artikel 4a van de Regeling meettarieven zoals die luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet.
-
-
-
-
De cumulatieve verschillen, bedoeld in het tweede lid, worden over een door de Autoriteit Consument en Markt te bepalen periode gebruikt om de totale toegestane of beoogde inkomsten en de tarieven voor het in gebruik geven en beheren van een meetinrichting, als bedoeld in artikel 3.51, te corrigeren.
-
Artikel 7.42 overgangsbepaling tariefstructuren en voorwaarden
-
-
-
Tariefstructuren of voorwaarden die onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.121 overeenkomstig hoofdstuk 3, paragraaf 5, van de Elektriciteitswet 1998 en paragraaf 2.2 van de Gaswet van kracht waren, worden, voor zover vallend binnen de reikwijdte van artikel 3.119, eerste lid, beschouwd als op grond van artikel 3.121 goedgekeurde methoden of voorwaarden.
-
-
-
-
Als onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen 3.120 en 3.121 een voorstel, dan wel een vaststellingsbesluit in voorbereiding is overeenkomstig hoofdstuk 3, paragraaf 5, van de Elektriciteitswet 1998 of paragraaf 2.2 van de Gaswet, blijven laatstgenoemde paragrafen van toepassing op de verdere voorbereiding en totstandkoming van het voorstel en het vaststellingsbesluit.
-
-
-
-
Op een overeenkomst tussen een transmissie- of distributiesysteembeheerder of de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee en een aangeslotene, netgebruiker, marktdeelnemer of balanceringsverantwoordelijke die onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van paragraaf 3.6.5 van kracht was, zijn de methoden of voorwaarden, bedoeld in artikel 3.121, van toepassing.
-
Artikel 7.43 overgangsbepaling ontheffing methoden en voorwaarden
Artikel 7.44 overgangsbepaling methoden en voorwaarden met Europese grondslag
-
-
-
Methoden of voorwaarden die zijn goedgekeurd op grond van een krachtens artikel 10Aa, achtste lid, of 39 van de Elektriciteitswet 1998 of artikel 2b, zevende lid, of 35a van de Gaswet vastgestelde algemene maatregel van bestuur worden in geval van een transmissiesysteembeheerder en in geval van een krachtens artikel 4 van verordening 2015/1222 door de Autoriteit Consument en Markt aangewezen benoemde elektriciteitsmarktbeheerder gelijkgesteld met methoden of voorwaarden als bedoeld in artikel 3.121, tweede lid, en in geval van een interconnectorsysteembeheerder met methoden of voorwaarden als bedoeld in artikel 3.123.
-
-
-
-
Op een overeenkomst tussen een transmissiesysteembeheerder of de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee en een aangeslotene, netgebruiker, marktdeelnemer, of balanceringsverantwoordelijke die onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van paragraaf 3.6.5 van kracht was, zijn de methoden of voorwaarden van de transmissiesysteembeheerder, bedoeld het eerste en tweede lid, van toepassing.
-
Artikel 7.45 overgangsrecht ontheffingen
-
-
-
Als op grond van artikel 16, vierde lid, onderdeel b, van de Elektriciteitswet 1998 zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.26, eerste lid, onderdeel c, een ontheffing is verleend, wordt deze ontheffing voor de duur daarvan aangemerkt als een ontheffing als bedoeld in artikel 3.26, eerste lid, onderdeel c.
-
-
-
Artikel 7.46 overgangsbepaling omschakelen
-
-
-
Als op grond van artikel 10j, eerste lid, van de Gaswet, zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2.64, eerste lid, een planning voor de buitenwerkingstelling is ingediend, wordt deze planning aangemerkt als een planning als bedoeld in artikel 2.64, eerste lid.
-
-
-
-
Als op grond van artikel 10k, derde lid, van de Gaswet, zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.71, derde lid, een bindende gedragslijn is opgelegd, wordt deze bindende gedragslijn aangemerkt als een bindende gedragslijn als bedoeld in artikel 3.71, derde lid.
-
-
-
-
Als op grond van artikel 10l, eerste, tweede of derde lid, van de Gaswet, zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2.65 een ontheffing is opgelegd, worden deze ontheffingen aangemerkt als ontheffingen als bedoeld in artikel 2.65, eerste, tweede respectievelijk derde lid.
-
Artikel 7.47 overgangsrecht bestaande experimenten
Artikel 7.48 overgangsrecht kleine velden
Artikel 66d, vierde lid, van de Gaswet zoals dat luidde voor inwerkingtreding van het bij koninklijke boodschap van 19 mei 2020 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Mijnbouwwet (het verwijderen of hergebruiken van mijnbouwwerken en investeringsaftrek) (Kamerstukken 35 462) blijft van toepassing op reeds aangegane verplichtingen ter uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 54, eerste lid, onderdeel b, van de Gaswet zoals dat luidde voor inwerkingtreding van dat voorstel van wet.
Artikel 7.49 overgangsrecht aansluiting voor gas
Artikel 7.50 overgangsrecht raffinaderijgas
De gaskwaliteitseisen in bijlage 3 bij de Regeling gaskwaliteit, zoals die luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 1 en artikel 3.38, eerste lid, blijven van toepassing het raffinaderijgas-systeem, bedoeld in bijlage 8 bij die regeling.
