Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad - Financiële vooruitzichten van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

1.

Tekst

Belangrijke juridische mededeling

|

2.

52006DC0865

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad - Financiële vooruitzichten van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) /* COM/2006/0865 def. */

[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 22.12.2006

COM(2006) 865 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

FINANCIËLE VOORUITZICHTEN VAN HET BUREAU VOOR HARMONISATIE BINNEN DE INTERNE MARKT (MERKEN, TEKENINGEN EN MODELLEN)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

FINANCIËLE VOORUITZICHTEN VAN HET BUREAU VOOR HARMONISATIE BINNEN DE INTERNE MARKT (MERKEN, TEKENINGEN EN MODELLEN)

  • 1. 
    INLEIDING

Het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)[1] is verantwoordelijk voor de inschrijving van Gemeenschapsmerken en Gemeenschapsmodellen. Het BHIM is in 1996 operationeel geworden. Sindsdien hebben meer dan 200 000 bedrijven uit de hele wereld bij het in Alicante gevestigde Bureau een EU-brede bescherming voor hun merken en modellen aangevraagd.

Deze mededeling gaat over de langetermijnfinanciering van het Bureau. Als EU-agentschap dat zichzelf bedruipt en dat een begroting heeft die losstaat van de begroting van de Gemeenschap, moet het Bureau ervoor zorgen dat zijn ontvangsten en uitgaven in evenwicht zijn. De begroting van het BHIM wordt voornamelijk gefinancierd uit de taksen die bedrijven voor zijn diensten moeten betalen. De Commissie stelt deze in uitvoeringsverordeningen vast.

Onder meer dankzij het gestaag stijgende aantal aanvragen, de toegenomen productiviteit en verbeterde efficiëntie van het BHIM en de groei van het elektronisch zakendoen genereert BHIM omvangrijke kasreserves. Ondanks recente taksverlagingen wordt verwacht dat deze reserves in de komende jaren blijven groeien. Eind 2005 bedroegen de cumulatieve kasreserves meer dan 130 miljoen euro en eind 2010 kunnen de cumulatieve reserves gemakkelijk uitkomen op 375 miljoen euro.

Op lange termijn is een aanzienlijk jaarlijks overschot, dat tot een structurele jaarlijkse stijging van de cumulatieve kasreserves leidt, niet aanvaardbaar. Indien de ontvangsten voortdurend hoger uitvallen dan het bedrag dat nodig is voor een correcte uitvoering van de BHIM-taken, en indien de reserves structureel te hoog zijn, moet de Commissie ingrijpen. Deze mededeling bevat concrete voorstellen om een evenwichtige begroting in de toekomst onder alle financiële omstandigheden te waarborgen. Een periodieke en automatische evaluatie van de taksen is zowel bij begrotingsoverschotten als bij begrotingstekorten wenselijk.

Volgens de Commissie is het tijd om na te denken over een structurele aanpak voor het financieel beheer van het BHIM. Het is nu meer dan tien jaar actief en heeft in deze periode belangrijke ontwikkelingen, zoals de invoering van een elektronische indieningsprocedure, de uitbreiding met tien nieuwe lidstaten in 2004 en de eerste ronde van merkvernieuwingen in 2005, in goede banen geleid. Nu is de tijd rijp om meer stabiliteit te brengen in de begrotingspraktijk.

  • 2. 
    VERRICHTINGEN VAN HET BHIM

Het BHIM is bij de verordening inzake het Gemeenschapsmerk uit 1994 opgericht. Een Gemeenschapsmerk is een titel van industriële eigendom die de houder ervan een in de gehele EU geldig recht verleent. Sinds de verwerking van merkaanvragen in 1996 van start is gegaan, zijn meer dan 330 000 merken ingeschreven. In 2002 heeft de Raad de verordening inzake Gemeenschapsmodellen vastgesteld waarbij voor de gehele EU een stelsel van (ingeschreven en niet-ingeschreven) Gemeenschapsmodellen werd opgezet. De inschrijving van Gemeenschapsmodellen is in 2003 van start gegaan en er zijn nu al meer dan 180 000 modellen verwerkt.

