Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad - Beoordeling van de uitvoering van het IDABC-programma

1.

Tekst

Belangrijke juridische mededeling

|

2.

52006DC0611

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad - Beoordeling van de uitvoering van het IDABC-programma /* COM/2006/0611 def. */

[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 24.10.2006

COM(2006) 611 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Beoordeling van de uitvoering van het IDABC-programma

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Beoordeling van de uitvoering van het IDABC-programma

  • 1. 
    INLEIDING

Bij Besluit van het Europees Parlement en de Raad (het IDABC-besluit)[1] is op 1 januari 2005 het vijfjarenprogramma inzake de interoperabele levering van pan-Europese e-overheidsdiensten aan overheidsdiensten, ondernemingen en burgers (het IDABC-programma) gelanceerd als vervolg op het IDA- en het IDA II-programma.

Deze mededeling bevat de bevindingen en aanbevelingen van de beoordeling van de uitvoering van het IDABC-programma. De beoordeling wordt uitgevoerd overeenkomstig artikel 13, leden 2 tot en met 4, van het IDABC-besluit, waarin ook wordt bepaald dat de Commissie het Europees Parlement en de Raad de resultaten van de beoordeling in een vroeg stadium in de loop van het programma doet toekomen om ervoor te zorgen dat de Commissie in het kader van de beoordeling meedeelt of de bedragen voor 2007-2009 in overeenstemming zijn met de financiële vooruitzichten.

Door het met vertraging tot stand gekomen akkoord over de financiële vooruitzichten 2007-2013 kon de Commissie de resultaten van de beoordeling niet binnen de in het IDABC-besluit geplande termijn voorleggen. De Commissie kan de resultaten nu voorleggen en bevestigen dat het in het IDABC-besluit voor 2007-2009 vastgestelde financiële kader in overeenstemming is met de financiële vooruitzichten en in de financiële programmering is opgenomen.

De beoordeling is uitgevoerd door de Commissie, met hulp van een team van onafhankelijke deskundigen van een adviesbureau. Vertegenwoordigers van de diensten van de Commissie en de lidstaten hebben hun bijdragen aan de methodiek en de conclusies geleverd via een stuurgroep van de Commissie en een adviesgroep van nationale deskundigen, alsook via het beheerscomité van het IDABC-programma (PEGSCO).

Het volledige beoordelingverslag van het adviesbureau is online te vinden op http://ec.europa.eu/idabc/en/document/5707/3.

De beoordeling was grotendeels positief: volgens het verslag is het IDABC-programma over het algemeen van zeer hoge kwaliteit. Het verslag belicht ook enkele tekortkomingen en het beveelt aan om daaraan bij de verdere uitvoering van het programma de nodige aandacht te besteden.

  • 2. 
    ACHTERGROND

Het IDABC-programma heeft tot doel de ontwikkeling en de totstandbrenging van pan-Europese e-overheidsdiensten en de onderliggende interoperabele telematicanetwerken in kaart te brengen, te ondersteunen en te bevorderen. Het is opgezet om de op het gebied van e-overheid vastgestelde doelen te helpen verwezenlijken door

  • het verder bevorderen van de invoering van informatietechnologieën op beleidsgebieden, vooral wanneer dit door wetgeving wordt vergemakkelijkt,
  • het opbouwen van een gemeenschappelijke infrastructuur voor de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie tussen overheidsdiensten om te zorgen voor efficiënte communicatie,
  • het aanmoedigen van nieuwe diensten voor ondernemingen en burgers.

Daarom financiert het IDABC-programma twee soorten acties, namelijk projecten van gemeenschappelijk belang en horizontale maatregelen, die worden opgenomen in het evolutieve werkprogramma waarin de Commissie minstens één keer per jaar wijzigingen aanbrengt na raadpleging van het PEGSCO.

