Brief van de minister van BZ over verslag van de Raad Algemene Zaken van 18 maart 2025 - Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Deze brief is onder nr. HF toegevoegd aan dossier 21501-02 - Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken; Brief van de minister van BZ over verslag van de Raad Algemene Zaken van 18 maart 2025
Document­datum 14-04-2025
Publicatie­datum 14-04-2025
Nummer KST2150102HF
Kenmerk 21501-02, nr. HF
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2024-2025

21 501-02

HF

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 april 2025

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Algemene Zaken van

18 maart 2025. Wegens een technische storing ontvangt u deze later dan gebruikelijk. Hiervoor mijn welgemeende excuses.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

C.C.J. Veldkamp

kst-21501-02-HF ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2025

Verslag Raad Algemene Zaken van 18 maart 2025

De Raad Algemene Zaken vond plaats in Brussel op 18 maart. Tijdens de bijeenkomst sprak de Raad over de voorbereiding voor de Europese Raad van 20 en 21 maart, betrekkingen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk (VK), het Europees Semester van 2025, de wetgevingsprogrammering van de Europese Commissie (Commissie), en onder overige onderwerpen over de wegvallende financiering voor de organisatie Radio Free Europe. De Minister van Buitenlandse Zaken was verhinderd. De Nederlandse Permanent Vertegenwoordiger bij de Europese Unie heeft Nederland vertegenwoordigd tijdens deze Raad.

Het kabinet maakt tevens gebruik van dit verslag om uw Kamer te informeren over de uitvoering van motie Paternotte/Van Campen over de Artikel 7-procedure tegen Hongarije.1

Voorafgaand aan de Raad organiseerde het Poolse Voorzitterschap een informeel ontbijt met de oppositieleidster van Belarus, Svetlana Ticha-novskaja. Tijdens de bijeenkomst werd de voortdurende steun vanuit de EU voor de democratische krachten en het maatschappelijk middenveld in Belarus opnieuw bekrachtigd.

Voorbereiding ER

Oekraïne

De Raad stond, in lijn met de Raad Buitenlandse Zaken van 17 maart jl., stil bij de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne en de urgentie om Oekraïne juist nu te blijven steunen om het land sterk te positioneren. Nederland onderstreepte hierbij het belang van ambitie ten aanzien van het intensiveren van militaire en niet-militaire steun, inclusief het voorstel van de Hoge Vertegenwoordiger hiertoe.

Midden-Oosten

De Raad had aandacht voor de recente escalatie in de Gazastrook. Nederland benadrukte het belang van het staakt-het-vuren tussen Israël en Hamas en dat alle partijen weer aan de onderhandelingstafel gaan zitten. Dit is cruciaal voor het vrijlaten van de gijzelaars, toegang en distributie van humanitaire hulp en een einde aan de gewelddadigheden.

Concurrentievermogen

De Raad stond stil bij het versterken van het EU-concurrentievermogen en de gezamenlijke prioriteiten hiervoor. Er was veel steun vanuit de lidstaten voor het overkoepelende beleidsdoel om het EU-concurrentievermogen te versterken. Verder werd er brede steun uitgesproken voor het verminderen van administratieve lasten en versimpeling van regelgeving. Tijdens de Raad werden er door lidstaten verschillende accenten gelegd, variërend van het verlagen van energieprijzen, het verdiepen van de kapitaalmarktunie en de herziening van CO2-normen voor voertuigen.

Meerjarig Financieel Kader (MFK)

De Raad had een gedachtewisseling over het volgend Meerjarig Financieel Kader (MFK) na 2027. Een aantal lidstaten benadrukte dat er middelen beschikbaar moeten zijn voor zowel bestaande als nieuwe prioriteiten, en noemden daarbij in bijzonder het belang van het cohesiebeleid. Een andere groep lidstaten, waaronder Nederland, benadrukte het belang van een moderne en toekomstbestendige begroting. Nederland gaf daarnaast aan dat er geen ruimte is om de nationale bijdragen aan de EU begroting te verhogen. Daarom dienen scherpe keuzes te worden gemaakt in de prioritering van de Europese begroting.

