Gemeenschappelijk optreden

Het gemeenschappelijk optreden is een gezamenlijk operationeel optreden van de lidstaten i van de Europese Unie i op het terrein van het Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid. Daarin worden onder andere de doelstellingen, middelen en tijdsduur van het optreden vastgelegd. Een gemeenschappelijk optreden is bindend.

In het Verdrag van Lissabon i is het gemeenschappelijk optreden in strikt juridische zin vervangen door het besluit i.

1.

Het gemeenschappelijk optreden in detail

Toepassingsgebied

Een gemeenschappelijk optreden is dwingend voor de lidstaten, maar laat toch enige ruimte voor nationaal optreden. Lidstaten mogen in hun verdere optreden in een bepaalde kwestie niet afwijken van de in het gemeenschappelijk optreden vastgestelde lijn. Ook moeten lidstaten die nationaal willen optreden de Raad daar van tevoren van op de hoogte stellen, om zo de eenheid van de besluitvorming te bewaken.

Wanneer de situatie waar een gemeenschappelijk optreden voor is vastgesteld duidelijk is verandert dan wordt dat gemeenschappelijk optreden herzien.

Het gemeenschappelijk optreden wordt alleen gebruikt op het terrein van Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid. Tussen 1993 en 1999 werd het ook gebruikt voor de samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, alvorens het werd vervangen door andere rechtsinstrumenten.

Vaststelling gemeenschappelijke optredens

Nu het Verdrag van Lissabon van kracht is, worden de gezamenlijke standpunten en hun uitvoering gebaseerd op besluiten. Ze moeten goedgekeurd worden door de Raad van Ministers.

2.

Juridisch kader

Het gemeenschappelijk optreden vindt zijn basis van het Verdrag betreffende de Europese Unie i (VEU).

  • omschrijving: VEU titel V hoofdstuk 2 afdeling 1 art. 28 i

Strikt juridisch betreft het een besluit dat zijn basis vindt in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie i (VwEU).

  • instrument: zesde deel VwEU titel I hoofdstuk 2 eerste afdeling art. 288 i

3.

Meer informatie