Projecten van gemeenschappelijk belang zijn acties op de beleidsgebieden van de Europese Unie met betrekking tot de totstandbrenging of verbetering van pan-Europese e-overheidsdiensten ten behoeve van overheidsdiensten, ondernemingen en burgers. Dergelijke acties die betrekking hebben op de Europese beleidsbehoeften en de samenwerking tussen de overheidsdiensten in Europa verbeteren, worden uitgevoerd door de sectoren die verantwoordelijk zijn voor de verschillende beleidsgebieden van de EU, d.w.z. de directoraten-generaal, en worden over het algemeen gemonitord door sectorale comités. In het kader van het programma opgezette projecten van gemeenschappelijk belang zijn in detail beschreven in het IDABC-werkprogramma[2].

Horizontale maatregelen zijn acties ter ondersteuning van projecten van algemeen belang en e-overheid in het algemeen. Ten eerste bieden en onderhouden zij infrastructuurdiensten voor overheidsdiensten in de EU. Dergelijke infrastructuurdiensten bieden en onderhouden technologie- en softwareoplossingen en omvatten netwerk-, middleware- en beveiligingsdiensten en richtsnoeren. Ten tweede zijn zij bedoeld om het aanbod van horizontale pan-Europese e-overheidsdiensten aan ondernemingen en burgers, met inbegrip van organisatorische en coördinatieaspecten, te initiëren, mogelijk te maken en te beheren. In het kader van het programma opgezette horizontale maatregelen zijn in detail beschreven in het IDABC-werkprogramma[3]. Horizontale matregelen worden meestal door de IDABC-eenheid uitgevoerd.

  • 3. 
    METHODIEK

Bij de beoordeling is gebruik gemaakt van verscheidene onderzoekmethoden, namelijk deskresearch, een online-enquête, interviews en casestudies, waarbij een groot aantal belanghebbenden betrokken was: in totaal bijna 300 vertegenwoordigers van sectorale comités, het PEGSCO en EU-diensten.

  • 4. 
    BEOORDELINGSELEMENTEN EN VRAGEN

De beoordeling had betrekking op de volgende vijf hoofdelementen:

  • Relevantie : In hoeverre zijn de doelstellingen en acties van het IDABC-programma relevant ten aanzien van de zich voortdurend veranderende behoeften en prioriteiten op zowel nationaal als EU-niveau, in de eerste plaats de behoeften en prioriteiten die naar voren komen uit de lopende discussies over i2010 en meer in het algemeen die welke door de Lissabondoelstellingen zijn vastgesteld?
  • Doelmatigheid: Hoe economisch worden de verschillende inputs en acties omgezet in outputs en resultaten ? Welke aspecten van het programma zijn het meest doelmatig of ondoelmatig, met name in termen van aangewende middelen?
  • Doeltreffendheid : In hoeverre worden de specifieke en algemene doelstellingen van het IDABC-programma verwezenlijkt? Zijn er aspecten die meer of minder doeltreffend zijn dan andere en, zo ja, welke lering kan hieruit worden getrokken?
  • Nut : In hoeverre komen de behaalde en verwachte resultaten en effecten van de acties van het IDABC-programma tegemoet aan de behoeften van de doelpopulaties? In hoeverre kunnen maatregelen worden genomen om het nut van het programma te verbeteren en hoe moeten deze maatregelen er uitzien?
  • Samenhang : In hoeverre maken de acties deel uit van een 'holistische' aanpak in het kader van het programma en hoe goed worden synergieën tot stand gebracht tussen de acties van het programma en andere EU-activiteiten op het gebied van pan-Europese e-overheids- en infrastructuurdiensten?

