96/694/EG: Aanbeveling van de Raad van 2 december 1996 betreffende de evenwichtige deelneming van vrouwen en mannen aan het besluitvormingsproces

1.

Tekst

Avis juridique important

|

2.

31996H0694

96/694/EG: Aanbeveling van de Raad van 2 december 1996 betreffende de evenwichtige deelneming van vrouwen en mannen aan het besluitvormingsproces

Publicatieblad Nr. L 319 van 10/12/1996 blz. 0011 - 0015

AANBEVELING VAN DE RAAD van 2 december 1996 betreffende de evenwichtige deelneming van vrouwen en mannen aan het besluitvormingsproces (96/694/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2);

  • (1) 
    Overwegende dat de Raad een reeks wettelijke instrumenten heeft aangenomen en een aantal politieke verbintenissen is aangegaan op het gebied van gelijke behandeling van en gelijke kansen voor mannen en vrouwen (3) (4) (5) (6);
  • (2) 
    Overwegende dat de staatshoofden en regeringsleiders, in de Europese Raad bijeen in Essen, in Cannes en in Madrid, er met nadruk op hebben gewezen dat de bestrijding van de werkloosheid, alsmede gelijke kansen voor vrouwen en mannen, de belangrijkste opgaven van de Europese Unie en haar Lid-Staten vormen;
  • (3) 
    Overwegende dat in Aanbeveling 84/635/EEG van de Raad van 13 december 1984 betreffende de bevordering van positieve acties voor vrouwen (7), in de tweede resolutie van de Raad van 24 juli 1986 betreffende de bevordering van gelijke kansen voor de vrouw (8), in de resolutie van de Raad van 21 mei 1991 betreffende het derde communautaire actieprogramma op middellange termijn inzake gelijke kansen voor vrouwen en mannen (1991-1995) (9), in resolutie van de Raad van 27 maart 1995 betreffende evenwichtige deelneming van vrouwen en mannen aan de besluitvorming (10) en in Besluit 95/593/EG van de Raad van 22 december 1995 betreffende een communautair actieprogramma op middellange termijn inzake gelijke kansen voor vrouwen en mannen (1996-2000) (11) specifieke aandacht is besteed aan de toegang van vrouwen tot de besluitvorming;
  • (4) 
    Overwegende dat het Europees Parlement in zijn resolutie van 11 februari 1994 over vrouwen in besluitvormende organen (12) de Commissie heeft verzocht "ter bestrijding van de individuele belemmeringen voor vrouwen om deel te nemen aan de besluitvorming, kracht bij te zetten aan de uitvoering van het gelijke-kansenbeleid van het derde communautaire actieprogramma" en "maatregelen en acties te bepalen waardoor grotere participatie van vrouwen aan het besluitvormingsproces mogelijk wordt";
  • (5) 
    Overwegende dat in de Verklaring en het Actieprogramma van de Vierde Wereldvrouwenconferentie (Peking, 4-15 september 1995) sterk de nadruk is gelegd op de noodzaak te zorgen voor een evenwichtige verdeling van verantwoordelijkheden, macht en rechten, en dat de Lid-Staten zich ertoe verbonden hebben dit Actieprogramma uit te voeren;
  • (6) 
    Overwegende dat de deelname aan het besluitvormingsproces gebaseerd is op de vertegenwoordiging in de besluitvormingsorganen op alle niveaus van het politieke, economische, sociale en culturele leven en dat daarvoor met name de aanwezigheid in verantwoordelijke functies en in posities waarin besluiten worden genomen, noodzakelijk is;
  • (7) 
    Overwegende dat vrouwen nog steeds ondervertegenwoordigd zijn in de besluitvormingsorganen op politiek, economisch, sociaal en cultureel terrein;
  • (8) 
    Overwegende dat de geringe vertegenwoordiging van vrouwen in de besluitvormingsorganen onder andere het gevolg is van het laattijdig verkrijgen door de vrouwen van maatschappelijke en burgerlijke gelijkberechtiging, van de belemmeringen bij de verwezenlijking van hun economische onafhankelijkheid, alsmede van de moeilijke combinatie van beroep en gezin;
  • (9) 
