Voorstel van wet - Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 en de Algemene wet bestuursrecht in verband met maatregelen om de asielketen te ontlasten en de instroom van asielzoekers te verminderen (Asielnoodmaatregelenwet)

Dit voorstel van wet i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 36704 - Asielnoodmaatregelenwet i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 en de Algemene wet bestuursrecht in verband met maatregelen om de asielketen te ontlasten en de instroom van asielzoekers te verminderen (Asielnoodmaatregelenwet); Voorstel van wet; Voorstel van wet
Document­datum 08-03-2025
Publicatie­datum 08-03-2025
Nummer KST367042
Kenmerk 36704, nr. 2
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2024-2025

 

36 704

Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 en de Algemene wet bestuursrecht in verband met maatregelen om de asielketen te ontlasten en de instroom van asielzoekers te verminderen (Asielnoodmaatregelenwet)

Nr. 2

VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is maatregelen te nemen om de asielketen te ontlasten en de instroom van asielzoekers te verminderen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE VREEMDELINGENWET 2000

De Vreemdelingenwet 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2w, derde lid, wordt «als bedoeld in de artikelen 28 en 33» vervangen door «als bedoeld in artikel 28».

B

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    In onderdeel d vervalt «een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 33, of».
  • 2. 
    In onderdeel g wordt «de artikelen 20, 33 en 45a» vervangen door «de artikelen 20 en 45a».

C

In artikel 17, eerste lid, onder e, vervalt «dan wel van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 33».

kst-36704-2

ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2025

Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    Het eerste lid vervalt, onder vernummering van het tweede en derde lid tot eerste en tweede lid.
  • 2. 
    In het tweede lid (nieuw) wordt «bedoeld in het tweede lid» vervangen door «bedoeld in het eerste lid».

E

In artikel 27, vierde lid, wordt na «inreisverbod» ingevoegd «of een ongewenstverklaring».

F

Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    In het eerste lid wordt in onderdeel d «artikel 29, tweede lid,» vervangen door «artikel 29, derde lid,».
  • 2. 
    In het eerste lid wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
  • f. 
    ambtshalve de geldigheidsduur van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd te verlengen.
  • 3. 
    Het tweede lid komt te luiden:
  • 2. 
    De verblijfsvergunning voor bepaalde tijd wordt verleend voor ten hoogste drie achtereenvolgende jaren. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen de gevallen worden aangewezen waarin de verblijfsvergunning voor minder dan drie achtereenvolgende jaren wordt verleend en kunnen regels worden gesteld over de verlenging van de geldigheidsduur ervan.

G

Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    Het tweede lid komt te luiden:
  • 2. 
    Een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 kan voorts worden verleend aan de hierna te noemen gezinsleden van de in het eerste lid bedoelde vreemdeling, indien deze op het tijdstip van binnenkomst van die vreemdeling behoorden tot diens gezin en gelijktijdig met die vreemdeling Nederland zijn ingereisd:
  • a. 
    de echtgenoot of het minderjarige kind;
  • b. 
    de vreemdeling die als partner of meerderjarig kind zodanig afhankelijk is van die vreemdeling, dat hij om die reden behoort tot diens gezin;
  • c. 
    de ouders, indien de vreemdeling minderjarig is.
  • 2. 
    Onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde en vijfde lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:
  • 3. 
    Een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 kan voorts worden verleend aan de hierna te noemen gezinsleden van de in het eerste lid bedoelde vreemdeling, indien deze op het tijdstip van binnenkomst van die vreemdeling behoorden tot diens gezin en zijn nagereisd binnen drie maanden nadat aan die vreemdeling een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 is verleend:
  • a. 
    de meerderjarige echtgenoot;
  • b. 
    het biologische of geadopteerde minderjarige kind;
  • c. 
    de ouders, indien die vreemdeling een alleenstaande minderjarige is;
  • d. 
    de minderjarige broer of zus, indien die vreemdeling een alleenstaande minderjarige is, die broer of zus gelijktijdig met een ouder als bedoeld in onderdeel c de aanvraag heeft ingediend en ten laste komt van die ouder.
  • 3. 
    In het vijfde lid (nieuw) wordt «een gezinslid als bedoeld in het tweede lid» vervangen door «een gezinslid als bedoeld in het derde lid».