Deze cijfers overtreffen zelfs de meest optimistische verwachtingen ten tijde van de vaststelling door de Raad van Ministers van de desbetreffende verordeningen. Daaruit blijkt dat intellectuele-eigendomsrechten die in de gehele EU bescherming bieden, voor het bedrijfsleven van belang zijn en dat het Bureau erin slaagt het stelsel goed te beheren. Dergelijke unitaire titels vormen een belangrijke pijler van een brede EU-strategie voor intellectuele eigendom, die een centrale rol speelt in de EU-Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid.

Merken en modellen zijn belangrijke marketinginstrumenten voor moderne bedrijven op de interne markt. Bedrijven kunnen er nu in de hele Unie en daarbuiten op vertrouwen dat hun waardevolle activa dank zij een efficiënte organisatie op tijd en doeltreffend beschermd worden. In een wereld van steeds veeleisendere consumenten kan het gebruik van merken en modellen bedrijven van alle grootte helpen bij hun steven naar innovatie en naar toegang tot nieuwe markten.

Het onverwachte succes en de steeds groter wordende vraag naar zijn diensten hebben het BHIM flink op de proef gesteld. De afgelopen jaren heeft het bureau zijn prestaties aanzienlijk verbeterd. Het BHIM heeft zich voor zijn dienstverlening en zijn managementkwaliteit ambitieuze doelen gesteld. Zo heeft het een programma ingesteld om de productiviteit te verhogen en de doeltreffendheid te verbeteren door vereenvoudigde procedures, gestroomlijnde werkmethodes, verminderde bureaucratie en een solide financieel management, en het invoeren van de meest geavanceerde elektronische hulpmiddelen.

Een belangrijke trend bij de inschrijvingsprocedure was de invoering van het elektronische inschrijfformulier in 2002. Sedert de taksverlagingen van eind 2005 kunnen de gebruikers nu aanzienlijke kortingen krijgen bij elektronische aanvragen en vernieuwingen. Het toegenomen belang van elektronisch zakendoen bij het BHIM wordt dan ook positief gezien.

Op 1 oktober 2004 is de EG toegetreden tot het Protocol van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken. Het Protocol van Madrid biedt bedrijven een eenvoudige procedure voor de aanvraag van merken in 67 landen buiten de Europese Gemeenschap in één enkele internationale aanvraag bij het BHIM. De Gemeenschap is momenteel bezig met de voorbereiding van de toetreding tot de Akte van Geneve om vergelijkbare mogelijkheden te scheppen op het gebied van de internationale inschrijving van modellen.

In 2005 is de samenwerking tussen het BHIM en de nationale bureau's van de lidstaten geïntensiveerd. Het BHIM heeft toen besloten meer middelen aan te wenden voor financiële partnerschappen en gezamelijke projecten met nationale bureau's. Deze bureau's ontvangen een compensatie van het BHIM voor hun bijdragen en diensten die zij ten behoeve van de werking van de stelsels van Gemeenschapsmerken leveren. Het valt te verwachten dat dit partnerschap van nut zal zijn voor de gebruikers van de stelsels van merken en modellen, zowel op nationaal als op Gemeenschapsniveau.

Deze gebruikers zijn positief over de algemene prestaties van het BHIM. Deze erkenning is bevestigd door een door een onafhankelijke onderzoeksinstelling uitgevoerde grootschalige gebruikersenquête. In deze enquête werden personen en bedrijven die tussen januari 2004 en juni 2005 rechtstreeks gebruik hadden gemaakt van het stelsel van Gemeenschapsmerken en/of Gemeenschapsmodellen uitgebreid ondervraagd. De volledige resultaten zijn in maart 2006 gepubliceerd[2]. Deze tonen een goed niveau van algemene tevredenheid van zowel tussenpersonen als houders van intellectuele-eigendomsrechten, hoewel uit de enquête ook gebieden naar voren komen die voor verbetering vatbaar zijn. Het BHIM neemt zich de resultaten ter harte en gaat door met zijn inspanningen om zijn diensten te verbeteren[3].

