Richtlijn 90/427/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van zoötechnische en genealogische voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in paardachtigen

1.

Tekst

Avis juridique important

|

2.

31990L0427

Richtlijn 90/427/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van zoötechnische en genealogische voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in paardachtigen

Publicatieblad Nr. L 224 van 18/08/1990 blz. 0055 - 0059

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 33 blz. 0172

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 33 blz. 0172

RICHTLIJN VAN DE RAAD van 26 juni 1990 tot vaststelling van zooetechnische en genealogische voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in paardachtigen (90/427/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat paardachtigen als levende dieren in de lijst van produkten van bijlage II van het Verdrag zijn begrepen;

Overwegende dat het, om een rationele ontwikkeling van de produktie van paardachtigen te waarborgen en daardoor de produktiviteit van de betrokken sector te vergroten, van belang is om voor de afzet van paardachtigen in het intracommunautaire handelsverkeer op communautair niveau voorschriften vast te stellen;

Overwegende dat het fokken van paardachtigen, in het bijzonder van paarden, meestal een onderdeel van de landbouwactiviteit vormt; dat het voor een deel van de landbouwbevolking een bron van inkomsten is en derhalve moet worden gestimuleerd;

Overwegende dat het bereiken van bevredigende resultaten op dit gebied in ruime mate afhankelijk is van het gebruik van dieren die in door officieel erkende organisaties of verenigingen bijgehouden stamboeken zijn ingeschreven;

Overwegende dat er verschillen bestaan op het gebied van de inschrijving in de stamboeken; dat deze verschillen een belemmering vormen voor het intracommunautaire handelsverkeer; dat de volledige vrijmaking van het handelsverkeer slechts mogelijk is als met name de inschrijving in de stamboeken verder wordt geharmoniseerd;

Overwegende dat het intracommunautaire handelsverkeer in geregistreerde paardachtigen geleidelijk moet worden vrijgemaakt; dat volledige vrijmaking van het handelsverkeer slechts mogelijk wordt als met name de bepalingen inzake het afgeven van dekvergunningen en het gebruik van sperma en eicellen overeenkomstig de bijzonderheden van elk stamboek nog verder worden geharmoniseerd;

Overwegende dat volgens een communautaire procedure een geharmoniseerd model voor een zooetechnisch oorsprongs- en identificatiecertificaat moet worden opgesteld;

Overwegende dat de naam van een dier een voor de identificatie ervan essentieel gegeven is; dat een naamswijziging op verzoek van de nieuwe eigenaar van een dier zeer vaak tot gevolg heeft dat de afstamming van het dier niet meer kan worden achterhaald en het dier niet verder kan worden gevolgd; dat, met name om oneerlijke praktijken te voorkomen, de voorschriften met betrekking tot de naam van paardachtigen moeten worden geharmoniseerd;

Overwegende dat moet worden bepaald dat voor de invoer van paardachtigen uit derde landen geen voorwaarden mogen gelden die minder streng zijn dan die welke in de Gemeenschap gelden;

Overwegende dat op bepaalde technische gebieden uitvoeringsmaatregelen moeten worden vastgesteld; dat voor de tenuitvoerlegging van de voorgenomen maatregelen in een procedure moet worden voorzien waarbij tussen de Lid-Staten en de Commissie een nauwe en doeltreffende samenwerking tot stand wordt gebracht in het kader van het Permanent Zooetechnisch Comité,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

Algemene bepalingen

Artikel 1

Bij deze richtlijn worden zooetechnische en genealogische voorschriften vastgesteld voor het intracommunautaire handelsverkeer in paardachtigen, en in sperma, eicellen en embryo's van paardachtigen.

Artikel 2

Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:

  • a) 
    paardachtigen: als huisdier gehouden paarden en ezels of kruisingen daarvan;

b)

geregistreerde paardachtigen: paardachtigen die in een stamboek zijn ingeschreven, dan wel in een stamboek zijn geregistreerd of in aanmerking komen om te worden ingeschreven overeenkomstig de krachtens artikel 4, lid 2, onder b), vastgestelde voorschriften en die zijn geïdentificeerd middels het in artikel 8, punt 1, bedoelde identificatiedocument;

c)

stamboek: alle boeken, registers, kaartsystemen of informatiedragers

  • die worden bijgehouden hetzij door een organisatie of vereniging die officieel is erkend door een Lid-Staat hetzij door een officiële dienst van de betrokken Lid-Staat, en
  • waarin de paardachtigen worden ingeschreven of geregistreerd met vermelding van de bekende voorouders.

