Drs. Th.E. (Tjerk) Westerterp

foto Drs. Th.E. (Tjerk) Westerterp
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Beeldbank Nationaal Archief
Met dank overgenomen van Parlement.com.

Katholieke politicus, die vijftien jaar actief was in de landspolitiek. In 1963 Tweede Kamerlid na journalist en Europees ambtenaar te zijn geweest. Verklaarde na de Nacht van Schmelzer i dat hij zich niet gerealiseerd had dat de motie-Schmelzer tot een kabinetscrisis zou leiden, en dat hij daarom vóór had gestemd. Staatssecretaris van Europese Zaken in de kabinetten-Biesheuvel i. Als minister van Verkeer en Waterstaat in het kabinet-Den Uyl i verantwoordelijk voor de afsluiting met een pijlerdam van de Oosterschelde. Nam verder diverse maatregelen om de verkeersveiligheid te vergroten. Stapte in 1978 over naar het bedrijfsleven. Man met onstuitbare dadendrang, zeer intelligent en succesvol, maar ook onberekenbaar en opportunistisch. Na zijn pensionering nog kort actief als politicus voor Leefbaar Nederland i.

KVP, CDA
functie(s) in de periode 1963-1978: lid Tweede Kamer, staatssecretaris, minister, lid Europees Parlement (vóór 1979)

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Theodorus Engelbertus (Tjerk)

geboorteplaats en -datum
Rotterdam, 2 december 1930

overlijdensplaats en -datum
Ulvenhout (gem. Breda), 7 oktober 2023

2.

Partij/stroming

partij(en)
  • KVP (Katholieke Volkspartij), tot 11 oktober 1980
  • CDA (Christen-Democratisch Appèl), vanaf 11 oktober 1980
  • Leefbaar Nederland, vanaf 2002

3.

Hoofdfuncties/beroepen (10/12)

  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 31 juli 1963 tot 17 augustus 1971
  • lid gemeenteraad van Nieuw-Ginniken, van 6 september 1966 tot 6 september 1971
  • wethouder (van volkshuisvesting, sociale zaken en openbare werken) van Nieuw-Ginneken, van 6 september 1966 tot 6 september 1971
  • lid Europees Parlement, van 8 mei 1967 tot 17 augustus 1971 (aangewezen door de Staten-Generaal)
  • staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (belast met Europese samenwerking), van 17 augustus 1971 tot 7 maart 1973
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 7 december 1972 tot 11 mei 1973
  • minister van Verkeer en Waterstaat, van 11 mei 1973 tot 19 december 1977
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 8 juni 1977 tot 8 september 1977
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 22 december 1977 tot 15 februari 1978
  • algemeen directeur EOE (Europese Optiebeurs) te Amsterdam, van 16 februari 1978 tot 16 februari 1993

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Partijpolitieke functies

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

5.

Nevenfuncties (4/6)

  • voorzitter European Community Options and Futeres
  • lid Raad van Commissarissen "Tulip"
  • lid Raad van Commissarissen "DSB Groep" te Wognum, vanaf 1 september 1994
  • voorzitter Raad van Commissarissen "Interoc Holding" te Hoofddorp, vanaf juni 1999

afgeleide functies, presidia etc.
  • lid Noord-Atlantische Assemblée, van mei 1969 tot mei 1970 (vijftiende zitting)
  • voorzitter bijzondere commissie voor het wetsvoorstel deelneming in het aandelenkapitaal van UCN (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 19 maart 1970 tot mei 1971
  • voorzitter bijzondere commissie voor het wetsvoorstel inzake de instelling van de titel "ing" (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 24 juni 1971 tot 17 augustus 1971
  • vicevoorzitter Europees Parlement, van 9 maart 1971 tot 17 augustus 1971

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

6.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

7.

Activiteiten

als parlementariër
  • Hield zich als Tweede Kamerlid vooral bezig met buitenlandse zaken (Europese samenwerking en ontwikkelingssamenwerking), handelspolitiek, kernenergie en Koninkrijkszaken
  • Was in 1966 woordvoerder van zijn fractie bij het debat over de herziening van het Reglement van Orde
  • Verzette zich in 1969 tegen het kabinetsbesluit om een medische faculteit in Maastricht te vestigen. Een door hem ingediende motie over uitstel van de beslissing werd echter verworpen, waarbij tien KVP'ers vóór stemden.
  • Diende in 1970 een initiatiefwetsvoorstel in over de verkiezing van Nederlandse leden van het Europees Parlement. Sinds augustus 1971 trad Bos (CHU) op als (mede)ondertekenaar. Vanaf 1973 werd de verdediging overgenomen door zijn partijgenoten Van der Sanden en P.A.M. Cornelissen. Het voorstel werd in 1977 ingetrokken. (10.696)
  • Een door hem vijf anderen in 1970 ingediend initiatiefwetsvoorstel om de mogelijkheid tot vervroeging van Prinsjesdag in de grondwet op te nemen, werd in 1971 bij de behandeling in tweede lezing door de Eerste Kamer verworpen. (11.088 & 11.302)

opvallend stemgedrag (2/11)
  • In 1969 stemden hij en Van Schaik als enigen van hun fractie vóór een (verworpen) motie-Imkamp waarin om erkenning van het zelfbeschikkingsrecht van Biafra werd gevraagd
  • Behoorde in 1970 tot de zes leden van de KVP-fractie die tegen het voorstel-Franssen/Van den Bergh stemden over het in de openbaarheid behandelen van de Raming van de Tweede Kamer

In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.