H

Artikel 30a, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    In onderdeel d wordt «die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van de aanvraag» vervangen door «die de kans aanzienlijk groter maken dat de vreemdeling in aanmerking komt voor bescherming».
  • 2. 
    Onder vervanging van «; of» aan het slot van onderdeel d door een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door «; of» wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
  • f. 
    de vreemdeling de in artikel 40, tweede en derde lid, van de Procedu-rerichtlijn beschreven situaties in het kader van de vorige procedure had kunnen doen gelden, in het bijzonder door zijn recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel krachtens artikel 46 van de Procedurerichtlijn uit te oefenen, tenzij dit buiten zijn toedoen achterwege is gebleven.

I

In artikel 30b, eerste lid, onder g, wordt «onderdeel d of e» vervangen door «onderdeel d, e of f».

J

In artikel 31, achtste lid, wordt «artikel 29, tweede lid,» vervangen door «artikel 29, tweede of derde lid,».

K

Na artikel 31 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 31a

Onverminderd het overigens bij of krachtens deze paragraaf bepaalde kan een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 op basis van een toereikend onderzoek ten gronde overeenkomstig artikel 4 van de Kwalificatierichtlijn worden afgewezen als kennelijk ongegrond in de zin van artikel 30b dan wel ongegrond in de zin van artikel 31, indien:

  • a. 
    de vreemdeling heeft nagelaten te antwoorden op verzoeken om informatie te verstrekken die van wezenlijk belang is voor zijn aanvraag;
  • b. 
    de vreemdeling niet is verschenen bij een gehoor en hij niet binnen een redelijke termijn heeft aangetoond dat dit niet aan hem is toe te rekenen; of
  • c. 
    de vreemdeling is verdwenen of zonder toestemming van Onze Minister is vertrokken en hierover toerekenbaar niet binnen een termijn van twee weken contact heeft opgenomen met de bevoegde autoriteiten.

In artikel 32, eerste lid, onder e, wordt «artikel 29, tweede lid,» vervangen door «artikel 29, tweede of derde lid,».

M

In hoofdstuk 3 vervalt afdeling 4, paragraaf 2.

N

Artikel 36 komt te luiden:

Artikel 36

De aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 of tot het verlengen van de geldigheidsduur ervan wordt in afwijking van artikel 2:1, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht ingediend door de vreemdeling of zijn wettelijke vertegenwoordiger.

O

In artikel 37 vervalt het tweede lid, onder vernummering van het derde lid tot tweede lid.

P

Artikel 39 komt te luiden:

De artikelen 4:7 en 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht zijn niet van toepassing op de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel als bedoeld in artikel 28.

Q

Artikel 40 vervalt.

R

Artikel 41 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    In het eerste lid vervalt «dan wel de verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd, bedoeld in artikel 33,».
  • 2. 
    In het eerste lid wordt «zijn de artikelen 38 en 39 van overeenkomstige toepassing» vervangen door «wordt de vreemdeling hiervan onder opgave van redenen schriftelijk mededeling gedaan» en wordt toegevoegd: «De mededeling kan eveneens betrekking hebben op het voornemen om niet ambtshalve een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 te verlenen dan wel op het voornemen om de uitzetting of overdracht niet op grond van artikel 64 achterwege te laten. Het schriftelijke voornemen wordt aan de vreemdeling medegedeeld door uitreiking of toezending ervan. De op de aanvraag betrekking hebbende stukken worden bij de schriftelijke mededeling gevoegd, voor zover de vreemdeling geen kennis kan hebben van de inhoud van deze stukken.»
  • 3. 
    Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
  • 2. 
    De vreemdeling brengt zijn zienswijze in afwijking van artikel 4:9 van de Algemene wet bestuursrecht schriftelijk naar voren binnen de door Onze Minister bepaalde redelijke termijn.
  • 4. 
    Aan het derde lid (nieuw) wordt toegevoegd: «Artikel 38 is van overeenkomstige toepassing.»
  • 5. 
    Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
  • 4. 
    In de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 37, worden regels gesteld omtrent de termijn, bedoeld in het tweede lid, alsmede de toepassing van de voorgaande leden.

