Nota naar aanleiding van het verslag - Vaststelling van de begrotingsstaat van het Defensiematerieelbegrotingsfonds voor het jaar 2025

Deze nota naar aanleiding van het verslag i is onder nr. C toegevoegd aan wetsvoorstel 36600 K - Vaststelling begroting Defensiematerieelbegrotingsfonds 2025.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Defensiematerieelbegrotingsfonds voor het jaar 2025; Nota naar aanleiding van het verslag
Document­datum 14-02-2025
Publicatie­datum 14-02-2025
Nummer KST36600KC
Kenmerk 36600 K, nr. C
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2024-2025

 

36 600 K

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (K) voor het jaar 2025

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 14 februari 2025

Hierbij stuur ik u, mede namens de Staatssecretaris van Defensie, antwoorden op de in het verslag gestelde vragen over de Vaststelling van het Defensiematerieelbegrotingsfonds voor het jaar 2025 (Kamerstuk

36 600 K, B).

De Minister van Defensie,

  • R. 
    Brekelmans

kst-36600-K-C ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2025

Antwoorden op de in het verslag gestelde vragen over de Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensiematerieelbegrotingsfonds (K) voor het jaar 2025 (Kamerstuk 36 600 K, B)

1.

Kan de regering toelichten of er in de begroting verdere aankopen van Israëlische wapensystemen zijn opgenomen of gepland? Zo ja, om hoeveel en welke aankopen, en voor welke bedragen, gaat het dan? En welke overwegingen liggen aan deze aankopen ten grondslag, mede in het licht van het advies van het Internationaal Gerechtshof om handelsbetrekkingen die bijdragen aan de illegale bezetting van Palestijnse gebieden te vermijden? Voor Defensie staat voorop dat onze militairen, binnen de financiële mogelijkheden, tijdig het beste materieel tot hun beschikking hebben. Dit is niet alleen belangrijk voor de doorontwikkeling en modernisering van de krijgsmacht. Een oorlog waarbij de NAVO betrokken raakt binnen enkele jaren behoort tot de mogelijkheden. Als het tot een gewapend conflict zou komen dan zijn onze militairen voor hun eigen veiligheid en hun taakuitvoering afhankelijk van de kwaliteit van hun materieel. Concreet: inferieur materieel kan onze militairen het leven kosten. In sommige gevallen is het beste materieel dat tijdig verkrijgbaar is, afkomstig uit Israël.

Defensie informeert het parlement over materieelinvesteringen van meer dan € 50 miljoen volgens de afspraken die met de Tweede Kamer zijn gemaakt in het Defensie Materieel Proces (DMP).1 Volgens deze DMP-afspraken worden de projectbudgetten openbaar als Defensie met de leveranciers overeenstemming heeft bereikt over de contractvoorwaarden. Zolang nog geen overeenstemming is bereikt, maakt Defensie alleen een bandbreedte bekend waarin het projectbudget zich bevindt, bijvoorbeeld € 50 miljoen - € 250 miljoen. Defensie maakt geen informatie openbaar over het financiële volume van afzonderlijke contracten binnen een bepaald project. Voor de betrokken leveranciers is dit concurrentiegevoelige informatie. Het jaarlijkse Defensie Projectenoverzicht (DPO) bevat gedetailleerde informatie, inclusief financiële informatie over investeringsprojecten.2

In de begroting 2025 zijn geplande investeringen of reeds aangegane verplichtingen opgenomen voor uiteenlopend materieel van Israëlische leveranciers. Veelal gaat het om langjarige verplichtingen of geplande uitgaven. Bij marineschepen gaat het om apparatuur voor elektronische oorlogvoering, langeafstands luchtdoelraketten, langeafstands precisie-munitie en misleidingssystemen. Bij landmaterieel betreft het commando-voeringssystemen voor pantservoertuigen. Bij vliegend materieel gaat het om zelfbeschermingsapparatuur en om optische middelen voor helikoptervliegers.

In sommige gevallen betreft het componenten voor wapensystemen van niet-Israëlische leveranciers. Het projectbudget van dit wapensysteem kan openbaar zijn, maar dit betreft dan het gehele wapensysteem inclusief deze componenten. Voorbeelden van deze componenten zijn zelfbeschermingsapparatuur uit Israël voor Caracal-helikopters uit Frankrijk of C-390 transportvliegtuigen uit Brazilië.

Uitgaande van het antwoord van de Staatssecretaris in een wetgevingsoverleg in de Tweede Kamer afgelopen oktober dat uit zijn onderzoek blijkt dat er geen goede alternatieven zijn voor bepaalde materialen en Nederland hierdoor dus genoodzaakt is om van Israël te blijven kopen, vraagt onze fractie zich af of het kabinet hier ook de afweging maakt dat het strategisch risicovol kan zijn om zo afhankelijk te zijn van één leverancier, zeker gezien de regionale (in dit geval in het Midden-Oosten) en internationale spanningen?

