Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Terreuraanslagen – preventie, paraatheid en reactie - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
NL
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |
Brussel, 20.10.2004
COM(2004) 698 definitief
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT
Terreuraanslagen – preventie, paraatheid en reactie
INHOUD
-
1.INLEIDING 3
-
2.DE CIVIELE MAATSCHAPPIJ EN DE BESTRIJDING VAN TERRORISME 3
2.1. De verdediging van de fundamentele vrijheden tegen gewelddadige radicalisering 4
2.2. Publiek-private veiligheidsdialoog 4
2.3. Slachtoffers van terrorisme 4
2.4. 11 maart tot een dag van maatschappelijk en democratisch debat over de bescherming van de vrijheid maken 4
-
3.EEN GEÏNTEGREERDE BENADERING VAN DE PREVENTIE VAN, DE PARAATHEID VOOR EN DE REACTIE OP TERREURAANVALLEN IN DE GEMEENSCHAP 5
3.1. Communautair beleid inzake de bestrijding van terrorisme 5
3.2. Externe samenwerking 6
3.3. Het integreren van Europese en nationale systemen 6
3.4. Communicatie tussen autoriteiten en bevolking 7
3.5. Samenwerking met de rechtshandhavingsdiensten 7
3.6. De prioriteit van veiligheidsonderzoek 8
3.7. De rol van de particuliere sector 9
3.8. Explosieven 9
-
1.INLEIDING
In de nasleep van de terroristische wandaad die Madrid en de hele Europese Unie trof op 11 maart werd de Europese Raad het eens1 over een reeks strategische doelstellingen, die sindsdien het uitgangspunt van de strijd van de Unie tegen terrorisme hebben gevormd.
Tijdens zijn bijeenkomst van 18 juni 20042 keurde de Europese Raad het herziene actieplan van de EU ter bestrijding van het terrorisme goed. De doeltreffende preventie van, paraatheid voor en reactie op terreuraanslagen zijn de overkoepelende doelstellingen, die worden weerspiegeld in de vele uiteenlopende maatregelen en acties van het actieplan, waaraan de Commissie een doorslaggevende bijdrage leverde3. Op deze bijeenkomst stelde de Europese Raad een aantal prioritaire kwesties vast, die vóór eind 2004 zouden moeten worden aangepakt: paraatheid voor en beheersing van de gevolgen van terreuraanvallen, bescherming van kritieke infrastructuur en de financiering van terrorisme.
Deze mededeling en de drie overige mededelingen die gelijktijdig door de Commissie zijn goedgekeurd4 en betrekking hebben op elk van de genoemde gebieden, vormen het antwoord op deze verzoeken van de Europese Raad en zijn bedoeld om, in samenwerking met de Raad een bijdrage te leveren aan de gezamenlijke voorbereiding van de bijeenkomst van de Europese Raad op 17 december 2004.
-
2.DE CIVIELE MAATSCHAPPIJ EN DE BESTRIJDING VAN TERRORISME
Het recht op leven, het recht op vrijheid en het recht op veiligheid5 behoren tot de meest gekoesterde of zelfs de belangrijkste mensenrechten6. Terrorisme vormt een bedreiging voor elk van deze rechten. Het beschermen van deze rechten is een fundamentele opgave waaraan alle deelnemers aan het maatschappelijk verkeer in onze democratieën moeten meewerken. Europees beleid moet dus niet alleen geïntegreerd zijn, maar ook gericht zijn op betrokkenheid van parlementen, marktdeelnemers, maatschappelijke organisaties en alle Europese burgers.
