Richtlijn 2008/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende een communautaire procedure inzake de doorzichtigheid van de prijzen van gas en elektriciteit voor industriële eindverbruikers (herschikking) (Voor de EER relevante tekst) - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
7.11.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 298/9 |
RICHTLIJN 2008/92/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 22 oktober 2008
betreffende een communautaire procedure inzake de doorzichtigheid van de prijzen van gas en elektriciteit voor industriële eindverbruikers (herschikking)
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 285, lid 1,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 90/377/EEG van de Raad van 29 juni 1990 betreffende een communautaire procedure inzake de doorzichtigheid van de prijzen van gas en elektriciteit voor industriële eindverbruikers (2) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (3). Aangezien de genoemde richtlijn opnieuw wordt gewijzigd, dient ter wille van de duidelijkheid tot herschikking van de betrokken bepalingen te worden overgegaan. |
(2) |
De doorzichtigheid van de energieprijzen is, in zoverre deze de voorwaarden versterkt die waarborgen dat de concurrentie op de gemeenschappelijke markt niet wordt vervalst, voor de verwezenlijking en de goede werking van de interne energiemarkt van essentieel belang. |
(3) |
Doorzichtigheid kan bijdragen tot de opheffing van eventuele discriminatie van de verbruikers doordat de vrije keuze van energievormen en leveranciers wordt bevorderd. |
(4) |
De mate van doorzichtigheid loopt naar energievorm en naar gelang van de lidstaten en regio’s van de Gemeenschap uiteen en dit brengt de verwezenlijking van een interne energiemarkt in gevaar. |
(5) |
De prijzen die de industrie van de Gemeenschap voor de door haar gebruikte energie betaalt, vormen echter één van de factoren die haar concurrentievermogen beïnvloeden en derhalve moet dienaangaande vertrouwelijkheid worden bewaard. |
(6) |
Het door het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen (Eurostat) in zijn publicaties inzake prijzen gehanteerde systeem van standaardverbruikers en het prijssysteem dat op de grote industriële verbruikers van elektriciteit wordt toegepast, zijn van dien aard dat de doorzichtigheid de bescherming van de vertrouwelijkheid niet in de weg staat. |
(7) |
Het is dienstig de categorieën verbruikers die door Eurostat worden gehanteerd, uit te breiden tot het maximale niveau waarop de representativiteit van de verbruikers nog gewaarborgd is. |
(8) |
Aldus zou de doorzichtigheid van de prijzen voor de eindverbruikers kunnen worden bereikt, zonder dat de noodzakelijke vertrouwelijkheid van de contracten in gevaar wordt gebracht. Teneinde de vertrouwelijkheid te eerbiedigen moet een bepaalde categorie ten minste drie verbruikers omvatten, om een prijs te kunnen bekendmaken. |
(9) |
Deze gegevens die betrekking hebben op het gas en de elektriciteit die door de industrie in het kader van het finale energieverbruik zijn verbruikt, zullen ook de vergelijking met de andere energiebronnen (aardolie, steenkool, fossiele en hernieuwbare energiebronnen) en de andere verbruikers mogelijk maken. |
(10) |
De bedrijven die gas en elektriciteit leveren, evenals de industriële gas- en elektriciteitsverbruikers, blijven — onafhankelijk van de toepassing van deze richtlijn — onderworpen aan de mededingingsregels van het Verdrag en de Commissie kan uit dien hoofde mededeling van prijzen en verkoopvoorwaarden verlangen. |
(11) |
De kennis van de geldende prijsstelsels vormt een onderdeel van de prijsdoorzichtigheid. |
(12) |
De kennis omtrent de onderverdeling van de verbruikers per categorie en van hun respectieve marktaandelen vormt eveneens een onderdeel van de prijsdoorzichtigheid. |
(13) |
