De eerste honderd dagen van Mark Rutte bij de NAVO - Hoofdinhoud
Zelden of nooit zal een secretaris-generaal (SG) van de NAVO zo’n turbulente eerste honderd dagen hebben meegemaakt als Mark Rutte, die op 1 oktober 2024 aantrad in deze functie.
De escalatie van de oorlog in Oekraïne, de explosieve situatie in het Midden-Oosten en de Amerikaanse verkiezingen zetten de geopolitiek op scherp. Tegelijkertijd maakten juist de kandidatuur van Donald Trump en de Russische dreiging Rutte zo’n aantrekkelijke kandidaat als SG van de NAVO.
Als premier had hij immers meerdere malen op internationaal niveau het voortouw genomen in de steun voor Oekraïne – bijvoorbeeld in het leveren van F-16’s – terwijl hij ook bekend stond als “Trump whisperer” door zijn assertieve en tegelijkertijd aimabele houding richting Trump. Hij was er immers als enig staatshoofd in geslaagd om Trump terecht te wijzen en ook het feit dat Trump tijdens zijn eerste termijn niet de stekker uit de NAVO trok wordt herhaaldelijk op Ruttes conto geschreven.
Rutte viel in de persconferentie bij zijn aantreden op 1 oktober 2024 meteen al op door zijn ontspannen houding– hij moest door zijn bewakers worden afgevoerd terwijl hij nog een informeel onderonsje had met een journalist.
Tegelijkertijd probeerde hij de zorgen over een eventuele verkiezing van Trump weg te nemen, door te benadrukken te moeten werken “met wie er ook maar op de dansvloer is” en zowel Kamala Harris als Donald Trump te prijzen.
Zijn prioriteit lag echter niet bij de Verenigde Staten, maar bij Oekraïne. Vrijwel direct na zijn aantreden vloog Rutte naar Oekraïne om de Oekraïense president Zelensky te laten zien dat hij aan de steun van de NAVO niet hoefde te twijfelen.
Dat lidmaatschap van de NAVO zou komen “als de tijd daar rijp voor is”, zei Mark Rutte toen Zelensky hem op 16 oktober 2024 met een “overwinningsplan” in een lastige positie manoeuvreerde door een snelle formele uitnodiging om lid te worden van de NAVO te eisen als voorwaarde voor een overwinning.
Opeens toonde Rutte zich van een andere kant: hij gaf Zelensky impliciet te verstaan dat hij niet te hoog van de toren moest blazen door diplomatiek te benadrukken dat "er veel kwesties zijn die we beter moeten begrijpen".
Een paar dagen later werd Rutte alweer gedwongen steviger taal te uiten, toen bleek dat er Noord-Koreaanse militairen actief waren in de door Oekraïne bezette Russische grensregio Koersk. Volgens Rutte betekende dit “een aanzienlijke escalatie in de illegale oorlog van Rusland” en toonde het tegelijkertijd de wanhoop van het Kremlin; op die manier probeerde hij Poetin in ieder geval in retoriek schaakmat te zetten.
Voor de NAVO was het lastig om op een andere manier een vuist te maken. Toch droeg deze Russische zet uiteindelijk bij aan de toestemming van Joe Biden, destijds president van de Verenigde Staten, om Oekraïne langeafstandsraketten op Russisch grondgebied te laten gebruiken - iets wat ongetwijfeld op de steun van Rutte kon rekenen.
Vervolgens werd Rutte geconfronteerd met de verkiezingswinst van Trump op 5 november 2024. Hij zal zich wel even achter de oren hebben gekrabd na de “landslide victory” van een veroordeelde president die meermaals heeft gezegd de stekker uit de NAVO te willen trekken.
Hij feliciteerde Trump heel tactisch door te wijzen op het belang van zijn “leiderschap” voor de NAVO en ging op 22 november 2024 bij hem langs op Mar-a-Lago, waar hij Trump probeerde te overtuigen dat een eventuele overwinning van Rusland ook voor de Amerikanen een levensgroot veiligheidsvraagstuk zou zijn, iets wat hij op 2 december kracht bij zette door een toonaangevend interview in The Financial Times.
Dat lijkt effect te hebben gehad, want daarna is Trump betrekkelijk stil geweest over de NAVO en heeft hij met Marco Rubio juist een “secretary of state” gekozen die nota bene zelf met succes een wet heeft ingediend om te voorkomen dat een Amerikaanse president eigenhandig de stekker uit de NAVO kan trekken.
De timing van het interview in The Financial Times was geen toeval, want van 3 tot 4 december moest Rutte er tijdens de “NATO Foreign Ministers Meeting” voor zorgen dat de NAVO-lidstaten Oekraïne bleven steunen. Op dat moment zongen de uitlatingen van Trump om de oorlog in Oekraïne binnen een etmaal te beëindigen al rond en was het des te urgenter om te voorkomen dat Oekraïne in mogelijke onderhandelingen al op voorhand op achterstand stond.
In Carnegie Centrum op 12 december deed de NAVO secretaris-generaal daar nog een schepje bovenop: in een speech getiteld “To prevent war, NATO must spend more” benadrukte Rutte dat het “tijd [was] om ons geestelijk voor te bereiden op oorlog”.
Met een mogelijke derde wereldoorlog op het netvlies zette hij zijn pleidooi om de NAVO-norm van 2% aanzienlijk op te krikken kracht bij en nam hij Trump de wind uit de zeilen.
Toen de Amerikaanse president op een later moment verkondigde dat de NAVO-norm tot minimaal 5% moest worden opgeschroefd, gaf hij Rutte daarmee indirect een steuntje in de rug. Dat bleek ook uit Ruttes toespraak bij het Europees Parlement op 13 januari 2025, vlak na zijn eerste honderd dagen, waarin hij de noodzaak onderschreef om de NAVO-norm naar 3,7% van het BBP per lidstaat te verhogen.
Ruttes felicitaties aan de Amerikaanse president na zijn inauguratie op maandag 21 januari 2025 zijn een mooi voorbeeld van zijn aimabele assertiviteit: Hij begint zijn berichtje op X met de woorden “With president Trump in charge we will turbo-charge defence spending & production” en eindigt met “Together we can achieve peace through strength – through NATO”.
Zo slaat Rutte twee vliegen in een klap: hij vormt een front met Trump wat betreft het NAVO-budget en zet hem vriendelijk voor het blok door te benadrukken dat “peace through strength” alleen mogelijk is via de NAVO. Tot nu toe lijkt Rutte erin te zijn geslaagd om de gelederen binnen de NAVO gesloten te houden, Oekraïne te steunen en Trump aan boord te houden.
Terwijl de Amerikaanse president de rechtsorde van na de Tweede Wereldoorlog met de voeten treedt, heeft Rutte als secretaris-generaal van de NAVO in zijn eerste honderd dagen een goed begin gemaakt met het waarborgen van de weerbaarheid van onze vrijheid en democratie.
Laurien Crump is onderzoeker bij het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen en publiceert regelmatig over internationale betrekkingen in heden en verleden.