Nader rapport - Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met enkele maatregelen ter verbetering van het functioneren van het vervangingsfonds en het participatiefonds (regeling verbetering functioneren vervangings- en participatiefonds) - Hoofdinhoud
Dit nader rapport i is onder nr. A toegevoegd aan wetsvoorstel 26427 - Maatregelen ter verbetering van het functioneren van het vervangingsfonds en het participatiefonds.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met enkele maatregelen ter verbetering van het functioneren van het vervangingsfonds en het participatiefonds (regeling verbetering functioneren vervangings- en participatiefonds); Nader rapport |
---|---|
Documentdatum | 01-03-1999 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST33876 |
Kenmerk | 26427, nr. A |
Van | Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1998–1999
26 427
Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met enkele maatregelen ter verbetering van het functioneren van het vervangingsfonds en het participatiefonds (regeling verbetering functioneren vervangings- en participatiefonds)
A
1 De tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Raad van State is ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.
NADER RAPPORT1
Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 23 februari 1999, aangeboden aan de Koningin door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, mede namens de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.
Blijkens de mededeling van de directeur van Uw Kabinet van 17 december 1998, No.98.006062, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde wetsvoorstel rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 28 januari 1999, No. W05.98.0586, bied ik U hierbij, mede namens mijn ambtgenoot van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, aan.
De Raad kan zich met het voorstel van wet verenigen.
De redactionele kanttekening van de Raad is overgenomen.
In het wetsvoorstel zijn voorts ambtshalve de volgende wijzigingen aangebracht:
-
1.In de nieuw voorgestelde artikelen 183a en 184a van de Wet op het primair onderwijs en in de vergelijkbare artikelen in de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs was in het eerste lid, onder b, al wel geregeld dat het Vervangingsfonds (VF) en het Participatiefonds (PF) in het verkeer met het bevoegd gezag van een school gebruik mocht maken van het sofi-nummer van (gewezen) personeelsleden. Thans is daarbij telkens aangegeven dat het ook kan gaan om het bestuur van een centrale dienst, waarbij een personeelslid rechtstreeks in dienst is (geweest).
-
2.In bovengenoemde artikelen werd bovendien telkens gesproken van «het bevoegd gezag van het (gewezen) personeelslid». Thans wordt daar steeds de zuiverder terminologie «het bevoegd gezag van de school waar het personeelslid in dienst is (geweest)» gehanteerd. Deze wijzigingen zijn uiteraard ook in de memorie van toelichting verwerkt.
-
3.In genoemde nieuwe artikelen werd telkens geregeld dat het VF en het PF geen sofi-nummers van (gewezen) personeelsleden mochten verstrekken aan de vreemdelingendienst. In de memorie van toelichting werd dit gemotiveerd met een verwijzing naar een toezegging van het kabinet aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal naar aanleiding van het debat over de Koppelingswet illegale vreemdelingen (oktober 1996, handelingen II 1996/97, nrs. 5 en 7, blz. 858 en 1462). De vorengenoemde toezegging had uitdrukkelijk alleen betrekking op het niet doorgeven van gegevens aan de vreemdelingendienst over leerlingen en niet over personeel van scholen. Het onderhavige wetsvoorstel heeft juist alleen betrekking op (gewezen) personeelsleden en dus is een bepaling als oorspronkelijk voorgesteld niet opportuun. Deze is dan ook geschrapt uit het wetsvoorstel.
Ik moge U, mede namens mijn ambtgenoot van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, L. M. L. H. A. Hermans