    Overwegende dat een evenwichtige deelneming van vrouwen en mannen aan het besluitvormingsproces een democratisch vereiste is;
  • (10) 
    Overwegende dat de geringe vertegenwoordiging van vrouwen in besluitvormingsfuncties een verlies voor de hele samenleving vormt en kan verhinderen dat ten volle rekening wordt gehouden met de belangen en behoeften van de hele bevolking;
  • (11) 
    Overwegende dat maatregelen voor een evenwichtige deelneming van mannen en vrouwen aan het besluitvormingsproces in alle sectoren gepaard moeten gaan met integratie van de dimensie van de gelijke kansen voor mannen en vrouwen op alle beleidsgebieden en in alle activiteiten;
  • (12) 
    Overwegende dat een evenwichtige deelneming van mannen en vrouwen aan het besluitvormingsproces nieuwe ideeën, waarden en gedragspatronen kan voortbrengen, gericht op een rechtvaardiger en evenwichtiger wereld, zowel voor vrouwen als voor mannen;
  • (13) 
    Overwegende dat de Lid-Staten, de sociale partners, de politieke partijen en organisaties, de niet-gouvernementele organisaties en de media een beslissende rol spelen in de totstandbrenging van een samenleving waarin de politieke, economische, sociale en culturele verantwoordelijkheden op evenwichtige wijze door vrouwen en mannen worden gedragen;
  • (14) 
    Overwegende dat richtsnoeren ter bevordering van een evenwichtige deelneming van vrouwen en mannen aan het besluitvormingsproces moeten worden vastgesteld teneinde gelijke kansen voor mannen en vrouwen te bewerkstelligen en dat de doeltreffendheid daarvan moet worden verhoogd door de uitwisseling van informatie over goede praktijken in het kader van het communautaire actieprogramma op middellange termijn inzake gelijke kansen voor vrouwen en mannen (1996-2000);
  • (15) 
    Overwegende dat de bepalingen van deze aanbeveling alleen binnen de grenzen van de communautaire bevoegdheid van toepassing zijn; dat de gelijke behandeling van mannelijke en vrouwelijke werknemers een van de doelstellingen van de Gemeenschap vormt, voor zover hierdoor met name de onderlinge aanpassing op de weg van de vooruitgang van de levensstandaard en de arbeidsvoorwaarden van de werknemers wordt bevorderd;
  • (16) 
    Overwegende dat het Verdrag voor de goedkeuring van deze aanbeveling geen andere bevoegdheden verschaft dan de in artikel 235 genoemde,
  • I. 
    BEVEELT DE LID-STATEN AAN:
  • 1. 
    een allesomvattende, geïntegreerde strategie aan te nemen ter bevordering van een evenwichtige deelneming van vrouwen en mannen aan het besluitvormingsproces, en daartoe de passende maatregelen uit te breiden of te nemen, zoals in voorkomend geval wettelijke en/of bestuursrechtelijke en/of aansporingsmaatregelen;
  • 2. 
    a) alle deelnemers aan het onderwijs- en opleidingsproces, met inbegrip van diegenen die verantwoordelijk zijn voor het pedagogisch materiaal, op alle niveaus bewust te maken van het belang van:
  • een realistisch en volledig beeld, dat vrij is van discriminerende vooroordelen en stereotypen, van de rollen en vaardigheden van vrouwen en mannen in de maatschappij,
  • een evenwichtiger verdeling van de verantwoordelijkheden in het beroep, in het gezin en in de maatschappij tussen vrouwen en mannen, en
  • een evenwichtige deelname van vrouwen en mannen aan de besluitvormingsprocessen op alle niveaus;
  • b) 
    op alle niveaus van onderwijs en opleiding, jonge meisjes en vrouwen te stimuleren even volledig en actief deel te nemen aan en zich te uiten in de onderwijs- en opleidingsactiviteiten als jongens en mannen, teneinde hen voor te bereiden op een actieve rol in de maatschappij, met inbegrip van het politieke, economische, sociale en culturele leven, en in het bijzonder in het besluitvormingsproces;