Naast de specifieke vragen in verband met deze beoordelingselementen zijn drie transversale vragen gesteld over:

  • de huidige stand van de voortgang van de uit het IDABC-programma gefinancierde acties;
  • de coördinatie en betrokkenheid van de lidstaten;
  • de mate waarin bij de uitvoering van het IDABC-programma wordt voldaan aan de aanbevelingen van de eindevaluatie van het IDA II-programma.
  • 5. 
    BEVINDINGEN

5.1. Relevantie

Alle voor de beoordeling verzamelde gegevens wijzen erop dat het relevantieniveau van het IDABC-programma zeer bevredigend is. Uit de beoordeling blijkt dat de doelstellingen en de geplande acties van het IDABC-programma volledig in overeenstemming zijn met de door de Lissabondoelstellingen op EU-niveau vastgestelde behoeften en prioriteiten. Het IDABC-programma draagt in het algemeen bij aan de verwezenlijking van ruimere doelstellingen zoals de facilitering van innovatie en de toepassing van ICT, en ook van meer specifieke doelstellingen zoals het mobieler maken van arbeidskrachten, bijvoorbeeld door informatiediensten te bieden die grensoverschrijdend verkeer vergemakkelijken. IDABC levert echter ook onrechtstreeks een bijdrage door de gegevensuitwisseling tussen de lidstaten doelmatiger te maken en de administratieve rompslomp voor het bedrijfsleven en de burgers te verminderen. Er wordt geconcludeerd dat relevantie duidelijk een van de hoofdbekommernissen van de IDABC-actoren is en op complementaire wijze op verschillende niveaus wordt nagestreefd.

5.2. Doelmatigheid

In de beoordeling wordt erop gewezen dat een diepgaande analyse van de doelmatigheid in dit stadium voorbarig is, gezien het algemene en begrijpelijkerwijze lage niveau van de vooruitgang van het programma in dit vroege stadium. Er zijn nog geen feitelijke resultaten of effecten zichtbaar en meetbaar. Op grond van de enquêtegegevens wordt echter getracht een oordeel te geven over de wijze waarop de middelen worden gebruikt om de activiteiten uit economisch oogpunt op bevredigende wijze uit te voeren.

5.3. Doeltreffendheid

Het IDABC-programma bevindt zich nog in een vroeg stadium en daarom is een gedetailleerde beoordeling van de voordelen van het IDABC-programma voor de Gemeenschap nog niet mogelijk Er kunnen echter wel hypothesen over de toekomstige ontwikkeling van de acties worden gemaakt. Volgens de beoordeling mag ervan worden uitgegaan dat de meeste projecten van gemeenschappelijk belang waarschijnlijk de geplande resultaten zullen opleveren, terwijl van de horizontale maatregelen over het algemeen wordt verwacht dat zij extra hulp of meer tijd nodig zullen hebben, vooral gezien de late start, de langdurige procedures en het tekort aan personeel. Uit de casestudies blijkt echter dat het niveau van de doeltreffendheid van zowel de projecten van gemeenschappelijk belang als de horizontale maatregelen veelbelovend is.

5.4. Nut

Uit de interviews is gebleken dat de door het IDABC-programma verleende e-overheidsdiensten als uniek worden beschouwd, aangezien andere programma’s of initiatieven niet op dezelfde wijze voldoen aan de behoefte aan gemeenschappelijke pan-Europese telematica-interfaces voor overheidsdiensten. De lidstaten die bij de laatste uitbreiding tot de EU zijn toegetreden, zijn met name uiterst tevreden met de verleende diensten, niet in het minst omdat het IDABC-programma hun een middel biedt om hun eigen telematicainfrastructuur en -diensten te verbeteren. Met andere woorden, er wordt in de beoordeling geconcludeerd dat de activiteiten, de onderliggende aanpak en de procedures van het IDABC-programma aantonen dat gerichte inspanningen worden geleverd om te voldoen aan de verwachtingen van de lidstaten en de op Europees niveau vastgestelde prioriteiten.

De respondenten van de enquête beschouwen de Europese overheidsdiensten op alle niveaus als de voornaamste begunstigden van de IDABC-activiteiten, gevolgd door de ondernemingen op de tweede plaats en de burgers op de derde plaats. Over het algemeen worden ondernemingen en burgers momenteel echter minder vaak dan overheidsdiensten rechtstreeks aangesproken. De belanghebbenden lijken het er niet over eens te zijn of overheidsdiensten als doelgroep voldoende zijn dan wel of meer inspanningen moeten worden geleverd om aan de behoeften van ondernemingen en burgers te voldoen.