Artikel 3

Het intracommunautaire handelsverkeer in paardachtigen en in sperma, eicellen en embryo's daarvan mag niet worden verboden of beperkt om andere zooetechnische of genealogische redenen dan die welke uit de toepassing van deze richtlijn voortvloeien.

Met betrekking tot het intracommunautaire handelsverkeer in geregistreerde paardachtigen en in sperma, eicellen en embryo's daarvan, mogen evenwel de nationale voorschriften die met de algemene bepalingen van het Verdrag in overeenstemming zijn, worden gehandhaafd totdat de desbetreffende communautaire besluiten als bedoeld in de artikelen 4 en 8, in werking treden.

HOOFDSTUK II

Genealogische voorschriften betreffende geregistreerde

paardachtigen

Artikel 4

  • 1. 
    Bij de aanneming van de in lid 2 genoemde besluiten wordt rekening gehouden met de volgende beginselen:
  • a) 
    organisaties en verenigingen die een stamboek bijhouden of een stamboek aanleggen, worden erkend op voorwaarde dat zij de beginselen naleven die zijn opgesteld door de organisatie of vereniging die het oorspronkelijke stamboek van het ras bijhoudt;
  • b) 
    de criteria voor de inschrijving en registratie in de stamboeken worden vastgesteld rekening houdend met het specifieke karakter van het ras en, met name voor bepaalde zuivere rassen, de noodzaak om de inschrijving en registratie van paardachtigen verkregen met kunstmatige fokmethodes te reglementeren.
  • 2. 
    Volgens de procedure van artikel 10 stelt de Commissie, overeenkomstig de in lid 1 omschreven beginselen, het volgende vast:
  • a) 
    de criteria voor de erkenning van organisaties en verenigingen die stamboeken bijhouden of aanleggen;

b)

de criteria voor de inschrijving en registratie in de stamboeken;

c)

zo nodig, de criteria en methoden voor identificatie van geregistreerde paardachtigen;

d)

de criteria voor het opstellen van het oorsprongscertificaat en het identificatiedocument, als bedoeld in artikel 8;

e)

zo nodig, de voorschriften voor de cooerdinatie tussen de in artikel 5 bedoelde organisaties of verenigingen.

Artikel 5

De lijst van organisaties en verenigingen die een stamboek bijhouden of een stamboek aanleggen en die erkend zijn op basis van de overeenkomstig artikel 4, lid 2, onder a), vast te stellen criteria en de latere aanpassing ervan, worden aan de Commissie en aan de andere Lid-Staten in het Permanent Zooetechnisch Comité meegedeeld.

Artikel 6

  • 1. 
    Bij intracommunautair handelsverkeer moeten paard-

achtigen die in de Lid-Staat van verzending zijn geregistreerd, tenzij een afwijking tussen beide betrokken organisaties of verenigingen onderling is overeengekomen, in het passende stamboek van de Lid-Staat van bestemming onder dezelfde naam worden geregistreerd of ingeschreven, met vermelding - overeenkomstig de internationale overeenkomsten - van het letterwoord van het land van geboorte.

  • 2. 
    Indien zulks krachtens de statuten van de organisaties of verenigingen is toegestaan,
  • mag de oorspronkelijke naam van het betrokken dier worden voorafgegaan van of gevolgd worden door een andere, zelfs voorlopige naam, op voorwaarde dat, zolang het betrokken dier leeft, de oorspronkelijke naam tussen haakjes behouden blijft, en mits het land van geboorte wordt aangegeven met het bij de internationale overeenkomsten erkende letterwoord;
  • kunnen, overeenkomstig door de Commissie volgens de procedure van artikel 10 vast te stellen procedures, alternatieve maatregelen worden getroffen om ervoor te zorgen dat de identiteit van het dier gewaarborgd blijft.

HOOFDSTUK III

Zooetechnische voorschriften betreffende geregistreerde

paardachtigen

Artikel 7

Voor zover zulks nodig is voor een uniforme toepassing van deze richtlijn en met inachtneming van de beginselen van artikel 4, lid 1, kan de Commissie, volgens de procedure van artikel 10 het volgende vaststellen:

  • a) 
    de methoden voor het controleren van de prestaties en voor het beoordelen van de genetische waarde van de fokdieren;
  • b) 
    afhankelijk van de onder a) bedoelde methoden, de algemene criteria voor de toelating van het mannelijke

of, indien nodig, vrouwelijke fokdier tot de fokkerij en het gebruik van hun sperma, eicellen of embryo's.

