Europese Vrijhandelsassociatie (EVA)
Deze vrijhandelsorganisatie is in 1960 opgericht en bestaat op dit moment uit IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland. De Europese Vrijhandelsassociatie (EVA, Engelse afkorting EFTA) is een handelsblok waarin de samenwerking minder ver gaat dan in de Europese Unie1. Zo is er geen politieke samenwerking tussen de leden van de EVA en vormen de lidstaten ook geen douane-unie2.
Het resultaat hiervan is dat de lidstaten zelf beslissen over hun handel met niet-lidstaten. Noorwegen, Liechtenstein en IJsland hebben bijvoorbeeld een overeenkomst gesloten met de EU om samen een vrijhandelszone te vormen, maar Zwitserland niet.
Inhoudsopgave
De EVA werd in 1960 opgericht door Denemarken, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland. Deze landen gingen de samenwerking aan om de welvaart te vergroten, maar wilden hierbij niet zoveel eigen zeggenschap opgeven als de lidstaten van de Europese Economische Gemeenschap3 (EEG). Later zijn IJsland, Finland en Liechtenstein toegetreden tot de organisatie. Landen die uit de EVA stapten deden dit op het moment dat ze lid werden van de Europese Gemeenschap of later de Europese Unie.
Lidstaat |
Toetreding |
Uittreding |
---|---|---|
Denemarken |
1960 (oprichting) |
1973 |
Verenigd Koninkrijk |
1960 (oprichting) |
1973 |
Portugal |
1960 (oprichting) |
1986 |
Oostenrijk |
1960 (oprichting) |
1995 |
Zweden |
1960 (oprichting) |
1995 |
Noorwegen |
1960 (oprichting) |
- |
Zwitserland |
1960 (oprichting) |
- |
IJsland |
1970 |
- |
Finland |
1986 |
1995 |
Liechtenstein |
1991 |
- |
De EVA heeft vier organen: de Raad, het Secretariaat, het EVA-Hof en de Toezichthoudende Autoriteit. De Toezichthoudende Autoriteit moet ervoor zorgen dat de verdragen die aan de EVA ten grondslag liggen nageleefd worden. Bij een eventueel geschil kan het Hof een uitspraak doen. Het Secretariaat verzorgt de administratieve ondersteuning van de EVA. In de Raad, het hoogste orgaan van de EVA, zijn de lidstaten direct vertegenwoordigd, meestal door ambassadeurs, maar soms ook door ministers uit de nationale regeringen.
Omdat aansluiting bij de instellingen van de EU belangrijk is voor drie van de leden van de EVA zijn het Hof en de Toezichthoudende Autoriteit gevestigd in de buurt van hun EU-tegenhangers: het Hof in Luxemburg waar ook het Europese Hof van Justitie4 gehuisvest is en de Toezichthoudende Autoriteit in Brussel, net zoals de Europese Commissie5. Het Secretariaat heeft haar hoofdkwartier in Genève, maar is ook gevestigd in Brussel en Luxemburg.
Noorwegen, Liechtenstein en IJsland hebben in 1992 binnen EVA-verband een overeenkomst gesloten met de EU om samen een vrijhandelszone te vormen, de Europese Economische Ruimte6 (EER), maar Zwitserland niet. In Zwitserland stemde de bevolking in een referendum tegen het verdrag dat hiervoor nodig zou zijn. De handelsrelatie tussen Zwitserland en de EU wordt als gevolg hiervan buiten de EVA en EER geregeld.
- 1.De Europese Unie (EU) is het belangrijkste samenwerkingsverband in Europa. De deelnemende landen hebben voor deze Unie een aantal organisaties opgericht waaraan zij een deel van hun eigen bevoegdheden hebben overgedragen. Dit zijn onder meer het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Raad en het Europese Hof van Justitie.
- 2.De douane-unie is een samenwerking op het gebied van douanetarieven. De douane-unie werd in 1968 tot stand gebracht tussen de zes oorspronkelijke lidstaten van de Europese Economische Gemeenschap (EEG). Dat was anderhalf jaar eerder dan in het EEG-Verdrag was bepaald. De douane-unie vormt de grondslag van de interne markt. Sinds de inwerkingtreding van de douane-unie worden in het goederenverkeer tussen de EU-lidstaten onderling geen invoerrechten meer geheven. Bovendien geldt in de gehele EU een gemeenschappelijk douanetarief (GDT) voor goederen uit derde landen. De inkomsten uit douanerechten maken deel uit van de eigen middelen van de Gemeenschap.
- 3.De Europese Economische Gemeenschap (EEG) is de voorloper van de huidige Europese Unie. De EEG werd in 1957 door middel van het Verdrag van Rome opgericht om de samenwerking tussen de landen in Europa te bevorderen. Daarmee moest tevens voorkomen worden dat deze landen opnieuw met elkaar in oorlog zouden raken. De EEG telde oorspronkelijk zes lidstaten: België, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland en toenmalig West-Duitsland. Tussen de deelnemende lidstaten ontstond geleidelijk een gemeenschappelijke markt: de interne handelstarieven op veel producten werden verwijderd.
- 4.Het in 1952 opgerichte Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) moet ervoor zorgen dat de wetten en regels die in Europa gemaakt worden, goed worden toegepast. De Europese wetten - het gemeenschapsrecht - moeten in alle lidstaten hetzelfde worden uitgevoerd. Het Hof van Justitie ziet er verder op toe dat het EU-recht in alle lidstaten op dezelfde manier wordt toegepast.
- 5.Deze instelling van de Europese Unie kan worden beschouwd als het 'dagelijks bestuur' van de EU. De leden van de Europese Commissie worden 'Eurocommissarissen' genoemd. Elke Eurocommissaris is verantwoordelijk voor één of meerdere beleidsgebieden.
- 6.De Europese Unie en drie van de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) - Liechtenstein, Noorwegen en IJsland - vormen samen de Europese Economische Ruimte (EER). In de EER gelden de regels voor de interne markt (het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal) en de regels voor mededinging en overheidssubsidies.