Verordening (EG) nr. 2679/98 van de Raad van 7 december 1998 inzake de werking van de interne markt wat het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten betreft

1.

Tekst

Avis juridique important

|

2.

31998R2679

Verordening (EG) nr. 2679/98 van de Raad van 7 december 1998 inzake de werking van de interne markt wat het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten betreft

Publicatieblad Nr. L 337 van 12/12/1998 blz. 0008 - 0009

VERORDENING (EG) Nr. 2679/98 VAN DE RAAD van 7 december 1998 inzake de werking van de interne markt wat het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten betreft

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

  • (1) 
    Overwegende dat de interne markt, zoals bepaald in artikel 7 A van het Verdrag, een ruimte zonder binnengrenzen omvat, waarin met name het vrije verkeer van goederen is gewaarborgd volgens de artikelen 30 tot en met 36 van het Verdrag;
  • (2) 
    Overwegende dat inbreuken op dit beginsel, bijvoorbeeld in de vorm van handelingen van particulieren waardoor in een bepaalde lidstaat belemmeringen worden gecreëerd voor het vrije verkeer van goederen, de goede werking van de interne markt ernstig kunnen verstoren en de benadeelde particulieren grote schade kunnen toebrengen;
  • (3) 
    Overwegende dat de lidstaten, teneinde de uit het Verdrag voortvloeiende verplichtingen na te komen en, in het bijzonder, de goede werking van de interne markt te waarborgen, zich enerzijds moeten onthouden van maatregelen of gedragingen die het handelsverkeer kunnen belemmeren en anderzijds alle noodzakelijke en evenredige maatregelen moeten treffen om het vrije verkeer van goederen op hun grondgebied te vergemakkelijken;
  • (4) 
    Overwegende dat die maatregelen geen afbreuk mogen doen aan de uitoefening van de grondrechten, met inbegrip van het stakingsrecht of de stakingsvrijheid;
  • (5) 
    Overwegende dat deze verordening geen beletsel vormt voor maatregelen die eventueel in bepaalde gevallen op communautair niveau moeten worden getroffen om problemen bij de werking van de interne markt te ondervangen, waarbij indien nodig rekening dient te worden gehouden met de toepassing van deze verordening;
  • (6) 
    Overwegende dat de lidstaten de exclusieve bevoegdheid hebben voor de handhaving van de openbare orde en de bescherming van de binnenlandse veiligheid, alsmede om te bepalen of, wanneer, en in hoeverre maatregelen noodzakelijk en evenredig zijn teneinde het vrije verkeer van goederen op hun grondgebied in een bepaalde situatie te vergemakkelijken;
  • (7) 
    Overwegende dat moet worden gezorgd voor adequate en snelle uitwisseling van informatie tussen de lidstaten en de Commissie over de belemmeringen van het vrije verkeer van goederen;
  • (8) 
    Overwegende dat de lidstaat op wiens grondgebied belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen voorkomen, alle noodzakelijke en evenredige maatregelen moet treffen om het vrije verkeer van goederen op zijn grondgebied zo spoedig mogelijk te herstellen, teneinde het risico te vermijden dat de verstoring of schade in kwestie voortduurt, zich uitbreidt of verergert en dat de handelsstromen en de contractuele betrekkingen waarop die berusten, worden verstoord; dat hij de Commissie en desgevraagd de andere lidstaten in kennis moet stellen van de maatregelen die hij heeft genomen of voornemens is te nemen om dit doel te verwezenlijken;
  • (9) 
    Overwegende dat de Commissie, ter nakoming van de verplichting die haar krachtens het Verdrag wordt opgelegd, de betrokken lidstaat ervan in kennis moet stellen dat volgens haar een inbreuk is begaan, en dat de lidstaat op die kennisgeving moet reageren;
  • (10) 
    Overwegende dat het Verdrag voor de vaststelling van deze verordening in geen andere bevoegdheden voorziet dan die van artikel 235 van het Verdrag,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1. 
    "belemmering": een belemmering van het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten die toe te schrijven is aan een lidstaat, ongeacht of het gaat om het handelen of het niet-handelen van die lidstaat, die een inbreuk op de artikelen 30 tot en met 36 van het Verdrag kan vormen, en die:
  • a) 
    een ernstige verstoring van het vrije verkeer van goederen veroorzaakt doordat de invoer van de goederen in, hun uitvoer uit of hun vervoer over het grondgebied van een lidstaat fysiek of op enige andere wijze wordt voorkomen, vertraagd of verlegd;
  • b) 
    de benadeelde particulieren ernstige schade toebrengt, en
  • c) 
    onmiddellijk optreden vereist om eventuele voortduring, uitbreiding of verergering van de verstoring of schade in kwestie te voorkomen;
  • 2. 
    "niet-handelen": het geval waarin de bevoegde autoriteiten van een lidstaat bij een door acties van particulieren veroorzaakte belemmering, nalaten alle noodzakelijke en evenredige maatregelen te nemen waartoe zij bevoegd zijn om de belemmering op te heffen en het vrije verkeer van goederen op hun grondgebied te waarborgen.

