36. Wijziging van het Euratom-Verdrag - Hoofdinhoud
DE HOGE VERDRAGSLUITENDE PARTIJEN,
ERAAN HERINNEREND hoe belangrijk het is dat de rechtsgevolgen van de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ten volle bewaard blijven,
VERLANGEND evenwel om dat verdrag aan te passen aan de nieuwe bepalingen van het verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa, met name op institutioneel en financieel gebied,
Hebben onderstaande bepalingen vastgesteld, die worden gehecht aan het verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa en die het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie als volgt wijzigen:
Artikel 1
Artikel 3 wordt ingetrokken.
Artikel 2
Het opschrift van titel III "Institutionele bepalingen" wordt vervangen door het opschrift "Institutionele en financiële bepalingen".
Artikel 3
-
1.Artikel 107 wordt vervangen door de volgende tekst:
"Artikel 107.
Onverminderd de specifieke bepalingen van de artikelen 134, 135, 144, 145, 157, 171, 172, 174 en 176, zijn de institutionele en financiële bepalingen (artikelen I-18 tot en met I-38, artikelen I-52 tot en met I-55 en artikelen III-227 tot en met III-316) en artikel I-58 i van het verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa van toepassing in het kader van het onderhavige verdrag.
-
2.De artikelen 107A tot en met 133, 136 tot en met 143, 146 tot en met 156, 158 tot en met 170, 173, 173 bis, 175, 177 tot en met 183 bis worden ingetrokken.".
Artikel 4
Het opschrift van titel IV, "Financiële bepalingen", wordt vervangen door het opschrift: "Bijzondere financiële bepalingen".
Artikel 5
In de artikelen 38, derde alinea, en 82, derde alinea, worden de verwijzingen naar de artikelen 141 en 142 vervangen door respectievelijk de artikelen III-265 i en III-266 i van het verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa.
In de artikelen 171, lid 2, 175, eerste alinea, en 176, lid 3, wordt artikel 183 vervangen door artikel III-318 i van het verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa.
In artikel 172, lid 4, wordt artikel 177, lid 5, vervangen door artikel III-310 i van het verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa.
In de artikelen 18, laatste alinea, en 83, lid 2, wordt artikel 164 vervangen door artikel III-307 i van het verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa.
In de artikelen 38 en 82 wordt het woord "richtlijn" vervangen door "Europees besluit".
In het verdrag wordt het woord "besluit" vervangen door "Europees besluit".
Artikel 6
Artikel 190 wordt vervangen door de volgende tekst:
"De regeling van het taalgebruik door de vaststellingen wordt, onverminderd de bepalingen van het statuut van het Hof van Justitie, door de Raad van Ministers met eenparigheid van stemmen vastgesteld.".
Artikel 7
Artikel 198 wordt als volgt gewijzigd:
"a) is dit Verdrag niet van toepassing op de Faeröer;".
Artikel 8
Artikel 201 wordt als volgt gewijzigd:
"De Gemeenschap brengt met de Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling een nauwe samenwerking tot stand welke zal plaatsvinden op de wijze die in onderlinge overeenstemming wordt vastgesteld.".
Artikel 9
Artikel 206 wordt als volgt gewijzigd:
"De Gemeenschap kan met een of meer staten of internationale organisaties akkoorden sluiten waarbij een associatie wordt ingesteld die wordt gekenmerkt door wederkerige rechten en verplichtingen, gemeenschappelijk optreden en bijzondere procedures.
Die akkoorden worden gesloten door de Raad van Ministers krachtens een na raadpleging van het Europees Parlement met eenparigheid van stemmen genomen besluit.
Wanneer die akkoorden tot wijzigingen van dit Verdrag nopen, moeten die wijzigingen vooraf volgens de procedure van artikel IV-7 i van het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa worden aangenomen.".
Het grondwettelijk verdrag trekt alle bestaande Europese verdragen in behalve het Euratomverdrag De enige wijzigingen die dit protocol aan het Euratomverdrag aanbrengt zijn technische aanpassingen aan de nieuwe bepalingen van het grondwettelijk verdrag, inzonderheid op institutioneel en financieel gebied.
De IGC i heeft het niet wenselijk geacht om het Euratomverdrag ook inhoudelijk te wijzigen : dit zou, gezien de gevoeligheid van de materie, de onderhandelingen over het grondwettelijk verdrag enkel maar bemoeilijkt hebben. Een aantal lidstaten hebben echter in een éénzijdige verklaring, gehecht aan de Slotakte van de IGC, een oproep gedaan om zo spoedig mogelijk een nieuwe IGC op te starten om ook het Euratomverdrag ten gronde te herzien.