  • c) 
    de openbare mening bewust te maken van het belang van de verspreiding van een beeld van vrouwen en mannen dat de op een taakverdeling op grond van het geslacht gebaseerde discriminerende stereotypen versterkt noch bevestigt;
  • d) 
    zonder afbreuk te doen aan hun autonomie, de verenigingen en organisaties in alle maatschappelijke sectoren aan te moedigen de toegang van vrouwen tot het besluitvormingsproces en een evenwichtige deelneming van vrouwen en mannen in de besluitvormingsorganen te bevorderen en hun inspanningen op dit terrein te steunen;
  • e) 
    zonder afbreuk te doen aan hun autonomie, de sociale partners aan te moedigen een evenwichtige deelneming van vrouwen en mannen aan hun activiteiten te bevorderen en hun inspanningen op dit terrein te steunen, alsook hen te wijzen op hun verantwoordelijkheid inzake promotie en voordracht van vrouwelijke kandidaten bij de benoeming van kandidaten op de verschillende posten in openbare commissies en comités in de Lid-Staten en op het niveau van de Gemeenschap;
  • f) 
    openbare campagnes te ontwerpen, in gang te zetten en te bevorderen, teneinde de publieke opinie bewust te maken van het nut en de voordelen voor de hele samenleving van een evenwichtige deelneming van vrouwen en mannen aan het besluitvormingsproces;
  • 3. 
    a) het verzamelen en publiceren van statistische gegevens te bevorderen en te verbeteren, teneinde een beter beeld te krijgen van het aandeel van vrouwen en mannen op alle niveaus van het besluitvormingsproces op politiek, economisch, sociaal en cultureel terrein;
  • b) 
    kwantitatief en kwalitatief onderzoek naar de deelneming van vrouwen en mannen aan het besluitvormingsproces te ondersteunen, te ontwikkelen en te stimuleren, met name onderzoek:
  • naar de juridische, sociale en culturele belemmeringen voor de toegang van het ene of het andere geslacht tot en de deelneming aan het besluitvormingsproces,
  • naar strategieën om deze belemmeringen weg te nemen, en
  • naar het nut van een evenwichtige deelneming van vrouwen en mannen aan het besluitvormingsproces en naar de voordelen daarvan voor de maatschappij en voor het functioneren van de democratie;
  • c) 
    initiatieven die tot voorbeelden van goede praktijken op de diverse gebieden van het besluitvormingsproces leiden, te bevorderen, te steunen en te stimuleren en programma's voor de verspreiding en uitwisseling van ervaringen op te zetten teneinde deze acties te veralgemenen;
  • 4. 
    a) een evenwichtige deelneming van vrouwen en mannen in regeringsorganen en -commissies op alle niveaus te bevorderen;
  • b) 
    de betrokkenen te doordringen van het belang om initiatieven te nemen, teneinde te komen tot een evenwichtige bekleding door vrouwen en mannen van openbare posten op alle niveaus, waarbij bijzondere aandacht dient te worden besteed aan de bevordering van een evenwichtige samenstelling van de comités, commissies en werkgroepen, zowel op nationaal als op Gemeenschapsniveau;
  • c) 
    een samenhangend geheel van maatregelen te plannen, uit te voeren of op te zetten die gelijke kansen bij de overheidsdiensten bevorderen en aan het concept van evenwichtige deelneming in het besluitvormingsproces beantwoorden, en bij de aanwervingen via vergelijkende onderzoeken erop toe te zien dat de samenstelling van de commissies die met de opstelling van de proeven zijn belast, en de samenstelling van de jury's een evenwicht tussen vrouwen en mannen zo dicht mogelijk benadert;
  • d) 
    de particuliere sector aan te moedigen de aanwezigheid van vrouwen op alle niveaus van de besluitvorming te versterken, met name door het aannemen van plannen voor gelijke kansen en positieve-actieprogramma's, of in het kader daarvan;

