Brief minister bij Intentieveklaring school-ouderbetrokkenheid - Governance in het onderwijs - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 30183 - Governance in het onderwijs.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Governance in het onderwijs; Brief minister bij Intentieveklaring school-ouderbetrokkenheid |
---|---|
Documentdatum | 21-11-2005 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST92548 |
Kenmerk | 30183, nr. 2 |
Van | Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2005–2006
30 183
Governance in het onderwijs
Nr. 2
1 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 november 2005
Hierbij stuur ik u ter kennisneming een intentieverklaring die ik op 14 november jl. samen met de betrokken organisaties heb ondertekend1. In deze intentieverklaring zijn de afspraken neergelegd die ik met organisaties van besturen, schoolmanagers, leraren, ouders en leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs heb gemaakt over het versterken van de school-ouderbetrokkenheid.
Met deze intentieverklaring geef ik uitwerking aan de acties uit de Koersen PO en VO (TK-nummer 29 200 VIII, nr. 151) gericht op het versterken van de ouderbetrokkenheid, de aanbeveling uit het Breed Initiatief Maatschappelijke Binding van 26 januari 2005 over het treffen van een voorziening voor allochtone ouders en de motie De Vries (TK-nummer 29 800 VIII, nr. 9) over de bestuurlijke betrokkenheid van ouders. De afspraken uit de intentieverklaring sluiten aan bij de kaders die ik heb geschetst in mijn brief over governance in het onderwijs (TK-nummer 30 183, nr. 1) en de Wet Medezeggenschap Scholen (TK-nummer 29 768, nr. 4).
Samenvatting
Goede contacten tussen school, ouders en leerlingen werken door in de kwaliteit van een school en komen de leerprestaties èn de maatschappelijke ontwikkeling van de leerling ten goede.
Samen met organisaties van besturen, schoolmanagers, leraren, ouders en leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs constateer ik dat het nodig en zinvol is om de contacten tussen school en ouders te verbeteren. Dit beeld wordt versterkt door diverse onderzoeken en de gesprekken die ik heb gevoerd met betrokkenen in en om de school. De meeste ouders en schoolpersoneelsleden zijn tevreden over hun wederzijdse relatie, maar er doet zich een aantal risicovolle ontwikkelingen voor die om actie vragen. Vanuit de samenleving worden steeds hogere eisen gesteld aan de school en leraren ervaren een toenemende druk om opvoedingstaken over te nemen. Verder zijn er signalen van
ouders dat de school niet voldoende naar hen luistert. Ook bestaat er een aanzienlijke groep van ouders die voor de school moeilijk bereikbaar is. Daarnaast worden leerkrachten geconfronteerd met verbaal en fysiek geweld van leerlingen en ouders.
Wij constateren dat actie op het niveauvan de school moet plaatsvinden. Mede gelet op de resultaten van diverse onderzoeken zijn wij ons bewust van de uiteenlopende behoeften en mogelijkheden van scholen en ouders en komen we tot de conclusie dat blauwdrukken niet werken. Wij hebben daarom een aantal afspraken gemaakt om samen, maar elk van uit onze eigen rol en verantwoordelijkheid, de scholen te helpen bij het versterken van de school-ouderbetrokkenheid. Hieronder verstaan wij alle niveaus en vormen van contacten tussen school en ouders (gericht op het eigen kind, de school of de thuissituatie en in de vorm van meeleven, meehelpen, meedenken, of meebeslissen).
De uitwerking van de beschreven punten door de sector zelf past goed binnen de bestuurlijke verhoudingen, zoals ik die heb geschetst in de governancebrief en sluit aan bij de behoeften en mogelijkheden in het funderend onderwijsveld.
Het overleg met de vertegenwoordigers van het georganiseerd onderwijsveld heeft mij het vertrouwen gegeven dat zij in staat zijn om de relatie tussen school en ouders duurzaam te versterken.
Concrete activiteiten
In de intentieverklaring staat een aantal doelen beschreven waaraan concrete acties worden verbonden. Een overzicht van deze activiteiten is opgenomen in de intentieverklaring.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. J. A. van der Hoeven