S

Artikel 42 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    In het eerste lid vervalt «, dan wel een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 33,».
  • 2. 
    Het derde lid vervalt, onder vernummering van het vierde tot en met zevende lid tot derde tot en met zesde lid.
  • 3. 
    In het vierde lid (nieuw) wordt «bedoeld in het vierde lid» vervangen door «bedoeld in het derde lid».

T

In artikel 43a, tweede lid, wordt «De artikelen 42, vierde lid,» vervangen door «De artikelen 42, derde lid,».

U

Artikel 44 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    Het vierde lid vervalt, onder vernummering van het vijfde lid tot vierde lid.
  • 2. 
    In het vierde lid (nieuw) vervalt de laatste zin.

V

Artikel 45 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    In het eerste lid, vervalt «of voor onbepaalde tijd, bedoeld in artikel 33,».
  • 2. 
    Het tweede lid komt te luiden:
  • 2. 
    Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing indien een verblijfsvergunning is ingetrokken of niet verlengd.
  • 3. 
    In het achtste lid wordt na «inreisverbod» ingevoegd «of een ongewenstverklaring».

W

In artikel 45b, eerste lid, onder e, wordt «artikel 29, tweede lid,» vervangen door «artikel 29, tweede of derde lid,».

Artikel 45c, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. 
    Op het document, bedoeld in artikel 9, van de vreemdeling aan wie een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen is verleend, wordt de aantekening «Internationale bescherming op [datum] verleend door Nederland» geplaatst, indien de vreemdeling direct voorafgaande aan de aanvraag in het bezit was van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28, die is verleend op grond van artikel 29, eerste lid, onder a of b, tenzij de grond voor die verlening is vervallen.

Y

Artikel 45f komt te luiden:

Artikel 45f

Indien Onze Minister voornemens is om de EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen met op het aan de vreemdeling verstrekte document, bedoeld in artikel 9, de aantekening als bedoeld in artikel 45c, eerste lid, in te trekken, is artikel 41 van overeenkomstige toepassing.

Z

In artikel 59, vierde lid, vervalt de laatste zin.

AA

In artikel 59b, tweede lid, vervalt «, tenzij toepassing is gegeven aan artikel 39. In dat geval duurt de bewaring niet langer dan zes weken».

BB

In artikel 62a, tweede lid, wordt na «inreisverbod» ingevoegd «of een ongewenstverklaring».

CC

Artikel 67 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    In het eerste lid, aanhef, wordt «Tenzij afdeling 3 van toepassing is,» vervangen door «Onverminderd artikel 66a, eerste en tweede lid,».
  • 2. 
    In het derde lid wordt «In afwijking van artikel 8» vervangen door «In afwijking van artikel 8 en met uitzondering van het rechtmatig verblijf van de vreemdeling die een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 heeft ingediend zolang op die aanvraag nog niet is beslist en de behandeling van deze aanvraag op grond van deze wet in Nederland mag worden afgewacht,».

DD

Artikel 68, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. 
    Onze Minister kan ambtshalve of wegens gewijzigde omstandigheden dan wel op aanvraag van de vreemdeling besluiten tot opheffing of tijdelijke opheffing van de ongewenstverklaring.

EE

In artikel 73, tweede lid, onder d, wordt «tweede lid» vervangen door «eerste lid».

FF

Artikel 79 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    In het eerste lid, onder a, wordt «de artikelen 28 en 33» vervangen door «artikel 28».
  • 2. 
    In het eerste lid, onder b, vervalt «of artikel 33».
  • 3. 
    Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onder d, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
  • e. 
    een besluit om niet ambtshalve een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 te verlenen dan wel een besluit om de uitzetting of overdracht niet op grond van artikel 64 achterwege te laten dat tegelijkertijd met een besluit omtrent een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 is genomen, mits de vreemdeling bij de voorbereiding van laatstgenoemd besluit in de gelegenheid is gesteld omstandigheden aan te voeren die daarvoor relevant kunnen zijn.
  • 4. 
    In het derde lid wordt «bedoeld in de artikelen 39 en 41» vervangen door «bedoeld in artikel 41».

