Verordening (EG) nr. 730/2006 van de Commissie van 11 mei 2006 betreffende de luchtruimclassificatie en de toegang van vluchten volgens zichtvliegvoorschriften boven vliegniveau 195 (Voor de EER relevante tekst) - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
16.5.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 128/3 |
VERORDENING (EG) Nr. 730/2006 VAN DE COMMISSIE
van 11 mei 2006
betreffende de luchtruimclassificatie en de toegang van vluchten volgens zichtvliegvoorschriften boven vliegniveau 195
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 551/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de organisatie en het gebruik van het gemeenschappelijk Europees luchtruim („de luchtruimverordening”) (1), en met name op artikel 4,
Gelet op Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim („de kaderverordening”) (2), en met name op artikel 8, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Hoofdstuk 2, punt 6, van bijlage 11 (3) bij het Verdrag van Chicago inzake de internationale burgerluchtvaart van 1944 vereist de classificatie van het luchtruim in voor luchtverkeerdiensten bestemde delen van bepaalde afmetingen, met letters aangeduid (klasse A tot en met klasse G), waarbinnen specifieke soorten vluchten kunnen worden uitgevoerd en waarvoor luchtverkeersdiensten en operationele voorschriften zijn vastgesteld. |
(2) |
De Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart (Eurocontrol) heeft in overeenstemming met artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 549/2004 het mandaat gekregen een geharmoniseerd luchtruimclassificatiesysteem voor het gemeenschappelijke Europese luchtruim te onderzoeken. In de daaruit voortgevloeide mandaatrapporten van 30 december 2004 en van 30 april 2005 werd voorgesteld het luchtruim boven vliegniveau 195 te classificeren als luchtruim van klasse C. In deze verordening is terdege rekening gehouden met die rapporten. Ter wille van een samenhangende toepassing van deze classificatie door de lidstaten dient een geharmoniseerde luchtruimclassificatie te worden vastgesteld en dient de toegang van vluchten volgens zichtvliegvoorschriften tot dat luchtruim te worden geregeld. |
(3) |
Hoewel in deze verordening geen bovengrens van het luchtruim wordt bepaald, moet de luchtruimclassificatie boven vliegniveau 195 consistent zijn voor alle in dat luchtruim uitgevoerde vluchten. |
(4) |
Hoofdstuk 4, punt 5, van bijlage 2 (4) bij het Verdrag van Chicago inzake de internationale burgerluchtvaart van 1944 voert beperkingen in met betrekking tot gereduceerde verticale separatieminima voor vluchten volgens zichtvliegvoorschriften (VFR-vluchten) boven vliegniveau 290, terwijl in punt 4 van dat hoofdstuk is bepaald dat voor VFR-vluchten boven vliegniveau 200 toestemming moet worden verleend. |
(5) |
De procedures voor het verlenen van toegang tot het luchtruim boven vliegniveau 195 en tot en met vliegniveau 285 voor VFR-vluchten moeten in alle lidstaten open en transparant zijn zonder de legitieme toegang van VFR-vluchten en de flexibiliteit van luchtverkeersdiensten in te perken. |
(6) |
De lidstaten dienen een veilige overgang van het luchtruim boven vliegniveau 195 naar klasse C te verzekeren. Aangezien de lidstaten tijd nodig hebben om hun luchtruimclassificatie aan te passen, dient deze verordening pas met ingang van 1 juli 2007 te worden toegepast. |
(7) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het gemeenschappelijk luchtruim, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Onderwerp en werkingssfeer
-
1.Deze verordening stelt een geharmoniseerde luchtruimclassificatie in die moet worden toegepast boven vliegniveau 195, en stelt geharmoniseerde vereisten vast voor de toegang van vluchten volgens zichtvliegvoorschriften tot dat luchtruim.
-
2.Overeenkomstig artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 551/2004 is deze verordening van toepassing in het luchtruim binnen de Europese (ICAO EUR) en Afrikaanse (ICAO AFI) gebieden van de Internationale Organisatie voor de burgerluchtvaart (International Civil Aviation Organisation, ICAO) waarin de lidstaten verantwoordelijk zijn voor de verlening van luchtverkeersdiensten.
Artikel 2
Definities
Naast de toepasselijke definities in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 549/2004 wordt verstaan onder:
1) |
„gereserveerd luchtruim”: een bepaald deel van het luchtruim dat tijdelijk is gereserveerd voor exclusief of specifiek gebruik door bepaalde categorieën gebruikers; |
2) |
„eenheid voor luchtverkeersdiensten”: een civiele of militaire eenheid die verantwoordelijk is voor het verlenen van luchtverkeersdiensten; |
3) |
„vluchten volgens instrumentvliegvoorschriften” (IFR-vluchten): alle vluchten die worden uitgevoerd volgens instrumentvliegvoorschriften als bedoeld in bijlage 2 (5) bij het Verdrag van Chicago inzake de internationale burgerluchtvaart van 1944; |
4) |
„vluchten volgens zichtvliegvoorschriften” (VFR-vluchten): alle vluchten die worden uitgevoerd volgens zichtvliegvoorschriften als bedoeld in bijlage 2 (6) bij het Verdrag van Chicago inzake de internationale burgerluchtvaart van 1944; |
5) |
„luchtruimclassificatie”: de classificatie van het luchtruim in voor luchtverkeerdiensten bestemde delen van bepaalde afmetingen, met letters aangeduid, waarbinnen specifieke soorten vluchten kunnen worden uitgevoerd en waarvoor luchtverkeersdiensten en operationele voorschriften zijn vastgesteld. Delen van het luchtruim voor luchtverkeersdiensten worden geclassificeerd als klasse A tot en met G overeenkomstig hoofdstuk 2, punt 6.1, van bijlage 11 (7) bij het Verdrag van Chicago inzake de internationale burgerluchtvaart van 1944. |
Artikel 3
Luchtruimclassificatie boven vliegniveau 195
-
1.De lidstaten classificeren het gehele luchtruim boven vliegniveau 195 als luchtruim van klasse C.
-
2.Onverminderd artikel 4 verzekeren de lidstaten dat in luchtruim van klasse C IFR- en VFR-vluchten zijn toegestaan, dat voor al deze vluchten luchtverkeersleiding wordt gegeven en dat IFR-vluchten worden gesepareerd van andere IFR-vluchten en van VFR-vluchten.
VFR-vluchten worden gesepareerd van IFR-vluchten en ontvangen verkeersinformatie met betrekking tot andere VFR-vluchten.
Artikel 4
Toegang van VFR-vluchten boven vliegniveau 195
In het luchtruim boven vliegniveau 195 mogen de lidstaten, voorzover uitvoerbaar, een gereserveerd luchtruim instellen waarin VFR-vluchten mogen worden toegestaan.
In het luchtruim boven vliegniveau 195 en tot en met vliegniveau 285 mogen door de verantwoordelijke eenheid voor luchtverkeersdiensten eveneens VFR-vluchten worden toegestaan in overeenstemming met de toestemmingsprocedures die door de lidstaten zijn ingesteld en gepubliceerd in de relevante luchtvaartinlichtingen (aeronautical information publication, AIP).
Artikel 5
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2007.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 11 mei 2006.
Voor de Commissie
Jacques BARROT
Vice-voorzitter
-
Dertiende editie — juli 2001 (www.icao.int).
-
Tiende editie — juli 2005 (www.icao.int).
-
Tiende editie — juli 2005 (www.icao.int).
-
Tiende editie — juli 2005 (www.icao.int).
-
Dertiende editie — juli 2001 (www.icao.int).
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.