Voor de bescherming van leven, veiligheid en vrijheid zijn in onze tijd nieuwe oplossingen, middelen en benaderingen noodzakelijk. Indien terroristen moet worden belet de vrijheid te gebruiken tegen de vrijheid zelf, moet de hele maatschappij worden betrokken bij het vaststellen en ontwikkelen van nieuwe instrumenten en nieuwe controlemiddelen: effectievere instrumenten om het wereldwijde terrorisme te bestrijden en nieuwe, effectieve controlemiddelen om het evenwicht te bewaren tussen collectieve veiligheid en individuele vrijheid. Veiligheidsdoelstellingen moeten echter wel verenigbaar blijven met de beginselen van fundamentele vrijheden en met de internationale regels betreffende vrij ondernemerschap en handelsbetrekkingen; de vertrouwelijkheid van individuele en commerciële gegevens, die zijn verzameld ten behoeve van de veiligheidsdiensten, moet absoluut worden gegarandeerd, zowel binnen de EU als door onze handelspartners.
2.1. De verdediging van de fundamentele vrijheden tegen gewelddadige radicalisering
Het tegengaan van gewelddadige radicalisering binnen onze samenlevingen en het wegnemen van omstandigheden die de rekrutering van terroristen bevorderen, moeten fundamentele prioriteiten zijn in een strategie ter voorkoming van terrorisme. De Commissie is voornemens een bijdrage te leveren aan de werkzaamheden terzake van de Raad in 2005, onder meer door een beroep te doen op de ervaring van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat, deskundigen en onderzoekers. Zij zal enerzijds trachten te bepalen hoe het beleid en de instrumenten van Europa een rol kunnen spelen bij het voorkomen van gewelddadige radicalisering en anderzijds onderzoeken hoe de in het Europees constitutioneel verdrag verankerde rechten en vrijheden het best kunnen worden beschermd tegen eender wie deze rechten en vrijheden door middel van geweld en terreur probeert aan te tasten.
2.2. Publiek-private veiligheidsdialoog
Gelet op het feit dat uit elk van de andere drie bijdragen tot de voorbereiding van de Europese Raad van december 2004 blijkt dat de particuliere sector een belangrijke rol vervult bij de preventie van, de paraatheid voor en de reactie op terreuraanslagen, acht de Commissie het noodzakelijk een "publiek-private veiligheidsdialoog" aan te gaan met vertegenwoordigers van Europese, nationale en sectorale federaties en andere representatieve organisaties. Deze dialoog zou moeten worden gebaseerd op eerdere werkzaamheden op dit gebied en bestaande partnerschappen, met name met betrekking tot de instelling van publiek-private partnerschappen tegen de georganiseerde misdaad. Hij zou niet mogen leiden tot de oprichting van nieuwe structuren, maar wel beide zijden gelegenheid moeten bieden om in een constructieve dialoog te treden over hoe de Europese veiligheidsbehoeften in evenwicht kunnen worden gebracht met de noodzaak het verkeer van goederen en diensten in Europa niet te verstoren, zonder de vertrouwelijkheid van voor veiligheidsdoeleinden verzamelde individuele en commerciële gegevens in het gedrang te brengen of niet met de beperking van de veiligheidsrisico's in verhouding staande gevolgen te veroorzaken voor ondernemingen en bedrijfstakken die te maken krijgen met de voorgestelde maatregelen.
2.3. Slachtoffers van terrorisme
Steun aan de slachtoffers en hun gezinnen, alsmede bijdragen tot herstelmaatregelen moeten integrerend deel uitmaken van de reactie op terreuraanslagen in een samenleving die is gebaseerd op solidariteit. Op 25 maart verzocht de Europese Raad de Commissie "ervoor te zorgen dat de fondsen die in de begroting van 2004 beschikbaar zijn voor bijstand aan slachtoffers van terrorisme met de grootste spoed worden toegewezen".
De Commissie werkt momenteel aan verscheidene aspecten van deze reactie en voert een door het Parlement goedgekeurd proefproject uit ter ondersteuning van de financiering van projecten om de slachtoffers te helpen bij hun herstel en de bevolking bewust te maken van de terreurdreiging.
Voorts zou een mechanisme moeten worden ingesteld waardoor de economische lasten van een gebeurtenis die extreme schade veroorzaakt, zoals de aanvallen op het World Trade centre in New York, worden gespreid over de hele Europese Unie. Door deze solidariteit zal een lidstaat de nasleep van een aanval van die omvang gemakkelijker kunnen verwerken. De Commissie bestudeert verscheidene opties voor een dergelijk mechanisme met het oog op een voorstel midden 2005.