II. VERZOEKT DE INSTELLINGEN, DE ORGANEN EN DE GEDECENTRALISEERDE ORGANEN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN:

een strategie te bepalen om te komen tot een evenwichtige deelneming van vrouwen en mannen aan het besluitvormingsproces in alle Instellingen, organen en gedecentraliseerde organen van de Europese Gemeenschappen;

III. VERZOEKT DE COMMISSIE:

  • 1. 
    in het kader van Besluit 95/593/EG betreffende een communautair actieprogramma op middellange termijn inzake gelijke kansen voor vrouwen en mannen (1996-2000) de systematische uitwisseling tussen de Lid-Staten van informatie en ervaringen betreffende goede praktijken en de evaluatie van het effect van de maatregelen met het oog op een beter evenwicht tussen vrouwen en mannen in het besluitvormingsproces te stimuleren en te organiseren;
  • 2. 
    daartoe en in dat kader, haar inspanningen inzake voorlichting, bewustmaking, stimulering van het onderzoek en bevordering van acties te versterken, teneinde een evenwichtige deelneming van vrouwen en mannen aan het besluitvormingsproces tot stand te brengen;
  • 3. 
    voor het eerst drie jaar na goedkeuring van deze aanbeveling en vervolgens ieder jaar, op basis van de door de Lid-staten en de Instellingen, de organen en de gedecentraliseerde organen van de Europese Gemeenschappen verstrekte gegevens, een verslag over de tenuitvoerlegging van deze aanbeveling aan het Europees Parlement, de Raad en het Economisch en Sociaal Comité voor te leggen.