Artikel 2

Deze verordening mag niet zo worden geïnterpreteerd dat zij op enigerlei wijze afbreuk doet aan de uitoefening van de grondrechten zoals die in de lidstaten erkend zijn, met inbegrip van het stakingsrecht of de stakingsvrijheid. Deze rechten kunnen ook het recht of de vrijheid behelzen om andere acties te ondernemen in het kader van de in de lidstaten bestaande bijzondere stelsels van arbeidsbetrekkingen.

Artikel 3

  • 1. 
    Wanneer zich een belemmering voordoet of dreigt voor te doen:
  • a) 
    deelt elke lidstaat (ongeacht of het om de betrokken lidstaat gaat) die over relevante informatie beschikt, die onverwijld mede aan de Commissie, en
  • b) 
    deelt de Commissie die informatie en elke informatie uit welke andere bron ook die zij relevant acht, onverwijld mede aan de lidstaten.
  • 2. 
    De betrokken lidstaat reageert zo spoedig mogelijk op verzoeken om informatie van de Commissie en van andere lidstaten over de aard van de belemmering of dreigende belemmering, en over de actie die hij heeft ondernomen of voornemens is te ondernemen. De tussen de lidstaten uitgewisselde informatie wordt ook aan de Commissie toegezonden.

Artikel 4

  • 1. 
    Wanneer zich een belemmering voordoet, en behoudens het bepaalde in artikel 2:
  • a) 
    neemt de betrokken lidstaat alle noodzakelijke en evenredige maatregelen om ervoor te zorgen dat het vrije verkeer van goederen op het grondgebied van de lidstaat overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag is gewaarborgd, en
  • b) 
    stelt de betrokken lidstaat de Commissie in kennis van de acties die zijn autoriteiten hebben ondernomen of voornemens zijn te ondernemen.
  • 2. 
    De Commissie doet de informatie die zij op grond van lid 1, onder b), heeft ontvangen onverwijld aan de overige lidstaten toekomen.

Artikel 5

  • 1. 
    Wanneer de Commissie van oordeel is dat er zich in een lidstaat een belemmering voordoet, stelt zij de betrokken lidstaat in kennis van de redenen op grond waarvan de Commissie tot die conclusie is gekomen, en verzoekt zij de lidstaat alle noodzakelijke en evenredige maatregelen te nemen om genoemde belemmering te verhelpen binnen een termijn die zij op grond van de urgentie van het geval bepaalt.
  • 2. 
    De Commissie houdt bij het trekken van haar conclusie rekening met artikel 2.
  • 3. 
    De Commissie maakt de tekst van de door haar aan de betrokken lidstaat gezonden kennisgeving bekend in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, en doet deze tekst onverwijld toekomen aan iedere partij die daarom verzoekt.
  • 4. 
    Binnen vijf werkdagen na ontvangst van de tekst:
  • stelt de lidstaat de Commissie in kennis van de stappen die hij ter uitvoering van lid 1 heeft genomen of voornemens is te nemen, of
  • deelt hij haar de redenen mede waarom er volgens hem geen belemmering is die een inbreuk vormt op de artikelen 30 tot en met 36 van het Verdrag.
  • 5. 
    Bij wijze van uitzondering kan de Commissie een verlenging van de in lid 4 genoemde termijn toestaan wanneer de lidstaat zijn verzoek hiertoe met redenen omkleedt en deze redenen het verzoek rechtvaardigen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 december 1998.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • J. 
    FARNLEITNER
  • (1) 
    PB C 10 van 15. 1. 1998, blz. 14.
  • (2) 
    PB C 359 van 23. 11. 1998.
  • (3) 
    PB C 214 van 10. 7. 1998, blz. 90.

3.

Verwante dossiers

 
 

4.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

5.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.