Artikel 16: Kamers en zittingen - Hoofdinhoud
Het Hof van Justitie vormt uit zijn midden kamers van drie en vijf rechters. De rechters kiezen uit hun midden de presidenten van de kamers. De presidenten van de kamers van vijf rechters worden voor drie jaar gekozen. Zij zijn eenmaal herbenoembaar.
De grote kamer bestaat uit dertien rechters. Zij wordt voorgezeten door de president van het Hof. Voorts maken van de grote kamer deel uit de presidenten van de kamers van vijf rechters, alsmede andere rechters die worden aangewezen overeenkomstig de in het reglement voor de procesvoering vastgestelde bepalingen.
Het Hof houdt zitting in grote kamer, wanneer een lidstaat of een instelling van de Unie die partij is bij het geding daarom verzoekt.
Het Hof komt in voltallige zitting bijeen wanneer een zaak aanhangig is gemaakt op grond van artikel III-335, lid 2 i, artikel III-347, tweede alinea i, artikel III-349 i of artikel III-385, lid 6 i, van de Grondwet.
Verder kan het Hof, wanneer het van oordeel is dat een aanhangige zaak van uitzonderlijk belang is, nadat de advocaat-generaal is gehoord, besluiten deze zaak naar de voltallige zitting te verwijzen.