2.4. 11 maart tot een dag van maatschappelijk en democratisch debat over de bescherming van de vrijheid maken
De Commissie wil de nagedachtenis van de slachtoffers van de aanslag van 11 maart 2004 eren tijdens de plechtigheden die zullen worden georganiseerd op de 1e Europese dag van de slachtoffers van het terrorisme op 11 maart 2005. De Commissie is van oordeel dat zij hiertoe het best kan bijdragen door deze dag tot een dag van maatschappelijk en democratisch debat over de bescherming van de vrijheid te helpen maken. In de dagen na 11 maart hebben miljoenen Europese burgers in alle lidstaten blijk gegeven van solidariteit, betrokkenheid, moed en vertrouwen in de nationale en Europese instellingen. De Unie moet deze democratische maturiteit erkennen en een bijdrage leveren tot een grondig debat over het wankele evenwicht dat moet worden gevonden tussen het hoogste niveau van openbare veiligheid en de strikte bescherming van de vrijheid en de waarborgen die kenmerkend zijn voor Europa. De Commissie is bereid om in samenwerking met de Raad een bijdrage te leveren aan een herdenkingsverslag dat zal worden gericht aan het Europees Parlement, de nationale en andere Parlementen, en aan de Europese burgers in het algemeen, en waarin wordt beschreven welke maatregelen Europa tussen 11 maart 2004 en 11 maart 2005 heeft genomen, in hoeverre deze op Europees en nationaal niveau worden toegepast en welke problemen nog moeten worden aangepakt. Dit verslag, dat zou worden opgedragen aan de nagedachtenis van de slachtoffers van terrorisme, zou kunnen worden ingeleid door een boodschap van de Europese Raad.
-
3.EEN GEÏNTEGREERDE BENADERING VAN DE PREVENTIE VAN, DE PARAATHEID VOOR EN DE REACTIE OP TERREURAANVALLEN IN DE GEMEENSCHAP
3.1. Communautair beleid inzake de bestrijding van terrorisme
Op zijn bijeenkomst van 18 juni 2004 benadrukte de Europese Raad het belang van een geïntegreerde benadering van de terreurbestrijding en van het gebruik van de uiteenlopende instrumenten van de Europese Unie. De Commissie is het ten volle eens met dit standpunt, dat ook het uitgangspunt van haar eigen werkzaamheden is.
In het ontwerp van constitutioneel verdrag wordt de derde pijler afgeschaft en Justitie en Binnenlandse zaken, op enkele uitzonderingen na, geïntegreerd in de andere beleidsterreinen van de Unie. Op de gebieden waarvoor de Europese Raad van juni om een bijdrage vroeg, heeft de Commissie veel ervaring in het kader van de eerste pijler. Hierdoor is een probleemloze institutionele inbedding mogelijk op de gebieden waar de Commissie na de inwerkingtreding van het verdrag haar traditionele rol van voorbereiding en uitvoering van het beleid zal spelen. De Commissie is van oordeel dat terrorisme enkel consequent en doeltreffend kan worden bestreden als de samenwerking van politie en justitie beter wordt geïntegreerd in ons gehele beleid.
De drie andere mededelingen die deel uitmaken van deze bijdrage, hebben betrekking op de wijze waarop de Commissie met haar huidige instrumenten en in sommige gevallen uitgerust met nieuwe instrumenten in Europees verband de preventie van, de paraatheid voor en de reactie op terreuraanvallen kan verbeteren; het gaat hier respectievelijk om de financiering van terrorisme, paraatheid en beheersing van de gevolgen, en de bescherming van kritieke infrastructuur. Tevens wordt in deze mededelingen gewezen op het belang van verscheidene algemene vereisten, waarvoor gebruik wordt gemaakt van talrijke instrumenten en middelen, verspreid over een zeer brede waaier van communautaire beleidsgebieden.
