Amendement Bushoff/Beckerman over het waarborgen dat de op te leggen heffing het juridisch maximaal haalbare is - Hoofdinhoud

Dit amendement i is onder nr. 11 toegevoegd aan wetsvoorstel 36566 - Herstel van omissies en het aanbrengen van verduidelijkingen.

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

2

Vergaderjaar 2024-2025

36 566

Wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met het herstel van omissies en het aanbrengen van verduidelijkingen

Nr. 11

AMENDEMENT VAN de leden Bushoff en Beckerman

Ontvangen 29 januari 2025

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel I, onderdeel I, wordt als volgt gewijzigd:

• 1. 

  Het derde lid komt te luiden:

• 3. 

  De heffing is gelijk aan de kosten die op grond van het eerste lid maximaal zijn toe te rekenen aan de exploitant.

• 2. 

  Onderdeel 3 vervalt.

Toelichting

Dit amendement regelt dat de heffing op de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), exploitant van het Groningenveld, wettelijk wordt gemaximaliseerd binnen het juridische kader. Dit ter voorkoming dat er in de toekomst kan worden besloten om de heffing op de NAM lager in te stellen dan het juridisch maximale. De NAM heeft namelijk een ereschuld en een morele verplichting om mee te betalen aan alle kosten als gevolg het van de gaswinning in Groningen.

Aan het Groningen gas zijn honderden miljarden euro’s verdiend, waarvan tientallen miljarden dividend zijn uitgekeerd aan aandeelhouders van Shell en ExxonMobil. Ondanks deze exorbitante winst probeert de NAM zo min mogelijk bij te dragen aan het schadeherstel in Groningen en Noord-Drenthe. De NAM heeft inmiddels een deel van de betalingen stilgezet en is een arbitragezaak begonnen tegen de overheid. Daarnaast hebben ze nooit toegegeven aan het moreel appel voor een vrijwillige bijdrage. Zodoende achten wij het van groot belang om het juridisch maximaal mogelijke te heffen op de NAM.

Bushoff

Beckerman