3.

Welke stappen onderneemt de regering om minder afhankelijk te worden van leveranciers uit landen met een zeer discutabele mensenrechtenstatus, zoals Israël?

4.

In hoeverre worden ethische overwegingen meegenomen bij de keuze van leveranciers, zeker in het licht van mogelijke mensenrechtenschendingen door wapenproducenten?

Vanwege de toegenomen internationale dreiging en de veroudering van het huidige materieel, heeft Defensie op zeer korte termijn behoefte aan het beste materieel om de taken van de krijgsmacht te kunnen blijven uitvoeren. Dit is noodzakelijk voor de veiligheid van Nederland en Europa, en de levens van onze militairen zijn ervan afhankelijk. Als het gaat om de herkomst kiest Defensie bij voorkeur voor leveranciers uit Nederland of Europa. Maar als daar geen geschikte mogelijkheden zijn komen andere leveranciers in beeld en daarbij kan het gaan om Israëlische leveranciers.

Ook in deze gevallen is de leveringszekerheid beschouwd. De keuze voor een bepaald wapensysteem levert altijd een afhankelijkheid van de leverancier op, zowel voor de initiële levering, voor de levering van de bijbehorende munitie, en voor de instandhouding zoals door de levering van reservedelen. Defensie maakt altijd een risico-inschatting van de continuïteit van de leverancier en beperkt het risico van een dergelijke afhankelijkheid door het aanleggen van (inzet)voorraden munitie en reservedelen, door de aanschaf van onderhoudsdocumentatie en door het onderhoud (deels) in eigen beheer nemen. Voor elk project worden daarin afgewogen keuzes gemaakt. Dat is bij de verwerving van wapensystemen van Israëlische leveranciers niet anders. Defensie heeft voldoende vertrouwen in de langjarige leveringszekerheid van de gekozen Israëlische leveranciers om met hen in zee te gaan.

Het kabinet ziet geen verband tussen de aanschaf door Defensie van defensiematerieel van buitenlandse leveranciers ten behoeve van de Nederlandse krijgsmacht en eventuele schendingen van mensenrechten door derden.

5.

Hoe verhoudt de verhoging van de Defensie(materieel) begroting zich tot de inzet van Nederland voor conflictpreventie, diplomatie en ontwikkelingssamenwerking?

Zoals uiteengezet in de Defensienota 20243 investeert Defensie met de verhoging van de begroting vooral in capaciteiten die zorgen voor de noodzakelijke afschrikking om Rusland en andere tegenstanders op afstand te houden en daarmee een gewapend conflict te voorkomen. De afschrikking slaagt enkel als deze geloofwaardig is en Nederland samen met bondgenoten in staat is om het eigen grondgebied en dat van bondgenoten bij een gewapend conflict te verdedigen.

Daarnaast blijft Defensie voorbereid op inzet voor stabiliteit op andere plekken in de wereld. De veiligheid en welvaart van Nederland is verbonden met de internationale rechtsorde en stabiliteit. Deze rechtsorde staat in toenemende mate onder druk door de strategische rivaliteit tussen westerse landen en grootmachten zoals Rusland en China. Defensie zet het gehele instrumentarium voor internationale samenwerking geïntegreerd in, inclusief defensiediplomatie en capaciteits-opbouw.

Ontwikkelingssamenwerking valt onder de verantwoordelijkheden van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (BHO). Zoals in het hoofdstuk Internationale Veiligheid van het Regeerprogramma benoemd, is BHO onderdeel van het bredere buitenlandbeleid dat gericht is op een sterk, welvarend en weerbaar Nederland. Passend bij deze inzet wil het kabinet de stabiliteit in kwetsbare landen bevorderen. Bijdragen aan conflictpreventie, wederopbouw, sociaaleconomische vooruitgang en bescherming van burgers in ontwikkelingslanden, waar dat ook onze handel, migratiebeheersing en veiligheid ten goede komt, sluiten aan bij deze inzet.

Om schaalvoordelen te benutten en complementariteit te realiseren tussen politieke, defensie-, en ontwikkelingsinstrumenten zet Nederland deze geïntegreerd en in samenhang in.

Eerste Kamer, vergaderjaar 2024-2025, 36 600 K, C

4

1

Brochure «DMP bij de tijd 2.0» van 23 april 2024, Kamerstuk 27 830, nr. 431

2

DPO van 15 mei 2024 en de Afwijkingsrapportage DPO van 17 september 2024, Kamerstukken 27 830, nrs. 435 en 444

3

Defensienota «Sterk, slim en samen» van 5 september 2024 (Kamerstuk 36 592, nr. 1)


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.