Uit de volgende maatregelen blijkt hoe veiligheidsdoelstellingen worden geïntegreerd in verscheidene communautaire beleidsgebieden met het oog op de preventie van, de paraatheid voor en de reactie op terreuraanvallen. Het gaat niet om een volledige lijst van alle beleidsgebieden waarop de Commissie momenteel rechtstreeks bijdraagt tot de tenuitvoerlegging van het actieplan van de EU ter bestrijding van het terrorisme. Een dergelijke lijst zou, evenals die van alle beleidsgebieden waarop de Commissie bijdraagt tot het verwezenlijken van de door de Europese Raad op 25 maart bepaalde strategische prioriteiten, talrijke andere gebieden omvatten, zoals transport, energie en ruimtevaart.
3.2. Externe samenwerking
De Europese Raad heeft op zijn bijeenkomst van 18 juni benadrukt "dat de bestrijding van het terrorisme volledig in het EU-beleid inzake externe betrekkingen geïntegreerd moet worden" en verzocht "dat aan de Europese Raad in december concrete voorstellen worden gedaan voor de wijze waarop dat het beste bereikt kan worden".
In samenwerking met de Raad onderzoekt de Commissie voor de Europese Raad hoe de strijd tegen terrorisme kan worden geïntegreerd in de diverse elementen van het buitenlandse beleid van de EU. Als eerste bijdrage hebben de diensten van de Commissie een non-paper opgesteld over de strategie van de Commissie voor technische bijstand inzake terreurbestrijding.
Daarin worden de grondbeginselen uiteengezet waarop de bijdrage van de Commissie tot de algemene benadering van de EU voor het verlenen van bijstand inzake terreurbestrijding aan derde landen en regio's is gebaseerd. Deze grondbeginselen zijn: de bijstand van de EG moet uitgaan van bestaande samenwerking en bijstand en worden gekenmerkt door een gezamenlijke aanpak met de ontvangende landen; hij moet worden gericht op gebieden waar de EG een comparatief voordeel heeft – geografisch, door sterk de nadruk te leggen op het ruimere Europese nabuurschap, en thematisch, door te zorgen voor de voor duurzame resultaten noodzakelijke institutionele opbouw op lange termijn en door de prioritaire gebieden van resolutie 1373 van de Veiligheidsraad van de VN te bestrijken, zoals politiële en justitiële samenwerking, financieel recht en financiële praktijken en grensbeheer.
De Commissie zal alle veiligheidsaspecten van vervoer en energie in het kader van de strijd tegen terrorisme blijven ontwikkelen, ook bij het programmeren van externe bijstand en in de samenwerking met derde landen. Het veiligheidsniveau van de infrastructuur en de procedures moet zo hoog mogelijk zijn in de buurlanden van de Europese Unie en in de derde landen waarmee de Unie handelsbetrekkingen onderhoudt. In ieder geval zou het in overeenstemming moeten zijn met internationaal erkende normen.
Om te voorkomen dat goederen of personen bij aankomst of transit twee keer worden gescreend of gecontroleerd, moeten overeenkomsten inzake de wederzijdse erkenning van de toepassing van de afgesproken internationale maatregelen door de Commissie worden opgesteld en aan de lidstaten ter goedkeuring worden voorgelegd. De betrokken controlesystemen moeten regelmatig wederzijds door deskundigen worden geëvalueerd (peer review).
De Commissie stelt ook teksten op over andere aspecten van de integratie van de terreurbestrijding in de externe betrekkingen van de EU, zoals de ontwikkeling van een culturele dialoog met de moslimwereld en het aanpakken van de onderliggende factoren van terrorisme en van de verbindingen tussen internationale georganiseerde misdaad en terrorisme.
Voorts zijn er belangrijke verbanden met de samen met de Raad ondernomen werkzaamheden op het gebied van de non-proliferatie van massavernietigingswapen, waaronder maatregelen met betrekking tot producten voor tweeërlei gebruik en uitvoercontroles.