5.5. Samenhang

Uit de deskresearch, de interviews en de bij de enquête geuite meningen blijkt dat er een goed niveau van interne samenhang tussen de door het IDABC-programma gesteunde maatregelen bestaat. De IDABC-acties dragen volgens een holistische aanpak bij aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma.

In de beoordeling wordt echter opgemerkt dat de samenhang van het programma ten aanzien van de andere activiteiten van de Gemeenschap op het gebied van pan-Europese e-overheids- en infrastructuurdiensten, d.w.z. de externe samenhang, meer aandacht verdient. Hoewel de verschillende belanghebbenden zich steeds meer inspanningen getroosten om complementaire maatregelen te ontwikkelen, wanneer soortgelijke kwesties worden aangepakt, is de mate waarin rekening wordt gehouden met andere programma’s nog onduidelijk, met name op het niveau van de specifieke acties.

5.6. De huidige stand van de voortgang van de uit het IDABC-programma gefinancierde acties

Algemeen beschouwd is in het eerste kwartaal van 2006 in het kader van het IDABC-programma een feitelijk begin gemaakt met circa 50% van de in het werkprogramma opgenomen acties. Het percentage lag iets hoger voor de projecten van gemeenschappelijk belang dan voor de horizontale maatregelen. Bovendien bevonden de acties die feitelijk waren gestart zich nog in een vroeg ontwikkelingsstadium. In de beoordeling wordt echter geconcludeerd dat de beoogde pan-Europese e-overheidsdiensten die tijdig zijn gestart of die van het IDA II-programma zijn overgenomen, goed worden ontwikkeld, geïmplementeerd en toegepast.

5.7. Coördinatie en betrokkenheid van de lidstaten

Uit de interviews en de enquête bleek dat de ontwikkeling in de lidstaten van een nationale gecoördineerde en geconsolideerde aanpak van de projecten van gemeenschappelijk belang voor bepaalde categorieën van belanghebbenden zeer controversieel is. Deze controverse leidt in feite tot een algemene ontevredenheid wat het vermogen betreft om de meningen van de vertegenwoordigers van de lidstaten in het PEGSCO en in de sectorale comités te coördineren. In de beoordeling wordt er echter op gewezen dat sommige lidstaten specifieke en efficiënte maatregelen hebben getroffen om ervoor te zorgen dat het PEGSCO-lid en de leden van de sectorale comités hun standpunten coördineren.

Op grond van de door de leden van de sectorale comités gegeven antwoorden wordt in de beoordeling geconcludeerd dat deze leden zich thans niet toereikend van hun verantwoordelijkheden bewust zijn.

5.8. Mate waarin bij de uitvoering van het IDABC-programma wordt voldaan aan de aanbevelingen van de eindevaluatie van het IDA II-programma

De aanbevelingen van het IDA II-programma waren pas na de goedkeuring van het IDABC-besluit beschikbaar. Het is echter zo dat met de meeste van de dertien aanbevelingen van de eindevaluatie van het IDA II-programma nu al rekening wordt gehouden of binnenkort zal worden gehouden. Slechts drie aanbevelingen worden reeds volledig toegepast; één daarvan is echter dat prioriteit moet worden gegeven aan de activiteiten die het meest bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma, wat wellicht een constant punt van zorg van elke programmabeheerder is. Niet uitgevoerd zijn de aanbevelingen die erop gericht zijn:

  • een digitaal dashboard te creëren om lopende en afgesloten activiteiten te kunnen monitoren en opvolgen, zowel wat de doelstellingen, de impact en de voordelen als wat de accentuering en vergelijking van de financiële gevolgen betreft,
  • een communicatieprogramma op te stellen dat gericht is op de EU-15, net zoals voor de nieuwe lidstaten is gebeurd, teneinde acceptatie van de werkwijze en van de voornaamste richtsnoeren en architectuur te waarborgen.