Artikel 7.51 overgangsrecht aanhangige procedures
-
-
-
De op het tijdstip van inwerkingtreding van de desbetreffende bepaling van deze wet aanhangige aanvragen tot en verzoeken om het nemen van besluiten op grond van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet en bezwaren tegen besluiten op grond van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet worden, met uitzondering van de besluiten en bezwaren tegen besluiten, bedoeld in artikel 7.42, tweede lid, geacht met ingang van dat tijdstip van rechtswege aanvragen, verzoeken en bezwaren te zijn op grond van deze wet.
-
Artikel 7.52 overgangsregime meten
-
-
-
De artikelen 4, 5, 6, eerste en tweede lid, en 9 van het Besluit op afstand uitleesbare meetinrichtingen, zoals die luidden onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2.46, blijven na inwerkingtreding van artikel 2.46 van toepassing, totdat de bij ministeriële regeling te stellen regels, bedoeld in dat artikel, zijn vastgesteld en in werking getreden.
-
-
-
-
De door de Autoriteit Consument en Markt op grond van hoofdstuk 3, paragraaf 5, van de Elektriciteitswet 1998 vastgestelde voorwaarden ten aanzien van het meten van gegevens, zoals die luidden onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen 2.46, 2.48, 2.61, 3.52, 3.55, 3.56, 3.57, 3.58, 3.60, 4.2, 4.5 tot en met 4.7 en 4.13, blijven na inwerkingtreding van die artikelen van toepassing, totdat de bij ministeriële regeling te stellen regels, bedoeld in die artikelen, zijn vastgesteld en in werking getreden.
-
-
-
-
De door de Autoriteit Consument en Markt op grond van hoofdstuk 2, paragraaf 2.2, van de Gaswet vastgestelde voorwaarden ten aanzien van het meten van gegevens, zoals die luidden onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen 2.46, 2.48, 2.55, 3.52, 3.55, 3.56 tot en met 3.58, 3.60, 4.2, 4.5 tot en met 4.7 en 4.13, blijven na inwerkingtreding van die artikelen van toepassing, totdat de bij ministeriële regeling te stellen regels, bedoeld in die artikelen, zijn vastgesteld en in werking getreden.
-
-
-
-
Voor zover de in het tweede en derde lid bedoelde voorwaarden betrekking hebben op de uitwisseling van gegevens, blijven deze voorwaarden na inwerkingtreding van hoofdstuk 4 van toepassing, totdat de bij ministeriële regeling te stellen regels, bedoeld in hoofdstuk 4, zijn vastgesteld en in werking getreden.
-
Artikel 7.53 overgangsregime gegevensuitwisseling
-
-
-
Artikel 13 van het Besluit factuur, verbruiks- en indicatief kostenoverzicht energie, zoals dat luidde onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 4.9, blijft na inwerkingtreding van artikel 4.9 van toepassing, totdat de bij ministeriële regeling te stellen regels, bedoeld in artikel 4.9, derde lid, zijn vastgesteld en in werking getreden.
-
-
-
-
De door de Autoriteit Consument en Markt op grond van hoofdstuk 4 van de Elektriciteitswet 1998 en hoofdstuk 3 van de Gaswet vastgestelde voorwaarden, zoals deze luidden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van hoofdstuk 4, blijven na inwerkingtreding van hoofdstuk 4 van toepassing, totdat de bij ministeriële regeling te stellen regels, bedoeld in die artikelen, zijn vastgesteld en in werking getreden.
-
-
-
-
Voor zover de in het tweede lid bedoelde voorwaarden betrekking hebben op het meten van gegevens, blijven deze voorwaarden na inwerkingtreding van de artikelen 2.48, 2.54, 2.55, 3.57 tot en met 3.60 van toepassing, totdat de bij ministeriële regeling te stellen regels, bedoeld in die artikelen, zijn vastgesteld en in werking getreden.
-
De volgende wetten worden ingetrokken:
-
-
-
de Wet van 1 juli 2004 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter uitvoering van richtlijn 2003/54/EG (PbEG L 176), verordening 1228/2003 (PbEG L 176) en richtlijn 2003/55/EG (PbEG L 176), alsmede in verband met de aanscherping van het toezicht op het netbeheer (wijziging Elektriciteitswet 1998 en Gaswet in verband met implementatie en aanscherping toezicht netbeheer);
-
-
-
-
de Wet 8 mei 2008 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 in verband het beëindigen van de taak van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet tot verstrekking van subsidie ten behoeve van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie alsmede ter bevordering van een doelmatig gebruik van warmte;
-
-
-
-
de Wet van 2 december 2010 tot wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998, tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid en houdende regels met betrekking tot de voorrang voor duurzame elektriciteit, alsmede enkele andere wijzigingen van deze wetten;
-
Artikel 7.55 vervallen artikelen of onderdelen
Verschillende artikelen van afdeling 7.2, of onderdelen daarvan, komen te vervallen op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Deze wet wordt aangehaald als: Energiewet.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot
Gegeven te ’s-Gravenhage, 11 december 2024
Willem-Alexander
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark
Uitgegeven de drieëntwintigste januari 2025
De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel
XHistnoot histnoot
Kamerstuk 36 378