Er dient ook op te worden gewezen dat dergelijke aangelegenheden een belangrijk onderdeel vormen van de multilaterale en bilaterale samenwerkingsprogramma's waarbij de Commissie is betrokken.
3.3. Het integreren van Europese en nationale systemen
Om de veiligheid van zijn burgers overeenkomstig de hoogst mogelijke normen te kunnen waarborgen, moet Europa kunnen beschikken over de beste informatie en deskundigheid, waar die ook te vinden zijn.
De Commissie heeft een aantal snelle waarschuwingssystemen en een systeem voor civiele bescherming ontwikkeld, waardoor in noodsituaties, ook als die door een terreuraanslag zijn veroorzaakt, op concrete, gecoördineerde en doeltreffende wijze solidariteit kan worden betoond. Het voor veiligheid bevoegde directoraat van de Commissie beschikt over een vierentwintiguursdienst, die functioneert als contactpunt voor de meeste waarschuwingsystemen. Voorts zijn er commandoposten en crisiscentra in verscheidene diensten, die bij een alarm worden geactiveerd en in verbinding staan met hun tegenhangers in alle lidstaten van de Unie. De Commissie overweegt momenteel een centrale structuur in te stellen die alle subsystemen eventueel met elkaar zou verbinden en bij een crisis gezamenlijke teams kan ontvangen die alle relevante informatie en deskundigheid zouden verzamelen.
Op het gebied van de bestrijding van de financiering van terrorisme zijn soortgelijke consoliderings- en integratieprocessen op Europees niveau nodig, en ook al op gang gekomen, bijv. in de vorm van directe toegang van rechtshandhavings- en inlichtingendiensten tot databases van financiële instellingen betreffende personen en verrichtingen.
Voorts heeft de Commissie met het oog op de beveiliging van de bevoorradingsketen een voorstel bij de Raad en het Parlement ingediend voor een beter waarschuwingssysteem met betrekking tot het goederenverkeer zodat verdachte bewegingen beter kunnen worden gecontroleerd zonder de normale handelsstromen te hinderen.
3.4. Communicatie tussen autoriteiten en bevolking
De onderlinge communicatie tussen autoriteiten is van cruciaal belang bij een terreuraanval of een andere noodsituatie, maar goede communicatie met de bevolking kan even belangrijk zijn. Zoals bleek bij de elektriciteitsuitval in Italië, kan een gebrekkige communicatie met de bevolking leiden tot onrust en zelfs massahysterie. Anderzijds kunnen sommige rampen worden voorkomen of beperkt door belangrijke signalen uit de bevolking op te vangen.
Voor een goede communicatie met de bevolking zijn moderne en geavanceerde communicatie- en gegevensverwerkingssystemen en -procedures nodig die zijn aangepast aan de nieuwe bedreigingen. Efficiënte communicatie- en informatiesystemen kunnen ertoe bijdragen dat een gebeurtenis vroeg wordt ontdekt en snel wordt geanalyseerd en dat de bevolking in de getroffen gebieden wordt gewaarschuwd. Het zijn derhalve cruciale instrumenten voor het voorkomen van bedreigingen of aanslagen en het beperken van de gevolgen ervan. Verscheidene lidstaten testen momenteel hun systemen voor het waarschuwen van de bevolking; nieuwe technische mogelijkheden, zoals GSM-cell broadcasts worden getest of reeds gebruikt.
Het nieuwe mondiale veiligheidsperspectief en de snelle technologische ontwikkeling stellen de diensten die bevoegd zijn voor openbare veiligheid en noodcommunicatie voor grote nieuwe opgaven. De Commissie werkt aan de oprichting van een gebruikersforum, bestaande uit ambtenaren van deze diensten. Het forum zal ervoor zorgen dat tussen de nooddiensten en de autoriteiten een permanente dialoog wordt gevoerd over interoperabele systemen voor het omgaan met noodsituaties en over nieuwe ontwerpen van systemen en procedures voor het waarschuwen van de bevolking.
