Brief minister over het 'lekken' van AIVD-informatie - Terrorismebestrijding - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 29754 - Terrorismebestrijding.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Terrorismebestrijding; Brief minister over het 'lekken' van AIVD-informatie |
---|---|
Documentdatum | 10-11-2004 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST80978 |
Kenmerk | 29754, nr. 2 |
Van | Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2004–2005
29 754
Terrorismebestrijding
Nr. 2
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 november 2004
In reactie ophet verzoek van het lid Halsema (GroenLinks), mede namens de leden Verhagen (CDA), Van Aartsen (VVD), Bos (PvdA), Dittrich (D66), Wilders (GroepWilders) en Van der Vlies (SGP) van heden (brief 204–114) om, naar aanleiding van het bericht in NRC Handelsblad dat informatie van de AIVD mogelijk in handen is gekomen van moslimterroristen en van Mohammed B, de Kamer in te lichten over wat er precies is gebeurd, deel ik u het volgende mede.
Op zaterdag 25 september 2004 bereikte de AIVD uit operationele bron het bericht dat een persoon die gerelateerd is aan een islamistisch terroristisch netwerk beschikte over AIVD-informatie. De volgende dag heeft de AIVD een ambtsbericht uitgebracht aan het Openbaar Ministerie. Naar aanleiding hiervan werd de in het ambtsbericht genoemde Hassan O. gearresteerd. Bij zijn arrestatie bleek hij in het bezit van AIVD-informatie betreffende onderzoek in de sfeer van het islamistisch terrorisme. Intern AIVD-onderzoek duidde er opdat de informatie van een bepaalde AIVD-medewerker afkomstig zou kunnen zijn. Hiervan is direct aangifte gedaan bij de Rijksrecherche, die betrokkene heeft gearresteerd opverdenking van het schenden van staatsgeheimen. Het justitieel onderzoek is thans nog in volle gang.
Het document waarvan NRC Handelsblad op9 november 2004 melding maakte is van de AIVD afkomstig. Er zijn sterke aanwijzingen dat het document door de eerder bedoelde AIVD-medewerker naar buiten is gebracht. Dit wordt door middel van een aanvullende aangifte aan de Rijksrecherche gemeld.
Het in de media geschetste beeld dat er sprake zou zijn van een tweede lek bij de AIVD is naar alle waarschijnlijkheid onjuist.
De AIVD is onmiddellijk na de ontdekking op25 september dat informatie van de dienst in handen van onbevoegden was gekomen een onderzoek
gestart om vast te stellen wat de schade is voor het werk van de AIVD en te bezien hoe verdere schade kan worden voorkomen. Uiteraard hebben lopende onderzoeken van de AIVD schade opgelopen. De precieze omvang daarvan moet nog worden vastgesteld. Het bericht in NRC Handelsblad van 9 november jl. dat AIVD-informatie in handen is gekomen van een persoon in de omgeving van Mohammed B. was mij bekend en bevatte in dit opzicht geen nieuwe informatie.
De commissie voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten werd op 29 september 2004 over de gebeurtenissen geïnformeerd. Nadere bijzonderheden over de gang van zaken kunnen voorshands uitsluitend aan deze commissie worden gemeld. Openbare mededelingen zouden zowel het onderzoek van de AIVD als dat van justitie schaden.
De compromittering van AIVD-informatie als gevolg van het handelen van een eigen medewerker betreft een unieke zaak. De reeds bestaande beveiligingsmaatregelen zullen waar mogelijk worden aangescherpt. Herhaling moet vanzelfsprekend worden voorkomen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. Remkes