Mr. J. (Job) de Ruiter - Hoofdinhoud
Knappe gereformeerde jurist met moderne opvattingen, die zijn studie volgde in Utrecht, maar na een loopbaan in de advocatuur en de rechtspraak hoogleraar was aan de Vrije Universiteit. Vooral deskundig op het gebied van familie- en jeugd(straf)recht en een bekwaam wetgever. Verdedigde als minister van Jusititie in het kabinet-Van Agt I i samen met minister Ginjaar i een nieuwe, liberale regeling van zwangerschapsonderbreking (abortus). Behield zijn portefeuille in de kabinetten-Van Agt II i en Van Agt III i. Werd tot veler verrassing minister van Defensie in het kabinet-Lubbers I i. In de kwestie van het mogelijk plaatsen van kruisraketten behoorde hij bepaald niet tot de 'haviken', maar hij verdedigde dat wel. In brede kring gerespecteerd minister. Na zijn aftreden procureur-generaal en wederom hoogleraar.
CDA
functie(s) in de periode 1977-1986: lid Tweede Kamer, minister
Inhoudsopgave
Jacob (Job)
geboorteplaats en -datum
Giessendam (Z.H.), 30 april 1930
overlijdensplaats en -datum
-
-Arnhem, omstreeks 1956
-
-Naarden, 4 oktober 2015
-
-ARP (Anti-Revolutionaire Partij), van 18 december 1979 tot 11 oktober 1980
-
-CDA (Christen-Democratisch Appèl), vanaf 11 oktober 1980
verwante partij
ARP (Anti-Revolutionaire Partij)
-
-hoogleraar privaatrecht, Vrije Universiteit te Amsterdam, van 1 april 1970 tot 19 december 1977
-
-rector-magnificus Vrije Universiteit te Amsterdam, van 1 september 1976 tot 19 december 1977
-
-minister van Justitie, van 19 december 1977 tot 4 november 1982
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 10 juni 1981 tot 9 september 1981
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 16 september 1982 tot 4 november 1982
-
-minister van Defensie, van 4 november 1982 tot 14 juli 1986
-
-procureur-generaal Gerechtshof te Amsterdam, van 1 oktober 1986 tot 1 mei 1990 (vervroegd pensioen)
-
-bijzonder hoogleraar personen-, familie- en jeugdrecht, Rijksuniversiteit Utrecht, van 15 februari 1989 tot 1 september 1993 (vanwege het Utrechts Universiteitsfonds, benoemd 25 november 1988)
-
-hoogleraar personen-, familie- en jeugdrecht, Rijksuniversiteit Utrecht, van 1 september 1993 tot 1 mei 1995 (benoemd 25 november 1988)
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.
-
-voorzitter Adviescommissie grondrechten en functie-uitoefening ambtenaren, vanaf november 2004
-
-voorzitter commissie inzake beleggingsverzekeringen, 2006
comités van aanbeveling, erefuncties etc.
erelid SSR-NU (Nieuwe afdeling Utrecht der Societas Studiosorum Reformatorum), vanaf 4 september 2003
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
als bewindspersoon (beleidsmatig) (3/12)-
-Wees in juni 1983 de vliegbasis Woensdrecht aan als locatie voor eventuele stationering van kruisvluchtwapens (17.980, nr. 1)
-
-Verdedigde in juni 1984 samen met premier Lubbers en minister Van den Broek het besluit over plaatsing van kruisraketten op vliegbasis Woensdrecht. Plaatsing werd echter naar achteren verschoven in het NAVO-plaatsingsschema. Op 1 november 1985 zou een besluit worden genomen over een overeenkomst met de VS. Tot die tijd kon een wapenbeheersingsovereenkomst met de Sovjet-Unie invloed hebben op het aantal uiteindelijk te plaatsen raketten (48 of minder). (18.169, nr. 38)
-
-Bracht in 1984 samen met minister Van den Broek en de staatssecretarissen Van Houwelingen en Hoekzema de Defensienota 1984-1993 uit. Continuïteit en vernieuwing zijn centrale begrippen, maar het eerste overheerst. Budgettaire problemen verhinderen dat een vergroting van de conventionele bewapening het verkleinen van het nucleaire aandeel mogelijk maakt. Het streven daarnaar blijft wel gehandhaafd. Investeringen die van belang zijn voor de Nederlandse economie en werkgelegenheid (met name bij RSV) zijn naar voren gehaald; het materieelbeleid wordt meer gericht op het belang van de Nederlandse economie. Gestreefd wordt naar versterking van de Europese samenwerking op defensiegebied, zowel in politieke zin als bij de productie en aanschaf van materieel. In de nota is veel aandacht voor alle aspecten van kernbewapening en voor de onderhandelingen met de Sovjet-Unie over (kern)wapenvermindering. (18.169)
als bewindspersoon (wetgeving) (3/30)
-
-Bracht in 1982 een wet (Stb. 608) tot wijziging van het erfrecht tot stand waardoor het onderscheid tussen wettige en natuurlijke afstamming wordt opgeheven. Onwettige kinderen krijgen hierdoor in het erfrecht de zelfde positie als wettige kinderen. (16.585)
-
-Bracht in 1982 als minister van Defensie een wet tot stand inzake machtiging tot mede-oprichting van de Stichting Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen 'Clingendael' (Stb. 752). Hierdoor ontstond er één geïntegreerd instituut waarin vier instellingen opgaan. Doel is verdieping en verbreding van de kennis omtrent en de meningsvorming over internationale betrekkingen en het buitenlandse en veilgheidsbeleid. (17.667)
-
-Bracht in 1986 samen met minister Van den Broek de wet (Stb. 122) Goedkeuring van het Verdrag met de Verenigde Staten tot stand inzake de stationering van kruisvluchtwapens in Nederland. (19.290)
U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.
algemeen-
-Werd pas nadat hij als minister was aangezocht lid van een politieke partij
-
-Behoorde in augustus 1981 tot de zestien CDA-fractieleden die alleen tegen het ontwerp-regeerakkoord tussen CDA, PvdA en D66 stemden, omdat fractievoorzitter Van Agt bij aanvaarding zou opstappen
uit de privésfeer
-
-Was in Utrecht studie- en dispuutgenoot van Willem Aantjes
-
-Zijn echtgenote was gemeenteraadslid in Naarden en president-curator van de Theologische Universiteit te Kampen
-
-Lex Oomkens, "Minister die uitersten met elkaar wist te verzoenen", Trouw, 8 oktober 2015
-
-J. van Merriënboer, "Ruimte scheppen voor mondige burgers en niet op hen schieten", in: Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2016, 113
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.