  • 3. 
    DE FINANCIËLE ONTWIKKELING BIJ HET BHIM

3.1. Begroting en taksenstructuur van het BHIM

De inkomsten van het BHIM bestaan voornamelijk uit taksen die de gebruikers moeten betalen voor inschrijving van merken en modellen. De Gemeenschapsmodellenverordening stelt duidelijk dat de inkomsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn[4]. Dat wil zeggen dat het BHIM in zoverre begrotingsautonomie heeft dat het geen subsidie van de Gemeenschap nodig heeft om zijn begroting in evenwicht te brengen.

De taksen die de gebruikers van het stelsel aan het BHIM betalen zijn vastgesteld in twee uitvoeringsverordeningen van de Commissie: het reglement inzake de taksen voor Gemeenschapsmerken en het reglement inzake de taksen voor Gemeenschapsmodellen. Die taksen omvatten de door de eigenaar van het merk of model betaalde taksen voor aanvraag, inschrijving en vernieuwing, de door de derde partij die een oppositie of een annuleringsverzoek indient betaalde oppositietaks (alleen voor merken) of annuleringstaks en de door de partij die bij de Raad van Beroep een beroep aantekent tegen een besluit van het BHIM betaalde beroepstaks. Rond 90% van de inkomsten van het BHIM zijn echter afkomstig van slechts drie van deze taksen: de taksen voor aanvraag, inschrijving en vernieuwing van een Gemeenschapsmerk. Overeenkomstig artikel 139, lid 2, van de Verordening inzake het Gemeenschapsmerk moet het bedrag van deze taksen voor Gemeenschapsmerken zodanig worden vastgesteld dat met de daaruit voortvloeiende ontvangsten in beginsel het evenwicht in de begroting van het BHIM kan worden gehandhaafd.

In de eerste jaren van het bestaan van het Bureau is bij de uitgaven prioriteit verleend aan investeringen in de infrastructuur van het Bureau en de aanwerving van voldoende personeel om het onverwacht hoge aantal aanvragen te kunnen verwerken. Tot 2000 stegen de inkomsten snel. Daarna volgden er eerst twee jaar van daling en vervolgens zijn de inkomsten weer gestegen.

Eind 2004 waren de kasreserves van het BHIM al opgelopen tot rond 105 miljoen euro, uitgedrukt in vlottende activa minus vlottende passiva, en duidden projecties op een voortzetting van de jaarlijkse overschotten[5]. Bijgevolg zijn verschillende taksen in 2005 circa 20% lager geworden bij de eerste herziening van het stelsel van taksen voor Gemeenschapsmerken sinds de oprichting van het Bureau[6].

3.2. Recente ontwikkelingen met invloed op de begroting van het BHIM

De takshervorming voor merken is in oktober 2005 van kracht geworden. De belangrijkste veranderingen betroffen de verlaging van taksen voor aanvraag en inschrijving; de invoering van een korting bij elektronische aanvraag en een verlaging van de vernieuwingstaks. Geschat was dat de taksverlaging het bedrijfsleven een besparing van 37 tot 40 miljoen euro per jaar zou opleveren, maar in werkelijkheid bleken de besparingen veel hoger te liggen. Zo verwacht in 2006 alleen al de industriesector ca. 55 miljoen euro te besparen dank zij de taksverlagingen van 2005[7].

Daarnaast zijn twee andere recente ontwikkelingen van invloed geweest op de begroting van het BHIM. Op de eerste plaats is de omvang van de aanvragen en vernieuwingen groter dan oorspronkelijk voorspeld. Deze totale toename weerspiegelt een algemene trend in de meeste delen van de wereld. Op de tweede plaats was 2005 het eerste volle jaar waarin de aanvragen via WIPO in het kader van het Protocol van Madrid zijn binnengekomen. In 2005 heeft het BHIM in geld uitgedrukt rond 9 miljoen euro aan taksen ontvangen voor internationale aanvragen in het kader van het Protocol van Madrid.