GG

Artikel 83 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    In het tweede lid, onder a, wordt «bedoeld in de artikelen 28 en 33» vervangen door «bedoeld in artikel 28».
  • 2. 
    In het tweede lid, onder b, vervalt «of 33».
  • 3. 
    In het zevende lid, onder b, wordt «bedoeld in de artikelen 28 en 33» vervangen door «bedoeld in artikel 28» en vervalt «of 33».

HH

In artikel 83c, vierde lid, onder b, wordt «als bedoeld in artikel 14, 20, 28 of 33» vervangen door «als bedoeld in artikel 14, 20 of 28».

II

In artikel 114 wordt «de verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 of artikel 33» vervangen door «een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28».

ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE ALGEMENE WET BESTUURSRECHT

In bijlage I bij de Algemene wet bestuursrecht wordt de zinsnede met betrekking tot de Vreemdelingenwet 2000 als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    Onder verlettering van onderdelen e en f tot f en g wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
  • e. 
    een ongewenstverklaring als bedoeld in artikel 67, eerste lid, waartoe is besloten door middel van een zelfstandige beschikking jegens een vreemdeling voor wie ook een terugkeerbesluit geldt of wiens aanvraag als bedoeld in artikel 28 niet is ingewilligd dan wel wiens vergunning als bedoeld in artikel 28 is ingetrokken of niet is verlengd
  • 2. 
    Aan onderdeel f (nieuw) wordt toegevoegd «of van een ongewenstverklaring van een vreemdeling jegens wie ook een terugkeerbesluit geldt of wiens aanvraag als bedoeld in artikel 28 niet is ingewilligd dan wel wiens vergunning als bedoeld in artikel 28 is ingetrokken of niet is verlengd».

ARTIKEL III. OVERGANGSRECHT

  • 1. 
    Op reeds verleende verblijfsvergunningen voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 33 van de Vreemdelingenwet 2000 blijft het recht gelden zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet.
  • 2. 
    Op lopende aanvragen tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 waarin reeds toepassing is gegeven aan artikel 39 van de Vreemdelingenwet 2000 blijven de artikelen 39 en 79, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 gelden zoals die luidden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet.
  • 3. 
    Voor bewaringen van vreemdelingen die een aanvraag hebben ingediend tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000, waarbij reeds toepassing is gegeven aan artikel 39 van de Vreemdelingenwet 2000, blijven de artikelen 59, vierde lid, en 59b, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 gelden zoals die luidden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet.

ARTIKEL IV. SAMENLOOP MET DE WET HERZIENING REGELS NIET TIJDIG BESLISSEN IN VREEMDELINGENZAKEN

Indien het bij koninklijke boodschap van 2 maart 2021 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in herziening van de regels voor niet tijdig beslissen op aanvragen op grond van de Vreemdelingenwet 2000 (Wet herziening regels niet tijdig beslissen in vreemdelingenzaken) (Kamerstukken 35 749) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel A, van die wet:

  • a. 
    eerder in werking treedt of is getreden dan artikel I, onderdeel S, van deze wet, komt onderdeel S, onder 3, van deze wet te luiden:
  • 3. 
    In het vierde lid (nieuw) wordt «de in het eerste en vierde lid genoemde termijnen» vervangen door «de in het eerste en derde lid genoemde termijnen».
  • b. 
    later in werking treedt dan artikel I, onderdeel S, van deze wet, komt artikel I, onderdeel A, van die wet te luiden:

Artikel 42, vierde lid, komt te luiden:

  • 4. 
    Bij wijze van uitzondering kunnen, in naar behoren gerechtvaardigde gevallen, de in het eerste en derde lid genoemde termijnen met ten hoogste drie maanden worden verlengd indien dit noodzakelijk is met het oog op een behoorlijke en volledige behandeling van de aanvraag.

