Besluit van 11 april 2025, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 10 februari 2025 tot wijziging van de Waterschapswet, de Waterwet en de Algemene wet bestuursrecht in verband met het versterken van de toepassing van het profijtbeginsel bij de watersysteemheffing, het geven van ruimte aan nieuwe ontwikkelingen en het oplossen van enkele knelpunten (Stb. 2025, 63)

1.

Kerngegevens

Document­datum 18-04-2025
Publicatie­datum 18-04-2025
Kenmerk Stb. 2025, 101
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Besluit van 11 april 2025, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 10 februari 2025 tot wijziging van de Waterschapswet, de Waterwet en de Algemene wet bestuursrecht in verband met het versterken van de toepassing van het profijtbeginsel bij de watersysteemheffing, het geven van ruimte aan nieuwe ontwikkelingen en het oplossen van enkele knelpunten (Stb. 2025, 63)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 8 april 2025, nr. IenW/BSK-2024/376905, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel X van de Wet van 10 februari 2025 tot wijziging van de Waterschapswet, de Waterwet en de Algemene wet bestuursrecht in verband met het versterken van de toepassing van het profijtbeginsel bij de watersysteemheffing, het geven van ruimte aan nieuwe ontwikkelingen en het oplossen van enkele knelpunten (Stb. 2025, 63);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet van 10 februari 2025 tot wijziging van de Waterschapswet, de Waterwet en de Algemene wet bestuursrecht in verband met het versterken van de toepassing van het profijtbeginsel bij de watersysteemheffing, het geven van ruimte aan nieuwe ontwikkelingen en het oplossen van enkele knelpunten (Stb. 2025, 63) treedt in werking met ingang van 1 januari 2026 met uitzondering van artikel I, onderdeel G, onder 5, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2028.

Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 april 2025

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Madlener

Uitgegeven de achttiende april 2025

De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel

NOTA VAN TOELICHTING

Met dit besluit wordt de inwerkingtreding geregeld van de Wet van 10 februari 2025 tot wijziging van de Waterschapswet, de Waterwet en de Algemene wet bestuursrecht in verband met het versterken van de toepassing van het profijtbeginsel bij de watersysteemheffing, het geven van ruimte aan nieuwe ontwikkelingen en het oplossen van enkele knelpunten (Stb. 2025, 63) (hierna: de wet).

Bovengenoemde wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2026. Daarop is één uitzondering gemaakt. Artikel I, onderdeel G, onder 5, van de wet treedt twee jaar later in werking dan de overige artikelen van de wet. Hierdoor wordt het percentage van 30% waarmee de kostendelen voor de watersysteemheffing voor de categorieën ongebouwd en natuur kunnen worden verhoogd of verlaagd per 1 januari 2028 teruggebracht naar 25%.

De inwerkingtreding van de wet met ingang van 1 januari 2026 sluit aan bij de minimum invoeringstermijn van drie maanden die geldt voor wetten die tot medeoverheden zijn gericht en bij het beleid van het kabinet inzake vaste verandermomenten van regelgeving.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Madlener


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.