De Unie ontwikkelt met de naburige staten bijzondere betrekkingen, die erop gericht zijn een ruimte van welvaart en goed nabuurschap tot stand te brengen welke stoelt op de waarden van de Unie en gekenmerkt wordt door nauwe en vreedzame betrekkingen die gebaseerd zijn op onderlinge samenwerking.
2.
Te dien einde kan de Unie overeenkomstig het bepaalde in artikel III-227 met de betrokken staten specifieke overeenkomsten sluiten en uitvoeren. De overeenkomsten kunnen wederkerige rechten en verplichtingen omvatten en tevens voorzien in de mogelijkheid gemeenschappelijk op te treden. Over de uitvoering ervan wordt op gezette tijden overleg gepleegd.