Migratie

De Raad stond stil bij de agendering van migratie tijdens de Europese Raad van 20 en 21 maart. De lidstaten steunden de agendering, waarbij accenten werden gelegd op zowel de interne als de externe dimensie van migratie. Nederland en andere lidstaten verwelkomden de reguliere brief van de voorzitter van de Commissie, waarin zij voortgang op het gebied van migratiebeleid toelichtte. Nederland sprak daarnaast steun uit voor het voornemen van de Commissie om tijdig de discussie te voeren over verlenging van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming en alternatieven daarvoor.

Oceanen

De Raad heeft gesproken over de derde VN-oceanenconferentie, die van 9 tot 13 juni plaatsvindt in Nice (Frankrijk). Lidstaten omarmden duurzaam gebruik en beheer van de oceanen. Ook werd het belang van duurzame visserij benadrukt.

EU-VK betrekkingen

De Commissie gaf een update over de EU-VK relaties en wees hierbij op de veranderende geopolitieke context. Het blijft relevant om aandacht te houden voor de implementatie van bestaande akkoorden, bijvoorbeeld van het Windsor Raamwerk. De Commissie stelde dat het te vroeg is om over concrete resultaten te spreken voor de voorziene EU-VK Top op 19 mei. Wel kunnen de beleidsterreinen die zich lenen voor het versterken van de relatie worden onderverdeeld in drie pilaren: 1) veiligheid en weerbaarheid; 2) people-to-people contacten; 3) bescherming van de planeet en natuurlijke hulpbronnen.

In de Raad bestond brede steun voor het verkennen van opties voor het versterken van de relatie, mede gezien de geopolitieke ontwikkelingen. Lidstaten benadrukten dat tijdens de Top concrete resultaten worden behaald en verzochten om tijdig betrokken te worden bij de voorbereidingen. De Commissie zegde dit toe. Een gebalanceerde en overkoepelende aanpak is noodzakelijk en het VK dient hiervoor concrete voorstellen te doen. Lidstaten waren het eens over het belang van implementatie van bestaande akkoorden. Nederland uitte de wens om tot toekomstbestendige lange termijn afspraken te komen die duidelijkheid bieden voor de visserijsector en wind op zee ontwikkelaars. Daarbij gaf Nederland aan open te staan voor nauwere samenwerking op het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid. Deze verschillende onderwerpen moeten in samenhang worden bezien.

Europees Semester 2025

De Raad nam nota van het rapport over de bijdragen van de Raad over het Europees Semester 2025 en van de geactualiseerde tijdlijn voor het Europees Semester 2025. De Raad is tevens overeengekomen de eurozoneaanbevelingen ter goedkeuring aan de Europese Raad voor te leggen.

Wetgevingsprogrammering

De Raad keurde de conceptverklaring goed van het Europees Parlement (EP), de Commissie en de Raad over het Commissie Werkprogramma (CWP) 2025, alsook de conceptconclusies over de EU-beleidsdoelen en prioriteiten voor de periode 2025-2029 (meerjarige programmering). Eén lidstaat stemde tegen de gezamenlijke verklaring over het CWP 2025 en onthield zich van stemming over de gezamenlijke conceptconclusies voor de periode 2025-2029.2 En marge van de Europese Raad op 20 en

21 maart ondertekenden de 3 voorzitters van de instellingen de beide documenten.

Overig

Radio Free Europe/Radio Liberty

Naar aanleiding van wegvallende financiering uit de Verenigde Staten (US Agency for Global Media) voor Radio Free Europe/Radio Liberty (RFE/RL), onderstreepte Tsjechië het belang van deze organisatie als instituut voor de verspreiding van onafhankelijk nieuws. Met een bereik van 47 miljoen mensen speelt RFE/RL een belangrijke rol in het bieden van tegenwicht tegen de verspreiding van antidemocratische geluiden, met name in landen waar onafhankelijke media onder druk staan. Er werd een verklaring gepresenteerd, inmiddels ondertekend door 11 lidstaten inclusief Nederland, waarin de Commissie en lidstaten worden opgeroepen in gezamenlijkheid RFE/RL en andere onafhankelijke mediaorganisaties financieel te ondersteunen. Het kabinet heeft hiermee tevens uitvoering gegeven aan de motie van het lid Timmermans c.s. over het Europees dichten van het financieringstekort van Radio Free Europe.3

