Memorie van toelichting - Wijziging van de Wet op de dierproeven - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 3 toegevoegd aan wetsvoorstel 28503 - Wijziging van de Wet op de dierproeven (verbod proeven op mensapen) i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Wet op de dierproeven; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 26-08-2002 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST63141 |
Kenmerk | 28503, nr. 3 |
Van | Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2001–2002
28 503
Wijziging van de Wet op de dierproeven
Nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING
ARTIKEL I
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft in het jaar 2000 de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) verzocht hem te adviseren over de vraag of in Nederland nog steeds onderzoek op homonoïde primaten (mensapen) nodig is. De minister heeft de Tweede Kamer bij gelegenheid van de begrotingsbehandeling geïnformeerd over zijn standpunt inzake het advies (Kamerstukken II 2000/01, 27 400 VIII nr. 75, 87 en 96). Hij volgt in deze het advies van de door de KNAW gevormde primatencommissie. Deze commissie is van mening dat er naast zwaarwegende ethische argumenten, praktische argumenten zijn om uiterst terughoudend te zijn bij het gebruik van chimpansees voor medisch-biologisch onderzoek. Onderzoek aan chimpansees is slechts toelaatbaar wanneer er ernstig gevaar voor de volksgezondheid dreigt en aannemelijk wordt gemaakt dat proeven met chimpansees deze dreiging kunnen afwenden of het aantal slachtoffers in belangrijke mate kunnen reduceren; de bedreigende virus infectieziekte hepatitis-C is hiervan een voorbeeld. Bij calamiteiten voor de volksgezondheid zal het gaan om grensoverschrijdende ziekten met een epidemisch karakter. De commissie is van mening, dat de kleine chimpanseekolonie in Nederland hieraan geen belangrijke bijdrage zal kunnen leveren, omdat in voorkomende gevallen naar de grote chimpanseekolonies in de Verenigde Staten zal kunnen worden uitgeweken. Op basis van dit advies en zwaarwegende ethische argumenten met betrekking tot het gebruik van mensapen voor experimenten, die brede steun genieten in de Nederlandse samenleving, is besloten onderzoek met alle mensapen, te weten de twee soorten chimpansees, de orang oetan en de gorilla in Nederland te verbieden.
Aan dat besluit geeft dit wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op de dierproeven gevolg. Hierbij maak ik een tijdelijke uitzondering voor het onderzoek naar vaccins tegen Hepatitis-C. Op dit moment wordt de eerste fase van dat onderzoek, waarvoor kleinere apen worden gebruikt, afgerond. Begin 2002 wordt het onderzoek geëvalueerd en wordt besloten of de resultaten zodanig zijn dat de inzet van chimpansees gerechtvaardigd is. Zo ja, dan zullen eind 2002 chimpansees besmet worden.
Wat betreft de handhaving wordt gebruik gemaakt van het reeds in de wet voorziene strafrecht. Het bestempelen van overtreding van het verbod als misdrijf geeft het maatschappelijk belang aan dat de regering aan dit verbod hecht.
Van de gelegenheid gebruik makend, stel ik voor om in het tweede lid van artikel 10a, dat bepaalt welke wetsartikelen de dierexperimentencommissie betrekt bij het opstellen van een advies over een voorgenomen proef, behalve het ingevolge dit voorstel in de wet op te nemen artikel 10e ook artikel 10d te noemen. Bij de wijziging van de wet in 1996 (Stb. 500) is deze aanvulling ten onrechte achterwege gebleven.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. J. Bomhoff