Richtlijn 92/84/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de onderlinge aanpassing van de accijnstarieven op alcohol en alcoholhoudende dranken - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Richtlijn 92/84/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de onderlinge aanpassing van de accijnstarieven op alcohol en alcoholhoudende dranken
Publicatieblad Nr. L 316 van 31/10/1992 blz. 0029 - 0031
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 9 Deel 2 blz. 0108
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 9 Deel 2 blz. 0108
RICHTLIJN 92/84/EEG VAN DE RAAD van 19 oktober 1992 betreffende de onderlinge aanpassing van de accijnstarieven op alcohol en alcoholhoudende dranken
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 99,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van het Europese Parlement (2),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),
Overwegende dat in Richtlijn 92/12/EEG (4) bepalingen betreffende de algemene regeling voor accijnsprodukten zijn neergelegd;
Overwegende dat in Richtlijn 92/83/EEG (5) bepalingen betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken zijn neergelegd;
Overwegende dat het voor de totstandbrenging van de interne markt per 1 januari 1993 vereist is dat de Lid-Staten vanaf die datum op die produkten minimumaccijnzen toepassen;
Overwegende dat de meest geschikte grondslag voor de heffing van accijns op ethylalcohol, het gehalte aan zuivere alcohol is;
Overwegende dat de meest geschikte grondslag voor de heffing van accijns op wijn en tussenprodukten het volume van het eindprodukt is;
Overwegende dat het consumptiepatroon voor mousserende wijn anders is dan dat voor niet-mousserende wijn; dat het de Lid-Staten derhalve kan worden toegestaan op deze twee produkten verschillende accijnstarieven toe te passen;
Overwegende dat de methoden om bier te belasten per Lid-Staat verschillen en dat het mogelijk is deze verschillen te laten voortduren, met name door een minimumtarief vast te stellen dat gebaseerd is op de oorspronkelijke densiteit en op het alcoholgehalte van het produkt;
Overwegende dat aan bepaalde Lid-Staten kan worden toegestaan verlaagde tarieven toe te passen op produkten die in bepaalde gebieden van hun grondgebied worden verbruikt;
Overwegende dat de in deze richtlijn vastgestelde tarieven op gezette tijden opnieuw moeten worden bezien aan de hand van een verslag van de Commissie waarin rekening is gehouden met alle relevante factoren;
Overwegende dat er een mechanisme dient te worden ingesteld waarmee de in ecu uitgedrukte specifieke bedragen in nationale valuta kunnen worden omgezet,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Uiterlijk op 1 januari 1993 passen de Lid-Staten in overeenstemming met de voorschriften van deze richtlijn minimumaccijnstarieven toe.
Artikel 2
De onder deze richtlijn vallende produkten zijn:
-
-alcohol en alcoholhoudende dranken
-
-tussenprodukten
-
-wijn
-
-bier
zoals omschreven in Richtlijn 92/83/EEG.
Artikel 3
-
1.Het minimumtarief van de accijns op alcohol en alcohol vervat in andere dranken dan die bedoeld in de artikelen 4, 5 en 6, wordt vastgesteld op 550 ecu per hectoliter absolute alcohol, met ingang van 1 januari 1993.
Lid-Staten die op alcohol en alcoholhoudende dranken een accijnstarief van niet meer dan 1 000 ecu per hectoliter absolute alcohol toepassen, mogen hun nationale tarief evenwel niet verlagen. Verder mogen Lid-Staten die op de in artikel 2 genoemde produkten een accijnstarief van meer dan 1 000 ecu per hectoliter absolute alcohol toepassen, hun nationaal tarief niet tot minder dan 1 000 ecu verlagen.
-
2.Het Koninkrijk Denemarken mag evenwel het in Denemarken bestaande stelsel van heffingen op alcohol en alcohol vervat in andere produkten tot en met 30 juni 1996 handhaven, mits de toepassing van dit stelsel nooit in een lagere heffing resulteert dan die welke de toepassing van lid 1 overeenkomstig de voorschriften van Richtlijn 92/83/EEG zou opleveren.
-
3.De Italiaanse Republiek mag evenwel het in Italië bestaande stelsel van heffingen op alcohol en alcohol vervat in andere produkten, op grond waarvan op sommige categorieën alcohol een verlaagd tarief wordt toegepast, tot en met 30 juni 1996 handhaven, mits de toepassing van dit stelsel nooit in een lagere heffing resulteert dan die welke de toepassing van lid 1 overeenkomstig de voorschriften van Richtlijn 92/83/EEG zou opleveren.
Artikel 4
Het minimumtarief van de accijns op tussenprodukten wordt met ingang van 1 januari 1993 vastgesteld op 45 ecu per hectoliter van het produkt.
