Denemarken - Hoofdinhoud
Het koninkrijk Denemarken bestaat uit Denemarken, Groenland en de Faeröer-eilandengroep. Binnen het koninkrijk zijn Groenland en de Faeröer zelfstandige bestuurlijke gebieden, gelegen in de Noord-Atlantische Oceaan. Denemarken zelf is een Scandinavisch land in Noord-Europa, dat bestaat uit een schiereiland en een archipel met honderden eilanden. Het schiereiland Jutland grenst ten zuiden aan Duitsland. De grootste eilanden zijn Funen en Seeland, waarvan de laatste door een brug verbonden is met Zweden. Denemarken is een constitutionele monarchie, waarin het staatshoofd slechts een ceremoniële functie vervult. Sinds juni 2019 is de sociaaldemocraat Mette Frederiksen premier van Denemarken.
De oorsprong van de Deense natie ligt bij de Vikingen, die vanaf de achtste tot de elfde eeuw vanuit Denemarken hun invloed uitbreidden in Europa en daarbuiten. Zij deden dit door te plunderen en nederzettingen te stichten, maar ook door handel te drijven. Deense expedities uit die tijd leidden bovendien tot de ontdekking van IJsland en Groenland. In 1397 vormde Denemarken, inclusief Groenland en IJsland, samen met Zweden en Noorwegen de Unie van Kalmar, een monarchie onder koningin Margrethe I. Dit duurde tot 1523, toen Zweden uit de Unie stapte. In de daaropvolgende eeuwen voerde Denemarken regelmatig oorlogen met Zweden en Duitsland om dominantie over gebieden in de regio. In 1849 werd Denemarken een constitutionele monarchie. Vanaf het begin van de twintigste eeuw versnelde de industrialisatie van de Deense economie en na de Tweede Wereldoorlog begon Denemarken zich steeds meer op internationale handel te richten. In 1973 werd Denemarken lid van de Europese Economische Gemeenschap (EEG), de voorloper van de Europese Unie.
Belangrijke Deense persoonlijkheden zijn de Nobelprijswinnaar Niels Bohr, één van de grondleggers van de atoomfysica, en de schrijver Hans Christian Andersen, die de Europese literatuur verrijkte met zijn sprookjes, gedichten, verhalen en toneelstukken. Daarnaast wordt de Deen Søren Kierkegaard tegenwoordig gezien als één van de grootste filosofen en theologen van zijn tijd. Een bekende twintigste-eeuwse auteur is Karen Blixen, die het boek 'Out of Africa' schreef. Belangrijke sportprestaties zijn geleverd door het Deens voetbalelftal, dat in 1992 Europees kampioen werd met spelers als Elkjaer Larssen, Michael Laudrupp, Frank Arnesen en Søren Lerby. Deense sporters wonnen regelmatig Olympische medailles bij het baanwielrennen en het roeien; in 2021 was er goud bij zeilen, baanwielrennen en badminonton. Tennisspeelster Caroline Wozniacki bereikte in 2010 de nummer één-plaats van wereldranglijst.
Inhoudsopgave
Sinds december 2022 wordt Denemarken bestuurd door een coalitie van sociaal-democraten en liberalen onder leiding van Mette Frederiksen. Het kabinet bestaat uit de sociaal-democraten, de liberale partij Venstre en een nieuwe partij, de Gematigden, van oud-premier Lars Løkke Rasmussen. De regering krijgt daarnaast steun van de vier parlementariërs die Groenland en eilandengroep de Faeröer vertegenwoordigen. Het is voor het eerst sinds 1987 dat Denemarken een centrumregering heeft.
Vanaf de jaren 50 tot begin jaren '80 werd de Deense politiek gedomineerd door sociaaldemocratische kabinetten. Dit veranderde in 1982, toen de conservatief Poul Schlüter premier werd in meerdere centrumrechtse kabinetten. In de periode 1993-2002 waren de sociaaldemocraten opnieuw aan het bewind, waarna tien jaar centrumrechtse minderheidskabinetten volgden. Sinds 2011 is er afwisseling tussen linkse en centrumrechtse kabinetten.