Door de invoering in IDABC van een evolutief werkprogramma is de behoefte aan een dashboard voor het monitoren van de uitvoering van acties sterk afgenomen, aangezien de acties regelmatig worden getoetst aan de punten van het werkprogramma, die zowel de stand van de acties als de toekomstige planning weergeven, en aangezien de middelen voor de volgende fasen pas worden vrijgegeven als de mijlpalen bereikt zijn. Tegelijkertijd is jaarlijkse verslaglegging over de uitvoering van het programma ingevoerd en is binnen een jaar na de uitvoering van elke actie een beoordeling vereist. Om de impact van de toegewezen middelen te verhogen, is bovendien, voor zover mogelijk, het hergebruik van bestanddelen vereist. De Commissie zal op de ontwikkelingen blijven toezien om maximale voordelen te garanderen.

De Commissie zal verder met de vertegenwoordigers van de lidstaten in het PEGSCO samenwerken om acceptatie en toepassing te garanderen door zich te concentreren op acties die betrekking hebben op de behoeften die in samenwerking met de lidstaten en de sectoren zijn vastgesteld.

  • 6. 
    CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

De beoordeling van de uitvoering van het IDABC-programma heeft geleid tot een aantal conclusies en van deze conclusies afgeleide aanbevelingen.

6.1. Tijdstip van de beoordeling

In het kader van de beoordeling, die de status van een tussentijdse beoordeling heeft, was het moeilijk de effecten van het programma vast te stellen, aangezien het zich in werkelijkheid nog maar in een zeer vroeg stadium bevond. Vergelijkbare problemen met het tijdstip hebben zich bij voorgaande evaluaties van de IDA-programma’s voorgedaan en in de beoordeling wordt erop gewezen dat dit de productie of het gebruik van beoordelingsresultaten suboptimaal maakt.

Aanbeveling 1

Er moet meer aandacht worden besteed aan het tijdstip van de beoordelingen. Aangezien het tijdschema in het IDABC-besluit moet worden aangehouden, voor toekomstige programma's moet in het besluit meer flexibiliteit worden betracht wat het tijdstip van de beoordelingen betreft, zodat het programma vollediger van de resultaten van de beoordeling kan profiteren.

De Commissie is zich ervan bewust dat deze tussentijdse beoordeling te vroeg is gekomen om nuttige resultaten te kunnen opleveren en zal voor een mogelijk vervolgprogramma een tussentijdse beoordeling in de helft van de looptijd van het programma voorstellen, zoals in het oorspronkelijke Commissievoorstel voor het IDABC-programma het geval was.

6.2. Organisatie van de uitvoering van het programma

De bij de uitvoering van de beoordeling ondervonden moeilijkheden, met name ten aanzien van de beschrijving van de algemene structuur wat groepen belanghebbenden en hun relaties betreft, hebben de inherente complexiteit van de algemene organisatie van het programma aan het licht gebracht, vooral bij projecten van gemeenschappelijk belang. Dit probleem wordt ook onderstreept door de controversiële perceptie van de coördinatie en de betrokkenheid van de lidstaten. Concreet wordt in de beoordeling geconcludeerd dat de sectorale comités en de beheerders zich ten volle bewust moeten zijn van hun rol en dat de leden van het PEGSCO en de leden van de sectorale comités voor een betere coördinatie moeten zorgen.

Aanbeveling 2

De Commissie moet ervoor zorgen dat alle actoren hun rol in het uitvoeringsproces kennen. In de beoordeling wordt voorgesteld dat organisatiediagrammen worden opgesteld en operationele beschrijvingen van de rol van de actoren op passende wijze worden verspreid, in de eerste plaats voor de projecten van gemeenschappelijk belang.