Artikel 5
Het minimumtarief van de accijns op wijn wordt met ingang van 1 januari 1993 vastgesteld op:
-
-0 ecu voor niet-mousserende wijn, en
-
-0 ecu voor mousserende wijn
per hectoliter van het produkt.
Artikel 6
Het minimumtarief van de accijns op bier wordt met ingang van 1 januari 1993 vastgesteld op:
-
-0,748 ecu per hectoliter/graad Plato, of
-
-1,87 ecu per hectoliter/alcoholgehalte
van het eindprodukt.
Artikel 7
-
1.De Helleense Republiek mag een verlaagd accijnstarief toepassen op ethylalcohol die wordt verbruikt in de departementen Lesbos, Chios, Samos, de Dodekanesos en de Cycladen, alsmede op de volgende eilanden in de Egeïsche Zee: Thassos, de noordelijke Sporaden, Samothraki en Skiros.
Het verlaagde tarief, dat lager mag zijn dan het minimumaccijnstarief, mag niet minder bedragen dan 50 % van het normale nationale accijnstarief voor ethylalcohol.
-
2.De Italiaanse Republiek mag de op 1 januari 1992 geldende vrijstellingen en verlaagde accijnstarieven, die minder dan de minimumtarieven mogen bedragen, blijven toepassen op alcohol en alcoholhoudende dranken die worden verbruikt in Gorizia en het Aosta-dal.
-
3.De Portugese Republiek mag in het autonome gebied Madeira en in het autonome gebied de Azoren op de volgende produkten verlaagde accijnstarieven blijven toepassen, die niet minder dan 50 % van de nationale tarieven mogen bedragen:
-
a)Madeira
-
-wijn verkregen van de zuiver regionale druiverassen omschreven in artikel 15 van Verordening (EEG) nr. 4252/88;
-
-rum als omschreven in artikel 1, lid 4, onder a), van Verordening (EEG) nr. 1576/89, met de geografische kenmerken omschreven in artikel 5, lid 3, en in bijlage II, punt 1, van die verordening;
-
-likeuren geproduceerd van subtropisch fruit verrijkt met eau-de-vie van suikerriet en met de kenmerken en kwaliteiten omschreven in artikel 5, lid 3, onder b), van Verordening (EEG) nr. 1576/89;
-
b)Azoren
-
-likeuren als omschreven in artikel 1, lid 4, onder r), van Verordening (EEG) nr. 1576/89, verkregen van passievrucht en ananas;
-
-wijn-eau-de-vie en druivendraf-eau-de-vie met de kenmerken en kwaliteiten omschreven in artikel 1, lid 4, onder d) en f), van Verordening (EEG) nr. 1576/89.
Artikel 8
Om de twee jaar, en voor het eerst uiterlijk op 31 december 1994, beziet de Raad op basis van een verslag en, in voorkomend geval, een voorstel van de Commissie, de in deze richtlijn vastgestelde accijnstarieven en neemt hij na raadpleging van het Europese Parlement, met eenparigheid van stemmen de nodige maatregelen. In het verslag van de Commissie en bij de behandeling in de Raad wordt rekening gehouden met de goede werking van de interne markt, de mededinging tussen de verschillende categorieën alcoholhoudende dranken, de reële waarde van de accijnstarieven en de doelstellingen van het Verdrag in het algemeen.
Artikel 9
-
1.De op de waarde van de specifieke accijnzen toe te passen tegenwaarde van de ecu in nationale valuta wordt eenmaal per jaar vastgesteld. De voor deze omrekening toe te passen koersen zijn de in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen bekendgemaakte koersen van de eerste werkdag van oktober. Zij worden toegepast vanaf 1 januari van het volgende kalenderjaar.
-
2.De Lid-Staten kunnen bij de in lid 1 bedoelde jaarlijkse aanpassing het geldende bedrag van de accijnzen onveranderd laten, indien de omrekening van de in ecu uitgedrukte bedragen van de accijnzen een verhoging van de in nationale valuta uitgedrukte accijns geeft van minder dan 5 %, of van minder dan 5 ecu, indien dat bedrag lager is dan het vorengenoemde percentage.
Artikel 10
-
1.De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 1992 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie hiervan onverwijld in kennis.
Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.
-
2.De Lid-Staten delen de Commissie de tekst van de belangrijke bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 11
Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten. Gedaan te Luxemburg, 19 oktober 1992. Voor de Raad
De Voorzitter
-
J.COPE
-
(1)PB nr. C 12 van 18. 1. 1990, blz. 12. (2) PB nr. C 94 van 13. 4. 1992, blz. 46. (3) PB nr. C 225 van 10. 9. 1991, blz. 54. (4) PB nr. L 76 van 23. 3. 1992, blz. 1. (5) Zie bladzijde 21 van dit Publikatieblad.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.