Artikel 8

De Lid-Staten dragen er zorg voor dat

  • 1. 
    geregistreerde paardachtigen tijdens het transport vergezeld gaan van een door de Commissie volgens de procedure van artikel 10 op te stellen identificatiedocument dat wordt afgegeven door de organisaties of verenigingen, bedoeld in artikel 5 van de onderhavige richtlijn en in artikel 2, onder c), van Richtlijn 90/426/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde landen (4).

Voor geregistreerde paarden moeten in het in de Gemeenschapstalen op te stellen identificatiedocument ten minste de in de bijlage vermelde gegevens voorkomen; de gegevens kunnen worden aangevuld of gewijzigd volgens de procedure van artikel 10;

  • 2. 
    wanneer sperma, eicellen en embryo's van geregistreerde paardachtigen in de handel worden gebracht, zij vergezeld gaan van een door de bevoegde instantie ten minste in de taal van het land van bestemming afgegeven zooetechnisch oorsprongs- en identificatiecertificaat, overeenkomstig een door de Commissie volgens de procedure van artikel 10 vast te stellen model.

Slotbepalingen

Artikel 9

Totdat communautaire voorschriften ter zake van toepassing worden, mogen de voorwaarden voor de invoer van paard-

achtigen en van sperma, eicellen en embryo's daarvan uit derde landen niet gunstiger zijn dan die welke in het intracommunautaire handelsverkeer gelden.

Artikel 10

In de gevallen waarin naar de in dit artikel omschreven procedure wordt verwezen, beraadslaagt het bij Besluit 77/505/EEG (5) ingestelde Permanent Zooetechnisch Comité overeenkomstig de bij artikel 11 van Richtlijn 88/661/EEG (6) vastgestelde regels.

Artikel 11

De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 juli 1991 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Artikel 12

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Luxemburg, 26 juni 1990.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • M. 
    O'KENNEDY
  • (1) 
    PB nr. C 327 van 30. 12. 1989, blz. 61.
  • (2) 
    PB nr. C 149 van 18. 6. 1990.
  • (3) 
    PB nr. C 62 van 12. 3. 1990, blz. 46.(4) Zie bladzijde 42 van dit Publikatieblad.
  • (5) 
    PB nr. L 206 van 12. 8. 1977, blz. 11.
  • (6) 
    PB nr. L 382 van 31. 12. 1988, blz. 16.

BIJLAGE MINIMALE VERMELDINGEN VAN HET IDENTIFICATIEDOCUMENT (1) No d'identification

Identification No

Identificatienummer:

  • (2) 
    Nom

Name

Naam:

  • (3) 
    Sexe

Sex

Geslacht:

  • (4) 
    Robe

Colour

Kleur:

  • (5) 
    Race

Breed

Ras:

  • (6) 
    par

by

door:

  • (7) 
    et

and

en:

  • (6) 
    par

by

door:

  • (8) 
    Date de naissance

Date of foaling

Geboortedatum:

  • (11) 
    Certificat d'origine validé le

par

Origin certificate validated on

by

Certificaat van oorsprong geldig verklaard op:

door:

  • (9) 
    Lieu d'élevage

Place where bred

Plaats waar het dier is gefokt:

(11)

  • Nom de l'autorité compétente

Name of the competent authority

Naam van de bevoegde instantie:

  • Adresse

Address

Adres:

  • No de téléphone

Telephone number

Telefoonnummer:

  • No de télécopie

Telecopy number

Faxnummer:

  • (10) 
    Naisseur(s)

Breeder(s)

Fokker(s):

  • Signature

(nom en lettres capitales et qualité du signataire)

Signature

(Name in capital letters and capacity of signatory)

Handtekening:

(naam in hoofdletters en functie van de ondertekenaar)

  • Cachet

Stamp

Stempel

  • (19) 
    Signalement relevé sous la mère par

Description taken with dam by

Signalement opgemaakt bij de moeder door:

  • (20) 
    Circonscription

District

Omschrijving:

  • (19) 
    Tête

Head

Hoofd:

Ant. G

Foreleg L

Voorbenen links:

Ant. D

Foreleg R

Voorbenen rechts:

Post. G

Hindleg L

Achterbenen links:

Post. D

Hindleg R

Achterbenen rechts:

Corps

Body

Lichaam:

Marques

Markings

Kenmerken:

Le

On

d.d.

  • (21) 
    Signature et cachet du vétérinaire agréé

(ou de l'autorité compétente)

Signature and stamp of qualified veterinary surgeon

(or competent authority)

Handtekening en stempel van de erkende dierenarts

of van de bevoegde instantie

(en lettres capitales)

(in capital letters)

(in hoofdletters)

3.

Verwante dossiers

 
 

4.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

5.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.