De kennisgeving aan Eurostat van de prijzen en verkoopvoorwaarden voor de verbruikers, vergezeld van de mededeling van de geldende prijsstelsels en van de onderverdeling van de verbruikers in verbruikscategorieën, moet de Commissie in staat stellen in voorkomend geval op grond van deze informatie op de situatie van de interne energiemarkt afgestemde beleidsmaatregelen vast te stellen of voorstellen in te dienen. |
(14) |
De betrouwbaarheid van de aan Eurostat medegedeelde gegevens zal beter zijn gewaarborgd indien de ondernemingen zelf deze gegevens uitwerken. |
(15) |
Kennis van de belastingen en parafiscale heffingen is in elke lidstaat van belang voor het verzekeren van de doorzichtigheid van de prijzen. |
(16) |
Het is dienstig zich te voorzien van de middelen om de betrouwbaarheid van de aan Eurostat meegedeelde gegevens te controleren. |
(17) |
De verwezenlijking van de doorzichtigheid impliceert de bekendmaking en de zo ruim mogelijke verspreiding van prijzen en prijsstelsels onder de verbruikers. |
(18) |
Ten behoeve van de totstandbrenging van deze doorzichtigheid op het gebied van de energieprijzen, dient gebruik te worden gemaakt van de door Eurostat ontwikkelde en toegepaste methoden en verworven deskundigheid, zowel op het gebied van de verwerking en de controle van de correctheid van de gegevens als wat de publicatie ervan betreft. |
(19) |
Met het oog op de totstandbrenging van de interne energiemarkt, is het van belang dat het doorzichtigheidssysteem zo spoedig mogelijk operationeel wordt. |
(20) |
De uniforme tenuitvoerlegging van deze richtlijn kan in alle lidstaten eerst plaatsvinden wanneer de aardgasmarkt, met name de infrastructuur, een voldoende niveau van ontwikkeling heeft bereikt. |
(21) |
De voor de uitvoering van deze richtlijn vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (4). |
(22) |
In het bijzonder moet de Commissie de bevoegdheid worden gegeven in de bijlagen I en II de wijzigingen aan te brengen die nodig zijn wegens specifieke problemen. Daar het maatregelen van algemene strekking betreft tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn, moeten zij worden vastgesteld volgens de in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG bepaalde regelgevingsprocedure met toetsing. |
(23) |
Daar de in deze richtlijn opgenomen nieuwe onderdelen alleen de comitéprocedure betreffen, is omzetting ervan door de lidstaten niet nodig. |
(24) |
Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage III, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen onverlet te laten, |
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
De lidstaten treffen de nodige maatregelen om ervoor zorg te dragen dat de bedrijven die gas of elektriciteit aan industriële eindverbruikers als omschreven in de bijlagen I en II leveren, in de in artikel 3 vastgelegde vorm aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen (Eurostat) mededeling doen van:
1. |
de verkoopprijzen en -voorwaarden die voor industriële eindverbruikers van gas en elektriciteit worden gehanteerd; |
2. |
de geldende prijsstelsels; |
3. |
de onderverdeling van de verbruikers en van de overeenkomstige volumes per verbruikscategorie, teneinde de representativiteit van deze categorieën op nationaal niveau te waarborgen. |
Artikel 2
-
1.De in artikel 1 bedoelde bedrijven nemen jaarlijks op 1 januari en 1 juli de in de punten 1 en 2 van dat artikel bedoelde gegevens op.
Zij delen deze gegevens, die overeenkomstig artikel 3 zijn uitgewerkt, binnen twee maanden mede aan Eurostat en aan de bevoegde instanties van de lidstaten.
-
2.Op de grondslag van de in lid 1 bedoelde gegevens publiceert Eurostat jaarlijks, in mei en november, in een passende vorm, de prijzen van gas en elektriciteit voor industrieel gebruik in de lidstaten, alsmede de prijsstelsels aan de hand waarvan deze zijn vastgesteld.
-
3.De in artikel 1, punt 3, bedoelde informatie wordt om de twee jaar aan Eurostat en aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten verstrekt.
