Voorstel Schuman gezamenlijk beheer West-Europese kolen- en staalindustrie

De Tweede Wereldoorlog is al vijf jaar voorbij maar de relatie tussen de grootmachten Duitsland en Frankrijk is nog altijd gespannen. De Franse minister van Buitenlandse Zaken, Robert Schuman i, stelt voor om de kolen- en staalindustrie van West-Europa te verenigen. Omdat kolen en staal essentiële grondstoffen zijn voor het creëren van wapens, hoopt Schuman hiermee een derde wereldoorlog te voorkomen.

In zijn ideeën werd Schuman geïnspireerd door Jean Monnet i, een ervaren onderhandelaar en vredestichter. Monnet geloofde in de kracht van het gemeenschappelijk belang om oorlog te voorkomen.

1.

Wat gebeurde er die dag precies?

Op die bewuste dag werd de pers om 18.00 uur op het Franse Ministerie van Buitenlandse Zaken aan de Quai d'Orsay bijeengeroepen voor een 'mededeling van het hoogste belang'.

De eerste regels van de verklaring van 9 mei, die door Jean Monnet was opgesteld en door Robert Schuman aan de pers werd voorgelezen en toegelicht, maakten meteen duidelijk hoe ambitieus het plan van beide heren was:

"De wereldvrede kan alleen worden beschermd door een krachtsontplooiing die evenredig is aan de gevaren die haar bedreigen. Door de gezamenlijke productie van de oorlogsindustrieën onder gezag te plaatsen van een nieuwe Hoge Autoriteit, wier beslissingen bindend zijn voor Frankrijk, Duitsland en de andere landen die zich aansluiten, legt dit voorstel de eerste concrete fundamenten voor een Europese federatie, die onontbeerlijk is voor het handhaven van de vrede."

Er werd dus voorgesteld om een supranationale Europese organisatie op te richten voor het beheer van de grondstoffen die op dat moment de basis van alle militaire macht vormden: kolen en staal.

Er was alleen één probleem: de twee grootste producenten van kolen staal, Duitsland en Frankrijk, hadden elkaar tijdens de Tweede Wereldoorlog nog zwaar bevochten. Een vereniging van de kolen- en staalindustrie in West-Europa zou betekenen dat zij samen moesten gaan werken en daarbij alle haatgevoelens, wrok en vooroordelen naast zich neer moesten leggen.

2.

Een groots gebaar

Om te beseffen hoe bijzonder dit gebaar van samenwerking toentertijd was, zou men vandaag de dag moeten denken aan een soortgelijk initiatief tussen Israëliërs en Palestijnen of tussen de  Serviërs en Bosniërs. In dit geval was de schaal echter nog groter en waren de wonden vele malen dieper.

De eerste vorm van Europese samenwerking ontstond dus op 9 mei 1950. Ter gelegenheid van deze historische gebeurtenis besloten de staatshoofden en regeringsleiders van de deelnemende landen tijdens de top van Milaan in 1985 om 9 mei uit te roepen tot 'Dag van Europa'.

3.

Onafhankelijkheid in verbondenheid

Tegenwoordig streven de landen van de Europese Unie i niet alleen naar het voorkómen van een derde wereldoorlog. Het bereiken van een gezamenlijke Unie waarin de vrijheid en identiteit van alle aangesloten volkeren worden gerespecteerd, behoort inmiddels ook tot de doelstellingen. Vandaag de dag wordt de EU door de lidstaten gezamenlijk bestuurd op basis van het principe: 'wat beter samen kan, moeten we samen doen.’ Alleen de eenwording van de verschillende Europese volkeren kan de EU de zekerheid geven dat zij de zeggenschap over haar toekomst en haar invloed in de wereld behoudt.

De Europese Unie is er voor haar burgers en luistert naar hen. Iedere inwoner moet zich, met behoud van zijn identiteit, zijn leefgewoonten en zijn taal, thuis voelen in zijn 'Europese vaderland', waar hij kan gaan en staan waar hij wil.