Motie Paternotte en Van Campen over de Artikel 7-procedure tegen Hongarije

Het kabinet informeert u middels deze brief over de uitvoering van de motie Paternotte en Van Campen over de artikel 7-procedure tegen Hongarije.4 In Hongarije bestaan aanhoudende zorgen over eerbiediging van Uniewaarden uit artikel 2 VEU, waaronder over de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, corruptie en belangenverstrengeling, ruimte voor het maatschappelijk middenveld, gelijke rechten voor minderheden, waaronder rechten van LHBTIQ+-personen, academische vrijheid en mediavrijheid. Ook de recente ontwikkelingen in Hongarije, waarmee de LHBTIQ+-gemeenschap en het maatschappelijk middenveld verder onder druk worden gezet zijn zorgelijk. Het kabinet vindt het van groot belang dat het gehele EU-instrumentarium wordt ingezet om op te treden tegen de zorgen met betrekking tot Hongarije, waaronder via de Artikel

7-procedure. Het kabinet zet in op een zo effectief mogelijke voortzetting van de Artikel 7-procedure tegen Hongarije. In de motie van Kamerleden Paternotte en Van Campen wordt de regering verzocht om per direct concrete stappen te zetten om de Artikel 7-procedure tegen Hongarije verder te brengen en zich daarmee actief in te spannen voor het ontnemen van het Hongaarse stemrecht in de raden van de EU, en de Kamer uiterlijk bij de Voorjaarsnota te informeren over de ondernomen acties.

Het kabinet brengt het krachtenveld momenteel in kaart. Het is op dit moment onduidelijk of de politieke ontwikkelingen leiden tot een verschuiving van het krachtenveld rond de inzet van de Artikel

7-procedure tegen Hongarije. Om daadwerkelijk over te kunnen gaan tot het opleggen van sancties in de vorm van schorsing van bepaalde Verdragsrechten is eerst een unaniem besluit van de Europese Raad nodig (minus de lidstaat in kwestie), en goedkeuring van het Europees

Parlement, dat er sprake is van een ernstige en voortdurende schending van de Uniewaarden uit artikel 2 VEU (artikel 7(2) VEU). Pas daarna kan de Raad met gekwalificeerde meerderheid besluiten om sancties in de vorm van schorsing van bepaalde Verdragsrechten op te leggen (artikel 7(3) VEU). De inschatting van het kabinet is dat de benodigde meerderheden hiervoor op dit moment niet in zicht zijn.

Ook kan de Raad onder artikel 7(1) VEU constateren dat er een duidelijk gevaar bestaat voor een ernstige schending van de Uniewaarden, zoals bedoeld in artikel 2 VEU, en kan aanbevelingen doen om deze te adresseren. Hier is een meerderheid van vier-vijfde van de Raad en goedkeuring van het Europees Parlement voor nodig. Tijdens de Raad Algemene Zaken van 27 mei 2025 is een hoorzitting geagendeerd in het kader van de Artikel 7-procedure tegen Hongarije. In aanloop naar de voorgenoemde Raad Algemene Zaken wordt uw Kamer verder geïnformeerd over de uitvoering van de motie Paternotte en Van Campen en de voortgang ten aanzien van de Artikel 7-procedure tegen Hongarije.

Eerste Kamer, vergaderjaar 2024-2025, 21 501-02, HF

5

1

Kamerstukken II, 2024/25, 21 501-02, nr. 3079

2

https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-6850-2025-ADD-1/nl/pdf

3

Kamerstuk 2024-2025, 21 501-20, nr. 2221

4

Kamerstukken II, 2024/25, 21 501-02, nr. 3079


3.

Bijlagen

 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.