Deze informatie wordt niet gepubliceerd.
Artikel 3
De uitvoeringsbepalingen betreffende de vorm en de inhoud alsmede alle andere kenmerken van de in artikel 1 bedoelde gegevens zijn opgenomen in de bijlagen I en II.
Artikel 4
Eurostat is gehouden de gegevens die uit hoofde van artikel 1 worden meegedeeld en die, vanwege hun aard, onder het bedrijfsgeheim van de ondernemingen kunnen vallen, niet bekend te maken. Dergelijke vertrouwelijke statistische gegevens die Eurostat worden toegezonden, zijn enkel toegankelijk voor ambtenaren van Eurostat en mogen alleen voor statistische doeleinden worden gebruikt.
De eerste alinea vormt echter geen beletsel voor de bekendmaking van dergelijke gegevens in een geaggregeerde vorm die identificatie van de afzonderlijke handelstransacties onmogelijk maakt.
Artikel 5
Wanneer Eurostat statistisch significante anomalieën of incoherenties in de uit hoofde van deze richtlijn meegedeelde gegevens vaststelt, kan het de nationale instanties verzoeken kennis te mogen nemen van de desbetreffende gegevens, in niet-geaggregeerde vorm, evenals van de berekeningswijzen en beoordelingsmethoden waarop de geaggregeerde gegevens zijn gebaseerd, teneinde als afwijkend beschouwde informatie te beoordelen of zelfs te corrigeren.
Artikel 6
De Commissie brengt in de bijlagen I en II de wijzigingen aan die nodig zijn gebleken wegens vastgestelde specifieke problemen. Deze wijzigingen die niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn beogen te wijzigingen, worden vastgesteld volgens de in artikel 7, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
Deze wijzigingen mogen evenwel alleen betrekking hebben op technische punten van de bijlagen I en II en mogen geen afbreuk doen aan de opzet van het stelsel in zijn geheel.
Artikel 7
-
1.De Commissie wordt bijgestaan door een comité.
-
2.Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.
Artikel 8
Eenmaal per jaar doet de Commissie aan het Europees Parlement, aan de Raad en aan het Europees Economisch en Sociaal Comité een beknopt verslag over de toepassing van deze richtlijn toekomen.
Artikel 9
Wat aardgas betreft, wordt deze richtlijn in een lidstaat eerst toegepast wanneer deze energievorm daar vijf jaar op de markt is.
De betrokken lidstaat deelt de datum waarop aardgas op de nationale markt beschikbaar is geworden, onverwijld in een kennisgeving aan de Commissie mee.
Artikel 10
Richtlijn 90/377/EEG, zoals gewijzigd bij de in bijlage III, deel A, genoemde besluiten, wordt ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage III, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen.
Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage IV.
Artikel 11
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 12
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Straatsburg, 22 oktober 2008.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
H.-G. PÖTTERING
Voor de Raad
De voorzitter
J.-P. JOUYET
-
Advies van het Europees Parlement van 17 juni 2008 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 25 september 2008.
-
Zie bijlage III, deel A.
BIJLAGE I
GASPRIJZEN
Gasprijzen voor industriële eindverbruikers (1) worden volgens de hierna uiteengezette methode verzameld en samengesteld.