Uit de eerste ervaringen met de takshervorming blijkt dat de takswijzigingen een matigende invloed hebben gehad op de inkomsten. Maar het is ook waar dat de kasreserves ondanks de taksverlaging in 2006 nog groter zullen zijn en de cumulatieve kasreserves verder zullen doen toenemen. Voor het begrotingsjaar 2005 bedroeg het overschot alleen al 41,5 miljoen euro bij een begroting van 162,8 miljoen. De totale kasreserves waren eind 2005 opgelopen tot 132 miljoen. Ramingen voor het begrotingsjaar 2006 wijzen op een overschot van 50 miljoen euro bij een totaalinkomen van 179 miljoen euro[8]. De begroting is dus duidelijk uit balans en moet opnieuw in evenwicht worden gebracht.

Tot slot zij vermeld dat het toenemende aantal inschrijvingen van modellen ook bijdraagt aan de begrotingskasreserves. De impact daarvan is echter niet zo groot: in 2005 bedroegen de inkomsten uit modellen minder dan 10% van de inkomsten uit Gemeenschapsmerktaksen.

3.3. Begrotingsvoorspellingen

Bij een ongewijzigd taksbeleid zullen de onevenwichtigheden in de begroting naar verwachting in de toekomst alleen maar groter worden. In een realistisch scenario zullen de cumulatieve kasreserves blijven toenemen.

De omvang van de Gemeenschapsmerkaanvragen is veruit de belangrijkste factor voor de toekomstige inkomsten van het Bureau. De bijlage bevat berekeningen met alternatieve scenario's. De ramingen zijn gebaseerd op een laag scenario met 60 000 jaarlijkse Gemeenschapsmerkaanvragen, een gemiddeld scenario met 75 000 aanvragen en een hoog scenario met 90 000 aanvragen.

Volgens de ramingen op basis van het meest realistische gemiddelde scenario van 75 000 jaarlijkse Gemeenschapsmerkaanvragen en een vernieuwingspercentage van 60% zouden de totale inkomsten in 2010 bijna 200 miljoen euro bedragen en in 2016 meer dan 230 miljoen euro. Dit zou de cumulatieve kasreserves eind 2010 op het indrukwekkende bedrag van ca. 375 miljoen euro brengen en eind 2016 op bijna 700 miljoen euro.

Zelf voor een lage raming van 60 000 jaarlijkse Gemeenschapsmerkaanvragen (in 2005 heeft het Bureau 64 000 aanvragen ontvangen) zouden de structurele kasreserves in 2010 meer dan 300 miljoen euro bedragen. Dezelfde conclusies kunnen worden getrokken voor een voorzichtige raming van een vernieuwingspercentage van 40% in plaats van 60% (het actuele vernieuwingspercentage voor heel 2006 wordt op ca. 63% geschat), waarbij de verwachtte kasreserves in 2010 zouden oplopen tot 330 miljoen euro.

De volgende twee tabellen tonen de geraamde cumulatieve kasreserves voor de periode 2006-2016, vergeleken met de berekende, over de periode 2000-2005 gecumuleerde, kasreserves (bedragen uitgedrukt in miljoen euro en gebaseerd op een vernieuwingspercentage van 60%).

Totaal cumulatief overschot | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | Begrotingsjaar | |2000 |2001 |2002 |2003 |2004 |2005 |2006 |2007 |2008 |2009 |2010 |2011 |2012 |2013 |2014 |2015 |2016 | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | Cumulatief overschot | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | Laag scenario | | | | | | | |204 |235 |272 |314 |349 |375 |407 |438 |468 |526 | | | Gem. scenario | 52 |53 |57 |71 |90 |132 |182 |221 |278 |349 |425 |497 |558 |625 |691 |757 |850 | | | Hoog scenario | | | | | | | |262 |319 |390 |466 |538 |599 |666 |732 |798 |891 | |

[pic]

  • 4. 
    EEN STRUCTURELE OPLOSSING VOOR EEN EVENWICHTIGE BEGROTING

4.1. Een hoogwaardig stelsel van inschrijving van merken in Europa

Zoals hierboven al is uitgelegd, raakt de begroting door het toenemende jaarlijkse begrotingsoverschot van het BHIM uit zijn evenwicht, hetgeen in strijd is met het beginsel van artikel 139, lid 2, van de Gemeenschapsmerkverordening, namelijk dat het bedrag van de taksen zodanig moet worden vastgesteld dat het evenwicht in de begroting wordt gehandhaafd. De Commissie is van mening dat een structurele oplossing nodig is. Deze moet evenwel samengaan met voortreffelijke prestaties van het Bureau.