In samenwerking met de lidstaten, zoals vertegenwoordigd in het PEGSCO, en met de sectoren, zoals vertegenwoordigd in de interservice-groep die in het kader van het IDABC-programma is opgezet, zal de Commissie zich verder inspannen om alle actoren van hun rol en verantwoordelijkheid in het uitvoeringsproces bewust te maken.

6.3. Integratie van de veranderende behoeften van de gebruikers in het programma

In de beoordeling wordt erop gewezen dat het IDABC-programma zich, zoals zijn voorganger, goed heeft aangepast aan de veranderende Europese beleidsprioriteiten. Deze inspanningen worden op prijs gesteld door de lidstaten, die tevreden lijken te zijn met de verleende diensten. Aangezien het programma zich nog in een vroeg uitvoeringsstadium bevindt, zijn nog niet alle op het niveau van de projecten geplande haalbaarheidsstudies uitgevoerd en daarom wordt het programma nog bijgeschaafd om het aan de behoeften van de doelpopulaties aan te passen.

Aanbeveling 3

Er moeten inspanningen op het strategische niveau van het programma worden geleverd om specifieke en actuele informatie over de behoeften van de gebruikers te verzamelen en te verspreiden. In de beoordeling wordt voorgesteld dat een beroep wordt gedaan op de medewerking van de leden van het PEGSCO, aangezien zij een belangrijke bron van informatie over de behoeften op nationaal of internationaal niveau zijn, en dat tevens vergaderingen voor de uitwisseling van kennis worden georganiseerd om de leden in staat te stellen ervaringen en getrokken lering met vertegenwoordigers van de andere lidstaten en met de EU-instellingen uit te wisselen. De gegevens van de haalbaarheidsstudies van de projecten zouden ook kunnen worden samengevat en verspreid.

In samenwerking met de vertegenwoordigers van de lidstaten in het PEGSCO en met de sectoren, zal de Commissie zich verder toespitsen op de voornaamste aandachtsgebieden die met de lidstaten zijn overeengekomen en die zijn bevestigd in "Het i2010-actieplan voor de elektronische overheid - Versnelde invoering van de elektronische overheid voor het nut van iedereen"[4], om de ontwikkeling van pan-Europese e-overheidsdiensten te ondersteunen en zij zal daarbij samenwerken met de e-overheidssubgroep van de i2010-groep op hoog niveau, die in het kader van het i2010-actieplan voor de elektronische overheid is opgezet.

6.4. Horizontale maatregelen en menselijke hulpbronnen

Hoewel het IDABC-programma zich nog in een vroeg stadium bevindt, kunnen op grond van de bevindingen van deze beoordeling enkele hypothesen over de toekomstige ontwikkeling van de acties worden opgesteld. Terwijl ervan uit mag worden gegaan dat de meeste projecten van gemeenschappelijk belang waarschijnlijk de geplande resultaten zullen opleveren, wordt van de horizontale maatregelen over het algemeen verwacht dat zij extra hulp of meer tijd zullen vergen, vooral gezien de late start, de langdurige procedures en de ongunstige verhouding actie/personeel.

Aanbeveling 4

Tijdens de uitvoering van het programma moet er nauwlettend op worden toegezien dat de IDABC-acties de overeengekomen mijlpalen bereiken, met name wat de horizontale maatregelen betreft. In deze context wordt in de beoordeling de noodzaak onderstreept van een meer evenwichtige verhouding tussen actie en personeel bij het beheer van de horizontale maatregelen, zowel in verband met het IDABC-programma als met eventuele daaropvolgende programma’s.

In het derde herziene IDABC-werkprogramma dat op 14 augustus 2006 is goedgekeurd[5], heeft de Commissie mijlpalen en termijnen aangepast om rekening te houden met tijdens het eerste jaar van het programma opgelopen achterstand en met de huidige verhouding tussen actie en personeel. De Commissie zal verder toezien op de naleving van overeengekomen termijnen en mijlpalen en indien nodig maatregelen nemen.

