Artikel 25: Bedrijfseconomisch toezicht
-
1.De Europese Centrale Bank kan adviezen uitbrengen aan en worden geraadpleegd door de Raad, de Commissie en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten omtrent de reikwijdte en de uitvoering van de juridisch bindende handelingen van de Unie met betrekking tot het bedrijfseconomisch toezicht op kredietinstellingen en de stabiliteit van het financiële stelsel.
-
2.Overeenkomstig een Europese wet krachtens artikel III-185, lid 6, van de Grondwet1 kan de Europese Centrale Bank specifieke taken vervullen betreffende het beleid op het gebied van het bedrijfseconomisch toezicht op kredietinstellingen en andere financiële instellingen, met uitzondering van verzekeringsondernemingen.
- 1.1. Het hoofddoel van het Europees Stelsel van Centrale Banken is het handhaven van prijsstabiliteit. Onverminderd deze doelstelling, ondersteunt het Europees Stelsel van Centrale Banken het algemene economisch beleid in de Unie teneinde bij te dragen tot de verwezenlijking van haar doelstellingen als omschreven in artikel I-3. Het Europees Stelsel van Centrale Banken handelt in overeenstemming met het beginsel van een open markteconomie met vrije mededinging, waarbij een doelmatige allocatie van middelen wordt bevorderd, en onder eerbiediging van de in artikel III-177 bepaalde beginselen.