Vooraf moet worden benadrukt dat het BHIM bij het beheer van de begroting degelijke begrotings- en boekhoudkundige beginselen hanteert en onder toezicht van het begrotingscomité van het BHIM en de Rekenkamer staat. Deze beginselen zijn bijvoorbeeld het voorzichtigheidsbeginsel (winst wordt pas geboekt als deze is gemaakt tegen het eind van het jaar, terwijl voorspelbare risico's en voorwaardelijke verplichtingen worden geboekt zodra deze zich voordoen), het beginsel van goed financieel beheer en het transparentiebeginsel. Hierbij moet worden benadrukt dat de kasreserves volgens dezelfde beginselen worden berekend en beheerd, en dat het BHIM ook bij ramingen voor de toekomst voorzichtig en verantwoord te werk gaat.

De Commissie is van mening dat een deel van de kasreserves kan worden gebruikt om de operationele problemen van het BHIM op te lossen. Hoewel de recente gebruikersenquête een algemeen beeld van tevredenheid over de prestaties van het BHIM liet zien, is de Commissie zich ervan bewust dat er nog veel te doen is. De initiatieven van het Bureau om beter te presteren op een aantal gebieden die uit de enquête naar voren kwamen, moeten daarom worden toegejuicht. Deze inspanningen moeten leiden tot meer duidelijkheid, consistentie en volledigheid in de in Alicante genomen beslissingen, tot simpelere administratieve procedures en tot een snellere werkwijze op de belangrijkste gebieden waarop het Bureau actief is. Om de kwaliteit zodanig te verbeteren, is waarschijnlijk een grotere financiële injectie nodig.

Verder wil de Commissie erop wijzen dat partnerschappen tussen het BHIM en de bureaus in de lidstaten essentieel zijn voor het efficiënt functioneren van, en effectieve interactie tussen, het merkenstelsel van de Gemeenschap en de nationale merkenstelsels. Er worden intensieve samenwerkingsprogramma's ontwikkeld en uitgevoerd op gebieden zoals opleiding, informatietechnologie (IT), promotie en voorlichting. Tot op zekere hoogte moeten meer financiële middelen beschikbaar worden gesteld om deze vormen van technische samenwerking te vergemakkelijken en verder te ontwikkelen.

Dat neemt niet weg dat naleving van de beginselen van goed beheer en boekhouding, nieuwe investeringen op operationeel gebied en partnerschappen slechts een betrekkelijk kleine impact zullen hebben op de sterke groei van de kasreserves die voor de komende tien jaar wordt verwacht.

4.2. Meer takshervormingen

De Commissie is van mening dat in de huidige situatie waarin het begrotingsoverschot blijft toenemen en derhalve sprake is van buitensporig hoge kasreserves, de enige oplossing een verdere verlaging van de taksen is. De taksen laag houden is een interessante optie omdat het Gemeenschapsmerk daardoor financieel nog aantrekkelijker wordt voor bedrijven, met name voor het MKB in de EU en daarbuiten.

De ervaring leert echter dat taksverlaging met de huidige regels en praktijk geen gemakkelijke onderneming is. De taksen worden vastgesteld via de zgn. comitologie-procedure en de onderhandelingen in het Gemeenschapsmerktakscomité die in 2005 leidden tot de herziening van de verordening van de Commissie met betrekking tot de vergoedingen die aan het BHIM moeten worden betaald, verliepen moeizaam door de uiteenlopende standpunten over de bestemming van de kasreserves en de juiste hoogte van de verschillende taksen. De uiteindelijk afgesproken verlaging was onvoldoende om evenwicht in de begroting te brengen.

