Brief minister over de uitkomsten van het nader overleg van 4 februari 2004 over plan van aanpak terugkeer van langdurig in Nederland verblijvende asielzoekers - Terugkeerbeleid

Deze brief is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 29344 - Terugkeerbeleid.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Terugkeerbeleid; Brief minister over de uitkomsten van het nader overleg van 4 februari 2004 over plan van aanpak terugkeer van langdurig in Nederland verblijvende asielzoekers 
Document­datum 06-02-2004
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST74070
Kenmerk 29344, nr. 2
Van Vreemdelingenzaken en Integratie (VI)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2003–2004

29 344

Terugkeerbeleid

Nr. 2

BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 februari 2004

Door middel van mijn brief van 23 januari jl (kamerstuk 19 637/29 344, nr. 793) heb ik uw Kamer geïnformeerd over de eenmalige regeling en het plan van aanpak terugkeer van langdurig in Nederland verblijvende asielzoekers. Dit naar aanleiding van een overleg hierover op 9 januari jl. met een vertegenwoordiging van de VNG en de G4.

Op 4 februari jl. heeft over het genoemde plan van aanpak nader overleg plaatsgevonden tussen bovengenoemde partijen. Door middel van deze brief informeer ik u over de uitkomsten van dit overleg.

Inleiding

Tijdens het overleg is gesproken over een nadere uitwerking van het plan van aanpak gericht op een extra inspanning om de terugkeer van langdurig in Nederland verblijvende uitgeprocedeerde asielzoekers te realiseren.

De gemeenten hebben nogmaals aangegeven dat zij het in hoge mate betreuren dat er niet voor gekozen is een grotere groep asielzoekers alsnog een verblijfsvergunning te geven in het kader van de eenmalige regeling en mijn bevoegdheden, zoals eerder door de VNG voorgesteld is. Hierdoor zou volgens hen veel maatschappelijke onrust zijn voorkomen.

In aansluiting op bovengenoemde brief van 23 januari jl. aan uw Kamer hebben de gemeenten zich echter bereid getoond om constructief te overleggen over een aantal door gemeenten geconstateerde knelpunten met betrekking tot de in die brief genoemde maatregelen inzake het terugkeerbeleid.

Het betreft het proces van facilitering en de rol van gemeenten, de doelgroep van het plan van aanpak en de toepassing van het buiten-schuld-criterium.

Doelgroep

De doelgroep van het plan van aanpak zijn asielzoekers die zijn ingestroomd onder de oude Vreemdelingenwet, die verblijven in de reguliere opvang en die onherroepelijk niet in aanmerking zijn gekomen voor een verblijfsvergunning.

Met betrekking tot de doelgroep van het plan van aanpak hebben de gemeenten aangegeven dat er in de achterliggende periode als gevolg van het gevoerde beleid uitgeprocedeerde asielzoekers uit voorzieningen zijn gezet. Een deel van deze groep bevindt zich op dit moment in (gemeentelijke) noodopvang. Op verzoek van de gemeenten heb ik aangegeven dat de aangekondigde facilitering voor terugkeer ook op deze groep vreemdelingen van toepassing zal zijn voor zover zij zelf aangeven te willen terugkeren. Ook voor deze groep zal gelden dat daar waar van toepassing ik mijn eerder genoemde bevoegdheden zal aanwenden en het eventuele buiten-schuld-criterium van toepassing zal verklaren.

Op verzoek van de gemeenten heb ik nogmaals bevestigd om – behoudens contra-indicaties – te voorkomen dat in het kader van het terugkeerbeleid gezinnen worden gescheiden.

