Hoofdstuk III - Van de internationale betrekkingen der Gemeenschap - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
- 67: Internationale overeenkomsten
- 68: Onderhandelingen door Europese Uitvoerende Raad
- 69: Coördinatie buitenlandse politiek door de Gemeenschap
- 70: Rol van de Instellingen
- 71: Taken van de Gemeenschap
- 72: Beperkingen aan handelingsbevoegdheid deelnemende Staten
- 73: Procedures bij onenigheid tussen deelnemende Staten en de Europese Uitvoerende Raad
- 74: Diplomatieke vertegenwoordigers
67: Internationale overeenkomsten
Binnen de grenzen van de haar verleende bevoegdheden kan de Gemeenschap verdragen of internationale overeenkomsten afsluiten of tot deze toetreden.
De Gemeenschap kan met derde Staten associatieverdragen of -overeenkomsten afsluiten volgens het bepaalde in de artikelen 90 tot 92.
68: Onderhandelingen door Europese Uitvoerende Raad
De Europese Uitvoerende Raad voert de onderhandelingen over internationale verdragen of overeenkomsten, die de Gemeenschap verbinden, en sluit deze af.
Wanneer deze verdragen of overeenkomsten betrekking hebben op aangelegenheden, waarvoor in dit Statuut de medewerking is voorzien van een andere instelling van de Gemeenschap, kan de Europese Uitvoerende Raad deze slechts bekrachtigen na machtiging te hebben verkregen van deze instelling, verleend in de vorm en onder de voorwaarden, welke voor de
uitoefening van haar bevoegdheid zijn vastgesteld.
69: Coördinatie buitenlandse politiek door de Gemeenschap
Teneinde de vervulling van de haar in artikel 2 toegekende algemene taak te bevorderen, coördineert de Gemeenschap de buitenlandse politiek van de deelnemende Staten.
De Europese Uitvoerende Raad kan te dien einde op verzoek van en na eenparig besluit van de Raad van Nationale Ministers optreden als gemeenschappelijk gevolmachtigde van de deelnemende Staten.
70: Rol van de Instellingen
Ter fine van het in het vorige artikel bepaalde
-
1.wisselen de vertegenwoordigers van de deelnemende Staten in de Raad van Nationale Ministers inlichtingen uit en treffen zij een regeling voor voortdurende wederzijdse raadpleging betreffende alle vraagstukken, die de belangen van de Gemeenschap in het geding brengen;
-
2.is de Europese Uitvoerende Raad bevoegd daartoe geschikte voorstellen over te brengen aan de Raad van Nationale Ministers. Hij heeft het recht gehoord te worden in alle bijeenkomsten van de Raad van Nationale Ministers, waarin deze voorstellen worden behandeld ;
-
3.kan het Parlement, handelend door bemiddeling van de Europese Uitvoerende Raad, voorstellen doen toekomen aan de Raad van Nationale Ministers of aan de Regeringen van de deelnemende Staten inzake alle vraagstukken, waarbij de belangen van de Gemeenschap in het geding worden gebracht.
De Europese Uitvoerende Raad kan, op verzoek van het Parlement, de Raad van Nationale Ministers of de betrokken Regeringen uitnodigen het door hen aan deze voorstellen gegeven gevolg te zijner kennis te brengen.
71: Taken van de Gemeenschap
De Gemeenschap heeft tot taak:
-
1.ter bepaling van een gemeenschappelijk standpunt tussen de deelnemende Staten een procedure tot overleg vast te stellen, alvorens aan internationale conferenties wordt deelgenomen, waar de belangen van de Gemeenschap in het geding zouden kunnen komen ;
-
2.voorbereidingen te treffen voor een ontwerp-verdrag tot vreedzame regeling van alle geschillen, die tussen de deelnemende Staten zouden kunnen rijzen en waarvoor het Hof niet bevoegd zou zijn ;
-
3.een procedure tot verzoening en tot arbitrage, als vereist voor de toepassing van artikel 73, vast te stellen ;
-
4.voorbereidingen te treffen tot het ontwerpen van andere verdragen of overeenkomsten tussen alle of bepaalde van de deelnemende Staten.
De Europese Uitvoerende Raad nodigt de deelnemende Staten uit deze verdragen of overeenkomsten van kracht te laten worden overeenkomstig de bepalingen van hun respectieve constituties.
72: Beperkingen aan handelingsbevoegdheid deelnemende Staten
De deelnemende Staten kunnen geen internationale verdragen of overeenkomsten afsluiten, die in strijd zijn met reeds door de Gemeenschap aangegane verbintenissen; zij kunnen evenmin tot dergelijke verdragen of overeenkomsten toetreden.
73: Procedures bij onenigheid tussen deelnemende Staten en de Europese Uitvoerende Raad
De deelnemende Staten stellen de Europese Uitvoerende Raad in kennis van de ontwerpen, waarover onderhandelingen zijn aangegaan, of van de door hen genomen initiatieven, waarbij de Gemeenschap betrokken is.
Als de Europese Uitvoerende Raad van oordeel is, dat zulk een ontwerp of initiatief een belemmering kan vormen voor de toepassing van dit Statuut of de belangen van de Gemeenschap kan aantasten, en hij met de betrokken Staat niet tot overeenstemming kan geraken, wordt het geschil onverminderd andere in dit Statuut voorziene procedures geregeld in een verzoeningsprocedure en, ingeval deze mislukt, in een arbitrageprocedure.
74: Diplomatieke vertegenwoordigers
De Gemeenschap heeft het recht tot het accrediteren en aannemen van diplomatieke vertegenwoordigers, voorzover dit nodig is ter vervulling van haar algemene taak en binnen de grenzen van haar bevoegdheid.