3.5. Samenwerking met de rechtshandhavingsdiensten
Een tweede vereiste betreft de betrokkenheid van de voor rechtshandhaving en binnenlandse veiligheid bevoegde autoriteiten. Op alle genoemde gebieden kunnen deze diensten genoodzaakt zijn op te treden. Een dergelijke rol is cruciaal bij de bestrijding van de financiering van terroristen, bijzonder wenselijk bij het opstellen van kwetsbaarheidsanalyses en normen voor de bescherming van kritieke infrastructuur, en in ieder geval onvermijdelijk bij de reactie op een terreuraanval.
Het doorgeven van waarschuwingen van de communautaire systemen aan de voor rechtshandhaving en binnenlandse veiligheid bevoegde autoriteiten van de lidstaten en vice versa kan, en moet volgens de Commissie, sterk worden verbeterd. De genoemde nationale autoriteiten zouden toegang moeten krijgen tot de waarschuwingen van de diverse Europese systemen en relevante informatie moeten kunnen bijdragen. De Commissie is van oordeel dat er bij Europol een waarschuwingssysteem inzake rechtshandhaving (Law Enforcement Network, LEN) moet komen, dat moet worden verbonden met andere Europese waarschuwings- en snellereactiesystemen. De deelname van Europol zal binnen de grenzen van de Europol-overeenkomst blijven.
De Commissie is ook van oordeel dat Europol een belangrijke rol zou moeten spelen bij de opstelling van het Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur (EPCIP), die zij in de loop van 2005 hoopt te voltooien.
De Commissie is van mening dat Europol, Eurojust en andere bevoegde autoriteiten toegang moeten krijgen tot de meest volledige en geactualiseerde informatie om de financiering van terroristen efficiënt te kunnen bestrijden. Er zou een zeer grote bereidheid op nationaal, EU- en internationaal niveau moeten zijn om informatie uit te wisselen die betrekking heeft op alle terroristische misdrijven, met inbegrip van de deelname aan de activiteiten van een terreurgroep door eender welke vorm van financiering.
3.6. De prioriteit van veiligheidsonderzoek
De Commissie acht het noodzakelijk dat de Unie resolute maatregelen neemt om het wetenschappelijk en technologisch onderzoek op veiligheidsgebied zowel kwantitatief als kwalitatief een stevige impuls te geven.
Kwesties in verband met civiele bescherming (inclusief bioveiligheid en bescherming tegen risico’s i.v.m. terroristische aanslagen) en crisisbeheersing worden behandeld in het gedeelte van het zesde kaderprogramma voor onderzoek dat betrekking heeft op de wetenschappelijke ondersteuning van het beleid. Naast de lopende initiatieven heeft de Commissie onlangs een mededeling goedgekeurd met de titel "Security Research – the next steps", waarbij wordt gesteund op een verslag van een groep van vooraanstaande personen op het gebied van veiligheidsonderzoek. In dit verslag wordt gesteld dat er vanaf 2007 minimaal 1 miljard EUR extra moet worden uitgetrokken voor een programma van de Europese Unie inzake veiligheidsonderzoek. De Commissie heeft nota genomen van de aanbeveling van de groep van personaliteiten om voldoende middelen toe te wijzen voor veiligheidsonderzoek. Zij heeft daartoe in de financiële vooruitzichten de nodige begrotings- en beleidsmaatregelen voorgesteld.
Een Europees programma inzake veiligheidsonderzoek zou de activiteiten op vele gebieden aanzienlijk stimuleren; vele daarvan zijn noodzakelijk om de financiering van terroristen te bestrijden, kritieke infrastructuur te beschermen en de gevolgen van terrorisme te beheersen. Voorts zal computerbeveiliging een belangrijk aandachtspunt van het IST-programma blijven, aangezien de ontwikkeling van een e-economie een parallelle verbetering van de e-veiligheid vereist.