Gezien de voorgaande overwegingen is het wenselijk een gestroomlijnde, structurele aanpak te zoeken om een inkomstenstroom te garanderen die in overeenstemming is met de geraamde uitgaven. De Commissie stelt daarom voor een methode voor periodieke herziening van de taksen op basis van de financiële vooruitzichten van het Bureau in te voeren en de kasreserves volgens een vooraf bepaalde formule te beheren . Bij de herziening zou worden uitgegaan van de statistieken van het Bureau zoals deze normaliter worden geproduceerd, waarin het Bureau onder andere een raming geeft van het verwachte bedrag aan kasreserves voor de komende periode.

Deze formule moet alleen betrekking hebben op taksen voor merken. Zoals al eerder is uitgelegd, worden onevenwichtigheden in de begroting bijna altijd veroorzaakt door inkomsten uit de inschrijving van Gemeenschapsmerken. De relatief korte periode waarin ervaring met het stelsel van het Gemeenschapsmodel is opgedaan, kan nog een ander argument zijn om de taksen voor modellen voorlopig niet in de formule op te nemen.

De invoering van een methode voor periodieke herziening van de taksen voor merken heeft duidelijke voordelen.

In de eerste plaats is de financiële onafhankelijkheid van het Bureau gewaarborgd. Enerzijds kunnen structurele tekorten worden vermeden die het risico met zich meebrengen dat de reserves worden opgebruikt en dat subsidies nodig zijn. Anderzijds kan een buitensporige opbouw van reserves worden voorkomen, wat noodzakelijk is om een redelijke balans tussen inkomsten en uitgaven te garanderen.

Ten tweede zou het gebruik van een dergelijke formule de kosten van het BHIM-stelsel voor de gebruikers beter weergeven. Ook al moet bij het vaststellen van de taksen een aantal elementen in aanmerking worden genomen, moeten in het bedrag dat bij de gebruikers in rekening wordt gebracht, de kosten van de geleverde dienst tot uiting komen.

Ten derde lijkt de invoering van een formule om toekomstige overschotten of tekorten door middel van een automatische aanpassing van de taksen op te lossen of te absorberen geen bijzondere technische problemen op te leveren. De Gemeenschapsmerkverordening bepaalt dat in het reglement inzake de taksen met name het bedrag van de taksen en de wijze van betaling worden vastgesteld[9]. De Commissie zal een voorstel indienen om de verordening van de Commissie inzake taksen te wijzigen via de comitologie-procedure, zoals voorzien in de Gemeenschapsmerkverordening. Mits er op beleidsniveau een afgesproken aanpak is van de berekening van de aanpassing – hetzij een verlaging hetzij een verhoging – kunnen deze regels een formule omvatten op basis waarvan de taksen periodiek kunnen worden herzien, zodat een redelijk evenwicht in de begroting wordt gegarandeerd.

4.3. Belangrijkste kenmerken van de voorgestelde methode voor periodieke taksenherziening

Bij een automatische herziening en aanpassing van de taksen op basis van de financiële vooruitzichten van het BHIM moet aan een aantal basisvoorwaarden worden voldaan. De Commissie wil een methode voor periodieke aanpassing voorstellen die op de volgende aannames moet zijn gebaseerd.

  • Omwille van de rechtszekerheid en om rekening te houden met de daadwerkelijke budgettaire ontwikkelingen gedurende een beperkte periode, moet een noodzakelijke aanpassing periodiek (bijvoorbeeld jaarlijks) plaatsvinden.
  • Als het overschot (of tekort) is geraamd, moet de herziening worden gebaseerd op de drie belangrijkste taksen: die voor het aanvragen, indienen en vernieuwen van (afzonderlijke) merken. De verlaging of verhoging van deze taksen moet in overeenstemming zijn met hun relatieve gewicht[10].
  • De automatische periodieke aanpassingen moeten niet buiten een bepaalde bandbreedte vallen.
  • De financiële onafhankelijkheid van BHIM moet te allen tijde gewaarborgd blijven.
  • 5. 
    CONCLUSIE