a) |
De mee te delen prijzen zijn de prijzen die worden betaald door industriële eindverbruikers die via gaspijpleidingen verdeeld gas aankopen voor eigen gebruik. |
b) |
Alle vormen van industrieel gasgebruik worden in aanmerking genomen. Consumenten die:
zijn echter van het systeem uitgesloten. |
c) |
De geregistreerde prijzen zijn gebaseerd op een systeem van standaardverbruiksschijven, waarbij elke categorie overeenstemt met een bepaalde jaarlijkse verbruiksschijf. |
d) |
De prijzen worden tweemaal per jaar verzameld, aan het begin van elke periode van zes maanden (januari en juli), en hebben betrekking op de gemiddelde prijs die de industriële eindverbruikers gedurende de voorbije zes maanden voor gas hebben betaald. De eerste prijsgegevens die aan het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen (Eurostat) worden meegedeeld, hebben betrekking op de situatie op 1 januari 2008. |
e) |
De prijzen worden uitgedrukt in de nationale munteenheid, per gigajoule. De gebruikte eenheid van energie wordt gemeten op basis van de calorimetrische warmtewaarde (Gross Calorific Value, GCV). |
f) |
Alle kosten dienen in de prijs te zijn opgenomen: netwerktarieven plus verbruikte energie min eventuele kortingen of premies, plus andere heffingen (huur van de meter, vaste kosten enz.). De kosten van eerste aansluiting worden echter niet in de prijzen opgenomen. |
g) |
De prijzen moeten als nationale gemiddelden worden geregistreerd. |
h) |
De lidstaten zorgen voor de opstelling en toepassing van kostenefficiënte procedures om te garanderen dat het systeem voor het verzamelen van gegevens representatief is, uitgaande van de volgende regels:
|
i) |
Er dient informatie over drie prijsniveaus te worden verstrekt:
|
j) |
De gasprijzen worden onderzocht voor de volgende categorieën industriële eindverbruikers:
|
k) |
Om de twee jaar, samen met het indienen van de prijsinformatie in januari, wordt informatie over het toepaste systeem voor het verzamelen van informatie meegedeeld aan Eurostat, met name: een beschrijving van het onderzoek, het toepassingsgebied daarvan (aantal onderzochte leveranciers, totaal vertegenwoordigd marktpercentage enz.) en de criteria die gebruikt zijn voor het berekenen van de gewogen gemiddelde prijzen en de totale verbruiksvolumen in elke verbruikscategorie. De eerste mededeling betreffende het systeem voor het verzamelen van informatie heeft betrekking op de situatie op 1 januari 2008. |
l) |
Eenmaal per jaar, samen met het indienen van de prijsinformatie in januari, wordt informatie over de belangrijkste gemiddelde kenmerken en factoren die een invloed hebben op de voor elke verbruikscategorie meegedeelde prijzen meegedeeld aan Eurostat. De informatie heeft betrekking op:
|
m) |
Eenmaal per jaar, samen met het indienen van de prijsinformatie in januari, wordt informatie verstrekt over de tarieven en de berekeningsmethode en wordt een beschrijving gegeven van de belastingen die worden geheven op de verkoop van gas aan industriële eindverbruikers. In die beschrijving moeten ook alle niet-fiscale heffingen ter dekking van systeemkosten en openbaredienstverplichtingen zijn opgenomen. De beschrijving van de belastingen moet uit drie duidelijk onderscheiden delen bestaan:
Overzicht van de bedoelde belastingen, heffingen, niet-fiscale heffingen, vergoedingen en fiscale lasten:
Belastingen op inkomen, eigendom, brandstof voor motorvoertuigen, weggebruik, telecommunicatie-, radio- en reclamevergunningen, afval, enz. worden niet in aanmerking genomen en vallen niet onder deze beschrijving omdat ze ontegensprekelijk deel uitmaken van de kosten van de exploitanten en ook gelden voor andere bedrijfssectoren of activiteiten. |
n) |
In lidstaten waar één bedrijf instaat voor alle industriële leveringen, mag de informatie door dat bedrijf worden meegedeeld. In lidstaten waar meer dan een bedrijf actief is, moet de informatie door een onafhankelijk statistisch orgaan worden meegedeeld. |
-
Industriële eindverbruikers kunnen ook andere niet-residentiële verbruikers omvatten.
