Brief ministers - De moord op de heer Th. van Gogh - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 1 toegevoegd aan dossier 29854 - Moord op de heer Th. van Gogh.
Inhoudsopgave
Officiële titel | De moord op de heer Th. van Gogh; Brief ministers |
---|---|
Documentdatum | 02-11-2004 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST80637 |
Kenmerk | 29854, nr. 1 |
Van | Justitie (JUS) Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties (BVK) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2004–2005
29 854
De moord op de heer Th. van Gogh
Nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 2 november 2004
Inleiding
Vanochtend werd Nederland opgeschrikt door de moord op de heer Van Gogh. Allereerst wil het kabinet via deze weg haar afschuw uitspreken over deze daad. Het kabinet leeft intens mee met de nabestaanden van Van Gogh. De heer van Gogh stond bekend vanwege zijn uitgesproken opvattingen en ook vanwege zijn zeer duidelijke verdediging van het recht van vrijheid van meningsuiting in tal van gevoelige maatschappelijke kwesties. Van Gogh verdedigde dat recht ook voor zijn tegenstanders. In de rechtstaat is de vrijheid van het debat een absolute voorwaarde. Het kabinet werpt het idee van een samenleving waarin mensen voor hun leven moeten vrezen als zij uitkomen voor hun mening, verre van zich.
Hoe ontstellend en schokkend de moord ook is, toch is alles er aan gelegen om opbeheerste wijze te reageren. Onze reactie opdeze daad mag niet zijn dat wij groepen van mensen veroordelen vanwege deze brute moord. Daarom doet het kabinet een dringend beroepopde samenleving waardig te reageren.
In deze brief wil het kabinet u informeren over de thans bekende feiten. Opdit moment zijn nog niet alle feiten en omstandigheden rond deze criminele daad bekend. Het is dan ook niet mogelijk nu reeds conclusies te trekken. Zo snel een vollediger beeld kan worden gegeven, zal dit aan de Kamer worden gezonden.
Feiten
Om ongeveer 8.45 uur is de heer Van Gogh neergeschoten. Hij reed op zijn fiets komend van de richting van de Watergraafsmeer, over de Linneausstraat. De verdachte, eveneens opde fiets, is langszij gekomen en heeft toen geschoten. Van Gogh is van zijn fiets gevallen en heeft de overkant van de straat weten te bereiken. Daar is meerdere malen opVan
Gogh geschoten en is hij in zijn borst gestoken, waarbij een brief opzijn borst is achtergelaten. Van Gogh is ter plaatse overleden. Bij het schieten is een omstander geraakt. Deze omstander is naar het politiebureau Linneausstraat gelopen en heeft daar de politie gealarmeerd. Dit bureau bevindt zich openkele tientallen meters afstand van de plaats waar de heer Van Gogh is neergeschoten. De politie is direct uitgerukt.
De verdachte is het Oosterpark ingelopen. De politie heeft het park omsingeld. In het park zijn diverse schoten gevallen waarbij niemand geraakt is. De verdachte is via de uitgang naast het Tropeninstituut de Mauritskade opgelopen en heeft daar geschoten. Hierbij is een agent geraakt en zijn diverse politieauto’s doorboord met kogels. De getroffen politieagent droeg een kogelvrij vest en is hierdoor niet ernstig gewond geraakt. De verdachte heeft een schotwond aan zijn been opgelopen en is aangehouden. Hij is overgebracht naar een ziekenhuis waar hij is geopereerd. Inmiddels is hij overgebracht naar het penitentiair ziekenhuis.
Van de verdachte is thans bekend dat het een 26-jarige in Amsterdam geboren man is en dat hij beschikt over zowel de Nederlandse als de Marokkaanse nationaliteit. Bovendien is de verdachte naar voren gekomen in lopende onderzoeken van de AIVD naar andere personen. De daaruit beschikbare informatie gaf geen aanleiding te veronderstellen dat hij voorbereidingen trof voor gewelddadige acties. De Commissie voor Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten is hierover hedenmiddag nader geïnformeerd.
Mede onderzocht wordt wat de mogelijke motieven waren van de verdachte en of hij alleen opereerde of hulp had van anderen bij de voorbereiding en de uitvoering van zijn daad. Gezien hetgeen thans bekend is moet ernstig rekening gehouden worden met het feit dat de verdachte handelde vanuit radicaal islamitische overtuiging. De tekst van de brief op het lichaam van Van Gogh en een tekst die bij de verdachte is aangetroffen worden nader onderzocht.
Beveiliging
Van Gogh werd thans niet beveiligd. Er was namelijk geen sprake van een zodanige dreiging in de richting van Van Gogh dat daarin aanleiding werd gevonden tot voortgezette beveiligingsmaatregelen. De afgelopen maanden is hij uit voorzorg een aantal malen gedurende korte tijd beveiligd. In de periode 28 tot en met 30 augustus jl. heeft de regiopolitie Amsterdam-Amstelland het huis van Van Gogh en de directe omgeving beveiligd door middel van verscherpt rijdend toezicht. Aanleiding hiertoe was de uitzending van de film «Submission», waarvan Van Gogh producent was. Op16 september jl. zijn er ordemaatregelen genomen bij een paneldiscussie in het Binnengasthuis te Amsterdam, waaraan Van Gogh deelnam en in verband waarmee een actiegroepacties had aangekondigd.
Maatregelen en consequenties
Op dit moment is de inspanning in de eerste plaats gericht op het zo snel mogelijk tot opheldering brengen van de feiten in deze zaak, van de motieven van de dader en van de vraag in hoeverre anderen hierbij betrokken zijn. In aansluiting hieropis bezien of de gebeurtenissen van hedenochtend aanleiding gaven tot aanvullende maatregelen ophet terrein van de openbare orde en bewaking en beveiliging. De komende dagen zullen de ontwikkelingen in dit kader opde voet worden gevolgd en waar nodig worden aanvullende maatregelen getroffen. Hiervoor is ook aandacht gevraagd bij de gemeenten.
Het kabinet heeft voorts met waardering kennisgenomen van de reacties van verschillende islamitische organisaties, die met afschuw hebben gereageerd opdeze verwerpelijke daad. Voorkomen moet worden dat bevolkingsgroepen in Nederland tegenover elkaar komen te staan. Daarom heeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie hedenmiddag overleg gevoerd met de minderheden- en moslimorganisaties te weten het Landelijk Overlegorgaan Minderheden (LOM), het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) en het FORUM, het Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling. Aan het eind van deze bijeenkomst hebben deze organisaties en de minister gezamenlijk verklaard dat zij deze daad veroordelen en dat zij alle geledingen van de Nederlandse samenleving oproepen om met elkaar de strijd aan te binden tegen radicalisering en geweld. De minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie is vanavond ook aanwezig geweest bij de bijeenkomst opde Dam in Amsterdam. Ook is heden een brief uitgegaan naar alle gemeentebesturen waarin een oproep wordt gedaan om in overleg te treden met vertegenwoordigers van de lokale gemeenschappen. De burgemeester van Amsterdam heeft dit overleg hedenmiddag reeds gevoerd.
Tot zover kunnen wij u opdeze dag informeren. Wij doen dit mede namens de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie. Uw Kamer zal van de nadere voortgang uiteraard opde hoogte worden gehouden.
De Minister van Justitie, J. P. H. Donner
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. Remkes