Het Koninkrijk Denemarken is één van de meest welvarende Europese landen. Het land is sinds 1973 lid van de Europese Unie (destijds Europese Economische Gemeenschap) en is zes keer voorzitter geweest van de Raad van de EU. De Deense Margrethe Vestager is vicevoorzitter van de Europese Commissie en Eurocommissaris voor een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk.
Denemarken is een constitutionele monarchie met een parlementair stelsel. Net als in Nederland is het staatshoofd onschendbaar en zijn de ministers verantwoordelijk. Een kabinet mag aanblijven, zolang het niet het vertrouwen van het parlement verliest. Meestal worden door twee partijen (of soms zelfs één partij) minderheidskabinetten gevormd, die met steun van één of twee andere partijen kunnen regeren.
Kiesstelsel
Sinds 1953 kent Denemarken een eenkamerstelsel. Het parlement (Folketing) telt 175 leden en daarnaast zijn er vier leden voor Groenland en de Faröer Eilanden. Ten minste iedere vier jaar zijn er verkiezingen. Van de parlementsleden worden er 135 in districten gekozen op basis van evenredige vertegenwoordiging. De overige veertig leden worden naar evenredigheid verdeeld via de landelijke verkiezingsuitslag. Er is een kiesdrempel van twee procent.
Partijen
Denemarken heeft een meerpartijenstelsel en kent ook veel verschillende soorten partijen. Historisch gezien zijn de sociaaldemocraten, de conservatief-liberale Venstre, de centrum-rechtse conservatieve DKF, en sociaal-liberale Radikale Venstre de grootste partijen. Verder heeft het land ook nog kleinere partijen zoals de links-socialistische SF (taalaan("da")Socialistik Folkepartitaaluit); en de Liberal Alliance (rechts sociaal-liberaal).
Er zijn ook een aantal jonge partijen zoals de 'groene' sociaal-liberale Alternativet (Het Alternatief). Die partij ontstond in 2007 als klassiek liberale centrumrechts partij. Nog nieuwer zijn het in 2015 opgerichte Nieuw Rechts (Nye Borgerlige), het in 2021 door oud premier Løkke Rasmussen opgerichte Moderaterne, een liberale middenpartij en in 2022 kwam daar de partij Danmarksdemokraterne (DD) bij, een rechts conservatieve partij.
jaar |
SD |
SF |
DRV |
Ven |
Mod. |
DD |
DKF |
Rd- Gr |
CD |
KF |
FP |
DF |
NB |
Alt. |
LA |
Ov. |
datum |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1973 |
46 |
11 |
20 |
22 |
16 |
14 |
7 |
28 |
11 |
4 dec. |
|||||||
1975 |
53 |
9 |
12 |
42 |
10 |
4 |
9 |
24 |
7 |
9 jan. |
|||||||
1977 |
65 |
7 |
6 |
21 |
15 |
11 |
6 |
26 |
13 |
25 febr. |
|||||||
1979 |
68 |
11 |
10 |
22 |
22 |
6 |
5 |
20 |
5 |
23 okt. |
|||||||
1981 |
59 |
21 |
9 |
20 |
26 |
15 |
4 |
16 |
8 dec. |
||||||||
1984 |
56 |
21 |
10 |
22 |
42 |
8 |
5 |
6 |
10 jan. |
||||||||
1987 |
54 |
27 |
11 |
19 |
38 |
9 |
4 |
9 |
4 |
8 sept. |
|||||||
1988 |
55 |
24 |
10 |
22 |
35 |
9 |
4 |
16 |
10 mei |
||||||||
1990 |
69 |
15 |
7 |
29 |
30 |
9 |
4 |
12 |
12 dec. |
||||||||
1994 |
62 |
13 |
8 |
42 |