BIJLAGE II
ELEKTRICITEITSPRIJZEN
De elektriciteitsprijzen voor industriële eindverbruikers (1) worden volgens de hierna uiteengezette methode verzameld en samengesteld.
a) |
De mee te delen prijzen zijn de prijzen die worden betaald door industriële eindverbruikers die elektriciteit aankopen voor eigen gebruik. |
b) |
Alle vormen van industrieel elektriciteitsgebruik worden in aanmerking genomen. |
c) |
De geregistreerde prijzen zijn gebaseerd op een systeem van standaardverbruiksschijven, waarbij elke categorie overeenstemt met een bepaalde jaarlijkse verbruiksschijf. |
d) |
De prijzen worden tweemaal per jaar verzameld, aan het begin van elke periode van zes maanden (januari en juli), en hebben betrekking op de gemiddelde prijs die de industriële eindverbruikers gedurende de voorbije zes maanden voor elektriciteit hebben betaald. De eerste prijsgegevens die aan Eurostat worden meegedeeld, hebben betrekking op de situatie op 1 januari 2008. |
e) |
De prijzen worden uitgedrukt in de nationale munteenheid, per kWh. |
f) |
Alle kosten dienen in de prijs te zijn opgenomen: netwerktarieven plus verbruikte energie min eventuele kortingen of premies, plus andere heffingen (capaciteitsheffingen, vercommercialisering, huur van de meter enz.). De kosten van eerste aansluiting zijn echter niet in de prijzen opgenomen. |
g) |
De prijzen moeten als nationale gemiddelden worden geregistreerd. |
h) |
De lidstaten zorgen voor de opstelling en toepassing van kostenefficiënte procedures om te garanderen dat het systeem voor het verzamelen van gegevens representatief is, uitgaande van de volgende regels:
|
i) |
Er dient informatie over drie prijsniveaus te worden verstrekt:
|
j) |
De elektriciteitsprijzen worden onderzocht voor de volgende categorieën industriële eindverbruikers:
|
k) |
Om de twee jaar, samen met het indienen van de prijsinformatie in januari, wordt informatie over het toepaste systeem voor het verzamelen van informatie meegedeeld aan Eurostat, met name: een beschrijving van het onderzoek, het toepassingsgebied daarvan (aantal onderzochte leveranciers, totaal vertegenwoordigd marktpercentage enz.) en de criteria die gebruikt zijn voor het berekenen van de gewogen gemiddelde prijzen en de totale verbruiksvolumen in elke verbruikscategorie. De eerste mededeling betreffende het systeem voor het verzamelen van informatie heeft betrekking op de situatie op 1 januari 2008. |
l) |
Eenmaal per jaar, samen met het indienen van de prijsinformatie in januari, wordt informatie over de belangrijkste kenmerken en factoren die een invloed hebben op de voor elke verbruikcategorie meegedeelde prijzen meegedeeld aan Eurostat. De informatie heeft betrekking op:
|
m) |
Eenmaal per jaar, samen met het indienen van de prijsinformatie in januari, wordt informatie verstrekt over de tarieven en de berekeningsmethode en wordt een beschrijving gegeven van de belastingen die worden geheven op de verkoop van elektriciteit aan industriële eindverbruikers. In die beschrijving moeten ook alle niet-fiscale heffingen ter dekking van systeemkosten en openbaredienstverplichtingen zijn opgenomen. De beschrijving van de belastingen moet uit drie duidelijk onderscheiden delen bestaan:
Overzicht van de bedoelde belastingen, heffingen, niet-fiscale heffingen, vergoedingen en fiscale lasten die van toepassing kunnen zijn:
Belastingen op inkomen en eigendom, douaneheffingen op olieproducten en brandstoffen voor andere doeleinden dan elektriciteitsopwekking, belastingen op brandstof voor motorvoertuigen en op weggebruik, vergoedingen voor telecommunicatie-, radio- en reclamevergunningen, heffingen voor vergunningen, belastingen op afval, enz. worden niet in aanmerking genomen en vallen niet onder deze beschrijving omdat ze ontegensprekelijk deel uitmaken van de kosten van de exploitanten en ook gelden voor andere bedrijfssectoren of activiteiten. |
n) |
Eenmaal per jaar, samen met het indienen van de prijsinformatie in januari, wordt een uitsplitsing van de elektriciteitsprijzen in hun belangrijkste onderdelen meegedeeld aan Eurostat. Deze uitsplitsing van de elektriciteitsprijzen in hun belangrijkste onderdelen gebeurt op basis van de hierna uiteengezette methode. De volledige prijs voor elektriciteit per verbruikscategorie kan worden beschouwd als de totale som van de „netwerkprijs”, de prijzen van „energie en levering” (d.w.z. van opwekking tot vercommercialisering, met uitzondering van de netwerkprijzen) en alle belastingen en heffingen.
