Nog maar een keer!

Met dank overgenomen van F.C.G.M. (Frans) Timmermans i, gepubliceerd op donderdag 4 december 2008.

Frans Timmermans schrijft over de discussie over het Verdrag van Lissabon: “Ik sta pal voor het besluit van het kabinet om geen referendum te houden over het Verdrag van Lissabon”.

Het favoriete onderwerp van mijn trouwste blogspotter Willem Bos werd gisteren nu eens door iemand anders opgebracht. En niet de minste, Monika Sie van de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijke bureau van mijn eigen partij. In De Pers verklaarde zij zich wederom voorstander van een referendum over het Verdrag van Lissabon, waarbij zij zich baseerde op haar stellige overtuiging en op haar interpretatie van het verkiezingsprogramma van de PvdA. Tot zover geen verrassingen, want alles was al vele malen gezegd, ook door haar, niet alleen door Willem Bos. Monika heeft hierover altijd duidelijk stelling genomen. Daarover was ik dus helemaal niet verbaasd. Voor mij zat de verrassing in de aan mij toegeschreven reactie, namelijk dat ik deze niet zou hebben en dat ik de journalist zou aanraden maar bij de partijleiding navraag te doen over de redenen waarom de PvdA geen voorstander was van een referendum over het Verdrag van Lissabon.

Mijn klomp brak op verschillende plaatsen tegelijkertijd. Want ik heb namelijk nooit enig misverstand laten bestaan over mijn opvatting, zoals iedereen die wel eens een blogje van mij hierover gelezen heeft ook heel goed weet. Ik sta pal voor het besluit van het kabinet om geen referendum te houden over het Verdrag van Lissabon.

Vooruit, nog maar een keer! De Nederlandse grondwet biedt geen ruimte aan een bindend referendum. Bij een normale wetgevingsprocedure - de ratificatie van verdragen is een normale wetgevingsprocedure - worden parlementaire processen doorlopen, zonder referenda. Bij het Grondwettelijk Verdrag waren er speciale omstandigheden die het houden van een raadgevend referendum rechtvaardigden (zie het advies van de Raad van State). Dit had te maken met de aard van het verdrag en de context waarbinnen het geplaatst werd. Bij het Verdrag van Lissabon waren er geen speciale omstandigheden die het houden van een referendum rechtvaardigden (zie het advies van de Raad van State). Ook dit had te maken met de aard van het verdrag (een gewoon wijzigingsverdrag, zoals vele voor dit) en de context waarbinnen het werd geplaatst. Als lid van het kabinet ben ik gehouden deze staatsrechtelijk zuivere opstelling te volgen. Sterker nog, ik heb er zeer voor gepleit, ons staatsrecht is geen speeltje. Bovendien heeft het kabinet gehandeld in lijn met de afspraken die gemaakt zijn in het coalitieakkoord. En ook dat mag je verwachten van leden van het kabinet. Tot slot vind ik dat deze opstelling ook past binnen de formulering die de PvdA in het verkiezingsprogramma heeft neergelegd. Niet alleen vanwege de formulering zelf, maar ook vanwege de discussie die is gevoerd bij het kiezen van deze formulering.

Monika Sie ziet dat anders, maar ik bestrijd haar zienswijze. Wij hebben staatsrechtelijk en politiek juist gehandeld en ik zal dat altijd met opgeheven hoofd verdedigen. Wij hebben de belangen van Nederland en de Nederlanders hiermee het beste gediend. Daarin heeft een zeer grote meerderheid van het parlement ons gesteund, een meerderheid die bestond uit veel meer dan de coalitiepartijen alleen. Vijfentwintig andere lidstaten delen onze visie en hoewel er in sommige lidstaten stemmen zijn opgegaan om een referendum te organiseren, is nergens de bevolking de straat opgegaan om te protesteren tegen democratische goedkeuring door de organen die door diezelfde bevolking voor die taak zijn verkozen. Zesentwintig landen hebben zich in de visie van Monika Sie allemaal vergist, zesentwintig regeringen, zesentwintig parlementen, allemaal hebben zij het bij het verkeerde eind. Ik zie dat anders en ik respecteer de keuze die al deze landen hebben gemaakt.

Overigens: er is maar één lidstaat die een referendum heeft gehouden over het Verdrag van Lissabon en dat is Ierland. Niet omdat men het wenste of omdat de bevolking de straat op ging om het op te eisen, maar simpelweg omdat de Ierse grondwet het voorschreef. Het referendum draaide daar op een ‘nee’ uit, niet omdat de inhoud van het Verdrag zoveel aanstoot gaf, maar met name op basis van de formule ‘if you don’t know, vote no’. Nu is er een duidelijke ommekeer in de publieke opinie in Ierland en zou het Verdrag op meer voorstanders dan tegenstanders kunnen rekenen. Waarbij ik aanteken dat daarbij de inhoud van het Verdrag wederom geen enkele rol speelt, maar vooral de vraag of Ierland zich niet dreigt te isoleren als het alleen aan de kant blijft staan in deze economisch barre tijden. Hoe dan ook, Ierland zal ons later deze maand laten weten hoe men denkt hier mee om te gaan. Inmiddels hebben bijna alle andere landen het Verdrag van Lissabon goedgekeurd. Als Ierland er voor kiest een weg te vinden uit de impasse en zich zou aansluiten bij de 26 andere lidstaten, kan het Verdrag van Lissabon in werking treden en krijgt de EU de kans haar burgers beter, opener en democratischer te dienen. En dat is echte winst voor 500 miljoen Europeanen, winst voor Europa en winst voor Nederland.