27 |
6 |
5 |
11 |
1 |
21 sept. |
|||||||
1998 |
63 |
13 |
7 |
42 |
16 |
5 |
8 |
4 |
4 |
13 |
11 mrt |
||||||
2001 |
52 |
12 |
9 |
56 |
16 |
4 |
4 |
22 |
20 nov. |
||||||||
2005 |
47 |
11 |
17 |
52 |
18 |
6 |
24 |
8 feb. |
|||||||||
2007 |
45 |
23 |
9 |
46 |
18 |
4 |
25 |
5 |
13 nov. |
||||||||
2011 |
44 |
16 |
17 |
47 |
8 |
12 |
22 |
9 |
15 sep. |
||||||||
2015 |
47 |
9 |
8 |
34 |
6 |
14 |
37 |
13 |
9 |
18 juni |
|||||||
2019 |
48 |
14 |
16 |
43 |
12 |
13 |
16 |
4 |
5 |
8 |
5 juni |
||||||
2022 |
50 |
15 |
7 |
23 |
16 |
14 |
10 |
9 |
6 |
6 |
14 |
4 |
1 nov. |
naam |
periode |
kleur |
partijen |
belangrijke ministers |
---|---|---|---|---|
Jörgensen I |
5 oktober 1972-18 december 1973 |
links |
SD |
BuZa: Børge Andersen |
Hartling |
18 december 1973-13 februari 1975 |
centrumrechts |
Venstre |
BuZa: Guldberg |
Jörgensen II |
13 februari 1975-30 augustus 1978 |
links |
SD |
BuZa: Børge Andersen |
Jörgensen III |
30 augustus 1978-26 oktober 1979 |
links |
SD |
BuZa: Christophersen |
Jörgensen IV |
26 oktober 1979-30 december 1981 |
links |
SD |
BuZa: Olesen |
Jörgensen V |
30 december 1981-10 september 1982 |
links |
SD |
BuZa: Olesen |
Schlüter I |
10 september 1982-10 september 1987 |
centrumrechts |
Venstre-DKF-CD-KF |
BuZa: Ellemann-Jensen |
Schlüter II |
10 september 1987-3 maart 1988 |
centrumrechts |
Venstre-DKF-CD-KF |
BuZa: Ellemann-Jensen |
Schlüter III |
3 maart 1988-18 december 1990 |
centrumrechts |
Venstre-DKF-DRV |
BuZa: Ellemann-Jensen |
Schlüter IV |
18 december 1990-25 januari 1993 |
centrumrechts |
Venstre-DKF |
BuZa: Ellemann-Jensen |
Nyrup Rasmussen I |
25 januari 1993-27 september 1994 |
centrumlinks |
SD-CD-DRV-KF |
BuZa: Helvig Petersen |
Nyrup Rasmussen II |
27 september 1994-30 december 1996 |
centrumlinks |
SD-CD-DRV |
BuZa: Helvig Petersen |
Nyrup Rasmussen III |
30 december 1996-23 maart 1998 |
links |
SD-DRV |
BuZa: Helvig Petersen |
Nyrup Rasmussen IV |
23 maart 1998-27 november 2001 |
links |
SD-DRV |
BuZa: Helvig Petersen 2000: Lykketoft |
Fogh Rasmussen I |
27 november 2001-18 februari 2005 |
centrumrechts |
Venstre-DKF |
BuZa: Møller |
Fogh Rasmussen II |
18 februari 2005-23 november 2007 |
centrumrechts |
Venstre-DKF |
BuZa: Møller |
Fogh Rasmussen III |
23 november 2007-5 april 2009 |
centrumrechts |
Venstre-DKF |
BuZa: Møller Fin: Løkke Rasmussen |
Løkke Rasmussen I |
5 april 2009-3 oktober 2011 |
centrumrechts |
Venstre-DKF |
BuZa: Møller 2010: Espersen |
Thorning-Schmidt |
3 oktober 2011-28 juni 2015 |
links |
SD-DRV-(SF, tot jan. 2014) |
BuZa: Søvndal 2014: |
Løkke Rasmussen II |
28 juni 2015-28 nov. 2016 |
rechts-liberaal |
Venstre |
BuZa: Jensen |
Løkke Rasmussen III |
28 nov. 2016-26 juni 2019 |
rechts-liberaal |
Venstre, LA, DKF |
BuZa: Samuelsen |
Frederiksen |
27 juni 2019-15 december 2022 |
links |
SD |
BuZa: Kofod |
Frederiksen II |
15 december 2022 - heden |
breed kabinet |
SD, Venstre, M |
BuZa: Løkke Rasmussen |