ARTIKEL V. SAMENLOOP MET DE WET TOT WIJZIGING VAN DE VREEMDELINGENWET 2000 IN VERBAND MET VERLENGING VAN DE BESLISTERMIJNEN IN ASIEL- EN NAREISZAKEN

  • 1. 
    Indien het bij koninklijke boodschap van 25 april 2023 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met verlenging van de beslistermijnen in asiel- en nareiszaken (36 349) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel B, van die wet later in werking treedt dan artikel I, onderdeel G, van deze wet, wordt in artikel I, onderdeel B, van die wet de aanduiding «5.» vervangen door «6.»
  • 2. 
    Indien het bij koninklijke boodschap van 25 april 2023 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met verlenging van de beslistermijnen in asiel- en nareiszaken (Kamerstukken 36 349) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel C, van die wet:
  • a. 
    eerder in werking treedt of is getreden dan artikel I, onderdeel S, van deze wet, komt artikel I, onderdeel S, onder 3, van deze wet te luiden:
  • 3. 
    In het vierde lid (nieuw) wordt «de in het eerste en vierde lid genoemde termijnen» vervangen door «de in het eerste en derde lid genoemde termijnen».
  • b. 
    later in werking treedt dan artikel I, onderdeel S, van deze wet, komt artikel I, onderdeel C, van die wet te luiden:

C

Artikel 42, vierde lid, komt te luiden:

  • 4. 
    Bij wijze van uitzondering kunnen, in naar behoren gerechtvaardigde gevallen, de in het eerste en derde lid genoemde termijnen met ten hoogste drie maanden worden verlengd indien dit noodzakelijk is met het oog op een behoorlijke en volledige behandeling van de aanvraag.

ARTIKEL VI. SAMENLOOP MET DE VERZAMELWET JUSTITIE EN VEILIGHEID EN ASIEL EN MIGRATIE 20XX

Indien het bij koninklijke boodschap van 19 oktober 2024 ingediende voorstel van wet tot wijziging van enkele wetten op het gebied van Justitie en Veiligheid en op het gebied van Asiel en Migratie in verband met aanpassingen van overwegend technische aard (Verzamelwet Justitie en Veiligheid en Asiel en Migratie 20XX) (36 638) tot wet is of wordt verheven en artikel XXII, onderdeel I, van die wet later in werking treedt dan artikel I, onderdeel N van deze wet, komt artikel XXII, onderdeel I, van die wet te vervallen.

ARTIKEL VII. SAMENLOOP MET DE WET INVOERING TWEESTA-TUSSTELSEL

Indien het voorstel van wet tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de introductie van een tweestatusstelsel en het aanscherpen van de vereisten bij nareis (Wet invoering tweestatusstelsel) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel C, van die wet:

  • 1. 
    eerder in werking treedt dan artikel I, onderdeel H, van deze wet, dan vervallen in deze wet de onderdelen F, onder 1, G, J, L en W;
  • 2. 
    later in werking treedt dan artikel I, onderdeel H, van deze wet, wordt die wet als volgt gewijzigd:
  • a. 
    Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

1°. In onderdeel A vervalt onderdeel 3;

2°. Onderdeel C komt te luiden:

C

Artikel 29, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. 
    Een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 kan worden verleend aan de vreemdeling die verdragsvluchteling is.

3°. Onderdeel F, onder 2, komt te luiden:

  • 2. 
    In het achtste lid wordt «artikel 29, tweede of derde lid» vervangen door «artikel 29, tweede of derde lid, of artikel 29a, tweede of derde lid» en «artikel 29, eerste lid» vervangen door «artikel 29, eerste lid of artikel 29a, eerste lid».

4°. Onderdeel G, onder 1, onder b, komt te luiden:

  • b. 
    In onderdeel e wordt «artikel 29, tweede of derde lid» vervangen door «artikel 29, tweede of derde lid, of artikel 29a, tweede of derde lid» en wordt «artikel 29, eerste lid» vervangen door «artikel 29, eerste lid of artikel 29a, eerste lid».

5°. Onderdeel I, onder 2, komt te luiden:

  • 2. 
    In onderdeel e wordt «artikel 29, tweede of derde lid» vervangen door «artikel 29, tweede of derde lid of artikel 29a, tweede of derde lid» en wordt «artikel 29, eerste lid, onder a of b» vervangen door «artikel 29, eerste lid, of 29a, eerste lid»
  • b. 
    Artikel II, onder B, vervalt.

ARTIKEL VIII. INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL IX. CITEERTITEL

Deze wet wordt aangehaald als: Asielnoodmaatregelenwet.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Asiel en Migratie,

Tweede Kamer, vergaderjaar 2024-2025, 36 704, nr. 2

11


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.