Facilitering terugkeer

Voor wat betreft de facilitering van de terugkeer is afgesproken dat op dossierniveau onder leiding van de IND steeds naar gemeenten op effectieve wijze over de stappen in het proces wordt gecommuniceerd. Op deze wijze zijn gemeenten op de hoogte van de stappen die genomen worden in het proces van terugkeer teneinde hun activiteiten daarop af te kunnen stemmen. Gemeenten en de burgemeesters zullen de eigen verantwoordelijkheden met betrekking tot de beëindiging van voorzieningen daadwerkelijk nemen. Het uit de woning zetten zonder vervolg is hiermee van de baan, omdat betrokkenen overgeplaatst worden naar het vertrek- of uitzetcentrum.

Het terugkeerproces is in eerste instantie gericht op vrijwillige terugkeer. Daarom is overeengekomen dat de IND ook in de eerste fase van het proces van terugkeer behulpzaam kan zijn als het gaat om het verkrijgen van reis- en verblijfsdocumenten. Dit geschiedt dan op verzoek van de betrokken asielzoeker. In de fase waarin betrokkene is overgeplaatst naar het vertrekcentrum zal sprake van een verplichte presentatie van betrokkene bij de vertegenwoordiging van het land van herkomst ter verkrijging van de benodigde documenten.

Ik heb richting de VNG en de gemeenten aangegeven dat ik lopende het gehele proces van facilitering, daar waar van toepassing gebruik kan maken van mijn eerder genoemde bevoegdheden.

Het buiten-schuld-criterium

Gesproken is over de realisering van de terugkeer en de medewerking van betrokken vreemdelingen die daarvoor is vereist. Indien betrokken asielzoeker niet in staat is geweest op zelfstandig wijze in het bezit te komen van de benodigde documenten, vindt, zoals gezegd, verplichte presentatie bij de ambassade plaats. In die gevallen waarin de benodigde documenten worden verkregen kan betrokkene terugkeren.

In die gevallen waarin de benodigde documenten niet worden verkregen kan sprake zijn van de situatie waarin objectief komt vast te staan dat betrokkene buiten zijn schuld niet terug kan keren naar herkomstland,

land van eerder verblijf of regio en zal alsnog een verblijfsvergunning worden verleend.

De VNG en de G4 hebben hun zorgen uitgesproken over de uitwerking van het buiten-schuld-criterium en de objectiveerbaarheid van het bewijs. Ik heb mij daarop bereid verklaard om over de toepassing van het buitenschuld-criterium periodiek gedurende het project aan uw Kamer verslag uit te brengen.

Beëindiging facilitering

Voor diegenen die niet mee willen werken aan terugkeer wordt bezien in hoeverre er sprake kan zijn van uitzetting vanuit het vertrekcentrum of de vreemdelingenbewaring. Mocht in bepaalde gevallen uitzetting niet mogelijk zijn waardoor de vreemdelingenbewaring beëindigd moet worden, dan is sprake van illegaliteit. Ik heb de gemeenten toegezegd dat ik deze problematiek zal betrekken bij de opstelling van de illegalennota die ik uw Kamer dit voorjaar zal doen toekomen. Bovendien is afgesproken dat over de concept-nota overleg zal worden met de VNG.

De gemeenten wijzen erop dat terugkeer naar het land van herkomst of een derde land in sommige gevallen veel tijd in beslag kan nemen, waardoor de termijn van 2 maal 8 weken overschreden wordt. Zij zijn van mening dat er tot afronding van het gehele proces sprake moet zijn van facilitering zoals bedoeld in het plan van aanpak. Ik heb de gemeenten erop gewezen dat vreemdelingenbewaring, indien geïndiceerd, in dergelijke gevallen gedurende de benodigde termijn het sluitstuk vormt.

Tot slot

Tot slot hecht ik eraan te vermelden dat met de VNG en de G4 constructief overleg is gevoerd waarbij werkafspraken zijn gemaakt over de aanpak van de terugkeer van de groep langdurig in Nederland verblijvende asielzoekers. Gedurende het gehele project zal regelmatig met gemeenten geëvalueerd worden teneinde knelpunten vroegtijdig te kunnen signaleren en oplossingen te bespreken.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, M. C. F. Verdonk

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.