De Commissie is van oordeel dat de particuliere sector een belangrijke rol moet vervullen – en concreet moet investeren in veiligheidsonderzoek. Anderzijds moet de Unie bereid zijn om de ontwikkeling te ondersteunen van vernieuwende joint ventures op onderzoeksgebied die zowel publieke als particuliere middelen gebruiken.
3.7. De rol van de particuliere sector
Een andere erg belangrijke algemene vereiste is die van een efficiënte en geïntegreerde samenwerking met de particuliere sector. Of het nu gaat om de noodzaak om toe te zien op de geldstromen of om het verminderen van de kwetsbaarheid van kritieke infrastructuur, particuliere ondernemers zullen altijd een cruciale rol spelen. De Commissie vindt het noodzakelijk de particuliere sector zo vroeg mogelijk te betrekken bij de ontwikkeling van nieuwe oplossingen om de veiligheid van goederen en diensten te verhogen.
Terrorisme zal meestal technologische vernieuwing en nieuwe vormen van partnerschap noodzakelijk maken, wat leidt tot een hogere interne en externe competitiviteit. De structurele betrokkenheid van de particuliere sector bij de ontwikkeling van hoge normen, praktijken en procedures voor de verhoging van de veiligheid van goederen en diensten zou waar mogelijk moeten voorkomen dat de industrie nieuwe wettelijke vereisten krijgt opgelegd. Om de interne markt intact te laten en te versterken moeten deze initiatieven worden uitgevoerd door middel van samenwerking op Europees niveau.
3.8. Explosieven
In zijn verklaring van 25 maart erkende de Europese Raad "dat terroristische organisaties en groepen vleugellam moeten worden gemaakt". Voorts benadrukte hij dat moet "worden gezorgd voor meer veiligheid met betrekking tot vuurwapens, explosieven, benodigdheden om bommen te maken en technologieën die dienstig zijn voor het plegen van terroristische aanslagen". Deze kwestie werd later behandeld in het "Compendium" van de Commissie en geïntegreerd in het herziene actieplan.
De Commissie zet zich actief in voor deze doelstellingen en draagt bij tot de werkzaamheden binnen de Raad, met name door middel van werkdocumenten. Bij deze werkzaamheden zijn onderzoekers, deskundigen, Europol en producenten van explosieven en ontstekers betrokken. Beoogd wordt met het verbeteren van de traceerbaarheid, de opsporing, de identificatie en de procedures voor opslag, boeking, vervoer en behandeling van Europese explosieven en ontstekers bij te dragen tot het bereiken van het hoogst mogelijke veiligheidsniveau. Indien noodzakelijk zullen hiertoe voorstellen worden ingediend.
1Verklaring van de Europese Raad betreffende de bestrijding van terrorisme van 25 maart 2004, http://ue.eu.int/ueDocs/cms_Data/docs/pressData/en/ec/79637.pdf .
2EUROPESE RAAD VAN BRUSSEL – 17 EN 18 JUNI 2004 – CONCLUSIES VAN HET VOORZITTERSCHAP, 10679/2/04 REV2, http://ue.eu.int/ueDocs/cms_Data/docs/pressData/nl/ec/81746.pdf .
3Werkdocument van de diensten van de Commissie, "Compendium Counter-Terrorist Actions: Contribution of the Commission Services", SEC (2004) 669 van 25 mei 2004.
4Mededeling van de Commissie betreffende "De voorkoming en bestrijding van terrorismefinanciering" [COM (2004) 700], "Terrorismebestrijding: paraatheid en beheersing van de gevolgen" [COM (2004 701] en "Terrorismebestrijding: bescherming van kritieke infrastructuur" [COM (2004) 702].
5Artikel 3 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: "Eenieder heeft recht op leven, vrijheid en onschendbaarheid van zijn persoon".
6Zie artikel 2, lid 1, ("Eenieder heeft recht op leven") en artikel 6 ("Eenieder heeft recht op vrijheid en veiligheid van zijn persoon") van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie: http://www.europarl.eu.int/charter/pdf/text_nl.pdf .
NL NL
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.