OPMERKING: Wanneer complementaire diensten afzonderlijk worden geïdentificeerd, kunnen ze als volgt aan een van de twee hoofdonderdelen worden toegewezen:
|
o) |
In lidstaten waar één bedrijf instaat voor alle industriële leveringen, mag de informatie door dat bedrijf worden meegedeeld. In lidstaten waar meer dan een bedrijf actief is, moet de informatie door een onafhankelijk statistisch orgaan worden meegedeeld. |
-
Industriële eindverbruikers kunnen ook andere niet-residentiële verbruikers omvatten.
BIJLAGE III
DEEL A
Ingetrokken richtlijn met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan
(bedoeld in artikel 10)
Richtlijn 90/377/EEG van de Raad |
|
Richtlijn 93/87/EEG van de Commissie |
|
Bijlage I bij de Toetredingsakte van 1994 |
|
Punt 12.A.3, a en b, van bijlage II bij de Toetredingsakte van 2003 |
|
Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad |
Uitsluitend bijlage I, punt 3 |
Richtlijn 2006/108/EG van de Raad |
Uitsluitend wat de verwijzing naar Richtlijn 90/377/EEG in artikel 1 en de bijlage, punt 1, onder a) en b), betreft |
Besluit 2007/394/EG van de Commissie |
DEEL B
Termijnen voor omzetting in nationaal recht
(bedoeld in artikel 10)
Richtlijn |
Omzettingstermijn |
90/377/EEG |
30 juli 1991 |
93/87/EEG |
— |
2006/108/EG |
van 1 januari 2007 |
BIJLAGE IV
Concordantietabel
Richtlijn 90/377/EEG |
De onderhavige richtlijn |
Artikel 1 |
Artikel 1 |
Artikel 2, lid 1, eerste zin |
Artikel 2, lid 1, eerste alinea |
Artikel 2, lid 1, tweede zin |
Artikel 2, lid 1, tweede alinea |
Artikel 2, lid 2 |
Artikel 2, lid 2 |
Artikel 2, lid 3, eerste zin |
Artikel 2, lid 3, eerste alinea |
Artikel 2, lid 3, tweede zin |
— |
Artikel 2, lid 3, derde zin |
Artikel 2, lid 3, tweede alinea |
Artikelen 3 tot en met 5 |
Artikelen 3 tot en met 5 |
Artikel 6, eerste zin |
Artikel 6, eerste alinea, eerste zin |
— |
Artikel 6, eerste alinea, tweede zin |
Artikel 6, tweede zin |
Artikel 6, tweede alinea |
Artikel 7, leden 1 en 2 |
Artikel 7 |
Artikel 7, lid 3 |
— |
Artikel 8 |
Artikel 8 |
Artikel 9, eerste alinea |
— |
Artikel 9, tweede alinea, eerste zin |
Artikel 9, eerste alinea |
Artikel 9, tweede alinea, tweede zin |
Artikel 9, tweede alinea |
— |
Artikelen 10 en 11 |
Artikel 10 |
Artikel 12 |
Bijlagen I en II |
Bijlagen I en II |
— |
Bijlage III |
— |
Bijlage IV |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.