De Gemeenschapsmerkverordening bepaalt dat de begroting van het BHIM financieel in evenwicht moet zijn. Met een ongewijzigd taksenbeleid en gezien de realistische voorspellingen van het aantal jaarlijkse aanvragen en verlengingen voor Gemeenschapsmerken zal dit niet het geval zijn. De cumulatieve kasreserves kunnen tegen eind 2010 oplopen tot circa 375 miljoen euro en tegen eind 2016 tot bijna 700 miljoen euro. Dit is aanleiding om actie te ondernemen teneinde de kasreserves onder controle te houden.

De Commissie heeft een specifieke verantwoordelijkheid omdat het haar taak is de hoogte van de taksen vast te stellen. Het bedrag van de taksen moet zodanig worden vastgesteld dat met de daaruit voortvloeiende ontvangsten in beginsel het evenwicht in de begroting van het BHIM kan worden gehandhaafd. Kiezen voor een ad-hocbenadering door de taksen bij gelegenheid aan te passen, kan lastig blijken doordat dit kan leiden tot steeds dezelfde lange discussies in comitologieverband. Een beter alternatief is te zoeken naar een uitgewerkte structurele oplossing. Daarom wordt voorgesteld de begroting regelmatig te beoordelen naar aanleiding van de best beschikbare kennis van de financiële ontwikkelingen bij het BHIM, met behulp van een standaardaanpak waarbij de belangrijkste taksen al naar gelang worden verhoogd of verlaagd. Als er politieke overeenstemming over deze aanpak is bereikt, kan een dergelijke formule bijvoorbeeld jaarlijks worden toegepast. De formule moet alle relevante elementen omvatten om een evenwichtige en werkbare taksstructuur te waarborgen.

Volgens de Commissie is dit het juiste moment om een structureel voorstel in te dienen om buitensporig hoge kasreserves bij het BHIM te vermijden. In de ruim tien jaar sinds de oprichting heeft het BHIM altijd een hoog niveau bij de inschrijving van Gemeenschapsmerken bereikt, en meer recentelijk bij de inschrijving van Gemeenschapsmodellen. Bovendien heeft het Bureau met succes een aantal grote gebeurtenissen met grote financiële gevolgen het hoofd weten te bieden, zoals de invoering van elektronische inschrijving, de uitbreiding met tien nieuwe lidstaten in 2004 en de eerste ronde van taksen voor merkverlengingen in 2005.

De vooraf bepaalde formule mag het hoge prestatieniveau van het BHIM niet in gevaar brengen of een optimale samenwerking met de nationale bureaus belemmeren. De formule mag evenmin tot tekorten in de toekomst leiden. Het Bureau moet onder alle omstandigheden in staat blijven moderne, efficiënte en effectieve stelsels van inschrijving van merken en ontwerpen te beheren in het belang van de gebruikers en de maatschappij in het algemeen.

Gezien de huidige begrotingsoverschotten van het BHIM wil de Commissie zo snel mogelijk actie ondernemen maar tegelijkertijd de beginselen van goed bestuur in acht nemen. Zij wil in het voorjaar van 2007 voorstellen indienen voor een wijziging van de verordening van de Commissie inzake taksen. Deze voorstellen zullen vergezeld gaan van een effectbeoordeling.

De Commissie verzoekt de Raad en het EP hun opmerkingen over de in deze mededeling voorgestelde aanpak kenbaar te maken.