Gedaan te Brussel, 2 december 1996.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • E. 
    FITZGERALD
  • (1) 
    PB nr. C 166 van 10. 6. 1996, blz. 276.
  • (2) 
    PB nr. C 204 van 15. 7. 1996, blz. 21.
  • (3) 
    - Richtlijn 75/117/EEG van de Raad van 10 februari 1975 betreffende de harmonisatie van de wetgeving van de Lid-Staten met betrekking tot de toepassing van het beginsel van gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers (PB nr. L 45 van 19. 2. 1975, blz. 19).
  • Richtlijn 76/207/EEG van de Raad van 9 februari 1976 met betrekking tot de tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen wat betreft de toegang tot de arbeidsmarkt, de beroepsopleiding, de promotiekansen en de arbeidsvoorwaarden (PB nr. L 39 van 14. 2. 1976, blz. 40).
  • Richtlijn 79/7/EEG van de Raad van 19 december 1978 betreffende de geleidelijke tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen inzake sociale zekerheid (PB nr. L 6 van 10. 1. 1979, blz. 24).
  • Richtlijn 86/378/EEG van de Raad van 24 juli 1986 betreffende de tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen in ondernemings- en sectoriële regelingen inzake sociale zekerheid (PB nr. L 225 van 12. 8. 1986, blz. 40).
  • Richtlijn 86/613/EEG van de Raad van 11 december 1986 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van zelfstandig werkzame mannen en vrouwen, de landbouwsector daarbij inbegrepen, en tot bescherming van het moederschap (PB nr. L 359 van 19. 12. 1986, blz. 56).
  • Richtlijn 92/85/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 inzake de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid op het werk van werkneemsters tijdens de zwangerschap, na de bevalling en tijdens de lactatie (PB nr. L 348 van 28. 11. 1992, blz. 1).
  • (4) 
    - Besluit 95/593/EG van de Raad van 22 december 1995 betreffende een communautair actieprogramma op middellange termijn inzake gelijke kansen voor vrouwen en mannen (1996-2000) (PB nr. L 335 van 30. 12. 1995, blz. 37).
  • (5) 
    - Aanbeveling 84/635/EEG van de Raad van 13 december 1984 betreffende de bevordering van positieve acties voor vrouwen (PB nr. L 331 van 19. 12. 1984, blz. 34).
  • Aanbeveling 92/241/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende kinderopvang (PB nr. L 123 van 8. 5. 1992, blz. 16).
  • (6) 
    - Resolutie van de Raad van 12 juli 1982 betreffende de bevordering van gelijke kansen voor de vrouw (PB nr. C 186 van 21. 7. 1982, blz. 3).
  • Resolutie van de Raad van 7 juni 1984 betreffende acties ter bestrijding van de vrouwenwerkloosheid (PB nr. C 161 van 21. 6. 1984, blz. 4).
  • Resolutie van de Raad en de Ministers van Onderwijs, in het kader van de Raad bijeen, van 3 juni 1985 houdende een actieprogramma betreffende gelijke kansen voor meisjes en jongens in het onderwijs (PB nr. C 166 van 5. 7. 1985, blz. 1).
  • Tweede resolutie van de Raad van 24 juli 1986 betreffende de bevordering van gelijke kansen voor de vrouw (PB nr. C 203 van 12. 8. 1986, blz. 2).
  • Resolutie van de Raad van 16 december 1988 betreffende de reïntegratie en integratie op latere leeftijd van vrouwen in het arbeidsproces (PB nr. C 333 van 28. 12. 1988, blz. 1).
  • Resolutie van de Raad van 29 mei 1990 betreffende de bescherming van de waardigheid van vrouwen en mannen op het werk (PB nr. C 157 van 27. 6. 1990, blz. 3).
  • Resolutie van de Raad van 21 mei 1991 betreffende het derde communautaire actieprogramma op middellange termijn inzake gelijke kansen voor vrouwen en mannen (1991-1995) (PB nr. C 142 van 31. 5. 1991, blz. 1).
  • Resolutie van de Raad van 22 juni 1994 betreffende de bevordering van gelijke kansen voor mannen en vrouwen door middel van acties van de Europese structuurfondsen (PB nr. C 231 van 20. 8. 1994, blz. 1).
  • Resolutie van de Raad en de Vertegenwoordigers van de Regeringen van de Lid-Staten, in het kader van de Raad bijeen, van 6 december 1994 betreffende de gelijkwaardige deelneming van vrouwen aan een op groei van de werkgelegenheid in de Europese Unie gerichte economische ontwikkelingsstrategie (PB nr. C 368 van 23. 12. 1994, blz. 3).
  • Resolutie van de Raad van 27 maart 1995 betreffende evenwichtige deelneming van vrouwen en mannen aan de besluitvorming (PB nr. C 168 van 4. 7. 1995, blz. 3).
  • Resolutie van de Raad en de Vertegenwoordigers van de Regeringen der Lid-Staten, in het kader van de Raad bijeen, van 5 oktober 1995 inzake de benadering van het man/vrouw-beeld in de reclame en de media (PB nr. C 296 van 10. 11. 1995, blz. 15).
  • (7) 
    PB nr. L 331 van 19. 12. 1984, blz. 34.
  • (8) 
    PB nr. C 203 van 12. 8. 1986, blz. 2.
  • (9) 
    PB nr. C 142 van 31. 5. 1991, blz. 1.
  • (10) 
    PB nr. C 168 van 4. 7. 1995, blz. 3.
  • (11) 
    PB nr. L 335 van 30. 12. 1995, blz. 37.
  • (12) 
    PB nr. C 61 van 28. 2. 1994, blz. 248.

3.

Verwante dossiers

 
 

4.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

5.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.