als bewindspersoon (beleidsmatig) (5/20)
  • Bracht in 1977 samen met minister Gruijters het Structuurschema Verkeer en Vervoer uit. Hierin wordt gekozen voor terughoudendheid bij de aanleg van nieuwe wegen, voor versterking van het openbaar vervoer (onder andere door uitbreiding van het intercitynet, vrije busbanen en een snelle spoorverbinding met België en Duitsland) en voor bevordering van het fietsverkeer (vrijliggende fietspaden). (14.390)
  • Bracht in 1977 samen met minister Gruijters het Structuurschema Vaarwegen uit. Hierin staan beleidsvoornemens voor de binnenscheepvaartwegen. Hoofddoelstellingen zijn: zorg voor een vaarwegennet dat is afgestemd op de behoefte aan vervoer te water en bevordering van vlotte en veilige afwikkeling van het scheepvaartverkeer. De planning van nieuwe vaarwegen is onderdeel van het ruimtelijke-ordeningsbeleid. Nieuwe verbindingen zijn gepland tussen Maas en Waal en tussen Albertkanaal en Maas. (14.391)
  • Bracht in 1977 de Nota betreffende het Waterschapsbestel uit. In afwijking van het rapport van de Studiecommissie Waterschappen (Staatscommissie-Kranenburg) wordt voorgesteld niet alleen grote tot zeer grote waterschappen in te stellen, maar differentatie mogelijk te maken, waarbij het provinciaal bestuur verantwoordelijk is voor omvang en taakstelling van de waterschappen. De toezichthoudende functie op waterschappen van de provincies moet blijven gehandhaafd, maar zal meer binnen het kader van door de centrale overheid getrokken beleidslijnen plaatsvinden. Er zal een gezamenlijke vertegenwoordiging komen van eigenaren en gebruikers; ook vertegenwoordigers van groepen belangen krijgen toegang tot het waterschapsbestuur. (14.480)
  • Stelde in 1977 de voorlopige Raad voor de Verkeersveiligheid in. Voorzitter hiervan werd in juni 1977 mr. Pieter van Vollenhoven.
  • Verdedigde in 1977 samen met de ministers Stemerdink en Vorrink met succes in de Tweede Kamer een wetsvoorstel tot wijziging van de Luchtvaartwet over regels voor de aanwijzing van luchtvaartterreinen. Het wetsvoorstel werd door de staatssecretarissen Smit-Kroes en Van Eekelen en minister Ginjaar in 1978 in het Staatsblad gebracht. (13.130)

als bewindspersoon (wetgeving) (5/7)
  • Bracht in 1974 de Wet rijonderricht motorrijtuigen (Stb. 346) tot stand. Hierdoor is het geven van rijonderricht alleen mogelijk als de instructeur aan bekwaamheidseisen heeft voldaan. De toetsing daarvan vindt plaats bij een instructeursexamen; het bewijs ervoor is levenslang en kan niet worden ingetrokken. (12.111)
  • Bracht in 1975 samen de staatssecretarissen Van Hulten en Brinkhorst de Wet verontreiniging zeewater (Stb. 352) tot stand, alsmede diverse wetten tot goedkeuring van verdragen over het tegengaan van olievervuiling op zee. De wetsvoorstellen waren in 1971 en 1973 ingediend door staatssecretaris Kruisinga en door minister Udink. (11.593 & 12.293 & 12.294)
  • Bracht in 1975 een wijziging (Stb. 546) van de Wegenverkeerswet tot stand, waardoor een kentekenplicht voor op de weg staande motorrijtuigen werd ingevoerd. Hierdoor wordt controle op naleving van de plicht tot betaling van motorrijtuigenbelasting vereenvoudigd. (12.637)
  • Bracht in 1976 een wijziging (Stb. 412) van de Wegenverkeerswet tot stand, waardoor het wegslepen van voertuigen mogelijk werd. (12.973)
  • Bracht in 1977 wetten tot goedkeuring van verdragen over het voorkomen van verontreiniging van de zee door storting van afval en vuil tot stand. Naast tegen olievervuiling richten deze verdragen zich ook tegen verontreiniging door chemicaliën, huishoudelijk en vast afval en spoelwater. (13.886 & 13.931)

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

8.

Wetenswaardigheden

algemeen
  • Verklaarde in 1966 na vóór de motie-Schmelzer te hebben gestemd, dat hij niet beseft had dat aanneming van de motie de val van het kabinet-Cals als consequentie zou hebben.
  • Maakte in 1967 met onder anderen Verdijk en mevrouw Kessel deel uit van de zgn. 'Brabantse Verontrusten' in de KVP die aanstuurden op een vooruitstrevende koers. Bleef in maart 1968 de KVP trouw.

uit de privésfeer
  • Zijn vader was van Friese afkomst, zijn moeder was in België geboren en woonde voor haar huwelijk in Alphen (N.Br.).

anekdotes en citaten
  • Liep als directeur van de Optiebeurs wel honderd parties per jaar af

pseudoniemen, bij-, koos- en schuilnamen
"Ja zuster, nee zuster" (bijnaam vanwege zijn wisselende opstelling als KVP'er)

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • "Oud-minister Westerterp: 'Den Uyl heeft Van Agt in zijn persoonlijkheid aangetast'", in: Haagse Post, 17 augustus 1980
  • Johan van Merriënboer, "Opportunist en bourgondiër. Tjerk Westerterp (1930-2023)", in: Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2024, 128
  • F. van der Molen, "Wie is Wie in de Tweede Kamer?" (1970)

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.