BIJLAGE

De tabel combineert een aantal aannames voor de begrotingsvoorspellingen voor 2006-2016 (alle getallen worden in miljoenen euro's gegeven). De raming komt uit op 75 000 aanvragen per jaar, met als alternatieve opties 60 000 en 90 000 aanvragen per jaar. In de drie opties wordt ervan uitgegaan dat het percentage vernieuwingen van het Gemeenschapsmerk gedurende de gehele periode stabiel blijft op 60%.

| | | | | | | | | | | | | | Begrotingsjaar | | 2006 |2007 |2008 |2009 |2010 |2011 |2012 |2013 |2014 |2015 |2016 | | | | | | | | | | | | | | | | Scenario: |Inkomsten | 179 |174 |179 |188 |197 |194 |188 |196 |198 |202 |232 | | 75 000 GM/jaar |Uitgaven | 130 |142 |132 |134 |137 |140 |144 |147 |150 |153 |156 | | |Resultaat | 50 |32 |47 |54 |60 |54 |44 |50 |49 |49 |76 | | |Cum. overschot | 182 |214 |261 |314 |374 |428 |472 |521 |570 |619 |695 | | | | | | | | | | | | | | | | Scenario: |Inkomsten | |186 |196 |209 |219 |216 |210 |219 |221 |225 |255 | | 90 000 GM/jaar |Uitgaven | |146 |139 |139 |142 |145 |149 |152 |155 |159 |162 | | |Resultaat | |39 |57 |70 |77 |71 |61 |67 |66 |66 |93 | | |Cum. overschot | |221 |278 |349 |425 |497 |558 |625 |691 |757 |850 | | | | | | | | | | | | | | | | Scenario: |Inkomsten | |160 |161 |166 |174 |170 |164 |173 |175 |178 |208 | | 60 000 GM/jaar |Uitgaven | |138 |130 |129 |132 |135 |138 |141 |144 |147 |150 | | |Resultaat | |22 |31 |37 |42 |35 |26 |32 |31 |31 |58 | | |Cum. overschot | |204 |235 |272 |314 |349 |375 |407 |438 |468 |526 | |

[1] Hierna "het BHIM" of "het Bureau" genoemd.

[2] Zie http://oami.europa.eu/en/office/survey05.htm.

[3] Zie het antwoord van het BHIM op de resultaten van de gebruikersenquête: http://oami.europa.eu/en/office/pdf/USS_Response.pdf.

[4] Zie artikel 134, lid 2, van Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het Gemeenschapsmerk, als laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 422/2004 van de Raad van 19 februari 2004, PB L 70, 9.3.2004, blz. 1.

[5] Het jaarlijkse overschot resulteert uit één enkel begrotingsjaar. De (cumulatieve) overschotten vormen echter geen goede indicatie van de omvang van de vrije kasstroom. Een deel van het cumulatieve overschot is niet beschikbaar als vrije kasstroom, bijvoorbeeld omdat het geïnvesteerd is in vaste activa zoals gebouwen. Daarom wordt in deze mededeling het begrip "kasreserves" gebruikt om de vrije kasstroom te meten. De kasreserves zijn dus de vlottende activa minus de vlottende passiva.

[6] Verordening (EG) nr. 1042/2005 van de Commissie van 29 juni 2005 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2869/95 inzake de aan het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) te betalen taksen, PB L 172 van 5.7.2005, blz. 22. De huidige taksen voor modellen zijn vastgelegd in Verordening (EC) nr. 2246/2002 van de Commissie van 16 december 2002 inzake de aan het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) te betalen taksen voor de inschrijving van Gemeenschapsmodellen, PB L 341 van 17.12.2002, blz. 54.

[7] Voor het begrotingsjaar 2006 worden de besparingen door de verlaging van de taksen voor aanvraag en inschrijving op ca. 20 miljoen euro geraamd; voor de vernieuwingstaks op ca. 28.5 miljoen euro en voor de elektronische inschrijving op 4,5 miljoen. Het gecombineerde effect voor de bijkomende klassetaks levert nog een extra besparing van 2 miljoen euro op.

[8] Raming van 1 oktober 2006.

[9] Zie artikel 139, lid 2, van Verordening (EG) nr. 40/94, zoals gewijzigd.

[10] De periodieke taksaanpassing van de drie belangrijkste soorten taksen volgens een vooraf bepaalde formule sluit niet de mogelijkheid uit alle taksen aan te passen. Structurele wijzigingen kunnen noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld bij een uitbreiding van de EU of na wetswijzigingen.

 
 

3.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.