6.5. Onderlinge afstemming van de communautaire e-overheidsprogramma’s

Het IDABC-programma laat een grote interne samenhang zien: de acties dragen bij aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma volgens een holistische aanpak die zorgt voor een goede coördinatie binnen het programma. Er moet echter meer aandacht worden bestreed aan de samenhang van het IDABC-programma ten aanzien van de andere communautaire activiteiten op het gebied van pan-Europese e-overheids- en infrastructuurdiensten. Hoewel de verschillende belanghebbenden zich steeds meer inspanningen getroosten om complementaire maatregelen te ontwikkelen, wanneer soortgelijke kwesties worden aangepakt, is de mate waarin rekening wordt gehouden met andere programma’s vaak niet duidelijk.

Aanbeveling 5

Er moet een strategische evaluatie van de banden tussen de verschillende EU-programma’s waarbinnen de EG interoperabele e-overheidsinitiatieven ontwikkelt, worden uitgevoerd met het oog op de verbetering van de leerprocessen en de synergieën tussen de verschillende programma’s. De resultaten van deze strategische evaluatie moeten leiden tot de vaststelling van de strategische posities en onderlinge relaties van de communautaire e-overheidsprogramma’s.

Bij de opstelling van het i2010-actieplan voor de elektronische overheid heeft de Commissie gezorgd voor een optimale aanwending van de programmamiddelen en van de deskundigheid binnen het programma, om zo door middel van taakverdeling, coördinatie en samenwerking synergieën tussen de diverse EU-programma's op het gebied van e-overheid tot stand te brengen. Bovendien zal met de verwachte goedkeuring van het Commissievoorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013)[6] een programma ter ondersteuning van het ICT-beleid worden opgezet, dat de bestaande programma's op het gebied van e-overheid (eContent+, eTEN, Modinis) geleidelijk zal integreren. Tegelijkertijd onderzoekt de Commissie mogelijkheden om bestaande e-overheidsoplossingen programmaonafhankelijk te maken door mechanismen te definiëren waarmee hun financiële en operationele duurzaamheid wordt gegarandeerd, zoals door het IDABC-besluit vereist, zodat ook synergieën en een grotere kosteneffectiviteit worden bereikt. Door de coördinatie en integratie verder te versterken, zal de Commissie er verder voor zorgen dat de leerprocessen en de synergieën tussen de verschillende programma’s meer nut afwerpen.

  • 7. 
    CONCLUSIES

Hoewel ook wordt gewezen op enkele tekortkomingen waaraan volgens de aanbevelingen van de beoordeling bij de toekomstige uitvoering van het IDABC-programma aandacht moet worden besteed, worden in de beoordeling grotendeels positieve conclusies getrokken. Er wordt evenwel opgemerkt dat een gedetailleerde evaluatie van het IDABC-programma in het vroege uitvoeringstadium waarin het zich thans bevindt, vrij voorbarig is.

Zoals hierboven uiteengezet, zal de Commissie de grootst mogelijke aandacht besteden aan de aanbevelingen van deze beoordeling.

[1] Besluit 2004/387/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende de interoperabele levering van pan-Europese e-overheidsdiensten aan overheidsdiensten, ondernemingen en burgers (IDABC), PB L 144 van 30.4.2004 (Zie PB L 181 van 18.5.2004, blz. 25. http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/site/en/oj/2004/l_181/l_18120040518en00250 http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/site/nl/oj/2004/l_181/l_18120040518nl00250035.pdf

[2] C/2006/3606, zie http://ec.europa.eu/idabc/en/document/5101.

[3] C/2006/3606, zie http://ec.europa.eu/idabc/en/document/5101.

[4] COM(2006) 173 definitief, zie http://europa.eu.int/information_society/activities/egovernment_research/doc/highlights/comm_pdf_com_2006_0173_f_nl_acte.pdf.

[5] C/2006/3606, zie http://ec.europa.eu/idabc/en/document/5101.

[6] COM(2005) 121 definitief, zie http://ec.europa.eu/enterprise/enterprise_policy/cip/docs/com121_nl.pdf

 
 

3.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.