Artikel 263: Samenstelling, vertegenwoordiging lidstaten, onafhankelijkheid leden - Hoofdinhoud
Er wordt een comité met een adviestaak ingesteld, hierna "Comité van de Regio's" te noemen, bestaande uit vertegenwoordigers van de regionale en lokale lichamen, die in een regionaal of lokaal lichaam gekozen zijn of politiek verantwoording schuldig zijn aan een gekozen vergadering.
Het aantal leden van het Comité van de Regio's bedraagt ten hoogste 350.
Het aantal leden is als volgt vastgesteld (*):
België 12
Denemarken 9
Duitsland 24
Griekenland 12
Spanje 21
Frankrijk 24
Ierland 9
Italië 24
Luxemburg 6
Nederland 12
Oostenrijk 12
Portugal 12
Finland 9
Zweden 12
Verenigd Koninkrijk 24.
De leden van het Comité, alsmede een gelijk aantal plaatsvervangers, worden op voordracht van de onderscheiden lidstaten voor vier jaar benoemd. Zij zijn herbenoembaar. De Raad stelt met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de overeenkomstig de voordrachten van de lidstaten opgestelde lijst van leden en plaatsvervangers vast. Bij het verstrijken van het in de eerste alinea bedoelde mandaat uit hoofde waarvan zij zijn voorgedragen, eindigt de ambtstermijn van de leden van het Comité van rechtswege en worden zij voor de verder e duur van de ambtstermijn volgens dezelfde procedure vervangen. Leden van het Comité kunnen niet tegelijkertijd lid zijn van het Europees Parlement.
De leden van het Comité mogen niet gebonden zijn door enig imperatief mandaat. Zij oefenen hun ambt volkomen onafhankelijk uit in het algemene belang van de Gemeenschap.
Artikel gewijzigd bij het Verdrag van Nice.
(*) Voor het aantal zetels van de 10 lidstaten die per 1 mei 2004 zijn toegetreden tot de Europese Unie, is de Verklaring bij het Verdrag van Nice gevolgd:
Europese Grondwet
Zie ook Protocol 34 van de Europese Grondwet: